In eene herberg aan de Stille Veerkade te 's-Gravenhage, weigerden Zaterdag avond eenige bezoekers het door hen gebruikte gelag te betalen en sloegen bbvendien den boel stuk. B\J een melkverkooper op den Z.-Buiten- tingel aldaar heeft men Zaterdagavond de lade gelicht en f 22 getolen. Eene vrouw op het Kortenbosch aldaar, die onaangenaamheden had met hare in hetzelfde huis wonende buurvrouw, sprong gisteravond uit een raam der tweede verdieping. Twee huzaren, daar toevallig aanwezig, vingen de vrouw op, zoodat zy er zoDder letsel afkwam. De politie moest aan het standje een einde maken. Door de IJsel-Stoomtram is gister middag by de Wykerbrug een man, die doof was, overreden en gedood. De Schaaf en Geel, beklaagd op den tweeden Kerstdag de politie te Amsterdam met steenen gegooid te hebben, werden heden door de rechtbank aldaar vrygesproken, op grond dat het feit niet bowezen is. De recht bank gelastte onmiddellyke invrybeidstelling van beide beklaagden. Tot nog toe drie onbekende per- sonen hebben te Amsterdam in den nacht van den 24sten op den 25sten Februari te ongeveer kwartier over vyven op de Prinsengracht by de Reestraat op verregaand brutale en laf hartige wyzo een aldaar voorbykomend jonge ling aangehouden, van zyn geld beroofd en hem daarna in de Prinsengracht geworpen, waaruit hy door hulp van anderen gered werd. De jonge man zal niettemin in de eerste dagen zyne werkzaamheden niet kunnen hervatten. Trein-dief8taL Uit eene mand met eieren, uit Zutfen naar Den Haag ge zonden, bleken by aankomst 200 stuks ge stolen te zyn. Gisteren is te Venloo door trein 16 aangebracht een persoon, genaamd Willem Smulders, wien tusschen wachtpost 8 en 7, vermoedelyk door trein 74, de rechtervoet is afgereden en die ook aan het achtergedeelte van het lichaam gewond was. Hy werd onmid- deliyk per brancard naar het gasthuis ver voerd. De Hooge Raad verwierp gls- teren het cassatie-beroep van A. Van Emmenes, redacteur van de „Voorwaarts", te Arnhem, veroordeeld tot 2 maanden gevangenisstraf wegens smaadschrift jegens een veldwachter. Te Papendrecht vond des mor gens de vrouw van den ruim 60-jarigen J. Groen haren man dood in bed. Toen de hevig ontstelde vrouw even buiten hare woning was gesneld om hulp te roepen, zakte zy plotseling ineen en gaf oveneens den geest. Door het omvallen van eene petroleumlamp ontstond er te Ochten in den nacht van Vrydag op Zaterdag brand ton huize van mej. de wed. Ton Hout, Door den feilen zuidwestenwind aangewakkerd, brandden huis, berg en schuur tot den grond toe af. Drie varkens, eenige kippen en een hond kwamen om. Van den inboedel kon weinig gered worden. Huis en inboedel waren geassureord. Iemand uit Asten, die te Stratum eene kar met stroo aan de stroohulzenfabriek aldaar had afgelevord, keerde naar huis terug; niet lang op weg, schrikte het paard voor een ezel, de man viel van de kar en was onmiddeliyk een ïyk. Op hot werk van den Maasmond, naby Housden, is een 21 jarig jongeling uit Gorkum over boord gevallen en verdronken. Aangaande de mishandeling met doodeiyk gevolg, Vrydagavond in de veen kolonie Appelscha (Fr.) gepleegd, schryft mtn bot volgende Vrydag-avond was aldaar verkooping ge houden en na afloop daarvan kregen twee personen in een klein herbergje, dicht by de Drentsche grenzen, twist. Het waren de 28- jarige Douwe Stoker, arbeider en de 53 jarige Ruurd Bloemsma, ook arbeider. Waarover de twist oigeniyk ontstond, is niet met zekerheid te zeggendoch spoedig kwam het tot daden. Stoker was woedend, hy greep een deksel van de kookkachel, ongeveer 11 pond zwaar en sloeg daarmede