A0. 1894,
feze (Soarant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Eon- en feestdagen, uitgegeven.
N°. 10405.
DiiiNKlag 33 Januari.
DAGBLAD.
PRIJS DEEER COTOAHT:
Voor Leiden per 3 maanden
Franco per post
Afzondeilyke Nouiniors
1.10.
1.40.
0.05.
PRIJS DER ADVERTEHTIEN:
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17^. Qrootore
lettors naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Otticïötólo l£otiuii.-*tr«viusr«n-
3 ,UÜ., V-ibooéor. ran Lo.dtn brengen
Ier U W'K dn» ïugerolge eri. 1» d«r Wet
K la ..i,, An tmne lStil (StaabM im. 7a),
vflr, t;r,i juon Apr I 1892 1
Sudna e.i. 16 dier tv er toor
a6 io ai II 11: io b-hoofcu ,e TvOidou iDgóachrcv. ii
fcij di o, ^uouri hua 19deijur uren
U trede- 6 or.-u u 1874), verpl.oht
I aiio zich J"- r'..ij J.u. germ o fet-r en Wethoudera aan
te irev.ft i" u d lb tea en den 3 laten
J&nusri' d l L- istelaheid, afwezigheid of ons-
■tenten» v - lepUrbtqje, zgureder, of, ie
deze overiodci) zijne moedor, of, zfia boI»u overleden,
ziin vooxd tos het doen vau die aangifte vor^liohs ia
on dat o vert: edii.g van het aangehaald art. 18, kraoh-
teca ari. 1-8 der meergemelde wet tn art. il der
Wet vau 15 vpril I860 (Staatabiad io. 64). gowij-
z'gd b\j de Wei vau den I9den Apri. 1886 (Ötaate
blad uo. 92), wordt gestraft mot boete van ten
hoogste ƒ10 0.
Voor heu. die verzuimden zich op de door het
Gemoentebeetuur beptalde dagen ter ineohrijving aan
te melden, wordt mnedieu daartoe alsnog gelegenheid
gogoven èr gerueonte-eecretar e, van do -voormid ia s
10 tot dee namiddags 3 uron, op iedoren werkdag
tot. on me Jon 3it-ten Janu .ri aanstaande, op welken
dag het register vau iDBchryving, des namiddags te
4 uren, voorloop g wordt gesloten.
i3urgoDieoster en Wethouders voornoemd
Leiden, DE KANTER, Burgemeester.
15 Jan. 1894. E. KIST, Secretaris.
Leiden, 22 Januari.
Hoogst aangenaam is het ons te kunnen
berichten dat de leermiddelen, van don zeer
eorw. heer L. De Sonnaville, leeraar in de
muziek aan het Gymnasium te Katwijk aan
den Rijn, op de gehouden tentoonstelling te
Batavia in 1893 bekroond zijn geworden
voorwaar wel oen bewijs, dat men ook aldaar
van do doelmatigheid van dat systeem, om
kinderen in den kortst mogelyken tyd noten,
sleutels enz. te loeren, ten volle ovortuigd is.
Ook hier '.er stede gaf, een groot jaar geleden,
de eorw. paler eene conferentie, terwyl ver
scheidene ouders, wier kinderen gedurende
geruim en tijd in het gebouw der St.-Josephs-
gozellenveroenigiDg kosteloos die leermethode
volgden, zich verbaasden over de snelle vorde
ringen daardoor gemaakt. In den laatstou tijd
wordt de zeereerw. heer De Sonnaville in
verscheidene plaatsen van ons land uitgenoo-
digd by conferentie zyn systeem te verklaren.
Te Oegstgeest is in den ouderdom van
82 jaren overleden de oudstryder P. Lagas,
drager van het Motalen Kruis.
