IK 10440
Maandag Maart
A0. 1894,
feze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering
van fon- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
DE KAPITEINE.
LEIDSCH
DAaBLAB.
PRIJS DEZEB OOUBAMT:
Voor Leiden per 8 maanden.
i
n
Franco per post
AJzonderltlke Nonnners
f 1.10.
i 1.40.
- 0.06.
PRIJB DER ADVKRTENTIËNl
Van 1—6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17|. Grootero
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.06 berekend.
Pit nomraer bestaat nit DRIE
Bladen.
Deinde Blad.
Leiden, 3 Maart.
Naar wy vernemen, ia door den heer
S.. 0. Juta, wethouder te dezer stede, het
beschermheerschap aanvaard der Gymnastiek-
en SchermvereeDiging „Sparta", alhier.
Op de 11. Woensdagavond gehoudeD oefenings-
büeenkomst van genoemde vereeniging heeft
de offlciëele kennismaking en installatie plaate
g6had en werd hem het insigne der vereeniging,
benevens eene toepasselijk uitgevoerde oor
konde, aangebeden.
WO wenschen der vereeniging „Sparta" veel
aucces in haar streven tot vooruitgang.
Da ^Vrijzinnige Kies vereeniging" alhier
zal a. s. Dinsdag-avond groepvergaderingen
houdon ter bespreking van een candidaat voor
de Provinciale Staten, ten gevolge van het over
lijden van den heer L. M. De Laat de Kanter.
Ingevolge beschikking van den generaal-
majoor inspecteur der inf. is de lste luit.
F. A. C. Ruysch, van het 8ste regiment inf.,
op zijn verzoek overgeplaatst by het 4de reg.
inf. alhier.
Genoemde luit., die op 1 April a. s. hier
aankomt, is ingedeeld bij de lste comp.
4de bat.
De lste luit. J. F. Vethake, van het 4de
bot. 4de reg. inf. alhier, wordt met den lsten
April a. 8. op zijn verzoek overgeplaatst bij
het 88to rog. inf. en wel met bestemming
▼oor Utrecht.
Gaarne vestigen wij de aandacht op de
openbare samenkomst, welke de Nederland-
eohe Gustaaf-Adolf-Vereenigmg Maandag in
het Nut alhier zal houden en waarbij de hoer
Fritz Fliodner, pastor te Madrid, het woord
aal voeren over zjjn arbeid in Spanje ten
gunste van het protestantisme. De spreker
aal worden ingeleid door den voorzitter der
Vereeniging, dr. H. G. Hagen, terwijl een
slotwoord zal gesproken worden door prof.
dr. J. H. Gunning.
De Christelijke Jongelings-vereeniging
„Jeremia 13 16a" te Katwijk a./d. Ryn
vierde deze week haar 13 jarig bestaan.
Ds. Van Druten, van Rijnsburg, opende met
gebed, waarna door den voorzitter, den heer
M. A. Van Rhijn, een kernachtig woord ge
sproken werd naar aanleiding van 2 Kon. 6 17.
Secretaris en penningmeester brachten ver
slag uit, de laatste berijmd. Twaalf zuster
verenigingen waren door afgevaardigden ver
tegenwoordigd. Leden der vereeniging, de
heer Van Aalst, theologisch student te Leiden,
de heer Weiland, hoofd der Chr. school, en
anderen verhoogden het feestelijk samenzijn
door voordrachten, toespraken als anderszins.
Samenspraken, door de leden flink bestudeerd,
hadden aanspraak op aller belangstelling.
Ongemerkt was het nachtelijk uur reeds ge
slagen; desniettegenstaande was ieder voldaan,
en met een tot danken gestemd hart, eindigde
ds Van Druten het samenzijn. Dank aan de
vereeniging, die zooveel schoons en goeds te
genieten gafl
Op het telephoonkantoor in do gemeente
Sassenheim werden gedurende de maand
Februari 1894 behandeld 54 telegrammen,
n.l. ontvangen 28 en verzonden 26.
Het aantal kiezers in de gemeente
Sassenheim voor de Tweede Kamer, deProv.
Staten en den Gemeenteraad, voorkomende
op de herziene kiezerslijst, bedraagt 142.
