de daken van de naastliggende perceelen zyn aangetast. Van Nos. 63 en 65 en eveneens van het huis 71 Is het dak vernield. Ook om tot zoover den brand to beperken, was de brandweer met alle macht uitgerukt. De post aan de Willemspoort was het eerst ter plaatse. Het meest werkten natuurlek de Yechtkranen, doch meerdere krachten waren noodig. De Jan Van der Heyden, zoolang tot non activiteit veroordeeld, spoot zyne machtige stralen in den vuurgloed en drie stoomspuiten werkten mee. De Jan Van der Heyden lag tegenover de suikerfabriek aan de Van Noordt- grachtdaar stond ook een stoomspuit. Twee andere stonden in de straat. De slangen werden tegen de belendende perceelen opgetrokken om van de daken de watermassa in het vuur te werpen. Het reddingswerk had heelwat moeite in. In elk huis woonden zes gezinnen, sommige met negen tot elf kinderen gezegend. Yele kleintjes waren al te bed gebracht. Hoewel hierbij geen ongelukken zijn voorgevallen, is het toch niet zonder onheilen afgeloopen. BV) de nog niet opgehelderde ontploffing werd een agent van politie vry ernstig gewond door een neervallende dakpan. De meesten der bewoners waren tegen brand schade verzekerd, met slechts twee gezinnen was dit niet het geval, en de winkelier in glas en aardewerk, die in perceel - 67 woonde, had wel zijn inboedel verzekerd, doch niet z(Jn winkelvoorraad. Te ongeveor negen uren rukte het grootste gedeelte van de brandweer in. Ternauwernood uitgerust van het zware werk in de Spaamdammerstraat, werd de brandweer omstreeks 1 uur hedennacht ge alarmeerd voor een uitslaanden brand in de Nieuwe Kerkstraat, waarbij waarschijnlijk vier menschenlevens zfin verloren gegaan. Er is daar een nauw, laag slop, dat toegang geeft tot eenige woningen, toebehoorende aan den heer Isa&c Zurel, en in een daarvan, No. 27, was op de 2de verdieping de brand ontstaan. Dat perceel was in waarheid zooals de auto riteiten zich uitdrukken, „een pakhuis van menschen"; hoeveel personen er in woonden is niet bekend, maar de buren (allen Israëlieten evenals de bewoners van No. 27) spraken van 10 a 12 gezinnen. Op do 2de verdieping woonde o. a. de koopman Nögewitz, een Russisch Israëliet zooals de meeste andere bewoners, die commensalen hield en op de 3de verdieping eene kamer had verhuurd aan de weduwo Grietje Loontje. Naast Markus Nögewitz woonde het gezin KatzofF, waarvan de man, Jacob geheeten, kleermaker, niet thuis was toen de brand ontstond. De vrouw was op dit late uur nog bezig vet te braden op de kachel; de vlam sloeg op en deelde zich mede aan eenig daarboven hangend goedin korten tyd breidde zich het vuur snel uit en heerschte de vreeseiykste verwarring. De brandweer was spoedig ter plaatse (ho eerst de post van het Weesporplein) maar kon onmogelijk terstond werken, daar het gansche slop opgepropt was door handkarren die in elkaar vastgereden stonden. Toen men er in geslaagd was zich eenigszins vrijen doortocht te verschaffen, was het vuur natuurlijk reeds zeer verspreid en men zag een ongeveer 14- jarigen knaap aan een der vensters, gereed om te springen. Men spande een springzeil, maar doordien een der personen die het vast hield in een gat trapte, werd het scheef ge trokken de jongen viel er slechts half in en brak een arm. Toen werd nog gered wat te redden was; onder het akelig gekerm en gejammer van de buren en de bewoners zeiven werden deze laatsten zooveel mogelijk nog weggehaald maar eindelijk waren het vuur en de rook te hevig; men moest alle verdere pogingen staken. Toon in betrekkelijk korten tijd met eenige Vechtslangen de brand was gebluscht (de aangerukte stoomspuit behoefde niet te wer ken) kon men langzamerhand overgaan tot het treurigste deel van het werkhet zoeken der vermisten. Twee personen, eene vrouw en een kind, werden dood gevonden; voorts zijn nog 4 andere óf stervende óf min of meer ernstig gewond. Toen de verslaggever van het „Hbl." zich om halfdrie vervoegde aan het Israölietisch ziekenhuis op de N.