JV°. 10434. Maandag 26 Februari. A0. 1894. feze fëourant wordt dagelijks, met uitzondering van <Zon- en feestdagen, uitgegeven. Derde Blad. Kikeriki. P euilleton. Eene schets uit het volksleven. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT; Voor Leiden per 3 maanden.- f 1.10. Franco per post110. Afzonderde 0.06. PRIJS DER ADVERTENTEËN: Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berokend. Dit nommer bestaat uit DME Bladen. Aan de Abonné's daarop, wordt by dit ommer verzonden No. 23 van Kikeriki. Leiden, 24 Februari. De heer C. A. E. Neeb, die denzelfden morgen, waarop het onverwacht overly den van onzen burgemeester, den heer L. M. De Laat de Kanter, bekend werd, op straat door eene plotselinge en ernstige ongesteldheid werd overvallen en toen de woning van zyn broeder, aan de Hoogewoerd, werd binnengebracht, is hedenmorgen aldaar overleden, niettegenstaande in de laatste dagen de berichten omtrent zijn toestand vry gunstig luidden. De overledene was gepensionneerd als luite nant-kolonel by het Indische leger en sedert 1892 militie-commissaris alhier, welke betrek king hy vroeger ook te Rotterdam bekleedde. Hy bereikte den leeftyd van ruim 57 jaren. Het stoffolyk overschot zal worden over gebracht naar de woning van deD overledene, aan den weg naar Zoeterwoude, buiten de voorm. Koepoort, van waaruit de begrafenis zal plaats hebben. In den avond van 11. Donderdag vierde de Chri8teiyke (Ned.-Herv.) Jongelings-ver- eeniglng te Oude-Wetering haar jaarfeest. Byeengekomen in het kerkgebouw, waar als spreker optrad ds. Wagenaar, van Aalsmeer, werd de vergadering en feestviering daarna voortgezet in het lokaal der openbare school. Met gebed, psalmgezang en dankzegging, afgewisseld door gehouden samenspraken door leden der vereeniging, bracht men den avond recht harteiyk en vriendschappeiyk door;een goede geest bezielde alle aanwezigen. Opge merkt werden o. a. afgevaardigden van zuster- vereenigingon uit Leiden, Hillegom, Lisse en Leiderdorp. Om 12 uren was alles afgeloopen. Deze week heeft prof. Oort in „Irene" te Rotterdam de eerste lezing gehouden van syne vier voordrachten over „de vyf boeken van Mores", waardoor een begin is gemaakt met University Extension in Nederland. De hoogleeraar zat achter eene tafelde hoorders en hoorderesson zaten eveneens aan tafels en hielden dictaat. Aldus beschryft de Minerva" deze samenkomst. Benoemd is tot directeur der Nederlandache school voor ny verheid en handel teEnschedee, dr. A. Borgman, leeraar aan het gymnasium te '8-Öravenhage en aan de H. B -S. te Delft. Eervol ontslag is gevraagd door den heer O. 0. Sohiencker, leeraar in het Duitsch en de staathuishoudkunde aan die school. Men 8chryft uit Den Haag: De vraag, of het al dan niet wenscheiyk is om, ten behoeve van het Gymnasium alhier, een rijkssubsidie aan te vragen, heeft sedert eenigen tyd by Burg. en Ws. een punt van overweging uitgemaakt. Curatoren van hot Gymnasium, over deze aangelegenheid gehoord, ontraden het aanvra gen van een subsidie, uit vrees dat daardoor de vryheid van handelen van het gemeente bestuur ten opzichte van het Gymnasium, zy het wellicht slechts in geringe mate, aan banden zou worden gelegd. Met de commissie voor het gemeente-onder- wys zyn Burg. en Ws. echter van meening, dat deze belemmering geenszins opweegt tegen de voordeelen voor de gemeentekas, by het genieten van een rykssubsidie naar den maatstaf, elders