In de te Bodegrave gehouden jaarverga
dering van aandeelhouders der associatie
„Weg en Vaart Gouda—Bodegrave", is de
rekening, boekjaar 1893, vastgesteld en het
dividend bepaald op ƒ4 per aandeel. Tot com
missarissen werden gekozen de heeren W.
A. L. Van Mierop en W. Lotsy, respectievelijk
gemeeDte ontvangers te Voorburg en Gouda.
Uit het jaarverslag van de „Martha-
Stichting" voor onverzorgde kinderen te Alfen
aan den Ryn blijkt dat de ontvangsten ge
durende het jaar 1893 de som van 45,019.00
bedroegen. Aan voeding werd uitgegeven eene
som van nt917.b&l/it aan kleeding 3564.01
het totaal der uitgaven bedraagt f 43,164.76,
zoodat er een batig slot is van f 1854.84.
H. M. de Koningin Regentes nam gister
avond te 8l/4 uur tegen het slot van het eer
ste bedryf van het blyspel „Vrienden van
Ons," in de Koninkiyke loge van den Haag-
schen Schouwburg plaats en vereerde de voor
stelling tot het einde met Hare tegenwoordig
heid. De bezoekers stonden op by het binnen
komen en vertrek van H. M., die by het
heengaan den Haar aangeboden bloemruiker
uit de vaaa medenam.
Met de Vorsteiyke bezookster waren in
Hare loge tegenwoordig baronesse Van Itter-
sum, hofdame; kapitein-ter zee baron Van
Hogendorp, adjudant; H. W. J. E. baron Taets
Van Amerongen, kamerheer, terwyi in de aan
grenzende loge voor de Hofhouding waren
gezoten baronesse Van Weideren Rengers, hof
dame, en den lsten luitenant graaf Dumon-
ceau, ordonnance-offlcier.
H. M. de Koningin-Regentes bracht gister
middag te 4% uur, vergezeld van de hofdame
freule Van Ittersum, een bezoek aan de kinder
bewaarplaats op de Hooftskade te 's-Graven-
hage.
De minister van marine heeft den luit.
ter zee 2de kl. jhr J. H. O. Van den Bosch,
uit Oost Indië in Nederland teruggekeerd, op
non-activiteit gesteld.
Mr. J. Sluis, officier van justitie te Assen,
is Donderdagavond plotseling overleden. De
overledene bereikte den 54-jarigen leeftyd.
Door den heer P. W. H. Linckens, com
mies by 't hoofdbestuur der posteryen en
telegraphie, is een open brief gericht tot den
hoer Z. Van der Vegte, inspecteur der tele
graphie, over het onderwerp: „Verlaging van
het binnenlandsch telegramtarief."
In het Januari nummer van het „Maand
blad voor telegraphie" had laatstgenoemde
een artikel geplaatst om te betoogen, dat er
by ons geene behoefte bestaat aan eene ver
laging van het binnenlandsch tarief. Daar
tegen nu komt de heer Linckens op, die
juist verlaging in 't algemeen belang noodig
acht en in 't by zonder het zoogen. drie klas
sen-stelsel verdedigt.
Het is natuurlyk eene quaestie van cyfers of
liever van groepeeren van cyfers en het trek
ken van conclusion daaruit. Beide schryvers
halen dan ook vele statistieke gegevens aan,
te veel om over te nemen. Daar de heer
Linckens by zyne eigen beschouwing die van
zyn tegenstander heeft gevoegd, kan men zich
van beider argumenten op de hoogte stellen.
Naar de „N. R. Ct." verneemt, is de
heer Clercx, lid van de Tweede Kamer, ernstig
ongesteld.
Door mr. H. Enschedé, te Haarlem, is
aan den Raad bericht dat hy met 1 April
a. s. wenscht op te houden de betrekking
van wethouder dier gemeente te bekleeden.
De directeur-generaal der posteryen en
telegraphie maakt bekend dat de directie van
het postkantoor te Zutfen 1 Mei a. s. vacant
komt. Jaarwedde 2600, benevens vrye wo
ning. Soliicitatiön moeten uiteriyk 15 Maart
e. k. zyn ingediend.
Ingevolge koninkiyk besluit van 2 dezer
zal Hr. Ms. pantserdekschip „Koningin Wll-
helmina der Nederlanden", liggende te Wil
lemsoord, met 17 April a. s. in dienst worden
gesteld, met bestemming voor buitenlandscben
dienst. By gemeld besluit is het bevel over
dit schip alsdan opgedragen aan den kapt. ter
zee P. Zegers Veeckens, adjudant van H. M.
de Koningin, met bepaling dat genoemde hoofd
officier by de aanvaarding van dit bevel zal
worden beschouwd als te zyn gedetacheerd
van Hr. Ms. Militaire Huis. (Sts.-Ct.)