-Keizersgracht vond zij daar den ijverigen directeur, dr. Couvóe, die, hoewel nauwelijks aan het einde zijner zware taak, hem met de meeste bereidwilligheid te woord stond. Van hem en door de welwillend verstrekte inlichtingen van brandweer en politie vernamen wij het volgende omtrent de slachtoffers. Er zijn er in 't geheel zes, allen opge nomen in genoemd Ziekenhuis, te weten: 1. Vrouw Rosenstein, die afschuwelijk ver minkt, geheel verbrand uit het huis is gedragen. Zy behoorde tot een der vele commensaals van Nógowitz en was nog slechts sodert acht dagen hier. Haar man is nog in Beriyu; zij woonde hier met 2 kinderen en had binnen enkele dagen een derde te wachton. 2 Een klein kind, eveneens geheel ver- brand, vermoeaelyk van Nögewitz, die 5 kinderen had; althans zoo deelden de buren mede. 3. Een ander kind, waarschijnlijk ook van Nögewitz, dat om halfdrie stervende was door vele brandwonden. 4o. Nog oen jongen, denkelijk van vrouw Rosenstein, wiens kuiten geheel verkoold zijn en die, in dezen toestand, met nog andere brand wondon werd ingebracht en eveneens stervende was. 6o. Een kleine jongen, die wel veel brand wonden heoft gekregen, maar wiens leven toch niet in gevaar is, en 6o. De knaap Rosenstein, die in het zeil sprong. Hy kreeg daarby eene gecompliceerde fractuur van den bovenarm en had ook brand wonden. Zyn toestand is niet zorgwekkend. Yrouw Katkoff, door wie de brand is ont staan, is met haar kind gered en werd in perceel No. 30 gebracht. Het pleit zeker voor het krachtig werken der brandweer (waarvan de commandant en de onder-commandant ter plaatse waren) dat de belendende perceelen niet de minste schade bekwamen. De politie stond onder 2 inspecteurs de brandweer by door te zorgen dat geen overbodige nieuwsgierigen het werk bemoei- ïykten, hetgeen lang nietaltyd gemakkeiyk was. Dat de materiëele schade door verzekering gedekt wa6, komt by zulk eene treurige ge beurtenis eigeniyk niet in aanmerking. Men kan zich begrypen welk eene opgewondenheid en verslagenheid in de gansche buurt heerschten. Omtrent deze ramp wordt heden nader het volgende gemeld: Het aantal slachtoffers van den brand in de Nieuwe Kerkstraat bedraagt zes. Overleden werden in het Israölietisch Gast huis op de Nieuwe Keizersgracht binnenge bracht: Rebecca Rosenstein en haar zoontje Mozes; hedennacht zyn er aan de bekomen wonden overleden Jacob en Willem Nögewitz, terwyi nog worden verpleegd Jozef Nögewitz en Abraham Rosenstein, do knaap, die by den sprong uit het raam een gecompliceerde frac tuur aan den bovenarm kreeg. De beide laat sten waren hedenochtend betrekkeiyk wel en dr. Couvée hoopte hen nog in het leven te behouden. In de buurt, waar de ramp voorviel vooral, is men vol deelneming met de zoo zwaarbe proefde gezinnen. Vanochtend zag men in de Kerkstraat en in de Weesperstraat overal hoopjes menschen, die geheel onder den in druk van het gebeurde het treurig voorval bespraken. De anarchistische aanslag te Parijs. Hot begin der gisteren gehouden zitting der Fransche Kamer, waarin de minister Viger zyne rede hield over de graanrechten, was weer zeer rumoerig. De socialist Vaillant verlangde eene wyziging in het verslag der vorige vergadering en hield eene redevoering, half verstaanbaar, waarvan alleen de woorden „drapeau rouge" werden