de daken van de naastliggende perceelen zyn
aangetast. Van Nos. 63 en 65 en eveneens van
het huis 71 Is het dak vernield.
Ook om tot zoover den brand to beperken,
was de brandweer met alle macht uitgerukt.
De post aan de Willemspoort was het eerst
ter plaatse. Het meest werkten natuurlek de
Yechtkranen, doch meerdere krachten waren
noodig. De Jan Van der Heyden, zoolang tot
non activiteit veroordeeld, spoot zyne machtige
stralen in den vuurgloed en drie stoomspuiten
werkten mee. De Jan Van der Heyden lag
tegenover de suikerfabriek aan de Van Noordt-
grachtdaar stond ook een stoomspuit. Twee
andere stonden in de straat. De slangen werden
tegen de belendende perceelen opgetrokken
om van de daken de watermassa in het vuur
te werpen.
Het reddingswerk had heelwat moeite in.
In elk huis woonden zes gezinnen, sommige
met negen tot elf kinderen gezegend. Yele
kleintjes waren al te bed gebracht. Hoewel
hierbij geen ongelukken zijn voorgevallen, is
het toch niet zonder onheilen afgeloopen. BV)
de nog niet opgehelderde ontploffing werd een
agent van politie vry ernstig gewond door een
neervallende dakpan.
De meesten der bewoners waren tegen brand
schade verzekerd, met slechts twee gezinnen
was dit niet het geval, en de winkelier in
glas en aardewerk, die in perceel - 67 woonde,
had wel zijn inboedel verzekerd, doch niet
z(Jn winkelvoorraad.
Te ongeveor negen uren rukte het grootste
gedeelte van de brandweer in.
Ternauwernood uitgerust van het zware
werk in de Spaamdammerstraat, werd de
brandweer omstreeks 1 uur hedennacht ge
alarmeerd voor een uitslaanden brand in de
Nieuwe Kerkstraat, waarbij waarschijnlijk vier
menschenlevens zfin verloren gegaan. Er is
daar een nauw, laag slop, dat toegang geeft
tot eenige woningen, toebehoorende aan den
heer Isa&c Zurel, en in een daarvan, No. 27,
was op de 2de verdieping de brand ontstaan.
Dat perceel was in waarheid zooals de auto
riteiten zich uitdrukken, „een pakhuis van
menschen"; hoeveel personen er in woonden
is niet bekend, maar de buren (allen Israëlieten
evenals de bewoners van No. 27) spraken van
10 a 12 gezinnen. Op do 2de verdieping woonde
o. a. de koopman Nögewitz, een Russisch
Israëliet zooals de meeste andere bewoners,
die commensalen hield en op de 3de verdieping
eene kamer had verhuurd aan de weduwo
Grietje Loontje. Naast Markus Nögewitz woonde
het gezin KatzofF, waarvan de man, Jacob
geheeten, kleermaker, niet thuis was toen de
brand ontstond. De vrouw was op dit late
uur nog bezig vet te braden op de kachel;
de vlam sloeg op en deelde zich mede aan
eenig daarboven hangend goedin korten
tyd breidde zich het vuur snel uit en heerschte
de vreeseiykste verwarring.
De brandweer was spoedig ter plaatse (ho
eerst de post van het Weesporplein) maar kon
onmogelijk terstond werken, daar het gansche
slop opgepropt was door handkarren die in
elkaar vastgereden stonden. Toen men er in
geslaagd was zich eenigszins vrijen doortocht
te verschaffen, was het vuur natuurlijk reeds
zeer verspreid en men zag een ongeveer 14-
jarigen knaap aan een der vensters, gereed
om te springen. Men spande een springzeil,
maar doordien een der personen die het vast
hield in een gat trapte, werd het scheef ge
trokken de jongen viel er slechts half in en
brak een arm.
Toen werd nog gered wat te redden was;
onder het akelig gekerm en gejammer van
de buren en de bewoners zeiven werden deze
laatsten zooveel mogelijk nog weggehaald
maar eindelijk waren het vuur en de rook
te hevig; men moest alle verdere pogingen
staken.
Toon in betrekkelijk korten tijd met eenige
Vechtslangen de brand was gebluscht (de
aangerukte stoomspuit behoefde niet te wer
ken) kon men langzamerhand overgaan tot
het treurigste deel van het werkhet zoeken
der vermisten. Twee personen, eene vrouw
en een kind, werden dood gevonden; voorts
zijn nog 4 andere óf stervende óf min of
meer ernstig gewond.