De kohieren der grondbelasting op de
gebouwde en ongebouwde eigendommen der
kadastrale gemeenten Wou brugge en Hoog-
mado, over het dienstjaar 1894, invorderbaar
verklaard op den 13/17 Januari 1894, zyn aan
den betrokken Ryksontvanger ter invordering
ter hand gesteld, en is ieder daarop voor
komende belastingschuldige verplicht, zynen
aanslag, op den by de wet bepaalden voet te
voldoen.
Te Woubrugge zal op Woensdag, den
24 Januari a. s., des namiddags te éón uur, de
gelegenheid zyn opengesteld tot kostelooze
inenting en herinenting van de ingezetenen,
die zich daartoe ten Raad huize aldaar zullen
aanmelden; terwyi dezelfde kunstbewerking
zal verricht worden in het daarvoor gebruike-
lyke schoollokaal to Hoogmade, op Donderdag
25 Januari d. a. v., eveneens 's namiddags te
1 uur.
By de op 17 Januari jl. te Alfen gehou-
don aanbesteding door de gemeente van het
maken van eon brandspuithui3 van hout. op
steonen voet was de hoogste inschryver de
heer W. Niekerk, te Aarlanderveen, voor 207,
de laagste de heer Ph. Stapper, te Alfen,
▼oor ƒ168.
Zaterdag is t9 's-Gravenhago overleden de
gep. luit. kol. van het wapen der cavalerie
R. A L. Pelerin. Hy stond verscheidene jaren
als voorzittor aan hei hoofd van de Konink
lijke Vereeniging van gepensionneerde offi
eieren van het Nederlandscho leger en werd
by zyn aftreden tot Eere-voorzitter van dat
fonds benoemd.
Hy was den 21sten Februari 1813 te Maas
tricht geboren en trad in 1828 als vrywilli
ger in dienst by het toenmalig 2de bataljon
veld-artillerie.
Tydens den Belgischen opstand maakte de
overledene in 1830, als korporaal, deei uit
van do bezetting van Maastricht, en nam in
'31 ai» sergeant deei aan dén Tieudaagschen
Veldtocht, om daarna ingedeeld le worden by
hei mobiele leger.
Hel. ridderkruis der Luxemburgschs Orde
van do Sikekroou, het Motalen Kruis en het
onderscheidingsteeken voor langdurigen Neder-
laucsehen dienst als officier versierden zyne
borst.
Do Koningin-Regentes is als bescherm
vrouw opgetreden van het 6de internationaal
congres voor binnenlandsche scheepvaart, dat
van 22 to/. 28 Juli a. s. te 's Gravenhage zal
worden gehouden.
2'e ministers van waterstaat, van binnen
landsche zakeu en vau buitenlandsche zaken
hebben zich bereid verklaard het eerevoorzit-
torschap te aanvaarden van het te vormen
bescherraingscomité.
Ter voorbereiding van do heffing der
bedrijfsbelasting moeten dezer dagen door de
rykaontvangers opgaven worden verstrekt o. a.
betrekkelyk de personen die een beroep,
am lit, waardigheid, bediening of betrekking
uitoefenen of bekleoden, vry voor het patent
recht, maar onderworpen aan de bepalingen
der wet op de bedryfs- en andere inkomsten,
alsmede de personen die wachtgeld of pen
sioen genieten. Tevens zyn gegevens inge
zameld nopens commanditaire vennootschappen
op aandeelen, coöperatieve of andere vereeni-
gingen en onderlinge verzekeringmaatschap
pyen, als bedoeld in art. 1, letter 5, van
gemelde wet.
Eere-voorzitter van de aanstaande Bak-
kery tentoonstolling is mr. G. Van Tienhoven,
minister van buitenlandsche zaken, die do
hem aangeboden waardigheid aanvaard heeft.
Aan dr. J. Berlage is op verzoek eervol
ontslag verleend als leeraar aan het gymna
sium te Delft.
De Prins-Hendrik-stichting te Egmond
aan Zee, die tot eenig erfgenaam is benoemd
van een onlangs te Zandvoort overleden oud-
Amsterdammer, heeft de erfenis, wegens
daaraan verbonden voorwaarden, slechts onder
bentfice van inventaris aanvaard.