Op 28 Februari en 1 Maart werd te
Kampen eone vergadering gehouden van de-
putanten der Synode van de Ger. Kerk, met
hot curatorium en de docenten der Theol.
School. Ter vervanging van wyien Prof. H.
De Cock werd tot hoogleeraar aan de Theol.
School benoemd de WelEerw. heer P. Bies-
terveld, pred. te Rotterdam.
De minister van binnenlandsche zaken
heeft ter algomeene kennis jebracht, dat in
de maand Mei of Juni gelegenheid aal worden
gegeven tot het afleggen van de practische
examens van apotheker, vermeld in aft. :11
der wet van 25 December 1878. (Staatsblad;
No. 222), laatstelyk gewyzigd by de wet van
12 December 1892 (Staatsblad No. 261). Dag
on plaats dier examens zullen nader worden
bekend gemaakt. Aanmelding vóór 1 Mei. De
voorwaarden van aanmelding zyn opgenomen
in de Staats-Crt. van 3 dezer.
Te Leeuwarden is, na eone langdurige
ongesteldheid, op den leeftyd van 52 jaren
overleden do heer J. F. Stoetz, kapelmeester
van het staf muziekcorps van het lste reg.
inf. Byna 25 jaren bekloedde hy op alleszins
verdienstelyke wyze deze betrekking.
Het stoomschip „Kaisor" vertrok 1 Maart
van Durban via Zanzibar naar Rotterdam en
Hamburg; de „Menelaus", van Amsterdam
naar Java,f passeerde 2 Maart Gibraltar; de
„Reichstag", van Natal naar Hamburg, arri
veerde 2 Maart te Suez; de „Spaamdam", van
Rotterdam naar Nieuw York, is 2 Maart Scilly
gepasseerd; de „Utrecht", van Java naar
Rotterdam, is 2 Maart Gibraltar gepasseerd;
de „Sumatra", van Amsterdam naar Batavia,
vertrok 3 Maart van Suez.
By koninkiyk besluit is benoemd tot lid
van het Hoog Militair Gerechtshof mr. G. H.
Van Bolhuis, deken der orde van advocaten en
kantonrechter plaatsvervanger te Utrecht.
Vergund aan den heer P. Ch. VanLennep,
consul-generaal der Nederlanden te Athene,
het aannemen der versierselen van commandeur
der orde van de Eikekroon.
Bevorderd tot ingenieur van den Ryks-
waterstaat 2de kl. W. K. Behrens en J. Nele
mans, beiden thans 3de kl.
De leerllug in de werkplaats.
Geiyk wy in oas vorig nummer mede
deelden, toonde mr. H. Smeenge, toen hy in
de openbare vergadering der Leidsche afdee-
ling van het Nederlandsch Werkliedenverbond
over het Ambachts-onderwys sprak, aan,
waarin hy daarin verbetering wilde brengen,
welke verandering hy wenschte te verkrygen
door invoering van het leerlingwezen naast
de ambachtsscholen, waarmee men in Drente
reeds is begonnen.
Spr. herinnerde er aan hoe de jongen reeds
vroeg geld moet verdienende omstandigheden
eischen dit dikwyls, welnu, eene Vereeniging
zorge daarvoorde jongen ontvange 't eerste
jaar 50, 't tweede 80 cent, en 't derde jaar
1 per week. Maar wanneer de baas de kos
ten niet vergoed krygt, dan laat hy een jongen
nooit iets bederven, dus niets leerendaarom
wordt ook aan den patroon eene kleine ver
goeding gegeven, waartegenover de Vereeni
ging eischt, dat de patroon den jongen volledig
het vak leert en niet gebruikt voor dingen
buiten het vak om. Van den vader wordt
geèischt dat hy zyn jongen een zekeren tyd
(drie jaar in Drente) by den baas laat, opdat
de laatste belang by den eeraton heeft en,
wanneer hy hem goed leert, ook eenige
vruchten plukt.