toegekend. Daarby wyzen zy er op, dat de gemeente na verloop van tyd steeds voor meerdere kosten ten behoeve van het Gymnasium zal komen te staan, en dat de vermeerdering van inkomsten daarmede geen gelyken tred zal houden, ten gevolge van de beperkende bepaling van art. 24 der wet op het Hooger Onderwas. Op die gronden hebben Burg. en Ws. den gemeenteraad voorgesteld een adres te richten tot den minister van binnen!andsche zaken, met het verzoek, de gemeente in de kosten van het Gymnasium tegemoet te komen naar denzelfden maatstaf, als zulks ten aanzien van andere gemeenten geschiedt. Wederom is aan Nederland een van zyne dappere zonen door den dood ontnomen. Uit Indiö is nl. bericht ontvangen van het overlyden van den majoor der genie M. P M. Kuyi. Den 18den Juli 1870 op 20 jarigen leeftyd benoemd tot 2den luitenant by het wapen der genie van het Indische leger, doorliep Kuyl achtereenvolgens de subalterne rangen en werd den 208ten Juni 1887 tot majoor benoemd. Het ridderkruis der Militaire Willemsorde 4de kl., het eereteeken voor belangryke krijgs verrichtingen en het onderscheidingeteeken voor langdurigen dienst als officier versierden zyne borst. Door den heer P. Van Hoek, ryksland- bouwleeraar voor Noord-Brabant, is aan den minister van binnenlandsche zaken verslag uitgebracht omtrent de gesubsidieerde proef velden in Zuid-Holland in 1892 '93. Aan den heer Van Hoek was de leiding dezer proef velden opgedragen, nadat door Gedep. Staten van Zuid-Holland eeno commissie van toezicht was benoemd, die den heer D. F. A. Bauduin tot voorzitter en den heer S. C. Korteweg tot secretaris koos. Er werd besloten om voor- loopig slechts proofvelden aan te leggen in die afdeelingen der Hollandsche Maatschappy van Landbouw, welke reeds terrein hebben beschikbaar gesteld, terwyi de hoer Van Hoek die afdeelingen zou bezoeken om met de aan gewezen proefnemers of afdeellngs-commissièn een voorloopig plan op te maken. Achtereen volgens werden door hem bezocht de afdee lingen Bodegrave, Leiden, 's Gravenzande, Schoonrewoerd, Noordeloos, Kralingen, Dor drecht, Hoek8chewaard, Sommelsdyk en Goede reede. Een voorloopig plan werd daarop vastgesteld en door den miüister goedgekeurd, waarop met den aanleg der proefvelden is begonnen. Het getal daarvan werd later nog met één te Den Bommel vermeerderd. Omtrent elk dor proefvelden worden in het verslag gedótallleerde mededeolingen gedaan omtrent de uitkomsten van de bemesting met verschillende meststoffen. De luitenant ter zee lste klasse W. D. H. baron Van Asbeck, uit Oost.-Indië in Neder land teruggekeerd, is op non-activiteit gesteld. Nader wordt gemeld dat de luitenant ter zee lste kl. Hissing als adjudant zal worden toegevoegd aan den benoemden com mandant der zeemacht in Nederlandsch-Indië. De nieuw benoemde commandant der zee macht in Ned.-Indië maakte gisteren zyne opwachting by den minister van marine op de audiëntie. De directeur-generaal der posteryen en telegraphie maakt bekend dat met 1 Mei a. s. vacant komt de directie van het post- en telegraafkantoor Grave. Jaarwedde f1500 en vrye woning. Sollicitatiön naar die betrekking moeten uiteriyk 10 Maart a. s. zyn ingediend. Door den Amsterdamschen architect den heer Van Arkel is een plan ontworpen tot verbouwing van het tegenwoordige beurs gebouw. Naar men verneemt, zal de heer A. E. Sissingh, arts, officier van gezondheid by de Kon. Marino te Vlissingen, den 