Toen de verslaggever van het „Hbl." zich
om halfdrie vervoegde aan het Israölietisch
ziekenhuis op de N.-Keizersgracht vond zij
daar den ijverigen directeur, dr. Couvóe, die,
hoewel nauwelijks aan het einde zijner zware
taak, hem met de meeste bereidwilligheid te
woord stond. Van hem en door de welwillend
verstrekte inlichtingen van brandweer en
politie vernamen wij het volgende omtrent de
slachtoffers.
Er zijn er in 't geheel zes, allen opge
nomen in genoemd Ziekenhuis, te weten:
1. Vrouw Rosenstein, die afschuwelijk ver
minkt, geheel verbrand uit het huis is gedragen.
Zy behoorde tot een der vele commensaals
van Nógowitz en was nog slechts sodert acht
dagen hier. Haar man is nog in Beriyu; zij
woonde hier met 2 kinderen en had binnen
enkele dagen een derde te wachton.
2 Een klein kind, eveneens geheel ver-
brand, vermoeaelyk van Nögewitz, die 5
kinderen had; althans zoo deelden de buren
mede.
3. Een ander kind, waarschijnlijk ook van
Nögewitz, dat om halfdrie stervende was
door vele brandwonden.
4o. Nog oen jongen, denkelijk van vrouw
Rosenstein, wiens kuiten geheel verkoold zijn
en die, in dezen toestand, met nog andere
brand wondon werd ingebracht en eveneens
stervende was.
6o. Een kleine jongen, die wel veel brand
wonden heoft gekregen, maar wiens leven toch
niet in gevaar is, en
6o. De knaap Rosenstein, die in het zeil
sprong. Hy kreeg daarby eene gecompliceerde
fractuur van den bovenarm en had ook brand
wonden. Zyn toestand is niet zorgwekkend.
Yrouw Katkoff, door wie de brand is ont
staan, is met haar kind gered en werd in
perceel No. 30 gebracht.
Het pleit zeker voor het krachtig werken
der brandweer (waarvan de commandant en de
onder-commandant ter plaatse waren) dat de
belendende perceelen niet de minste schade
bekwamen. De politie stond onder 2 inspecteurs
de brandweer by door te zorgen dat geen
overbodige nieuwsgierigen het werk bemoei-
ïykten, hetgeen lang nietaltyd gemakkeiyk was.
Dat de materiëele schade door verzekering
gedekt wa6, komt by zulk eene treurige ge
beurtenis eigeniyk niet in aanmerking. Men
kan zich begrypen welk eene opgewondenheid
en verslagenheid in de gansche buurt
heerschten.
Omtrent deze ramp wordt heden nader het
volgende gemeld:
Het aantal slachtoffers van den brand in
de Nieuwe Kerkstraat bedraagt zes.
Overleden werden in het Israölietisch Gast
huis op de Nieuwe Keizersgracht binnenge
bracht: Rebecca Rosenstein en haar zoontje
Mozes; hedennacht zyn er aan de bekomen
wonden overleden Jacob en Willem Nögewitz,
terwyi nog worden verpleegd Jozef Nögewitz
en Abraham Rosenstein, do knaap, die by den
sprong uit het raam een gecompliceerde frac
tuur aan den bovenarm kreeg. De beide laat
sten waren hedenochtend betrekkeiyk wel en
dr. Couvée hoopte hen nog in het leven te
behouden.
In de buurt, waar de ramp voorviel vooral,
is men vol deelneming met de zoo zwaarbe
proefde gezinnen. Vanochtend zag men in de
Kerkstraat en in de Weesperstraat overal
hoopjes menschen, die geheel onder den in
druk van het gebeurde het treurig voorval
bespraken.
De anarchistische aanslag te Parijs.
Hot begin der gisteren gehouden zitting
der Fransche Kamer, waarin de minister Viger
zyne rede hield over de graanrechten, was
weer zeer rumoerig.
De socialist Vaillant verlangde eene wyziging
in het verslag der vorige vergadering en hield
eene redevoering, half verstaanbaar, waarvan
alleen de woorden „drapeau rouge" werden
gehoord. Onmiddeliyk protesteerden de afge
vaardigden. der regeeringsparty en verzocht
de heer Dupuy den specher de tribune te ver
laten. Vaillant weigerde echter, waarop de
voorzitter, onder luide toejuichingen, zyn ver
zoek met meer aandrang herhaalde. Ten slotte
gaf de socialist toe en begaf zich naar zyn
plaats, terwyl een der afgevaardigden hem
toeriep „Gy zyt den apostel der moordenaars."