gehoord. Onmiddeliyk protesteerden de afge vaardigden. der regeeringsparty en verzocht de heer Dupuy den specher de tribune te ver laten. Vaillant weigerde echter, waarop de voorzitter, onder luide toejuichingen, zyn ver zoek met meer aandrang herhaalde. Ten slotte gaf de socialist toe en begaf zich naar zyn plaats, terwyl een der afgevaardigden hem toeriep „Gy zyt den apostel der moordenaars." De Parysche bladen twisten intusschen nog steeds over don waren naam van den anarchist, die den aanslag pleegde in het café „Terminus." Volgens de laatste berichten heet hy Joseph Emile Henry, en niet Emile Henri Breton, geiyk eerst werd gemeld. Hy werd, volgens de Temps", geboren 26 September 1872 te Saint-Martin in Spanje. Zyn broeder zit te Clairvaux voor 3 jaren gevangen wegens aansporing tot moord. Zyn vader was lid van de Commune en werd in Spanje by verstek ter dood veroordeeld. By de herhaalde verhooren, welke hy onder, ging, toonde de man zich steeds even weer barstig, zoodat de officior van justitie nog niet veel verder is gekomen. Ook biyft de be wering stand houden, dat hy medeplichtigen heeft. Hy heeft zich voor den commissaris van politie zoer brutaal aangesteld. Ten slotte zeide hyindien ik maar eenige meters meer voor had gehad, zou men my niet hebben aangehouden. Ik zou de rue du H&vre inge- loopen zyn, my tusschen het volk hebben gemengd en men had my niet meer gevonden. Men volgde my echter te dicht op de hielen. Men zy echtor zeker, dat ik niet alleen ben: er zyn nog andere. Indien de man, die my heeft aangehouden, getroffen geweest ware door den kogel, dien ik hem toezond, had ik myn dolk kunnen nemen en ik zou my ge makkeiyk uit de moeilykheid gered hebben. Henry was eerst enkele dagen goleden te Parys gekomen uit Brussel, na een verblyf van eenige weken te Londen. Een Belgisch politie agent had hem gekend onder den naam Meurin. Te Brussel werd hy door een buiten- landsch anarchist, die zich daar schuilhoudt, geherbergd. Men vermoedt dat deze de bom vervaardigd heoft. Verder wordt nog gemeld, dat Henry schynt te behooron tot een komplot, dat te Londen is beraamd. Do man behoort tot de gevaarlyke anarchisten, die reeds sedert den aanvang van dit jaar by de politie waren gesignaleerd. De justitie deelt nog niets mede, maar volgens de Paryèche bladen bestaat het vermoeden, dat Henry ook medeplichtig is aan de andere aanslagen, welke gedurende den laatsten tyd te Parys zyn gepleegd. Eenige agenten der Parysche politie zyn naar Londen vertrokken, ten oinde een onderzoek in te stellen naar het beweerde komplot. Intusschen blyft do ongerustheid te Parys voortduren. Gisteravond werd plotseling een hevige slag gehoord op het voorplein van het Elysée. Een aanslag tegen president Carnot! De adjudant van den president, generaal Borius, was onmiddeliyk ter plaatse, de hekken weiden gesloten en eene talryke volksmenigte kwam al zeer spoedig voor het paleis byeen. Van een aanslag was echter geen sprake. Een soldaat van de wacht wilde zioh door een geweer schot van het leven berooven, maar een ser geant ontrukte hem het geweer. Niettemin ging het schot af en van daar de algemeene ontsteltenis. De anarchisten in Engeland. Gisternamiddag hoorde een der wachters in het park te Greenwich een hevigen slag, welke blykbaar door eene ontploffing was ver oorzaakt. Toen de parkwachter een onderzoek instelde naar hetgeen er was voorgevallen, vond hy een man, die verschrikkelyk was verminkt ten gevolge der ontploffing. De man bevond zich in de nabyheid van het Obser vatorium en leefde nog. Evenwel stierf hy een half uur daarna. De eenige woorden, welke hy nog kon