In eene herberg aan de Stille
Veerkade te 's-Gravenhage, weigerden Zaterdag
avond eenige bezoekers het door hen gebruikte
gelag te betalen en sloegen bbvendien den
boel stuk.
B\J een melkverkooper op den Z.-Buiten-
tingel aldaar heeft men Zaterdagavond de lade
gelicht en f 22 getolen.
Eene vrouw op het Kortenbosch aldaar, die
onaangenaamheden had met hare in hetzelfde
huis wonende buurvrouw, sprong gisteravond
uit een raam der tweede verdieping. Twee
huzaren, daar toevallig aanwezig, vingen de
vrouw op, zoodat zy er zoDder letsel afkwam.
De politie moest aan het standje een einde
maken.
Door de IJsel-Stoomtram is gister
middag by de Wykerbrug een man, die doof
was, overreden en gedood.
De Schaaf en Geel, beklaagd op
den tweeden Kerstdag de politie te Amsterdam
met steenen gegooid te hebben, werden heden
door de rechtbank aldaar vrygesproken, op
grond dat het feit niet bowezen is. De recht
bank gelastte onmiddellyke invrybeidstelling
van beide beklaagden.
Tot nog toe drie onbekende per-
sonen hebben te Amsterdam in den nacht van
den 24sten op den 25sten Februari te ongeveer
kwartier over vyven op de Prinsengracht by
de Reestraat op verregaand brutale en laf
hartige wyzo een aldaar voorbykomend jonge
ling aangehouden, van zyn geld beroofd en
hem daarna in de Prinsengracht geworpen,
waaruit hy door hulp van anderen gered werd.
De jonge man zal niettemin in de eerste dagen
zyne werkzaamheden niet kunnen hervatten.
Trein-dief8taL Uit eene mand
met eieren, uit Zutfen naar Den Haag ge
zonden, bleken by aankomst 200 stuks ge
stolen te zyn.
Gisteren is te Venloo door trein
16 aangebracht een persoon, genaamd Willem
Smulders, wien tusschen wachtpost 8 en 7,
vermoedelyk door trein 74, de rechtervoet is
afgereden en die ook aan het achtergedeelte
van het lichaam gewond was. Hy werd onmid-
deliyk per brancard naar het gasthuis ver
voerd.
De Hooge Raad verwierp gls-
teren het cassatie-beroep van A. Van Emmenes,
redacteur van de „Voorwaarts", te Arnhem,
veroordeeld tot 2 maanden gevangenisstraf
wegens smaadschrift jegens een veldwachter.
Te Papendrecht vond des mor
gens de vrouw van den ruim 60-jarigen J.
Groen haren man dood in bed. Toen de hevig
ontstelde vrouw even buiten hare woning was
gesneld om hulp te roepen, zakte zy plotseling
ineen en gaf oveneens den geest.
Door het omvallen van eene
petroleumlamp ontstond er te Ochten in den
nacht van Vrydag op Zaterdag brand ton huize
van mej. de wed. Ton Hout, Door den feilen
zuidwestenwind aangewakkerd, brandden huis,
berg en schuur tot den grond toe af. Drie
varkens, eenige kippen en een hond kwamen
om. Van den inboedel kon weinig gered
worden. Huis en inboedel waren geassureord.
Iemand uit Asten, die te Stratum
eene kar met stroo aan de stroohulzenfabriek
aldaar had afgelevord, keerde naar huis terug;
niet lang op weg, schrikte het paard voor
een ezel, de man viel van de kar en was
onmiddeliyk een ïyk.
Op hot werk van den Maasmond,
naby Housden, is een 21 jarig jongeling uit
Gorkum over boord gevallen en verdronken.
Aangaande de mishandeling met
doodeiyk gevolg, Vrydagavond in de veen
kolonie Appelscha (Fr.) gepleegd, schryft mtn
bot volgende
Vrydag-avond was aldaar verkooping ge
houden en na afloop daarvan kregen twee
personen in een klein herbergje, dicht by de
Drentsche grenzen, twist. Het waren de 28-
jarige Douwe Stoker, arbeider en de 53 jarige
Ruurd Bloemsma, ook arbeider. Waarover de
twist oigeniyk ontstond, is niet met zekerheid
te zeggendoch spoedig kwam het tot daden.