De Parysche bladen twisten intusschen nog
steeds over don waren naam van den anarchist,
die den aanslag pleegde in het café „Terminus."
Volgens de laatste berichten heet hy Joseph
Emile Henry, en niet Emile Henri Breton,
geiyk eerst werd gemeld.
Hy werd, volgens de Temps", geboren
26 September 1872 te Saint-Martin in Spanje.
Zyn broeder zit te Clairvaux voor 3 jaren
gevangen wegens aansporing tot moord. Zyn
vader was lid van de Commune en werd in
Spanje by verstek ter dood veroordeeld.
By de herhaalde verhooren, welke hy onder,
ging, toonde de man zich steeds even weer
barstig, zoodat de officior van justitie nog
niet veel verder is gekomen. Ook biyft de be
wering stand houden, dat hy medeplichtigen
heeft.
Hy heeft zich voor den commissaris van
politie zoer brutaal aangesteld. Ten slotte
zeide hyindien ik maar eenige meters meer
voor had gehad, zou men my niet hebben
aangehouden. Ik zou de rue du H&vre inge-
loopen zyn, my tusschen het volk hebben
gemengd en men had my niet meer gevonden.
Men volgde my echter te dicht op de hielen.
Men zy echtor zeker, dat ik niet alleen ben:
er zyn nog andere. Indien de man, die my
heeft aangehouden, getroffen geweest ware
door den kogel, dien ik hem toezond, had ik
myn dolk kunnen nemen en ik zou my ge
makkeiyk uit de moeilykheid gered hebben.
Henry was eerst enkele dagen goleden te
Parys gekomen uit Brussel, na een verblyf
van eenige weken te Londen. Een Belgisch
politie agent had hem gekend onder den naam
Meurin. Te Brussel werd hy door een buiten-
landsch anarchist, die zich daar schuilhoudt,
geherbergd. Men vermoedt dat deze de bom
vervaardigd heoft.
Verder wordt nog gemeld, dat Henry schynt
te behooron tot een komplot, dat te Londen
is beraamd. Do man behoort tot de gevaarlyke
anarchisten, die reeds sedert den aanvang van
dit jaar by de politie waren gesignaleerd. De
justitie deelt nog niets mede, maar volgens
de Paryèche bladen bestaat het vermoeden,
dat Henry ook medeplichtig is aan de andere
aanslagen, welke gedurende den laatsten tyd
te Parys zyn gepleegd. Eenige agenten der
Parysche politie zyn naar Londen vertrokken,
ten oinde een onderzoek in te stellen naar
het beweerde komplot.
Intusschen blyft do ongerustheid te Parys
voortduren. Gisteravond werd plotseling een
hevige slag gehoord op het voorplein van
het Elysée. Een aanslag tegen president Carnot!
De adjudant van den president, generaal Borius,
was onmiddeliyk ter plaatse, de hekken weiden
gesloten en eene talryke volksmenigte kwam
al zeer spoedig voor het paleis byeen. Van
een aanslag was echter geen sprake. Een soldaat
van de wacht wilde zioh door een geweer
schot van het leven berooven, maar een ser
geant ontrukte hem het geweer. Niettemin
ging het schot af en van daar de algemeene
ontsteltenis.
De anarchisten in Engeland.
Gisternamiddag hoorde een der wachters
in het park te Greenwich een hevigen slag,
welke blykbaar door eene ontploffing was ver
oorzaakt. Toen de parkwachter een onderzoek
instelde naar hetgeen er was voorgevallen,
vond hy een man, die verschrikkelyk was
verminkt ten gevolge der ontploffing. De man
bevond zich in de nabyheid van het Obser
vatorium en leefde nog. Evenwel stierf hy een
half uur daarna. De eenige woorden, welke
hy nog kon uitbrengen, waren: „Breng my
naar huis."
Toen men zyne kleeren onderzocht, vond
men in een zyner zakken een kaartje, met
het woord: „Bourbon". In de nabyheid van
de plaats, waar hy werd gevonden, lagen de
scherven eener flesch. De man had het uiter-
ïyk van een vreemdeling. Men vermoedt dat
de man gevallen is en dat door den val de
flesch, welke eene ontplofbare stof bevatte, is
gebroken.