uitbrengen, waren: „Breng my naar huis." Toen men zyne kleeren onderzocht, vond men in een zyner zakken een kaartje, met het woord: „Bourbon". In de nabyheid van de plaats, waar hy werd gevonden, lagen de scherven eener flesch. De man had het uiter- ïyk van een vreemdeling. Men vermoedt dat de man gevallen is en dat door den val de flesch, welke eene ontplofbare stof bevatte, is gebroken. De politie vermoedt dat de man een aan slag tegen het Observatorium wilde plegen. Willemsfonds. De Leidsche Studenten-afdeeling van het „Willemsfonds" hield gisteravond in de kleine boven-aohterzaal der Stadszaal eene buitenge wone vergadering, waarin als spreker optrad een volbloed Ylaming, de heer Pol De Mont. Tot onderwerp zyner voordracht had hy ge kozen: „De poëzie in Zuid-Nederland". In zyne inleiding wees hy er op hoe treurig, maar tevens hoe al te waar het is, dat de Zuid- Nederlanders nog to weinig lezen wat in Noord-Nederland, en de Noord Nederlanders nog te weinig lezen wat in Zuid-Nederland geschreven wordt, trots de moeite, welke door vele uitgevers wordt gedaan. Wel is er in de laatste 15 jaren eene merk bare verandering ten goede gekomen, maar nóg is deze niet voldoende. Op de Zuid-Nederlandsche letterkunde wordt met meer met zoo'n minachting neergezien. Van de proza-schrijvers strekt o. a. Hendrik Conscience ten voorbeeld, die ook gretig in Noord-Nederland lezers vond. Een ander voorbeeld is bovendien dat tegen woordig aan menig Noord-Nederlandsch tyd- schrift medewerkers uit Zuid-Nederland zyn verbonden, b. v. aan den „Spectator", „Neder land", zelfs aan den zoo kieskeurigen „Gids". Ouderen zullen zich wel herinneren hoe ge heel anders dit vroeger was. Toch moet er nog meer verandering komen. De Vlaamsche muze is eene stille, eene nederige. Telde Noord-Nederland o. a. eon Da Costa, een Ten Kate, Zuid-Nederland kan zich beroemen op een Van Duyse, een Ledegangck. Is Prudens Van Duyse hier bekend, Frans De Cort en Jan Van Beers zyn het niet minder, vooral laatstgenoemde, wegens de behandeling hunner onderwerpen en tafereelen, wat aangaat natuur, waarheid, lyrisch karakter. Ten bewyze daarvan herinnerde spr. aan enkele onsterfelyke gedichten van De Cort, die ook uitmuntte door metrische bewerking zyner gedichten. Als zoodanig vond spr. aanleiding eeDe vergelijking te maken met menig Noord Nederlandsch dichter, o. a. Vosmaer met diens Londinias." Andere Vlaamsche dichters worden door den heer De Mont aangehaald ten betooge van den strengen vorm, waaraan dezen zich hielden, van de artistiek huiseiyke poëzie, waardoor genen, zooals Antheums, zich ken merkten, in tegenstelling met de gewoon, alledaagsch huiselyke. Van critiek bleven zy en anderen niet verschoond, eene critiek echter, welke soms van dien aard was, dat men zoo vry was haar van nul en geener waarde te beschouwen. Het gebruik van het Vlaamsche dialoct vond in spr. ook een verdediger. Immers het is begrypelyk dat er verschil tusschen Zuid en Noord bestaat, evenals er ook in Zuid- en Noord-Duitschland verschillend gesproken en verschillend geschreven wordt. Het eigenaardige Vlaamsch moge voor menigen Noord-Nederlander niet duideiyk verstaanbaar zyn, de gedichten zelf zyn en biy ven er niet minder schoon en diep gevoeld om. Met voorbeelden werd dit wederom door spr. bewezen. Na de pauze trad de heer De Mont in eenige beschouwingen omtrent de gezusters Rosalie en Virginie Lovellng, die in de laatste 20 jaren wel het meest bekend zyn van de Zuid- Nederlandsche schryvers, zoowel door haar proza als door hare poëzie. In hare verzen hebben zy vooral bet buitenleven geschetst, met hare eigenaardige