1 sten April op non activiteit gesteld worden. Wyien mej. Line Abels, overleden te Msarsen, heeft aan de Vereeniging voor Wees vaders ƒ1000 gelegateerd. De oudstryder R. Rutgers, drager van het Metalen Kruis, is te Twelloo op 90-jarigen leeftyd overleden. Men verneemt dat door de zorgen der directie van het Koninklyk Penning-Kabinet en door de welwillende medewerking der vyf eigenaren de geheele muntvondst, onlangs te Amersfoort gedaan, behoudens zeer enkele uitzonderingen, voorloopig overgebracht is naar het Koninklyk Penning-Kabinet om aldaar te women beschreven. De resultaten dier studie zullen worden gepublioeerd, ook met het oog op het. historisch belang voor de gemeente Amersfoort. 't Is eene zeer merkwaardige muntvondst van stukken van verschillende landen en soorten uit de eerste helft der zestiende eeuw vooral de zeer groote hoeveelheid gouden munten verdient de aandacht. By koninklyk besluit van 22 Februari 1894 is ingetrokken de by dat van 21 Decem ber 1893 gedane benoemiDg van den ontvanger der directe belastingen en accfinzen P. A. Van Andel te Emmen tot ontvanger derzelfde middelen te Nieuw-Buinen. Het stoomschip Deucalion", van Am sterdam naar Batavia, arriveerde vóór 28 Febr. te Singapore; de „Prinses „Amalia", van Batavia naar Amsterdam, passeerde 23 Febr. Kaap Rocca; de „Sumatra", van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 24 Febr. te Genua; de „Basuto", van Amsterdam naar Kaapstad, arriveerde 22 Febr. te Londen; de „Hector", van Batavia naar Amsterdam, passeerde 23 Febr. Suez; de „Maasdam", van Rotterdam naar Nieuw York, is 22 Febr. Lizard gepasseerd. By koainkiyk besluit is verleend eeu pensioen van ƒ130 aan J. Adriani, weduwe van den gowezen commies by 's Ryks bel. Th. J. Jeenor. Benoemd by den plaatselyken staf, tot kapi tein de eerste luit. 0. G. A. Verweyde, plaat- seiyk adj. te Helder. Met ingang van 1 Mei a. 8. aan J. A. L. Gerdessen en F. H. Galló, op hun verzoek, eervol ontslag verleend uit hunne betrekking, onder8cheidenlyk van directeur van het post en telegraafkantoor te Grave en directeur van het postkantoor te Apeldoorn. De heer mr. J. N. A. Lion, gewezen lid in den raad van justitie te Semarang, thans met verlof in Europa, op zyn verzoek, gerekend van 15 dezer, eervol uit 's lands dienst ont slagen. Praatjes over Kunst. Vlokken. XXIII. Op de onlangs geopende „Salon" van de „Libre Esthótique" te Brussel, waar ook Jan Toorop werd uitgenoodigd, verkocht deze artist twee zfiner werken, „L' Annonciation du Nouveau Mysticisme" en „Une main mysté- rieuse 1' a conduit sur un autre chemin." De industriëele kuftst (er zfin 7 zalen) moet aldaar ook schitterend vertegenwoordigd zyn, o. a. door Delaherche en Cbarpentier. Sorrurier decoreerde er eene kamer, heel frisch van kleur en in mooien styl, gansch origineel, terwyi er fraaie tapyten naar teeke- ningen van Lemmen te bewonderen vallen. Een volledig lystje van de deelnemende leden vindt hier zyne plaats: Xavier Mellery, Heymans, Oonatantin Meu nier, Charles Van der Stappen, Emile Claus, Femand Knopff, Emile Motte, Thóo Van Ryssel- berghe, V. Gilsoul, E. Laermaue, Paul Du Bols, Auguste Levéque, Charles Doudeiet, F. Dubois, J. Gaspar, Arthur Oraco, Puvls De Ohavannes, A. Besnard, Eugëne Carrière, Heori Lerolle, Albert Bartholomó, J. F. BaffeAlti, A.Renoir, Armand GuUlaumin, Alfred Ëflaley, Oamüle, Luclen en Georges Plsaarro, Paul Signac, Alexandre