De politie vermoedt dat de man een aan
slag tegen het Observatorium wilde plegen.
Willemsfonds.
De Leidsche Studenten-afdeeling van het
„Willemsfonds" hield gisteravond in de kleine
boven-aohterzaal der Stadszaal eene buitenge
wone vergadering, waarin als spreker optrad
een volbloed Ylaming, de heer Pol De Mont.
Tot onderwerp zyner voordracht had hy ge
kozen: „De poëzie in Zuid-Nederland".
In zyne inleiding wees hy er op hoe treurig,
maar tevens hoe al te waar het is, dat de Zuid-
Nederlanders nog to weinig lezen wat in
Noord-Nederland, en de Noord Nederlanders
nog te weinig lezen wat in Zuid-Nederland
geschreven wordt, trots de moeite, welke
door vele uitgevers wordt gedaan.
Wel is er in de laatste 15 jaren eene merk
bare verandering ten goede gekomen, maar
nóg is deze niet voldoende.
Op de Zuid-Nederlandsche letterkunde wordt
met meer met zoo'n minachting neergezien.
Van de proza-schrijvers strekt o. a. Hendrik
Conscience ten voorbeeld, die ook gretig in
Noord-Nederland lezers vond.
Een ander voorbeeld is bovendien dat tegen
woordig aan menig Noord-Nederlandsch tyd-
schrift medewerkers uit Zuid-Nederland zyn
verbonden, b. v. aan den „Spectator", „Neder
land", zelfs aan den zoo kieskeurigen „Gids".
Ouderen zullen zich wel herinneren hoe ge
heel anders dit vroeger was. Toch moet er
nog meer verandering komen.
De Vlaamsche muze is eene stille, eene
nederige. Telde Noord-Nederland o. a. eon Da
Costa, een Ten Kate, Zuid-Nederland kan zich
beroemen op een Van Duyse, een Ledegangck.
Is Prudens Van Duyse hier bekend, Frans De
Cort en Jan Van Beers zyn het niet minder,
vooral laatstgenoemde, wegens de behandeling
hunner onderwerpen en tafereelen, wat aangaat
natuur, waarheid, lyrisch karakter.
Ten bewyze daarvan herinnerde spr. aan
enkele onsterfelyke gedichten van De Cort,
die ook uitmuntte door metrische bewerking
zyner gedichten.
Als zoodanig vond spr. aanleiding eeDe
vergelijking te maken met menig Noord
Nederlandsch dichter, o. a. Vosmaer met diens
Londinias."
Andere Vlaamsche dichters worden door
den heer De Mont aangehaald ten betooge
van den strengen vorm, waaraan dezen zich
hielden, van de artistiek huiseiyke poëzie,
waardoor genen, zooals Antheums, zich ken
merkten, in tegenstelling met de gewoon,
alledaagsch huiselyke.
Van critiek bleven zy en anderen niet
verschoond, eene critiek echter, welke soms
van dien aard was, dat men zoo vry was
haar van nul en geener waarde te beschouwen.
Het gebruik van het Vlaamsche dialoct
vond in spr. ook een verdediger. Immers het
is begrypelyk dat er verschil tusschen Zuid
en Noord bestaat, evenals er ook in Zuid- en
Noord-Duitschland verschillend gesproken en
verschillend geschreven wordt.
Het eigenaardige Vlaamsch moge voor
menigen Noord-Nederlander niet duideiyk
verstaanbaar zyn, de gedichten zelf zyn en
biy ven er niet minder schoon en diep gevoeld
om. Met voorbeelden werd dit wederom door
spr. bewezen.
Na de pauze trad de heer De Mont in eenige
beschouwingen omtrent de gezusters Rosalie
en Virginie Lovellng, die in de laatste 20
jaren wel het meest bekend zyn van de Zuid-
Nederlandsche schryvers, zoowel door haar
proza als door hare poëzie. In hare verzen
hebben zy vooral bet buitenleven geschetst,
met hare eigenaardige melancholie, waartoe
zy door hare opvoeding en wyze van leven
gestemd werden, maar zy niet alléén, doch
elke bewoner van West-Vlaanderen, gedrukt
als hy geraakte onder zekeren invloed, welken
op hen door anderen onwillekeurig werd uit
geoefend.