B. op het hoofd. De scherpe kant van het deksel kwam op het hoofd terecht en B. kreog eene vreeseiyke wonde. B. sloog evenwel, na die wonde gekregen te 0't Is nu goon tyd om te slapen. Haast u, ge zyt in dienst." Jean Baptist kykt den zonderlingen gevan gene aan en prevelt„In dienstDrommels, ja dat is ook waar, vooruit dan maarl" En weer strompelen de twee verder, tus schen de donkere velden heen, rechts en links, tot zy den toren van de stad zien. Zy zyn er heel dicht by. Bender kan den politie beambte haa6t niet meer voortkrygen. Hy hygt er van. Toch blyft hy niet staan, geen oogonblik zelfs, goene minuut Wie weet wat er gebeuren zou, als hy oen oogenblik adem schepte, zyne oude gevoelens en de nieuwe indrukken stryden een harden stryd, maar de nieuwe overwinnen, sterk geworden door het vuur van den kamp. Tot voor de deur van hot politie bureau voerde Bender zyn wankelenden wachter. Zelf trok hy aan do schel. Toen men de deur opende, schoof hy den bandeher van den beambte terecht en zette den helm recht op zyn hoofd, zooals betaamde. „Wat wilt ge?" vroeg de beambte. Jean Baptist prevelde eenige stotterende woorden. „Mynheor de gendarme wilde een gevan gene afleveren," antwoordde Bender in zyne plaats. Een boosaardig laohje speelde hem daarby om de lippen. „Een gevangene? Hy*" hebben, nog terug, al vechtende kwam men achter in de gelagkamer terecht waar S. nog maals B. op het hoofd sloeg, weer met den scherpen kant. Dat de slagen met alle kracht werden toegebracht, biykt hieruit dat het dek sel, uit dik hout bestaande en door do justitie ter griffie gedeponeerd, geheel gekromd was. Na den tweeden slag zakte B. ineen, het bewustzyn keerde niet terug en Zaterdag morgen ruim 10 uren overleed hy. De dader werd dadeiyk onder politiebewaking gesteld en de justitie te Heerenveen werd per draad met het gebeurde in kennis gesteld. Te vyf uren 's middags arriveerde te A. mr. Westra, rechter-commissaris, mr. Von Baum- hauer, officier van justitie, mr. Reeling Knap, fungeerend griffier, benevens de doctoren Kyi- stra en Yan Schouwen van Heerenveen. De laatstgenoemden verrichtten de sectie op het lyk. Zy constateerden twee fracturen op den schedel en spraken als hunne overtuiging uit, dat de dood een gevolg geweest was der toegebrachte verwondingen. De justitie had inmiddels dader en getuigen verhoord. De eerste bekende voor een groot deel zyne mis daad, waarop de rechter-commissaris last gaf tot voorloopige aanhouding. H. werd gevan- keiyk naar de marechaussee-kazerne te Ooster- wolde gevoerd, om heden (Maandag) naar de gevangenis te Heerenveen overgebracht te worden. Natuuriyk speelde de sterke drank ook weer eene gewichtige rol. Na den tweeden slag was S. nog zoo woedend, dat hy eene mestvork greep en daarmede ieder dreigde dood te steken, welke hem naderen durfde. Ten slotte sloeg hy in zyne razemy de vork tegen een muur stuk. De arbeidersbevolking was vreeseiyk gebeten op den dader, de mare chaussee moest hem tegen haar beschermen, De justitie keerde Zondag-ochtend te halfvyf te Heerenveen terug. De bark „Beta", van Swansea, is dezer dagon uit Rotterdam te Plymouth aan gekomen, na eene reis van veertig dagen, welke overtocht onder gewone omstandigheden in drie dagen gedaan wordt. Gedurende de ge- heele reis had het vaartuig met vreeselyk stormweer te kampen en daar telkens hooge zeeën over de verschansing sloegen werd het ruim ten deele met water gevuld. Drie wek<n lang had het scheepsvolk zoo veel werk dat niemand gedurende dien tyd uit de kleederen is geweest. Daarenboven raakte de mondkost op en leed het scheeps volk erge