Stoker was woedend, hy greep een deksel van
de kookkachel, ongeveer 11 pond zwaar en
sloeg daarmede B. op het hoofd. De scherpe
kant van het deksel kwam op het hoofd
terecht en B. kreog eene vreeseiyke wonde.
B. sloog evenwel, na die wonde gekregen te
0't Is nu goon tyd om te slapen. Haast u,
ge zyt in dienst."
Jean Baptist kykt den zonderlingen gevan
gene aan en prevelt„In dienstDrommels,
ja dat is ook waar, vooruit dan maarl"
En weer strompelen de twee verder, tus
schen de donkere velden heen, rechts en
links, tot zy den toren van de stad zien. Zy
zyn er heel dicht by. Bender kan den politie
beambte haa6t niet meer voortkrygen.
Hy hygt er van. Toch blyft hy niet staan,
geen oogonblik zelfs, goene minuut Wie weet
wat er gebeuren zou, als hy oen oogenblik
adem schepte, zyne oude gevoelens en de
nieuwe indrukken stryden een harden stryd,
maar de nieuwe overwinnen, sterk geworden
door het vuur van den kamp.
Tot voor de deur van hot politie bureau
voerde Bender zyn wankelenden wachter. Zelf
trok hy aan do schel. Toen men de deur
opende, schoof hy den bandeher van den
beambte terecht en zette den helm recht op
zyn hoofd, zooals betaamde.
„Wat wilt ge?" vroeg de beambte. Jean
Baptist prevelde eenige stotterende woorden.
„Mynheor de gendarme wilde een gevan
gene afleveren," antwoordde Bender in zyne
plaats.
Een boosaardig laohje speelde hem daarby
om de lippen.
„Een gevangene? Hy*"
hebben, nog terug, al vechtende kwam men
achter in de gelagkamer terecht waar S. nog
maals B. op het hoofd sloeg, weer met den
scherpen kant. Dat de slagen met alle kracht
werden toegebracht, biykt hieruit dat het dek
sel, uit dik hout bestaande en door do justitie
ter griffie gedeponeerd, geheel gekromd was.
Na den tweeden slag zakte B. ineen, het
bewustzyn keerde niet terug en Zaterdag
morgen ruim 10 uren overleed hy.
De dader werd dadeiyk onder politiebewaking
gesteld en de justitie te Heerenveen werd
per draad met het gebeurde in kennis gesteld.
Te vyf uren 's middags arriveerde te A. mr.
Westra, rechter-commissaris, mr. Von Baum-
hauer, officier van justitie, mr. Reeling Knap,
fungeerend griffier, benevens de doctoren Kyi-
stra en Yan Schouwen van Heerenveen.
De laatstgenoemden verrichtten de sectie op
het lyk. Zy constateerden twee fracturen op
den schedel en spraken als hunne overtuiging
uit, dat de dood een gevolg geweest was der
toegebrachte verwondingen. De justitie had
inmiddels dader en getuigen verhoord. De
eerste bekende voor een groot deel zyne mis
daad, waarop de rechter-commissaris last gaf
tot voorloopige aanhouding. H. werd gevan-
keiyk naar de marechaussee-kazerne te Ooster-
wolde gevoerd, om heden (Maandag) naar de
gevangenis te Heerenveen overgebracht te
worden. Natuuriyk speelde de sterke drank
ook weer eene gewichtige rol. Na den tweeden
slag was S. nog zoo woedend, dat hy eene
mestvork greep en daarmede ieder dreigde
dood te steken, welke hem naderen durfde. Ten
slotte sloeg hy in zyne razemy de vork tegen
een muur stuk. De arbeidersbevolking was
vreeseiyk gebeten op den dader, de mare
chaussee moest hem tegen haar beschermen,
De justitie keerde Zondag-ochtend te halfvyf
te Heerenveen terug.
De bark „Beta", van Swansea, is
dezer dagon uit Rotterdam te Plymouth aan
gekomen, na eene reis van veertig dagen, welke
overtocht onder gewone omstandigheden in
drie dagen gedaan wordt. Gedurende de ge-
heele reis had het vaartuig met vreeselyk
stormweer te kampen en daar telkens hooge
zeeën over de verschansing sloegen werd het
ruim ten deele met water gevuld.