Oharpentier, Maurice Denis, De Toulouse Lautrec, H. Cros, A. Luiu-is, H. Paul, Mme9. Berthe Morisot en CamJlle Ciaudel, Arnold Böcklin, Fritz Thaulou, Max Btremel, Jan Toorop, Georges Sauter, Hey wood Sumner, Selwyn Image, Eugène Grasset, F. Thesmar, Aristide Maillol, Delaherche, Dal pay rat, Ohar pentler, Baffler, Serrurler, Niederkora en Ch. Meunier. Het blad, waaruit ik deze namen put, eindigt: „C'est on le voit, le dóveloppement et 1' extension dos Salonnets inaugurées par les XX et la fusion, en un Salon óolectique, aux tendances varióes, de toutes les foreec de 1' Art jeune." Op de a. s. Kunstbeschouwing te Leiden (1 Maart) zal ook de buste van professor Cobet, (door den beeldhouwer Johan Ksilor) ter be zichtiging worden gesteld. Jan Veth zendt vele zyner portretteno. a. prof. Tilanu8, minister Heemskerk, mr. Kerdyk, prof. Beets, dr. Van Eedeu, prof. A. Kuyper, prof. M. Do Vries, Jozef Israels, Breitner, mr. De Roever, dr. Schaepman, Charles Boissevain, Paul Verlaine, prof. Alberdingk Thym, Jacob Maris, Willem Maris, Karei Alberdingk Thym, prof. Moleschott, mr. Van Hall, Julius Röntgen, prof. Veth, dr. Cuypers, en tevens nog een paar portret-studies. Ook Mesdag, Maris en Vroiyk o. a. gaven persooniyk gehoor aan de uitnoodiging dor commissie. Mevrouw de wed. Artz zeide een werk van haren echtgenoot toe. Volgens belofte, heb ik onlangs den 19 jarigen Samuël Sarluis te 's Gravenhage op zyn atelier een bezoek gebracht. Een zeer groot doek (81/, by 4 meter) heeft hy nu onderhanden, vooratellende de Intocht van Bianca Colonna in Florence", verder zag ik nog een schildery, getiteld „Bianca Colonna verlaat Venetië", en eene schets „Het Wynfeest". Voorbarig zou ik zeer zeker zyn door hier myn oordeel over deze werken uitte spreken, die nog alle onvoltooid zyn (want het geacheveerde portret, dat ik zoo gaarne had gezien, was verkocht). Ik geloof echter Mer gerust te mogen constateeren, dat Makart, Rubens en Paul Veronese de meesters zyn, die de heer Sarluis zich ten voorbeeld wil stellen. Binnen niet al te langen tyd zal, hoop lk, de gelegenheid zich voordoen dat ook het- publiek kennis zal kunnen nemen van de werken van dezen jongen man, die, wat er ook van hem in de toekomst moge groeien, op jeugdigen leeftyd zeer zeker getoond heeft niet tegen groote moeilykbeden op te zien, en in een tweejarig tyd vak (92—94) ontogenzegiyk zulke vorderingen heeft ge maakt, dat deze den meest cyniechen stryder tegen het proclameeren van genieën, zeer stellig, zullen verbazen, indien deze, van die „Stappen" eerlykerwyze kennis zal willen nemen. Myn eigen oordeel biyve dus opge schort tot het tydstlp, dat Sarluis openiyk exposeert. De „Arnhem8che Courant", die hare rubriek „Letterkunde, Tooneel, Concerten, enz." telken male van een citaat doet voorafgaan, bevat in baar jongste nummer dit niet aardige gezegde van Florentyn: „Iedere tyd kyal.loor een anderen bril en meent dat hyj} hij uit* zondering, er geen gebruikt. „The Studio", (Volume II No. 11) bevat i „The two Paynes" (by Austin Dobaon), „St.