Omdat de belangstelling der ouders zoo ge
ring is, wordt er thans niet naar omgozien
of jongen ook vorderingen maakt. Noodig
is daarom eene commissie, die ieder jaar den
.leerling een proefstuk laat maken. Tot be-
looiing geeft zy na het eerste jaar ƒ5 aan
gereedschappen, na het tweede ƒ10, na het
derde 30. Door de bemoeiingen van zoo'n
commissio wordt de verhouding tuaschen leer
ling en patroon beter; wordt weer de band,
die vroeger bestond, hersteldze (krygen meer
sympathie voor elkaar en waardeormg van
de zyde van het publiek. Uit hoe meer standen
hot toezicht dan bestaat, hoe beter.
De tyd, dien de jongen in de werkplaats
doorbrengt, moet geregeld, moet vooral niet
te iaug zyn, opdat den jongen eenige vrye
tyd en vervolgens tyd overblijft om 's avonds
burger- en herhalingsschool te bezoeken. Het
is noodig, dat de baa9 en de ouders van den
jongen, evenals in den gildo-tyd, een contract
sluiten, op welks verbreking strafbepalingen
worden gesteld.
Hoe meer dergeiyke particuliere vereeni-
gingen als bovenbedoeld verryzen, hoe beter,
want door dat particuliere initiatief zullen
do noodige gegevens verzameld kunnen wor
den. aan de har.d waarvan dan later de Staat
het leerlingwezen kan regelen. Dan zouden
b. v. jongens op kosten van den Staat by
bazen in de leer kunnen worden gedaan.
Hiertegen opperde echter de heer Van Dam, in
het na de voordracht volgende debat, bezwa
ren, want aldus zouden andere bazen, die
zulke door den Staat bezoldigde jongens niefc
kregen, worden achtergesteld, waarby dan nog
kan komen dat zulke jongens grootero knechts
overbodig maakten, zoodat het door den spre
ker gewenschte stelsel, voor den tegenwoor-
digen werkman een nadeel zou worden: want
door die geldeiyke vergoeding van den Staat
zullen de bazen verplicht zyn de leerlingen,
als deze by hen aan het vak komen, dadeiyk
aan het werk te zetten, en dat werk dan uit
de handen van de knechts te nemen, voor
wie doorgaans toch al weinig voorhanden
is. Vervolgens, is het werk byDa op, dan
zullen de bazen verplicht zyn de jongens te
houden en de knechts zullen moeten worden
naar huis gezonden.
Daartegen merkte do heer Smeenge op dat
het zyn doel is de jongens, verdeeld over twee
of drie, in de leer te doen hoofdzakelyk by
de kleinere bazen, die zelf medewerken, dus
niet alleen by één of twee grooten.
[Van iemand, die de vergadoring by woonde,
ontvingen we de schrifteiyke opmerking dat
hieruit zou blyken dat spr. weinig op de
hoogte van den ambachtsstand is, omdat hy
anders weten moest dat acht van de tien
bazen zelf in hun vak niet uitblinken, zoodat
met zulke personen als meesters het peil der
werklieden niet ryzen zou. Wy onthouden
ons natuurlyk in deze van een oordeel.]
Ook de heer Van Dam wees er op dat
alle bazen nog geen onderwyzers zyn en dat
de ervaring hem, dio vroeger geen voor
stander der Ambachtsschool was, heeft ge
leerd dat de leerlingen, die daar worden
gevormd, verre staan boven hen, die in do
werkplaats hunne opleiding hadden genoten»
De heer Smeenge herinnerde er mitsdien
nogmaals aan dat het zyn doel niet was iets
kwaads van de ambachtsscholen ie zeggen,
integendeel, maar dat zo voor duizenden
jongens onbereikbaar zyn, en juist voor hen
wenschte hy naast de ambachtsscholen een
betere opleiding in do werkplaatsen.
De heer Brynen beweordo dat kennis geen
macht, geen geld was voor don ambachteman
in den tegenwoordigen tyd, omdat de concur
rentie die kennis dooddrukt.
De heer Bedier wilde de grondslagen, waarop
de vakken rusten, verbeteren en byv. soholen
oprichten, waar zulke vakken geleerd worden,
die thans oorzaak zyn van oen grooten invoer
in ons land.
De heer Smeenge beantwoordde ook deze
sprekers. Het deed hom genoegen, dat alle drie
sympathie hadden getoond voor zyn streven.