Drie wek<n lang had het scheepsvolk zoo
veel werk dat niemand gedurende dien tyd
uit de kleederen is geweest. Daarenboven
raakte de mondkost op en leed het scheeps
volk erge koude, daar de voorplecht met de
bergplaatsen der steenkolen en olie weggesla
gen was. Eon week lang leefde de bemanning
van beschuit en water en allen waren uitge
put door de geleden ontberingen, toen ten
laatste Plymouth bereikt werd.
Uit de schatkamer van den groot
hertog van Luxemburg zjjn voor 200,000 fr.
aan juweelen gestolen. De dief is in hechtenis
genomen.
Sneeuwstorm in Amerika. Uit
Denver, Omaha, Topoka, Kansas City en
Nashville komen berichten van een hevigen
sneeuwstorm in de Staten Colorado, Nebraska,
Kansas. Missouri en Tennessee. In den ge
heelen staat Colorado staat het spoorwegver
keer stil en verscheidone treinen zyn vastge-
sneeuwd in de passen van het rotsgebergte.
Examen in natuurkunde. - Exa
minator: „Do wetenschap leert dus, dat in den
regel de hersenen by den man grooter zyn
dan by de vrouw. Wat volgt hieruit?"
Adspirant-ondervyzeros„Dat het by de vrou
wen meer op de qualiteit dan op de quanti-
teit der hersenen aankomt."
De 84ste verjaardag- van
Z. H. den Dans.
Vrydag a. s. viert Z. H. de Paus zyn 8isten
verjaardag; hy werd geboren 2 Maart 1810.
Uit Delft schryft men dat vele Katholieken
aldaar voornemens zyn op dien dag de vlag
uit te steken, iets wat niet slechts goed
keuring, maar ook aanmoediging verdient, ook
in de andore plaatsen van ons Vaderland, 't Is
waar, het cyfer van 's Pausen ouderdom heeft
op zichzelf niets byzonders," doch het leert
ons, dat Z. H. een hoogen ouderdom heeft
bereikt, en op dien leeftyd is elk cyfer merk
waardig. Vieren wy dan feest met den Paus,
en hopen wy het nog menigmaal op den
2den Maart te kunnen doen Maasb
„Ja, de booze Radecko, dieMaye. vermoord
heeft."
„Waar is de gevangene dan?"
„Ik ben het."
„Gy De commissaris zag beurtolings Jean
Baptist en dan weor Bander aan.
„Gy kunt Joan Baptist gerust de premie
laten uitbetalen, mynheer de commissaris.
Ik ben het."
„Waarom zyt go dan niet weggeloopen?"
„Wat gaat u dat aan? Maak het kort.
Meyer leeft, nu is alles my om 't even. Zyn
geld kan hy terugkrygen. Het ligt in een
vossenhol by Barbenhelm; laat hot halon."
„Kom binnen," zoide de commissaris. Hy
vond de zaak gewichtig genoeg om denzeld-
zamen gevangene nog dien nacht te laten
verhooren.
Bender sliep in de gevangenis zooals hy in
jaren niet geslapen had. Den volgenden morgen
schreef hy aan Roos. Hy bekende haar nu
alles: zyn angst, zyne kwelling en wat
Roos al niet voor hem geweest was, en al
wat hy gevoeld en geloden bad, sedert by
haar had leeren kennen. Hy wilde zyn straf
tijd uitdoen, opdat aan do wet voldaan mocht
worden en daarginder aan de „overzy" weer
opnieuw beginnen.
Zou ze op hem willen wachten
En wachten deed ze.
K oningen.