* Christina" (by George Frampton), „Taxidermy ae an Art" (by Fred. Miller), „A New Deca ritive Artist: H. Granville Fell", „Holland from a Canadian Canoe" (by Frank L. Emanuel), „Birmingham School of Art" (II), Drawing for Reproduction (by 0. G. Harpij, „New Publications", „Prize Competition Awards" etc. (58 illustraties). De prfls wordt iets verhoogd 6 abon nement per jaar), waarvoor men 12 maande* ïyksohe afleveringen ontvangt, aio voortaan afzonderlijke lithographieën en plalen zullen inhouden. Ik durf dit tydschrift onder de perio dieken over kunst van thans, warrc aan bevelen. C. V. 9) .RoosP ,Nean, neen, dat heb ik beloofd I By het graf raynor moeder heb Lk het stellig beloofd." EU) breidde de armen uit, vroolyk, geluk zalig I HU meende het eerlQk met haar. Heel z))n leven bad by bet Diet zoo eerlUk gomeend. HU zal hot baar zeggen en vertellen, dat zy bruiloft sullen vieren, dat hy niet arm is en hu haar trouw zal blyven tot het einde van ztjn leven. Hy en zU te zamenl Nieta meer verlangt hU op de wereld. Vol verwachting zag hy haar aan. Haar even snel liet hy zyne armen langs zyn lichaam zinkon. Het ia alsof hy eene atem hoort zeggen: ,Gy en zy, maar we zyn met ona drieSn, ik ben er ook by, vergeet dat niet." Rooe begreep niet, waarom Bender opeena too bleek geworden was; toen by weer opkeek, waa Roos verdwenen. Den goheelen dag zag hy haar niet terugzy bleef verdrietig. Zeker had zy wel een ander antwoord op hare bekentems verwacht en zal ze nu !n de meening verkeeren, dat hy haar beet wil nemen. Wat moet hy haar dan antwoorden? Als hy haar maar eens atlea zeide, alles I Het zou hem goed doen en zy kon dan altoos nog kiezen 1 Meer dan eens beproefde hy het, maar het is hem onmogeiyk; hare heldere, onschuldige oogen overtuigen hem dat het niet verstandig zou zyn. Zy kan het immers niet eens verdragen, dat hy een vlieg kwaad doet of een kikvorech kwelt; nooit kan ze een duifje slachten; dat moet Marlet je doen. Eq hy zou haar moeten zeggen, dat hy een dief stal had gepleegd, oen moord begaan Ze zou er van huiveren, ze zou....hy weet heel goed wat ze zou zy zou niet ophouden hem te smeeken zich aan het gerecht over te geven. Ach Deen, hoe veel verdriet het haar ook veroorzaakt, hy kan het niet ver anderen. Als hy haar de waarheid zegt, zal ze nog veel verdrietiger wozen. Toen de klok voor den avondgodsdienst luidde, ging hy niet naar huis met de anderen. Ver in het veld dwaalde hy over doDkere weilanden, tusschen golvende graanveldenop den rand van een akker wierp hy zich in zyDe volle lengte neer, rukte zich de haren uit het hoofd, woelde met de vingers in den be dauwden grond, kreunend en schreiend in hulpelooze vertwyfeling. Die 5000 Mark, die duur gekochte schat bezwaarde hem I Had hy die som nooit be zeten, hoe gelukkig zou hy geweest zyn; Zou hy dat dan nietl Als hy twee jaar by den boer werkte en 't geld by elkaar hield, dan zou hy dat lieve mei «je, dat hem geheel be- tooverd had, kunnen huwen en dan had hy met haar naar Amerika kunnen gaan, waar men een stuk land voor niet krygt en waar men drievoudig, honderdvoudig oogsten kan. Hy had een paar sterke armen, zij ook, en daarby goeden moed. Waren er vóór hen niet velen zonder iets heengegaan, die het toch allen ver gebracht hebben ginder I Dwaas, dwaas, die hy waal Grooter dwaas nog dan verbreker I Want nu had hy het geld, maar ook de wroeging, en de schat brengt hem geene|vreugde, niets goeds; hy ligt daar be graven onder de steeoen en geeft hem niets dan pyn, zulk eene onverdraaglgke, duldelooze pyn. Liever mocht hy op den bodem der zee rusten en daar blijven liggenI Men zou er zóó moedeloos onder worden, ging hy voort, dat men haast zich aan den eersten boom den besten zou ophangen; dan zou de gedachte aan die daad ook vernietigd wezon I Maar Roos, neen, die