Het aangekondigde wetsontwerp tot wyzi-
ging van enkele artikelen van de wet op de
personeele belasting en het daarmede in ver
band staande ontwerp tot wyziging van de
successiewet, zyn door den minister van finan
ciën thans by de Tweede Kamer aanhangig
gemaakt. Deze ontwerpen, weike nog niet iu
druk zyn rondgedeeld, hebben de strekking,
wat het eerste betreft, in hoofdzaak om per
sonen, die woningen van betrekkelyk geringe
huurwaarde bewonen, vermindering van be
lasting toe te kennen naar gelang van het
aantal kinderen, welko remissie in sommige
gevallen klimt tot 60 pet. Het daaruit voor
de schatkist voortvloeiende verlies wenscht de
Regeering te dekken (en daartoe strekt het
tweede ontwerp) door verhooging van het
successierecht by verervingen in de zyiinie.
De minister maakt van deze gelegenheid
gebruik om do bestaande successiewet nog in
enkele opzichten te wyzigen.
Naar wy uit goede bron vernemen, wordt
het academiegebouw te Utrecht niet vóór de
paasch-vacantie ingewyd. Waarschyniyk zal
die plechtigheid eerst met den aanvang van
den nieuwen cursus plaats hebbeniets zekers
moet daaromtrent nog niet bekend zyn. Vad.)
Het hoofdbestuur der Hollandsche Maat-
schappy van Landbouw heeft benoemd tot
tweeden-voorzitter dor Maatschappy den heer
P. B. J. Ferf, te 's Gravenhage, en aan den
heer T. J. Swierstra, op zyn verzoek, om reden
van ongesteldheid, eervol ontslag verleondals
zuivelconsulent.
De te Groningen tot arts bevorderde
cand.-arts H L. Roelfsema is bestemd voor
off. van gez. by het Oost-Indisch leger.
Volgens de „N. R. Crt." is by het depar
tement van financiën een nieuw formulier-
aangifte-biljet voor de vermogensbelasting in
bewerking.
De Staatscourant van 21/22 dezer bevat
het plan oer 345ste Nederlandsche Staatslotery.
De collecte begint 14 Febr. en wordt gesloten
4 Mei a. s. Do trekking neemt een aanvang
op 12 Maart en eindigt 2 Juni a. s.
De directeur generaal der posterijen en
telegraphie maakt bekend, dat de directie
van hot postkantoor te Kampen vacant is.
Traktement ƒ2100, benevens vrye woniDg.
Sollicitatiën moeten uiteriyk 3 Februari a. 8.
zyn ingezonden.
Ten einde de wet op het lager onderwys
na te gaan en daarop do noodige wyzigingen
to formuleeron, is door het hoofdbestuur der
„Vereeniging van christelyke onderwyzers in
Nederland" eene commiesio benoemd, welke
bestaat uit de heeren H. By le veld, directeur
der Kweekschool voor christelyke onderwyzers
te Amsterdam, R. Husen en W. Jansen,
hoofden van byzondere scholen te Utrecht.
Daar deze commissie het recht had zich
met 2 leden uit üe Vereeniging te versterken,
heeft zy nog benoemd de heeren E. Nyland,
hoofd der lie Marnlxschool te Utrecht en J. D.
De Visser Smits, te 's-Gravenhage.
Het stoomschip „Gelderland" arriveerde
18 Januari van Amsterdam te Hamburg;
de „Prins Willem II", van Amsterdam naar
Suriname, passeerde 19 Jan. Punta del Gade;
de „Prins Willem III" van West-Indiö naar
Amsterdam, arriveerde 19 Jan. te H&vre; de
„Ardjoeno", vaD Batavia naar Rotterdam, pas
seerde 18 Jan. Sagresde Deucalion," van
Amsterdam via Liverpool naar Java, passeerde
19 Jan. Gibraltar; de „Bromo" vertrok 20 Jan.
van Rotterdam naar Batavia; de „Anchises",
van Amsterdam naar Java, arriveerde voor 20
Jan. te Singapore; de Kaiser", van Hamburg
en Amsterdam naar Oost Afrika, arriveerde 19
Jan. te Napels; de „Kanzier", van Durban
naar Hamburg, passeerde 20 Jan. Ouessant.