Jules Lemaltre is niet gelukkig met zyne
stukkon„les Rois" heeft in Parys fiasco ge
maakt. Zelfs het spel van „la divine Sarah"
is niet by machte geweest het stuk te redden
en eene blyvende plaats op het répertoire te
bezorgen; na vyf en dertig voorstellingen is
het verdwenen zonder vele sporen achter te
laten. Wy kunnen het Fransche pubhek geen
ongeiyk geven, het stuk is zwak en het
tegendeel van mooi. Naar, uit of van een
roman een tooneelstuk maken gelukt slechts
hoogst zelden en de redenen daarvan liggen
zóó voor de hand, dat ik ze niet behoef op
te sommen; maar ernstiger bezwaren heb ik
tegen den inhoud. Sociale toestanden, denk
beelden over maatschappy-bederf en wereld
hervorming in een roman te behandelen, levert
groote bezwaren op en vereischt eene meester
hand; ze op het tooneel te brengen en daar
te ontwikkelen is dwaasheid. De korte, ge-
droDgen vorm van een dramatisch werk
geeft geene gelegenheid tot het ontwikkelen
van een gevoelen, het bepleiten van een
systeem; voor logische argumentatie is geen
plaats of tyd, een bedryf kan toch geen uur
duren; op het tooneel doen zien wat men
niet vertellen kan, gaat evenmin en dus blyft
het meestal by groote woorden en phrasen-
makery. (Een stuk als „Die Weber" van
Hauptmann is eene uitzondering, die dezen
regel bevestigt). Hieraan gaat ook „Koningen"
in hooge mate mank. Uit den vroeger ver
schenen roman „les Rois" getrokken, is het
te veel beknot, te veel verkort geworden,
de personen hebben daarby veel van hun
belang en hun leven verloren, de schryver
kan ons voor die tooneel-helden en -heldin
nen geene belangstelling inboezemen. De
karakters worden te onduideiyk, de invloe
den, die er heftig op ingrypen, krygen we
slechts te hooren en niet te zien en juist
daarin schuilt eene kolossale fout. De geleide-
lyke gang, het verband is weg, de samenhang
verstoord, scherpe ommekeeren hebben plaats
zonder dat men er het noodzakelyke van ge
voelt en zoodoende laten per slot van rekening
alle fraaie woorden en alle edele daden ons
koud. Voor ons bestaat het stuk nu uit:
Eén bedryf idealistische theorieën en dweep
zieke voornemens, één bedryf insubordinatie
en daarna twee acten romantiek en melo
drama, die volstrekt niet by zonder hoog staan.
Wy mogen niet anders dan den moed en
den ondernemingsgeest der directie Le Gras
en Haspels bewonderen, die, om het publiek
toch maar steeds het nieuwste te kunnen
aanbieden, moeite noch kosten heeft gespaard
om zich het recht van opvoering van deze
uitheemsche nieuwigheid te verzekeren. En
toch, welk een ondankbaar werkDe directie
zelve zag zeer goed alle bezwaren in, die aan
„Koningen" kleven, en wie zal precies ver
tellen hoeveel moeite desniettegenstaande,
hoeveel tyd, geld, studie en iDspanniDg door
het geheele gezelschap geofferd is om het
stuk toch maar zoo goed mogelyk onder de
oogen te brengen van dat grillige, al te
machtige wezen, dat men „publiek" noemt?
Het publiek is een stout, bedorven kind, het
wil mooie en steeds nieuwe en andere zaken
om zich mee te amuseereneen kort poosje
is het tevreden en daarna ziet het niet meer
naar zyn kostbaar speelgoed om. Zóó gaat
het in ons land maar al te vaak met tooneel-
stukken en zelfs met de beste; een korten
tyd boeien en trekken zy, maar spoedig is
bet publiek voldaan en eischt weer verande
ring of blyft uit den schouwburg weg. Voor
zeker, als allen eens good wisten en van naby
gezien hadden hoeveel moeite en krachts
inspanning het kost om eon zóó uitge
breid répertoire, als in ons land noodig is,
voortdurend te onderhouden en aan te vullen,
hoe schadeiyk en verkeerd dat dikwyis werkt
op de beste krachten der artisten, men zou
biliyker en minder veeleischend zyn. Voo»-
hoelang zou nu de kostbare monteering van
„Koningen" zyn? Ik durf het stuk geen lang
leven voorspellen, ik vrees dat het eene zeer
voorbygaande verschyning zal zyn. En toch
heeft de directie het aangedurfd! Geene ge
dachte aan een verwyt dan ook tegen haar,
maar wèl een woord van warme hulde voor
en instemming met haar streven.
Voor het spel en de mise en scène heb ik
niets dan lof. De heer Tartaud vervulde de
hoofdrol, eene zware, ondankbare rol. Hy
gaf den dwependen jongen vorst uitstekend
weer; het is verbazend moeiiyk al die groote
woorden, die hem in den mond gelegd worden,
zóó uit to spreken, dat ze niet belachelyk
wordenveel zeggen en weinig handelen is
by uitstek lastig op het tooneel. Ook in de
allerzwaarste scène, het liefdestooneel in de
derde acte, was hy voortreffeiyk, evonzoo zyn
sterven. Mevr. Van Kerckhovea had als
Prinses Wilhelmine eene niet minder zware
taak to vervullen. Ik wil gulweg bekenntn
dat ik myn hart vasthield, toen ik hoorde dat
zy de rol van Sarah Bernhardt zou spelen.