koude, daar de voorplecht met de bergplaatsen der steenkolen en olie weggesla gen was. Eon week lang leefde de bemanning van beschuit en water en allen waren uitge put door de geleden ontberingen, toen ten laatste Plymouth bereikt werd. Uit de schatkamer van den groot hertog van Luxemburg zjjn voor 200,000 fr. aan juweelen gestolen. De dief is in hechtenis genomen. Sneeuwstorm in Amerika. Uit Denver, Omaha, Topoka, Kansas City en Nashville komen berichten van een hevigen sneeuwstorm in de Staten Colorado, Nebraska, Kansas. Missouri en Tennessee. In den ge heelen staat Colorado staat het spoorwegver keer stil en verscheidone treinen zyn vastge- sneeuwd in de passen van het rotsgebergte. Examen in natuurkunde. - Exa minator: „Do wetenschap leert dus, dat in den regel de hersenen by den man grooter zyn dan by de vrouw. Wat volgt hieruit?" Adspirant-ondervyzeros„Dat het by de vrou wen meer op de qualiteit dan op de quanti- teit der hersenen aankomt." De 84ste verjaardag- van Z. H. den Dans. Vrydag a. s. viert Z. H. de Paus zyn 8isten verjaardag; hy werd geboren 2 Maart 1810. Uit Delft schryft men dat vele Katholieken aldaar voornemens zyn op dien dag de vlag uit te steken, iets wat niet slechts goed keuring, maar ook aanmoediging verdient, ook in de andore plaatsen van ons Vaderland, 't Is waar, het cyfer van 's Pausen ouderdom heeft op zichzelf niets byzonders," doch het leert ons, dat Z. H. een hoogen ouderdom heeft bereikt, en op dien leeftyd is elk cyfer merk waardig. Vieren wy dan feest met den Paus, en hopen wy het nog menigmaal op den 2den Maart te kunnen doen Maasb „Ja, de booze Radecko, dieMaye. vermoord heeft." „Waar is de gevangene dan?" „Ik ben het." „Gy De commissaris zag beurtolings Jean Baptist en dan weor Bander aan. „Gy kunt Joan Baptist gerust de premie laten uitbetalen, mynheer de commissaris. Ik ben het." „Waarom zyt go dan niet weggeloopen?" „Wat gaat u dat aan? Maak het kort. Meyer leeft, nu is alles my om 't even. Zyn geld kan hy terugkrygen. Het ligt in een vossenhol by Barbenhelm; laat hot halon." „Kom binnen," zoide de commissaris. Hy vond de zaak gewichtig genoeg om denzeld- zamen gevangene nog dien nacht te laten verhooren. Bender sliep in de gevangenis zooals hy in jaren niet geslapen had. Den volgenden morgen schreef hy aan Roos. Hy bekende haar nu alles: zyn angst, zyne kwelling en wat Roos al niet voor hem geweest was, en al wat hy gevoeld en geloden bad, sedert by haar had leeren kennen. Hy wilde zyn straf tijd uitdoen, opdat aan do wet voldaan mocht worden en daarginder aan de „overzy" weer opnieuw beginnen. Zou ze op hem willen wachten En wachten deed ze. K oningen. Jules Lemaltre is niet gelukkig met zyne stukkon„les Rois" heeft in Parys fiasco ge maakt. Zelfs het spel van „la divine Sarah" is niet by machte geweest het stuk te redden en eene blyvende plaats op het répertoire te bezorgen; na vyf en dertig voorstellingen is het verdwenen zonder vele sporen achter te laten. Wy kunnen het Fransche pubhek geen ongeiyk geven, het stuk is zwak en het tegendeel van mooi. Naar, uit of van een roman een tooneelstuk maken gelukt slechts hoogst zelden en de redenen daarvan liggen zóó voor de hand, dat ik ze niet behoef op te sommen; maar ernstiger bezwaren heb ik tegen den inhoud. Sociale toestanden, denk beelden over maatschappy-bederf en wereld hervorming in een roman te behandelen, levert groote bezwaren op en vereischt eene meester hand; ze op het tooneel te brengen en daar te ontwikkelen is dwaasheid. De korte, ge- droDgen vorm van een dramatisch werk geeft geene gelegenheid tot het ontwikkelen