By koninklyk besluit is eene commissie
ingesteld tot het houden van een vergelykend
onderzoek van candidaten dingende naar het
getuigschrift van voldoend afgelegd examen
voor opzichter van 's Ryks waterstaat, be
staande uit de heeren:
I. M F. Wellan, inspecteur van den Ryks-
waterstaat, tevens voorzitter; H. E. De Bruyn,
hoofdingeneur lste kl. van den Rijkswater
staat te 'a-Gravenhage; E. R. Van Nes van
Meerkerk, ingenieur lste ki. van den Rijks
waterstaat te id.; W. C. Metzelaar,ingenieur
architect voor de gevangenissen en rechts-
gebouwen te id.; K. E. Van Rysioge, hoofd
eener openbare school te id., en jhr. F. L.
Ortt, ingenieur 3de kl. van den Ryks waterstaat
te Brii-lle.
Aan den heer J. Van Nouhuys op verzoek
eervol ontslag verleend als ontvanger der
registratie van burgerlijke akten te 's-Graven-
hage, met behoud van aanspraak op pensioen,
onder dankbetuiging voor de gedurende ruim
52 jaren bewezen diensten.
Onverklaarbaar.
Door den heer D. H. Meyer Jr., gewezen
leeraar in de Engelscbe taal en letterkunde
en aardrykskunde aan de Koninklyke Mili
taire Academie, is aan de Tweede Kamer een
adres verzonden, waarin hy zich beklaagt
over de behandeling, ondervonden van den
minister van oorlog.
Na te hebben medegedeeld hoe hy inder
tijd werd overgehaald tot het aanvaarden der
betrekking vau tydelljk leeraar r.an de K. M. A
door de belofte van het toenmalig bestuur
der Academie, dat hy na één jaar dienst
definitief zou worden benoemd, schetst de
heer Meyer hoe hy van jaar tot jaar tydelyk
werd herbenoemd, en hoe men hem, wanneer
by onder protest die herbenoeming aanvaardde,
nieuwe belolten deed, totdat eindeiyk de
Cadettenschool in werking trad, tot welk feit
men vroeger zyno definitieve benoeming had
verschoven.
En nu werd tot adressant in December 11.
opnieuw de vraag gericht, of hy zich eeno
tydelyke herbenoeming zou laten welgevallen!
De heer Meyer heeft daarop ontkennend
geantwoord, doch hy deed tevens alles wat
in zyn vermogen was om den minister zyn
goed recht op definitieve benoeming te be-
wyzen. Tevergeefs.
Aan het slot van zyn adres zegt de heer
Meyer
„dat hy om deze reden de vryheid neemt
aan uw college de vraag voor te leggen of
het uw wil is, dat een ambtenaar, die volgens
getuigenis van drie achtereenvolgende besturen
aer K. M. A. steeds trouw zyn plicht heeft
vervuld, op wiens werk nooit de minste aan
merking Ï6 gemaakt, die integendeel berhaalde-
lyk blyken van tevredenheid heeft ontvangen,
op deze wyze wordt behandeld-
„of het uw wil is, dat zulk een ambtenaar
de dupe wordt van het vertrouwen, dat hy
van den beginne af in zyne chefs heeft ge
steld en van de onverzettelijkheid van hooger
geplaatste ambtenaren, die geen oor schynen
te hebben voor de eischen van biilykheid en
rechtvaardigheid
„en dat hy tot de Tweede Kamer der
Staten Generaal het beleefd maar dringend
verzoek richt een zoodanig besluit te nemen,
dat de handeling van den Minister van Oorlog
wordt te niet gedaan.