Aan den heer Brynen antwoordde hy dat men
toch wel dogeiyk in de wereld ziet, in alle
rangen en standen, dat wie 't meeste weet en
kent, 't verste komt; aan den hoer Bedier
dat spreker zeker ook meer radicale verbete
ring zou wenschen. Men is echter niet blind
voor wat deze wilde. In Friesland leert men
tegenwoordig de houtsnykunst. In afwachting
8)
Het onafgebroken in hare gedachten levende,
omgang on gezelschap ontwy kende meisje werd
ten slotte ook haren oom tot last, e i om haar
kwyt te raken, stemde hy toe ln haar met zorg
uitgewerkt plan, als soldaat, mot den degen in
de hand, haren vyand te zoeken en te straffen.
Ja, hot was hem zelfs mogeiyk, dat plan te
bevorderen; er werden nameiyk papieren ge
vonden, die, op zyn overleden neef van
moederszyde geschreven, Giza als man konden
öocumenteeren. Zy noemde zich nu Plarenci
en bereikte, voorzien van aanbevelingsbrieven
van haren oom aan Nadasdy en Sinzendorf,
voorloopig hare intrede in het keizerlyke
leger als officier.
In het geheele corps, dat graaf Nadasdy
commandeerde, stond de kornet Plarenci be
kend als een uitstekend officier, een stout
moedig ruiter en een goed ordonnans. Zyn
dieost had het nog niet noodig gemaakt, van
z[jne dapperheid te doen blyken. Den grooten
aanval by Görlitz, waar Nadasdy- en Palfy-
huzaren de infanterie op de vlucht geslagen
en drie vaandels veroverd hadden, de nog
koenere onderneming in den slag by Landshut,
waar dezelfde huzaren twee carré's onder
den voet gereden hadden, had de kornet
medegemaakt zonder de sabel te trekken.
Dat viel op. Eene tweede eigenaardigheid van
hem was, dat hy Pruisische krygsgevangenen
over verschillende officieren, die in Pruisen
dienden, ondervroeg, met name echter naar
Werner informeerde.
Na drie jaren gevorscht te hebben, vernam
hy eindeiyk, dat een officier, Werner geheeten,
by het corps van den Pruisischen generaal
Bülow diende; maar dit corps was altyd op
andere punten van het oorlogstooneel dan
generaal Nadasdy en zyn inmiddols tot lui
tenant geavanceerde adjudant, zoodat deze
van de gelegenheid, Werner te ontmoeten,
verstoken bleef.
In den slag by Kunersdorf, waar de Nadasdy-
en Kalnoki-huzaren onder bevel van generaal
Bethlen stonden, leidde Plarenci de troepen
langs door hem verkende wegen zóó gunstig,
dat het hun gelukte een vyandeiyk bataljon
in den rug aan te vallen en gevangen te
nemen. Plarenci, voor deze daad tot eersten
luitenant bevorderd, kreeg nu ook een eskadron
en werd de afgod zyner huzaren, die voor hun
commandant door het vuur zouden zyn gegaan.
Nu was hy ook beter voorbereid, zyn vlytig
gezochten vyand te ontmoeten, indien hy
hem mocht vinden. En de gelegenheid hiertoe
kwam eindelyk.
Het was in het jaar 1761; in het midden
van Juni was het regiment van de Waras-
dyner grenshuzaren tot een verkenningstocht
aangewezen en kwam des avonds van den
20sten Juni in het bivak eenige myien van
Hartmannsdorf, in 8ilezië.
Het was een schoone, warme, heldere
zomernacht. De nachteiyke rust van het
overdag zoo woelige kamp, het wegstervende
aanroepen der posten, en daarby de wind
die door de wilgen aan de beek ruischte,
oefenden eene overweldigende bekoring zelfs
op de ruwe krygslieden uit, die iets dergoiyks
al zoo dikwyi8 beleefd hadden.
Drie huzaren-officieren zaten stil en in zich-
zelven gekeerd voor eene offleierstent.
„Geen echte oorlog meer", begon eindelyk
de oudste. „De ryken hebben zich uitgeput,
de armeren zyn den oorlog moede geworden."