van een gevoelen, het bepleiten van een systeem; voor logische argumentatie is geen plaats of tyd, een bedryf kan toch geen uur duren; op het tooneel doen zien wat men niet vertellen kan, gaat evenmin en dus blyft het meestal by groote woorden en phrasen- makery. (Een stuk als „Die Weber" van Hauptmann is eene uitzondering, die dezen regel bevestigt). Hieraan gaat ook „Koningen" in hooge mate mank. Uit den vroeger ver schenen roman „les Rois" getrokken, is het te veel beknot, te veel verkort geworden, de personen hebben daarby veel van hun belang en hun leven verloren, de schryver kan ons voor die tooneel-helden en -heldin nen geene belangstelling inboezemen. De karakters worden te onduideiyk, de invloe den, die er heftig op ingrypen, krygen we slechts te hooren en niet te zien en juist daarin schuilt eene kolossale fout. De geleide- lyke gang, het verband is weg, de samenhang verstoord, scherpe ommekeeren hebben plaats zonder dat men er het noodzakelyke van ge voelt en zoodoende laten per slot van rekening alle fraaie woorden en alle edele daden ons koud. Voor ons bestaat het stuk nu uit: Eén bedryf idealistische theorieën en dweep zieke voornemens, één bedryf insubordinatie en daarna twee acten romantiek en melo drama, die volstrekt niet by zonder hoog staan. Wy mogen niet anders dan den moed en den ondernemingsgeest der directie Le Gras en Haspels bewonderen, die, om het publiek toch maar steeds het nieuwste te kunnen aanbieden, moeite noch kosten heeft gespaard om zich het recht van opvoering van deze uitheemsche nieuwigheid te verzekeren. En toch, welk een ondankbaar werkDe directie zelve zag zeer goed alle bezwaren in, die aan „Koningen" kleven, en wie zal precies ver tellen hoeveel moeite desniettegenstaande, hoeveel tyd, geld, studie en iDspanniDg door het geheele gezelschap geofferd is om het stuk toch maar zoo goed mogelyk onder de oogen te brengen van dat grillige, al te machtige wezen, dat men „publiek" noemt? Het publiek is een stout, bedorven kind, het wil mooie en steeds nieuwe en andere zaken om zich mee te amuseereneen kort poosje is het tevreden en daarna ziet het niet meer naar zyn kostbaar speelgoed om. Zóó gaat het in ons land maar al te vaak met tooneel- stukken en zelfs met de beste; een korten tyd boeien en trekken zy, maar spoedig is bet publiek voldaan en eischt weer verande ring of blyft uit den schouwburg weg. Voor zeker, als allen eens good wisten en van naby gezien hadden hoeveel moeite en krachts inspanning het kost om eon zóó uitge breid répertoire, als in ons land noodig is, voortdurend te onderhouden en aan te vullen, hoe schadeiyk en verkeerd dat dikwyis werkt op de beste krachten der artisten, men zou biliyker en minder veeleischend zyn. Voo»- hoelang zou nu de kostbare monteering van „Koningen" zyn? Ik durf het stuk geen lang leven voorspellen, ik vrees dat het eene zeer voorbygaande verschyning zal zyn. En toch heeft de directie het aangedurfd! Geene ge dachte aan een verwyt dan ook tegen haar, maar wèl een woord van warme hulde voor en instemming met haar streven. Voor het spel en de mise en scène heb ik niets dan lof. De heer Tartaud vervulde de hoofdrol, eene zware, ondankbare rol. Hy gaf den dwependen jongen vorst uitstekend weer; het is verbazend moeiiyk al die groote woorden, die hem in den mond gelegd worden, zóó uit to spreken, dat ze niet belachelyk wordenveel zeggen en weinig handelen is by uitstek lastig op het tooneel. Ook in de allerzwaarste scène, het liefdestooneel in de derde acte, was hy voortreffeiyk, evonzoo zyn sterven. Mevr. Van Kerckhovea had als Prinses