melancholie, waartoe zy door hare opvoeding en wyze van leven gestemd werden, maar zy niet alléén, doch elke bewoner van West-Vlaanderen, gedrukt als hy geraakte onder zekeren invloed, welken op hen door anderen onwillekeurig werd uit geoefend. De heer De Mont stelde ons de beide ge zusters niet zoozeer voor in haar proza als wel in hare poëzie. In 't byzonder werd gewezen op den vorm, waarin zy hare gedachten uitten. In gele genheidsgedichten en die naar aanleiding van onthullingen van gedenkteekenen als anders zins, is deze onbeduidend. Anderzyds spreekt uit het bekende gezameniyk bundeltje harer gedichten diep gevoel, waarin melancholisch het leven van den Vlaamschen boer wordt geschetst, zóó, dat men zelfs zou gaan denken aan enkele werken van Rubens. Sommige vormen een artistiek geheel. De gezusters hadden veel onderlinge overeenstemming. Wat Rosalie, die hare zuster in den dood voorging, schreef, zou men evengoed aan Virginie kun nen toe8chryven. Ze waren in haar weemoed één van zin, één van ziel, in al haar verzen, ook van verschillenden aard. Geheele gedichten of fragmenten er van werden door spr. voorgedragen om te doen zien hoe tevens in Rosalie's tegenhangers van andere harer gedichten, diep getreden wordt in het menscheiyk gevoel, ook van het kinderleven en elders weer in hare najaars- indrukken, levende te midden der boeren. Ten slotte stelde spr. ons voor den te vroeg gestorven Albrecht Rodenbach, die voor het tooneel een werk heeft geschreven zóó als niemand anders het in Zuid-Nederland gedaan heeft. Alleen Vondel kan by hem worden ver geleken. Als literair product biyft het eene eenige plaats in de Zuid-Nederlandsche letter kunde innemen. Kleine gedichten gaven reeds vooraf eene kosteiyke proef van wat men van hem had mogen verwachten. Was hy biyven leven, hy zou voor onze literatuur geworden zyn wat Schiller b. v. voor de Duit- sche werd. De tyd was te kort geworden om nog veel van hem voor te lezen, doch een gedicht, uit den eersten tyd, wilde spr. zyn gehoor niet onthouden, een gedicht, waaruit, getrouw aan den titel er van, waarheid en niets dan waar heid sprak, en in een ander gedicht eenvoud, niets dan eenvoud, terwyl de zwaan hem elders weer tot de diepste gedachten voerde, waarna spr. met het afscheidslied by avond vol natuurteekening en van huiselyke tafereeltjes, ook afscheid van zyn auditorium nam. Hy hoopte daarby door de schets van som mige Vlaamsche dichters dezen avond te hebben bygedragen tot meerdere wederzyd- sche achting, wederzydsche waardeering tus schen Noord en Zuid, want dit is voor allen van groot belang. Immers we zyn kinderen van één gezin, al wonen wy onder twee daken. Dan zal hy niet tevergeefs hebben gesproken. En dat heeft hy voorzeker niet, hetgeen reeds bleek uit de onverdeelde aandacht, waarmede hy van halfacht tot elf uren ge volgd werd, en uit het applaus van dank, dat hem aan het einde zyner boeiende causerie gebracht werd. Wy weten niet in hoeverre de introductie tot het by wonen dezer voordracht slechts tot een kleinen kring, dus streng beperkt was geworden en vinden dus geen vryheid de op komst af te meten naar de belangstelling, welke er aldus hier in de Vlaamsche beweging zou worden gesteld. Wel kunnen wy consta- teeren dat de heer De Mont volkomen aan spraak mocht maken op een talryker gehoor dan nu met de ongeveer vyftig personen, meerendeels dames, aanwezig was. Herkelfike Berichten. Zoeterwoude: Ned.