De heer De Mont stelde ons de beide ge
zusters niet zoozeer voor in haar proza als
wel in hare poëzie.
In 't byzonder werd gewezen op den vorm,
waarin zy hare gedachten uitten. In gele
genheidsgedichten en die naar aanleiding van
onthullingen van gedenkteekenen als anders
zins, is deze onbeduidend. Anderzyds spreekt
uit het bekende gezameniyk bundeltje harer
gedichten diep gevoel, waarin melancholisch
het leven van den Vlaamschen boer wordt
geschetst, zóó, dat men zelfs zou gaan denken
aan enkele werken van Rubens. Sommige
vormen een artistiek geheel. De gezusters
hadden veel onderlinge overeenstemming. Wat
Rosalie, die hare zuster in den dood voorging,
schreef, zou men evengoed aan Virginie kun
nen toe8chryven. Ze waren in haar weemoed
één van zin, één van ziel, in al haar verzen,
ook van verschillenden aard.
Geheele gedichten of fragmenten er van
werden door spr. voorgedragen om te doen
zien hoe tevens in Rosalie's tegenhangers
van andere harer gedichten, diep getreden
wordt in het menscheiyk gevoel, ook van het
kinderleven en elders weer in hare najaars-
indrukken, levende te midden der boeren.
Ten slotte stelde spr. ons voor den te vroeg
gestorven Albrecht Rodenbach, die voor het
tooneel een werk heeft geschreven zóó als
niemand anders het in Zuid-Nederland gedaan
heeft. Alleen Vondel kan by hem worden ver
geleken. Als literair product biyft het eene
eenige plaats in de Zuid-Nederlandsche letter
kunde innemen. Kleine gedichten gaven reeds
vooraf eene kosteiyke proef van wat men
van hem had mogen verwachten. Was hy
biyven leven, hy zou voor onze literatuur
geworden zyn wat Schiller b. v. voor de Duit-
sche werd.
De tyd was te kort geworden om nog veel
van hem voor te lezen, doch een gedicht, uit
den eersten tyd, wilde spr. zyn gehoor niet
onthouden, een gedicht, waaruit, getrouw aan
den titel er van, waarheid en niets dan waar
heid sprak, en in een ander gedicht eenvoud,
niets dan eenvoud, terwyl de zwaan hem
elders weer tot de diepste gedachten voerde,
waarna spr. met het afscheidslied by avond vol
natuurteekening en van huiselyke tafereeltjes,
ook afscheid van zyn auditorium nam.
Hy hoopte daarby door de schets van som
mige Vlaamsche dichters dezen avond te
hebben bygedragen tot meerdere wederzyd-
sche achting, wederzydsche waardeering tus
schen Noord en Zuid, want dit is voor allen
van groot belang. Immers we zyn kinderen
van één gezin, al wonen wy onder twee daken.
Dan zal hy niet tevergeefs hebben gesproken.
En dat heeft hy voorzeker niet, hetgeen
reeds bleek uit de onverdeelde aandacht,
waarmede hy van halfacht tot elf uren ge
volgd werd, en uit het applaus van dank, dat
hem aan het einde zyner boeiende causerie
gebracht werd.
Wy weten niet in hoeverre de introductie
tot het by wonen dezer voordracht slechts tot
een kleinen kring, dus streng beperkt was
geworden en vinden dus geen vryheid de op
komst af te meten naar de belangstelling,
welke er aldus hier in de Vlaamsche beweging
zou worden gesteld. Wel kunnen wy consta-
teeren dat de heer De Mont volkomen aan
spraak mocht maken op een talryker gehoor
dan nu met de ongeveer vyftig personen,
meerendeels dames, aanwezig was.
Herkelfike Berichten.
Zoeterwoude: Ned.-Herv. Kerk. Zondag
voormiddag te tien uren, de heer C. Spoelstra,
candidaat te Leiden.
Oegstgeest: Zondag-morgen, ds. S. H. J.
De Wolff, van Leiden.
Hoogmade: Zondag-namiddag te 2 uren,
ds. W. Klercq, pred. te Koudekerk a/d. Ryn.
Woubrugge: Zondag namiddag te 2 uren,
de heer Koopmans, godsdienstonderwyzer te
Rynzaterwoude.
Voorschoten: Zondag-voormiddag, d6.
Rademaker, pred. te 's Gravenhage.