zou hy dan nooit weerzien. Slapen kon hy in het geheel niet, met dat nare geld, twee schreden van hem afl In de stilte van den nacht groef hy dea schat weer op en in den vroegeo morgen bracht hy hem buiten naar het veld. Achter den wyrjberg is een veriaten vossenhol; de ingang is dicht begroeid met doornbossen en distelen. Heel voorzichtig schuift hy het lederen zakje in de gegraven gangen, 't Is hem om 't evon of de duivel het haait of de vossen het weg slepen. Hy haat zoo van ganscher harte het geld, alsof het een werkelyk levenden vyand gold. Al het verdriet, in zyne jeugd onder vonden, was niet zoo moeilyk te dragon ge weest, als dit knagend verwyt; maar had by zelf den worm niet aan de vrucht gezet, toen hy zoo verkeerd handelde? Tegenover Roos blyft hy zorgzaam, dee moedig zyn geheele gedrag scheen eene bede om vergeving të zyn. Roos bleef treurig. Natuurlykl Het eenige gezegde, dat alles weer goed zou maken„Word„myn vrouwtje, RoosI" durft hy niet uitspreken. Id do daarop volgende weken sprak de boerin baren man nogmaals aan „Weet go wel, wat Wilhelm 'a nachts doet, hé?" „Neen en ik geef er niet om ook." „Hy graaft." „Zoo, graaft by, en waar?" „In den stal; ik heb de vorsche sporen gezien. Ik heb het etroo een weinig weg- geharkter zyn twee gepleisterde steeoen los." „Wat nog moor?" „Nu en toen heb ik de steenen er uitge haald en eens in bet gat gekeken." „Hebt ge iets gevonden?" De vrouw greep in haren zak. Zy haalde een knoop te voorscbyn. Het was een zwarten steenen knoop aan een reep sterk bana, die het lederen tascbje by elkaar hadden gehouden. „Anders niets?" „Anders niets." „Hm!" „Maarten, wy moeten oppassen." „Ja", zeide de boer, „o, we moeten zoo oppassen. Als go nog vyf van die kuoopen hebt, naai ze dan aan myn vest." De spot van haren mau was voor de vrouw een nog sterkor spoorslag. Zy lol de heole zaak eeDS aan haren neef uit, die boekhouder was m het dorp Zeer nauwkeurig bespiedde zy den knecht. „Gy schynt des nachts al byzonder slecht te slapen," zeide ze eens des morgens tot hem. „Ge doet niets dan zuchten." „Ik zucht niet," antwoordde Bender, „ik snork." „Mogelyk staat ge ook op in qmt, sl*apj ik heb den eersten nacht al zoo'n geklop in den stal gehoord en den tweeden nacht weer." „Gy schynt nog veel slechter dan ik te slapen, vrouw Sellmacher, en ge droomt, naar ik meen, mot open oogen", zeide hy gebelgd. Zou ze hem op het spoor wezen? Wat gaf hy ook elgeniyk om haar, als Roo* er maar niet achter kwam; nooit, nooit moest Roos het weten; het scheen hem zooonbegrypelijk dat hy zoo iets had kunnen doon; oer rog dan zulk eene daad nu nog to kunnen ver richten, zou hy kans zien eene dier blinkende sterren naar beneden tc halen. De kermis naderde. Reeds vroog liepen do kleine meisjes van het dorp, het baar netjes in lange vlechten, langs de kiamoD, om bont gekleurde spelden, suikergoed en ko k te koopon. De knapen hingen schuin tegen de paarden van den ellendigen draaimolen, on staken naar riDgen, hetgeen hun echter nooit gelukte, want men kon ze niet rakeo. Om één uur trokken de mu/.ikanton naar de plaats des vermaaks. Zoodra de eerste schrille wysjes der dansen zich deden hooren, vulde zich Meiraht's schuur, die tot danszaal diende, met vrooiyke boerenjongens en mooi gekleede boerenmeisjes; het stof dwarrelde omhoog, de paren stampten op den vloer van ruwe planken. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 7