-Herv. Kerk. Zondag voormiddag te tien uren, de heer C. Spoelstra, candidaat te Leiden. Oegstgeest: Zondag-morgen, ds. S. H. J. De Wolff, van Leiden. Hoogmade: Zondag-namiddag te 2 uren, ds. W. Klercq, pred. te Koudekerk a/d. Ryn. Woubrugge: Zondag namiddag te 2 uren, de heer Koopmans, godsdienstonderwyzer te Rynzaterwoude. Voorschoten: Zondag-voormiddag, d6. Rademaker, pred. te 's Gravenhage. Katwyk a/d. Ry n Zondag voormiddag, ds. M. Hoog, pred. te Voorschoten. Burgerlijke Stand. ALKEMA.DE. G e boron: Martinuu Jacobuö, Z. van Jacobus Aartman en Cornelia Plasmerjor. Overleden: JobaDnee Rietveld 32J.,echtgenoot van Antje Baak. Cornelia v. Staveren 78 j.,onge- hnwd. Cornelia Lanrentios Jannen 3 m., Z. van Johannoe en Wilhelmina Yan der Meer. Cornelia Theodorue v. Amsterdam 1 m., Z. van Huibertns en Jobanna Hoogenboom. KOUDEKERK. Bevallen: M. Jongeneel geb. Ryiaaredam Z. J. Van Diggele geb. Van Wage- ningen Z. Ovorledon:P. Dorrepaal 3 m. N. Van der Bijl 3 m. LEIDERDORP. Bevallen: J. Yan der Laan geb. Do Haan Z. 8. E. Hannaarta gob. Boon Z. Overleden: G. Philippo Z. 4». A. Koomhof Z. 3 w. J. A. Vlasveld Z. 10 m. NIEUWKOOP. Bevallen: N. Groenendijk geb. Van Leeuwen Z. Overloden: N. Markenhof, wed. van A. Twaalf hoven, 89 J. OUDSHOORN. Be va 11 on: J. De Jong geb. Hage Z. Overleden: J. M. Van Gemcrt D. 4 m. Gehuwd: J. Vergunet, wedn. 40 j. en O. O. Koe nekoop jd. 33 J. TER-AAR. Bevallen: M. Mank geb. Dobbon D. M. Van Ejjk geb. Pole D. WOUBRUGGE. Overloden: O. Hogervoret, wed. van M. H. Bergman, 81 j. ZWAMMERDAM. Bevallen: E. J. G. Wolawijk geb. Jacobie D. Overloden: C. J. Teeken, eohtg. van C. Blom- moateijn, 66 J. BUITENLAPs D. Frankrijk. In de Kamer werden de beraadslagingen over de verhooging der invoerrechten op tarwe voortgezet. De heer Viger, minister van landbouw, bestreed het voorstel der douane commissie (verhooging van het invoerrecht tot 8 franken), voor zoover betreft de geleidelyke verminde ring der rechten, wanneer de tarwe 25 fr. kost. Door deze regeling zou men de specu latie in de hand werken. Eene verhooging met 2 fr. per 100 KG. (de commissie heeft eene verhooging van 3 fr. voorgesteld) achtte de minister voldoende; en hy geloofde niet dat de prys van het brood daardoor zou stygen. Dili techland, De Ryksdag heeft eene motie van leden der centrumsparty en conservatieven behan deld, strekkende tot beperking van het aan* nemen en bestellen van gewone postpakketten op Zon- en feestdagen, in het belang van de Zondagsrust der ambtenaren. De motie is met eene zeer groote meerderheid aangenomen, hoewel de minister Von Stephan daartegen wel bedenkingen in het midden bracht. Opr merking verdient de herderiyke brief, welken de aartsbisschop van Keulen eenige dagen geleden liet afkondigen, waarin ernstig ge* klaagd wordt over het misbruik, dat van den vryen Zondag wordt gemaakt door hot meeren- deel van hen, die hem verkregen en dien dag in losbandigheid doorbrengen. Met de gezondheid van den koning van Saksen schynt het beter te gaan. Het laatste ten paleize uitgegeven bulletin luidde, dat Z. M. goed geslapen had en dat de krachten geregeld toenamen. Nadat Duitschland zyne grenzen met het oog op den invoer van vee wederom gesloten verklaard heeft tegenover Frankryk, Luxemburg en Belgié, bestaat er gevaar, dat het dit ook tegenover Nederland zal doen# zoodra er maar de geringste vrees ontstaat, dat besmet vee in Nederland zou hebben kunnen doordringen. De regeering heeft dezer dagen reeds over dezen maatregel beraadslaagd en er zich alleen van laten afbrengen onder de overweging, dat van Nederland8che zydo steeds streng tegen alle verdachte dingen aan de grenzen wordt gewaakt. De „Kölni8che Ztg." verneemt uit Berlyn, dat de keizer prins Bismarck den 19den dezer op zyne reis naar Wilhelmshaven zal bezoeken. De keizer komt des namiddags met een