Dat is nu heelemaal haar genre mot! Maar
zy heeft myne stoutste verwachtingen over
troffen, een woord van wolgemeenden lof mag
ik haar niet onthouden. Zy heeft met bare
gaven gewoekerd en ons een inderdaad schoono
vertolking geschonken. Vooral in de warme,
hartstochtelyko tooneelen was zy byzonder
goed. Eene welverdiende hulde werd haar ge
bracht in den vorm van twee prachtige bloem
stukken, aangeboden door de burger-commissie
en die uit de studenten.
De rol van Mej. Alida Klein bepaalt zich
by na uits' uitend tot de derde acte. Hoewel
zy dus niet veel gelegenheid had tot schit
teren, was het weinige, dat zy gaf, toch weer
uitnemend. Zy speelde met veel warmte en
gevoel. Henri De Vries teekende op fijne
manier den hooggeplaatsten losbolzyn door
draaiers-grime was bewonderenswaardig. Dirk
Haspels, als de oude koning, was prachtig.
Met eerbiedige bewondering heb ik naar hem
gezien. Onwillekeurig dringt zich de vraag op
de lippen: „Kan die man dan alles?" Enwfl
hebben die vraag al zoo dikwyis in stilte toe
stemmend beantwoord, dat deze ééne maal er
nog wel by kan: „Ja, het schynt wel!" Zyn
spel in de laatste acte is boven myn lof ver
heven, het was een hoog genot dat te zien.
Jaap Haspels, de oude boschwachter, was
natuuriyk goed, dat spreekt vanzelf. Tegen
het spel van Mevr. Van Eysden heb ik eene
kleine bedenking. In het derde bedryf was
ze als jong, frisch, ietwat brutaal boeren
meisje heel aardig, maar in de laatste acte
begreep ik haar spel niet. Waarom is zy daar
zóó vrypostig tegenover den ouden koning?
Ik kan het inderdaad met die opvatting
(of, als het stuk het bepaald aangeeft, met
die aanwyzing) niet eens zyn. Een onervaren
buitenkind, dat bovendien onder eene zware
verdenking ligt, zal gewooniyk in het paleis,
tegenover den regeerenden vorst, een toon of
wat lager spreken dan Mevr. Van Eysden deed
de brutale antwoorden waren ongepast. Bedeesd
en bedremmeld, bang en verlegen zou ik haar
liever gezien hebben. De overige rollen zyn te
onbeduidend, om afzonderiyk te bespreken,
doch allen waren goed op huDne plaats, het
jeugdige troonopvolgertje incluis.
Alle costumes waren mooi, frisch en wèl
gekozen.
Voor voorstellingen als deze is het wel te
betreuren dat onze Schouwburg niet een enkel
beter décor ryk isde brave koning van Alfaniê
was jammerlyk behuisd.
Eene vraag ten slotte: Is het onmogelyk
voor een enkel deel van het publiek niet
te lachen by sommige tooneelen, waarby dat
heelemaal niet te pas komt? Het is zoo
schrikkelyk hinderlyk voor de artisten, die
juist op het tooneel aanwezig zyn, als er ge
lachen wordt om eene omstandigheid, die,
zooals gisteravond, geheel onafhankeiyk van
het spel, achter de schermen plaats heeft. Het
stoort het spel en ontmoedigt de spelers, of
erger nog, brengt hen in den waan, dat er
iets aan henzelven belachelyk wordt gevon
den en dat is een pynlyk gevoel, veel pyn-
lyker dan die vroolyke toeschouwers op dat
oogenblik zouden denken. Een weinig meer
aandacht en zelf beheersching zou in dit opzicht
niet onwenschelyk zyn. v. B.
INGEZONDEN.
In Leiden wenscht men begin Maart a. s.
een zeer eenvoudig Volkskoffiehuisje, waar
geen bedwelmende dranken zullen worden
verkocht, te openon, dat, zoo men verwacht,
later zichzelf bedruipen zal.