Wilhelmine eene niet minder zware taak to vervullen. Ik wil gulweg bekenntn dat ik myn hart vasthield, toen ik hoorde dat zy de rol van Sarah Bernhardt zou spelen. Dat is nu heelemaal haar genre mot! Maar zy heeft myne stoutste verwachtingen over troffen, een woord van wolgemeenden lof mag ik haar niet onthouden. Zy heeft met bare gaven gewoekerd en ons een inderdaad schoono vertolking geschonken. Vooral in de warme, hartstochtelyko tooneelen was zy byzonder goed. Eene welverdiende hulde werd haar ge bracht in den vorm van twee prachtige bloem stukken, aangeboden door de burger-commissie en die uit de studenten. De rol van Mej. Alida Klein bepaalt zich by na uits' uitend tot de derde acte. Hoewel zy dus niet veel gelegenheid had tot schit teren, was het weinige, dat zy gaf, toch weer uitnemend. Zy speelde met veel warmte en gevoel. Henri De Vries teekende op fijne manier den hooggeplaatsten losbolzyn door draaiers-grime was bewonderenswaardig. Dirk Haspels, als de oude koning, was prachtig. Met eerbiedige bewondering heb ik naar hem gezien. Onwillekeurig dringt zich de vraag op de lippen: „Kan die man dan alles?" Enwfl hebben die vraag al zoo dikwyis in stilte toe stemmend beantwoord, dat deze ééne maal er nog wel by kan: „Ja, het schynt wel!" Zyn spel in de laatste acte is boven myn lof ver heven, het was een hoog genot dat te zien. Jaap Haspels, de oude boschwachter, was natuuriyk goed, dat spreekt vanzelf. Tegen het spel van Mevr. Van Eysden heb ik eene kleine bedenking. In het derde bedryf was ze als jong, frisch, ietwat brutaal boeren meisje heel aardig, maar in de laatste acte begreep ik haar spel niet. Waarom is zy daar zóó vrypostig tegenover den ouden koning? Ik kan het inderdaad met die opvatting (of, als het stuk het bepaald aangeeft, met die aanwyzing) niet eens zyn. Een onervaren buitenkind, dat bovendien onder eene zware verdenking ligt, zal gewooniyk in het paleis, tegenover den regeerenden vorst, een toon of wat lager spreken dan Mevr. Van Eysden deed de brutale antwoorden waren ongepast. Bedeesd en bedremmeld, bang en verlegen zou ik haar liever gezien hebben. De overige rollen zyn te onbeduidend, om afzonderiyk te bespreken, doch allen waren goed op huDne plaats, het jeugdige troonopvolgertje incluis. Alle costumes waren mooi, frisch en wèl gekozen. Voor voorstellingen als deze is het wel te betreuren dat onze Schouwburg niet een enkel beter décor ryk isde brave koning van Alfaniê was jammerlyk behuisd. Eene vraag ten slotte: Is het onmogelyk voor een enkel deel van het publiek niet te lachen by sommige tooneelen, waarby dat heelemaal niet te pas komt? Het is zoo schrikkelyk hinderlyk voor de artisten, die juist op het tooneel aanwezig zyn, als er ge lachen wordt om eene omstandigheid, die, zooals gisteravond, geheel onafhankeiyk van het spel, achter de schermen plaats heeft. Het stoort het spel en ontmoedigt de spelers, of erger nog, brengt hen in den waan, dat er iets aan henzelven belachelyk wordt gevon den en dat is een pynlyk gevoel, veel pyn- lyker dan die vroolyke toeschouwers op dat oogenblik zouden denken. Een weinig meer aandacht en zelf beheersching zou in dit opzicht niet onwenschelyk zyn. v. B. INGEZONDEN. In Leiden wenscht men begin Maart a. s. een zeer eenvoudig Volkskoffiehuisje, waar geen bedwelmende dranken zullen worden verkocht, te openon, dat, zoo men verwacht, later zichzelf bedruipen zal. Waar onze fabrieksstad als 't ware onder oen net van kroegen gevangen is, gelooven wy dat een Volkskoffiehuis in een schreienden nood voorziet en willen wy daarom met Gods hulp de hand aan