Katwyk a/d. Ry n Zondag voormiddag,
ds. M. Hoog, pred. te Voorschoten.
Burgerlijke Stand.
ALKEMA.DE. G e boron: Martinuu Jacobuö, Z.
van Jacobus Aartman en Cornelia Plasmerjor.
Overleden: JobaDnee Rietveld 32J.,echtgenoot
van Antje Baak. Cornelia v. Staveren 78 j.,onge-
hnwd. Cornelia Lanrentios Jannen 3 m., Z. van
Johannoe en Wilhelmina Yan der Meer. Cornelia
Theodorue v. Amsterdam 1 m., Z. van Huibertns en
Jobanna Hoogenboom.
KOUDEKERK. Bevallen: M. Jongeneel geb.
Ryiaaredam Z. J. Van Diggele geb. Van Wage-
ningen Z.
Ovorledon:P. Dorrepaal 3 m. N. Van der Bijl 3 m.
LEIDERDORP. Bevallen: J. Yan der Laan geb.
Do Haan Z. 8. E. Hannaarta gob. Boon Z.
Overleden: G. Philippo Z. 4». A. Koomhof
Z. 3 w. J. A. Vlasveld Z. 10 m.
NIEUWKOOP. Bevallen: N. Groenendijk geb.
Van Leeuwen Z.
Overloden: N. Markenhof, wed. van A. Twaalf
hoven, 89 J.
OUDSHOORN. Be va 11 on: J. De Jong geb. Hage Z.
Overleden: J. M. Van Gemcrt D. 4 m.
Gehuwd: J. Vergunet, wedn. 40 j. en O. O. Koe
nekoop jd. 33 J.
TER-AAR. Bevallen: M. Mank geb. Dobbon
D. M. Van Ejjk geb. Pole D.
WOUBRUGGE. Overloden: O. Hogervoret, wed.
van M. H. Bergman, 81 j.
ZWAMMERDAM. Bevallen: E. J. G. Wolawijk
geb. Jacobie D.
Overloden: C. J. Teeken, eohtg. van C. Blom-
moateijn, 66 J.
BUITENLAPs D.
Frankrijk.
In de Kamer werden de beraadslagingen
over de verhooging der invoerrechten op
tarwe voortgezet.
De heer Viger, minister van landbouw,
bestreed het voorstel der douane commissie
(verhooging van het invoerrecht tot 8 franken),
voor zoover betreft de geleidelyke verminde
ring der rechten, wanneer de tarwe 25 fr.
kost. Door deze regeling zou men de specu
latie in de hand werken.
Eene verhooging met 2 fr. per 100 KG.
(de commissie heeft eene verhooging van 3 fr.
voorgesteld) achtte de minister voldoende;
en hy geloofde niet dat de prys van het brood
daardoor zou stygen.
Dili techland,
De Ryksdag heeft eene motie van leden
der centrumsparty en conservatieven behan
deld, strekkende tot beperking van het aan*
nemen en bestellen van gewone postpakketten
op Zon- en feestdagen, in het belang van de
Zondagsrust der ambtenaren. De motie is met
eene zeer groote meerderheid aangenomen,
hoewel de minister Von Stephan daartegen
wel bedenkingen in het midden bracht. Opr
merking verdient de herderiyke brief, welken
de aartsbisschop van Keulen eenige dagen
geleden liet afkondigen, waarin ernstig ge*
klaagd wordt over het misbruik, dat van den
vryen Zondag wordt gemaakt door hot meeren-
deel van hen, die hem verkregen en dien
dag in losbandigheid doorbrengen.
Met de gezondheid van den koning van
Saksen schynt het beter te gaan. Het laatste
ten paleize uitgegeven bulletin luidde, dat
Z. M. goed geslapen had en dat de krachten
geregeld toenamen.
Nadat Duitschland zyne grenzen met
het oog op den invoer van vee wederom
gesloten verklaard heeft tegenover Frankryk,
Luxemburg en Belgié, bestaat er gevaar, dat
het dit ook tegenover Nederland zal doen#
zoodra er maar de geringste vrees ontstaat,
dat besmet vee in Nederland zou hebben
kunnen doordringen.
De regeering heeft dezer dagen reeds over
dezen maatregel beraadslaagd en er zich alleen
van laten afbrengen onder de overweging, dat
van Nederland8che zydo steeds streng tegen
alle verdachte dingen aan de grenzen wordt
gewaakt.