Waar onze fabrieksstad als 't ware onder
oen net van kroegen gevangen is, gelooven
wy dat een Volkskoffiehuis in een schreienden
nood voorziet en willen wy daarom met Gods
hulp de hand aan den ploeg slaan.
Wie gevoelt zich, uit liefde tot God en tot
den naaste gedrongen, ook hierin eenigszins
mede te werken? Iedere hulp, finantiéel of
door tegemoetkoming in het aanschaften van
den eenvoudigen, doch netten inboedel, is
zeer gewenscht en wordt gaarne ontvangen
ten huize van ds. De Hoest, Plantsoen; prof.
Gunning, Hooigracht; ds. Drost, Koorstceg.
Voor den inboedel zyn de volgende zaken
nog noodig:
Een tweearms gasomament, gaskomfoortje,
pypenstandaard, lucifersstandaardjes met asch-
schoteltjes, koppen en schotels, melkglazen,
koffie- en theebus, trekpot, lepeltjes, presen
teerblaadjes, bordjes, messen, petroleumtoestel,
waterketel en ander keukengereedschap, klok,
spiegel, banken, kapstok, tafeltjes, domino
spelen, dambord en schyven, vloermatten,
emmers, handdoeken, theedoeken, fonteintje,
kachel met toebehooren, achryfgereedschap,
waterkaraf met glazen, bloemen in potten,
heesters voor de stoep, uitsteek bord of lan
taarn, vlag en stok, tafelkleed, zeildoek voor
tafelkleedjes en vloerzeil, gordynen, jaloezieën,
couranten, muurteksten, plaatwerken en
boeken.
Yalsche Bankbiljetten.
Gisteravond had in enkele couranten (L.
Dagblad,N. R.Ct. enz.) door middel eener corres
pondentie uit Den Haag, eene poging plaats
tot verontschuldiging van de nalatige handeling
van den hoofdcommissaris van politie te 's-Gra-
venhage, in zake het niet spoedig optreden
na ontvangst van het telegram uit Leiden.
Zooals uit het bericht bleek, was het dui-
delyk gemunt om 's mans nalatigheid zoo
danig in een goed daglicht te stellen, dat
men zich eigenlyk eerder moest schamen dan
over zulk eene kleinigheid te vallen. Waar
haalt men in 's hemelsnaam de brutaliteit
van daan om te verlangen dat, wanneer on
geveer 1 uur 's middags uit Leiden een tele
gram wordt verzonden, met vermeldiDg dat
iemand, die valsche bankbiljetten heeft uitge
geven, in de richting van Den Haag was
gevlucht, dan 's avonds om zes uren de afdee-
lingscommissariaten in Den Haag hiervan
reeds zouden zyn in kenDis gesteld?
In zulk eene belangryke zaak als deze,
waarin met groote haast gehandeld moest
worden, is het natuuriyk niet te verlangen
dat 's avonds om zes uren de politie al op
„qui vive" is, en moet men het beter en be-
leldzamer oordeelen dat eerst eens kalm wordt
overwogen, (in dien tusschentyd o gt de
patiënt dat hy over de grenzen komt) dan
flink opgetreden I
Deze leuke manier van handelen mag, vól
gens de verontschuldigingspoging der in ver
schillende couranten voorkomende genoemde
Haagsche correspondentie, ternauwernood als
een klein verzuim worden aangemerktimmers
by de zaak was.... groote haast (Sic)!
NeenEen woord van warmen lof komt toe
aan den hoofdcommissaris van politie te 's-Gra-
venhage voor diens voorzichtige, behoedzame
en wei-overdachte wyze van handelen, en
indien eenig persoon in deze te laken is, is
het zeker wel Rempt, die niet de beleefdheid
had om te wachten tot het den heer hoofd
commissaris schikken zou, werk van deze zaak
te maken.
Welke commissaris van politie kan nu ook
rekening houden met menschen, die een beetje
„haast" hebben?
Ook het „Rott. Nbl." en „U. D." consta-
teeren uit de Haagsche verontschuldiging het
feit, dat het nu is gebleken, dat Van Rempt
aan het spoorwegstation in Den Haag slechts
op aanwyzing van de Leidsche hoeren, die
hem hadden gevolgd, kon worden gevat,
doordien de hoofd-commissaria van politie da
zaak terstond in handen gesteld had van de
centrale afdeelings-recherche, zoodat de af-
deelings commissariaten niet op de hoogte
waren gestéldwelk laatste door den grooten
spoed vergeten was 111
De verontschuldiging wordt dus eigenlyk
meer als eene nieuwe bevestiging der besohul-
diging van de nalatigheid, dan als eene ver
dediging aangemerkt.