„De Warasdyners, die het geluk hebben,
onder het bevel van u, overste, te staan,"
vleide de tweede heer, de eerste luitenant
baron Karl Andrassy, die nu hot bevel over
de Nadasdy huzaren had, „hebben het in dit
opzicht toch nog beter dan wy. Gy hebt de
handen vry, kunt verkennen, aanvallen en
requireeren, echt huzarenwerkl Ons echter
heeft men tot eeno linie-cavalerie gemaakt
en dwingt ons, met dan in groote ruiter-
ma8&a'a te vechten."
„Daarby is ook roem te behalen," merkte
de Warasdyner overste Knesevich op; „de
onderneming op Liebau heeft het bewezen."
„Ik had daarby veel te danken aan luite
nant Plarenci, die zyn eskadron zóó handig
wist te leiden, dat de vyand weldra van
voren en van ter zyde gevat was. Nog een
maal bravo, PlarenciI"
En Andrasey reikte den derden officier,
die zich bescheiden achter de beide heeren
hield, de hand.
„Ja, ja, dat is de dappere Plarenci," lachte
Knesevich, „maar nu trekt hy toch de sabel,
nietwaar T'
„Om te commandeeran, overste I" ant
woordde Plarenci.
„En het vechten?"
„Laat ik aan myne huzaren overl"
„Weet je wel, beate Plarenci," meende de
eerste luitenant, „dat je afkeer van persoon-
lyk bloedvergieten eigeulyk onmaniyk is, en
zelfs strydt met het reglement? Of bindt
misschien eene gelofte u?"
„Dat niet; als ik den vyand, dien ik jaren
lang zoek, voor den degen heb, zal hy zyn
werk doen," sprak Plarenci somber.
Op dit oogenblik kwam een oude, grys-
harige wachtmeester der grenshuzaren van
een kondschapsrit terug en overhandigde zyn
commandant een schryven, dat hy van een
den Oostenrykers gezinden burger uit Hart
mannsdorf ter bezorging gekregen had. De
overste had by het schynsel der lantaarn
nauwelyks een blik op den brief geworpen,
of hy sprong verheugd op.
Vrienden I" riep hy, „eone huzaronlistl
Eeo detachement van het corps van Bülow,
aangevoerd door overate Werner, is in Hart
mannsdorf aangekomen. Manschappon en
paarden zyn slecht verzorgd on vermoeid,
de voorposten nalatig. Noodigt dat niet formeel
tot een aanval uit? Ga je mee?"
„Ik kan, helaas, niet zonder verlof van
den generaal, en het is te laat om dit te
vragen," antwoordde Andrassy mismoedig.
„Luitenant, ik vraag onderdanig, met myn
eskadron aan den aanval deel te mogen nemen,"
zeide Plarenci op dit oogenblik opgewonden.
„Gy, Plarenci? Ga, ga niet, de generaal
zal er tegen zyn."
„Mag ik voor myn persoon dan tenmioste
meegaan
„Hoe zyt ge plotseling zoo strydlustig ge
worden, Plarenci?"
„Luitenant, ik herhaal myn verzoek; het
doel van myn loven hangt er van af."
De luitenant werd nadenkend, Plarenci
smeekte steeds dringendernu wendde Kneoe-
vicb, die den wachtmeester eonige bevelen
gegeven had, zich tot Andrassy.
„Nu, luitenant, snel besloten 1 Ga je mee,
of niet, anders doo ik het alléén 1 Als do
generaal morgen hoort, dat hy eene over
winning behaald heeft, zal hy zeer tevreden
zyn. Voor 't overige wys ik je een uitweg.
Ik schryf je een briofje, dat ik in de klem
zit, en als eeriyk soldaat moet je natuurlyk
helpen. Top?"
„Top", sprak Andrassy, verheugd over deze
logica. „Neem twee eskadrons, Plarenci, en
stel u ter beschikking van overste Knesevich
als het werkeiyk slecht gaat, kom ik met
het geheele regiment na."
Plarenci spoedde zich onmiddellijk naar hot
kamp. Hier heerschte weldra eene groote
bedryvigheïd. De slapers werden gewokt, de
paarden stilletjes gezadeld en gepakt, en
binnen korten tyd draafde over den weeken
bodem langs de beek, gedekt door de aan
den oever staande boomen, eene lange rö
ruiters Daar Hartmanosdorf, nadat enkele
kleine afdeellngen, samengesteld uit de vin-
dingryk8te en handigste huzaren, als 't ware
als voelhorens naar voren en zywaarts uit-
gozonden waren.
(SM volgt