De „Kölni8che Ztg." verneemt uit Berlyn,
dat de keizer prins Bismarck den 19den dezer
op zyne reis naar Wilhelmshaven zal bezoeken.
De keizer komt des namiddags met een extra*
trein te Friedrichsruhe en vertrekt des avondg
weer.
Belgrië.
Te Brussel had Dinsdag-morgen, in verband
met den aanslag te Parys, eene dubbele
arrestatie plaats. Drie agenten der veiligheid
van Parys waren met den nachttrein aan
gekomen. Zy hadden reden om te gelooven,
dat de medeplichtigen van den dynamitard
Henry zich te Brussel bevonden. Zy namen
plaats in het postkantoor, waar d6 mede
plichtigen brieven moesten komen halen,
zekere initialen dragende, door de agenten
gekend. De vermoedens der Parysche agenten
waren gegrond. Te 9 uren 's morgens kwam
een verdacht uitziende kerel in gezelschap
eener blonde vrouw op 't bureel van de
„biyvende post." Daar hy brieven opeischte
met verdachte initialen, werd hy met zyne
gezellin aangehouden. De aandacht van het
parket is nog op andere anarchisten inge*
roepen en men houdt te Brussel een oog in
het zeil.
Groot-Britannië,
Het Hoogerhuis heeft het ontwerp over de
kerspelraden by de derde lezing aangenomen,'
maar daarmede is de groote hervorming, aan
welke de liberale party terecht hooge waarde
hecht, geen stap verder gekomen. De Lords
hebben haar zoo veranderd, dat de regeermg
voor de keus is gesteld, het Lagerhuis te
vragen het ontwerp in zyn oorspronkelyken
vorm te herstellen en dan zullen de Lords
dat werk opnieuw verydelen of de zaak
voorloopig laten rusten. In beide gevallen
gaat kostbare tyd verloren.
De stryd tegen het Hoogerhuis, welke door
de regeering zelve als onvermydeiyk wordt
beschouwd en waartoe zy door hare party
onophoudeiyk wordt aangespoord, wordt door
de hardnekkigheid der Lords verhaast, en dat
hy weldra in ernst zal aanvangen, kan men
o. a. opmaken uit hetgeen op den liberalen
partydag te Portsmouth is voorgevallen
Daar hield eergisteren de minister van onder*
wys, Acland, eene rede, waarby hy verklaarde,
dat de regeermg voornemens was, alle amen-'
dementen van het Hoogerhuis op de kerspel-
wet te verwerpen. Wanneer het Hoogerhuis
volhardde in zyne houding van wantrouwen
tegen de arbeiders, dan moest het tot de scha-
deiyke bestanddeelen der maatschappy worden
gerekend. De regeering rekende op de onder
steuning van alle liberalen by haar verzet
tegen de aanranding door de Lords van de
rechten des volks.
De vergadering nam motién aan om ver
trouwen in de regeering uit te drukken, zoowel
als de verwachting, dat de regeering niet
zal toelaten, dat de hervormingvoorstellen
door het Hoogerhuis worden in gevaar go
bracht. Ook werd een besluit genomen ten
gunste van de afschaffing der Staatskerk in
Wales.
Het bekende weekblad van het parle
mentslid Labouchère, „Truth", (dat zich
overigens dien naam niet altyd even waardig
betoont) geeft nu de volgende verklaring, hoe
het bekende gerucht der ontslag-aanvrage
van den Engelschen premier in do wereld ge
komen is.
Een kellner uit het hotel, waar de lieer
Gladstone te Biarritz logeerde, meldde zich
onlangs by de voornaamste Londensche War
den aan en verklaarde, dat hy eene geheime
mededeeling van 't meeste gewicht had, die
hy voor 500 pd. sterling van de hand wilde
doen. Daar hy evenwel zonder vooruitbetaling
geen tipje van den geheimzinnigen sluier
wilde oplichten, weigerden alle bladen om
onderhandelingen te openen, totdat de „Pall
Mall Gazette", naar het schynt, zich door een
eenigszins verminderd tarief heeft laten van
gen. Toen kwam er een kattenbelletje voor
den dag, waarop de geruchtmakende meddr
deeling gekrabbeld was. Als bewys voor d© j
waarheid zyner woorden verklaarde hy, dat'
een zyner ambtgenooten in het edele kellnera-
gild bet uit eenige woorden van the O. O.
-I