den ploeg slaan. Wie gevoelt zich, uit liefde tot God en tot den naaste gedrongen, ook hierin eenigszins mede te werken? Iedere hulp, finantiéel of door tegemoetkoming in het aanschaften van den eenvoudigen, doch netten inboedel, is zeer gewenscht en wordt gaarne ontvangen ten huize van ds. De Hoest, Plantsoen; prof. Gunning, Hooigracht; ds. Drost, Koorstceg. Voor den inboedel zyn de volgende zaken nog noodig: Een tweearms gasomament, gaskomfoortje, pypenstandaard, lucifersstandaardjes met asch- schoteltjes, koppen en schotels, melkglazen, koffie- en theebus, trekpot, lepeltjes, presen teerblaadjes, bordjes, messen, petroleumtoestel, waterketel en ander keukengereedschap, klok, spiegel, banken, kapstok, tafeltjes, domino spelen, dambord en schyven, vloermatten, emmers, handdoeken, theedoeken, fonteintje, kachel met toebehooren, achryfgereedschap, waterkaraf met glazen, bloemen in potten, heesters voor de stoep, uitsteek bord of lan taarn, vlag en stok, tafelkleed, zeildoek voor tafelkleedjes en vloerzeil, gordynen, jaloezieën, couranten, muurteksten, plaatwerken en boeken. Yalsche Bankbiljetten. Gisteravond had in enkele couranten (L. Dagblad,N. R.Ct. enz.) door middel eener corres pondentie uit Den Haag, eene poging plaats tot verontschuldiging van de nalatige handeling van den hoofdcommissaris van politie te 's-Gra- venhage, in zake het niet spoedig optreden na ontvangst van het telegram uit Leiden. Zooals uit het bericht bleek, was het dui- delyk gemunt om 's mans nalatigheid zoo danig in een goed daglicht te stellen, dat men zich eigenlyk eerder moest schamen dan over zulk eene kleinigheid te vallen. Waar haalt men in 's hemelsnaam de brutaliteit van daan om te verlangen dat, wanneer on geveer 1 uur 's middags uit Leiden een tele gram wordt verzonden, met vermeldiDg dat iemand, die valsche bankbiljetten heeft uitge geven, in de richting van Den Haag was gevlucht, dan 's avonds om zes uren de afdee- lingscommissariaten in Den Haag hiervan reeds zouden zyn in kenDis gesteld? In zulk eene belangryke zaak als deze, waarin met groote haast gehandeld moest worden, is het natuuriyk niet te verlangen dat 's avonds om zes uren de politie al op „qui vive" is, en moet men het beter en be- leldzamer oordeelen dat eerst eens kalm wordt overwogen, (in dien tusschentyd o gt de patiënt dat hy over de grenzen komt) dan flink opgetreden I Deze leuke manier van handelen mag, vól gens de verontschuldigingspoging der in ver schillende couranten voorkomende genoemde Haagsche correspondentie, ternauwernood als een klein verzuim worden aangemerktimmers by de zaak was.... groote haast (Sic)! NeenEen woord van warmen lof komt toe aan den hoofdcommissaris van politie te 's-Gra- venhage voor diens voorzichtige, behoedzame en wei-overdachte wyze van handelen, en indien eenig persoon in deze te laken is, is het zeker wel Rempt, die niet de beleefdheid had om te wachten tot het den heer hoofd commissaris schikken zou, werk van deze zaak te maken. Welke commissaris van politie kan nu ook rekening houden met menschen, die een beetje „haast" hebben? Ook het „Rott. Nbl." en „U. D." consta- teeren uit de Haagsche verontschuldiging het feit, dat het nu is gebleken, dat Van Rempt aan het spoorwegstation in Den Haag slechts op aanwyzing van de Leidsche hoeren, die hem hadden gevolgd, kon worden gevat, doordien de hoofd-commissaria van politie da zaak terstond in handen gesteld had van de centrale afdeelings-recherche, zoodat de af- deelings commissariaten niet op de hoogte waren gestéldwelk laatste door den grooten spoed vergeten was 111 De