Gisteren kocht een boer in het kleederen-
magazyn van F. aan de Hoogstraat, te Rot
terdam, een nieuw pak en betaalde dit met
een bankje van honderd gulden. De winkelier,
die bemerkte dat het biljet valsch was, waar
schuwde de politie en deze nam den buiten
man mee naar het bureel. Daar ondervraagd,
vertelde hy dat zyne dochter het biljet gevon
den had in een vuilnisbak te Hoogoveen,
zyne woonplaats.
In een hotel te Mainz is Frank, uit Amster
dam, betrokken in de gaak der valsche bank
biljetten, gevangengenomen, te zamen met
eene Hollandsche vrouw, die van medeplich
tigheid verdacht wordt
Joh. G. Frank is volgens de „Frankf. Ztg."
een Duitscher en geboortig uit Thom.
Door den rechter van instructie te Amster
dam werden in deze zaak heden verschillende
personen gehoord, waaronder ook die te Leidea
er in betrokken zyn.
TWEEDE KAH1EB.
Amendementen op de Kieswet.
Door den heer Vrolik is als amendement
op art 4 voorgesteld om het recht tot uit
oefening van het kiesrecht te doen ophouder*
met den leeftyd van 70 jaren.
Hy doet dit voorstel omdat het rationeel
is evenzeer rekening te houden met het feit
dat er een tydstip in het leven aanbreekt,
waarop het wenscheiyk is afstand u doen
van die rechten en men ontheven mag worden
van die plichten, welke men op jeugdiger
leeftyd heeft aanvaard.
Door den heer Schepel wordt voorgesteld
art. 1 te lezen als volgt:
„De leden van de Tweede Kamer der Staten-
Generaal worden gekozen in enkelvoudige
kiesdistricten, die grooter zyn naarmate zy
nader by den zetel der Regeering en van de
Staten-Generaal liggen, door de mannelyke
meerdeijarige ingezetenen des Ryks, tevens
Nederlanders, die de kenteekenen bezitten
van geschiktheid en maatschappelyken wel
stand in deze wet bepaald, en aan wie de
uitoefening van het kiesrecht niet, op grond
van de bepalingen dezer wet, tydelyk of
biyvend is ontzegd."
Dit voorstel wordt door den heer Schepel
gedaan omdat hy zich niet kan voreenigen
met den maatstaf der Regeering welke eene
ongelykheid schept ten aanzien van het aan
tal afgevaardigden van de groote en kleine
provinciën.
Voortzetting der behandeling van de Kieswet.
Zitting van heden. Per telegraaf.)
Sedert jl. Vrydag waren weer nieuwe
amendementen ingediend. Het door den heer
Vrolik voorgestelde, om de uitoefening van
het Kiesrecht te doen ophouden op 70-jangen
leeftyd, werd door dat lid hoofdzakeiyk ver
dedigd uit eerbied voor de 70-jarigen en uit
humaniteit tegenover die bejaarden, wier
werkkiacht op dien leeftyd aanmerkelyk ver
minderd is.
De heer Van der Kaay ontwikkelde hierna
verschillende priDcipiëele en vormbezwaren1
tegen het geheele artikel 4, waarin hy nog^
geen waarborg ziet voor don welstand van^
den kiezer en dat in het ontzeggen van het
kiesrecht veel verder gaat dan het strafrecht.
Evenmin achtte hy sommige amendementen
voldoende. Den eisch van woning acht hy
niet genoeg omschreven. Hy wenscht niets
liever dan uitbreiding van kiesrecht, maar de
regeeringsbepaling neemt de bezwaren van
hem en anderen niet weg. Daarom deed hy
een ernstig beroep op den minister daarnaar'
alsnog te streven door de hem toegestoken
hand aan te nemen.
De heer Mees kon met geene mogelykheid
zyne stem aan het gewyzigd wetsontwerp
geven. De Regeering heeft haar vroeger voor-j
stel niet noemenswaard gewyzigd, maar toclk
zou hy geen nieuw amendement indienen, on*
te ontgaan het verwyt, dat hy der Regeering
vyandig ia