extra* trein te Friedrichsruhe en vertrekt des avondg weer. Belgrië. Te Brussel had Dinsdag-morgen, in verband met den aanslag te Parys, eene dubbele arrestatie plaats. Drie agenten der veiligheid van Parys waren met den nachttrein aan gekomen. Zy hadden reden om te gelooven, dat de medeplichtigen van den dynamitard Henry zich te Brussel bevonden. Zy namen plaats in het postkantoor, waar d6 mede plichtigen brieven moesten komen halen, zekere initialen dragende, door de agenten gekend. De vermoedens der Parysche agenten waren gegrond. Te 9 uren 's morgens kwam een verdacht uitziende kerel in gezelschap eener blonde vrouw op 't bureel van de „biyvende post." Daar hy brieven opeischte met verdachte initialen, werd hy met zyne gezellin aangehouden. De aandacht van het parket is nog op andere anarchisten inge* roepen en men houdt te Brussel een oog in het zeil. Groot-Britannië, Het Hoogerhuis heeft het ontwerp over de kerspelraden by de derde lezing aangenomen,' maar daarmede is de groote hervorming, aan welke de liberale party terecht hooge waarde hecht, geen stap verder gekomen. De Lords hebben haar zoo veranderd, dat de regeermg voor de keus is gesteld, het Lagerhuis te vragen het ontwerp in zyn oorspronkelyken vorm te herstellen en dan zullen de Lords dat werk opnieuw verydelen of de zaak voorloopig laten rusten. In beide gevallen gaat kostbare tyd verloren. De stryd tegen het Hoogerhuis, welke door de regeering zelve als onvermydeiyk wordt beschouwd en waartoe zy door hare party onophoudeiyk wordt aangespoord, wordt door de hardnekkigheid der Lords verhaast, en dat hy weldra in ernst zal aanvangen, kan men o. a. opmaken uit hetgeen op den liberalen partydag te Portsmouth is voorgevallen Daar hield eergisteren de minister van onder* wys, Acland, eene rede, waarby hy verklaarde, dat de regeermg voornemens was, alle amen-' dementen van het Hoogerhuis op de kerspel- wet te verwerpen. Wanneer het Hoogerhuis volhardde in zyne houding van wantrouwen tegen de arbeiders, dan moest het tot de scha- deiyke bestanddeelen der maatschappy worden gerekend. De regeering rekende op de onder steuning van alle liberalen by haar verzet tegen de aanranding door de Lords van de rechten des volks. De vergadering nam motién aan om ver trouwen in de regeering uit te drukken, zoowel als de verwachting, dat de regeering niet zal toelaten, dat de hervormingvoorstellen door het Hoogerhuis worden in gevaar go bracht. Ook werd een besluit genomen ten gunste van de afschaffing der Staatskerk in Wales. Het bekende weekblad van het parle mentslid Labouchère, „Truth", (dat zich overigens dien naam niet altyd even waardig betoont) geeft nu de volgende verklaring, hoe het bekende gerucht der ontslag-aanvrage van den Engelschen premier in do wereld ge komen is. Een kellner uit het hotel, waar de lieer Gladstone te Biarritz logeerde, meldde zich onlangs by de voornaamste Londensche War den aan en verklaarde, dat hy eene geheime mededeeling van 't meeste gewicht had, die hy voor 500 pd. sterling van de hand wilde doen. Daar hy evenwel zonder vooruitbetaling geen tipje van den geheimzinnigen sluier wilde oplichten, weigerden alle bladen om onderhandelingen te openen, totdat de „Pall Mall Gazette", naar het schynt, zich door een eenigszins verminderd tarief heeft laten van gen. Toen kwam er een kattenbelletje voor den dag, waarop de geruchtmakende meddr deeling gekrabbeld was. Als bewys voor d© j waarheid zyner woorden verklaarde hy, dat' een zyner ambtgenooten in het edele kellnera- gild bet uit eenige woorden van the O. O. -I

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1894 | | pagina 2