verontschuldiging wordt dus eigenlyk meer als eene nieuwe bevestiging der besohul- diging van de nalatigheid, dan als eene ver dediging aangemerkt. Gisteren kocht een boer in het kleederen- magazyn van F. aan de Hoogstraat, te Rot terdam, een nieuw pak en betaalde dit met een bankje van honderd gulden. De winkelier, die bemerkte dat het biljet valsch was, waar schuwde de politie en deze nam den buiten man mee naar het bureel. Daar ondervraagd, vertelde hy dat zyne dochter het biljet gevon den had in een vuilnisbak te Hoogoveen, zyne woonplaats. In een hotel te Mainz is Frank, uit Amster dam, betrokken in de gaak der valsche bank biljetten, gevangengenomen, te zamen met eene Hollandsche vrouw, die van medeplich tigheid verdacht wordt Joh. G. Frank is volgens de „Frankf. Ztg." een Duitscher en geboortig uit Thom. Door den rechter van instructie te Amster dam werden in deze zaak heden verschillende personen gehoord, waaronder ook die te Leidea er in betrokken zyn. TWEEDE KAH1EB. Amendementen op de Kieswet. Door den heer Vrolik is als amendement op art 4 voorgesteld om het recht tot uit oefening van het kiesrecht te doen ophouder* met den leeftyd van 70 jaren. Hy doet dit voorstel omdat het rationeel is evenzeer rekening te houden met het feit dat er een tydstip in het leven aanbreekt, waarop het wenscheiyk is afstand u doen van die rechten en men ontheven mag worden van die plichten, welke men op jeugdiger leeftyd heeft aanvaard. Door den heer Schepel wordt voorgesteld art. 1 te lezen als volgt: „De leden van de Tweede Kamer der Staten- Generaal worden gekozen in enkelvoudige kiesdistricten, die grooter zyn naarmate zy nader by den zetel der Regeering en van de Staten-Generaal liggen, door de mannelyke meerdeijarige ingezetenen des Ryks, tevens Nederlanders, die de kenteekenen bezitten van geschiktheid en maatschappelyken wel stand in deze wet bepaald, en aan wie de uitoefening van het kiesrecht niet, op grond van de bepalingen dezer wet, tydelyk of biyvend is ontzegd." Dit voorstel wordt door den heer Schepel gedaan omdat hy zich niet kan voreenigen met den maatstaf der Regeering welke eene ongelykheid schept ten aanzien van het aan tal afgevaardigden van de groote en kleine provinciën. Voortzetting der behandeling van de Kieswet. Zitting van heden. Per telegraaf.) Sedert jl. Vrydag waren weer nieuwe amendementen ingediend. Het door den heer Vrolik voorgestelde, om de uitoefening van het Kiesrecht te doen ophouden op 70-jangen leeftyd, werd door dat lid hoofdzakeiyk ver dedigd uit eerbied voor de 70-jarigen en uit humaniteit tegenover die bejaarden, wier werkkiacht op dien leeftyd aanmerkelyk ver minderd is. De heer Van der Kaay ontwikkelde hierna verschillende priDcipiëele en vormbezwaren1 tegen het geheele artikel 4, waarin hy nog^ geen waarborg ziet voor don welstand van^ den kiezer en dat in het ontzeggen van het kiesrecht veel verder gaat dan het strafrecht. Evenmin achtte hy sommige amendementen voldoende. Den eisch van woning acht hy niet genoeg omschreven. Hy wenscht niets liever dan uitbreiding van kiesrecht, maar de regeeringsbepaling neemt de bezwaren van hem en anderen niet weg. Daarom deed hy een ernstig beroep op den minister daarnaar' alsnog te streven door de hem toegestoken hand aan te nemen. De heer Mees kon met geene mogelykheid zyne stem aan het gewyzigd wetsontwerp geven. De Regeering heeft haar vroeger voor-j stel niet noemenswaard gewyzigd, maar toclk zou hy geen nieuw amendement indienen, on* te ontgaan het verwyt, dat hy der Regeering vyandig ia

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 2