Eet Vaderlandvan dit adres melding
makende, deelt mode, dat de heer Meyer
sociaal-democratische gevoelens is toegedaaD,
maar ook, dat hij by zyn onderwys daarvan
volstrekt niets laat merken. Het blad meent,
dat er geen enkele reden is, om zoo iemand
by het militair onderwys niet werkzaam te
laten.
Meer licht is zeker gewenscht.
Iets over Influenza, voor leeken.
De epidemie, die in vroeger eeuwen een
zoo schromeiyk groot aantal slachtoffers
maakte, is weer, ofschoon in minder hevige
mate, tot ons genaderd.
Men kan de ziekte nu wel niet moorddadig
noemen, maar het aantal aangetasten en doo-
den is toch vry groot. Jammer dat men in de
kennis der ziekte nog niet ver gevorderd is,
en de behandeling zich in de eerste plaats
bepaalt tot de hygiëne.
En dewyi de hygiëne het grootste aandeel
heeft in de behandeling, adresseer ik me juist
aan u, damesdie de voorschriften van uwen
geneesheer moet uitvoeren.
Ik zei zoo even, dat odzo kennis der ziekte
nog wel wat te wenschen overlaat, doch er
zyn toch enkele feiten, die ons bekeüd zyn
en waar we rekeniug mee moeten houden.
Vooreerst weten we dat influenza is een
infectieziekte, d. i. eene ziekte die door smet
stof wordt veroorzaakt, en ten tweede, dat de
ziekte zeer besmettelijk is, dus overgaat van
mensch op mensch.
Als nu de eene zieke den anderen kan be
smetten, dan is het de vraag, langs welken
weg heeft dit plaats?
Mevrouw! ik kan u hier alleen op ant
woorden, dat de uitademing, de transpiratie
en alle uitwerpselen, b. v. opgehoeste stoffen»
in verdenking staan.
In weinig woorden zou men dus kunnen
zeggen„voert verbruikte luc.ht af, verwydert
alle uitwerpselen en voert versche, reine lucht
aan in ruime hoeveelheid.
En het is juist over de luchtverversching,
dat ik met u, mevrouw l een woordje spreken
wilde.
Maar doctor! men kan toch zyn zieken
niet in den tocht leggen?
Mevrouw! als ik kiezen moot tusschen
tocht en een vergiftigde atmospheer, dan zeg
ik: laat de wind er maar doorheen waaien!
Maar als men met verstand te werk gaat,
dan plaatst men op een meter afstand van
het geopend raam een kamerschut, en als
de temperatuur te laag is, stookt men tevens
frisch op, naar omstandigheden. Hoofdzaak
is do smetstof en zy hangt in geconcen-
treerden toestand vooral boven het helaas!
met gordynen omgeven ledikant te ver
dunnen en te verwyderen, eerstens in het
belang van den zieke, die hoe langer hoe
meer vergiftigd wordt door de smetstof welke
by zelf produceert, en ten tweede in 't be
lang der huisgenooten en verzorgers, die men
noodeloos ik zou haast zeggen geweten
loos! aan een groot gevaar blootstelt.
Mevrouw I ik zou u kunnen verhalen van
twee families, die door eene hevige epidemie
bezocht werden. De eene werd tochtvry be
handeld van de vjjf lyders stierven er drie
de andere lamenteerde over de dag en nacht
geopende ramen doch allen bleven behou
den. Ik herhaal dus, mevrouw! zorg voor
luchtverversching, zooals uw geneesheer het
u aanraadt, en bedrieg hem niet, door de ven
sters weer te sluiten, zoodra hy de hielen ge
keerd heeft, want, waariyk, niet hij is do
bedrogenel
Utrecht. Dr. J. A. F.
KOL OIV IE IV.
BATAVIA, 20-22 December 1893.
(„Deli-Courant" tot 23 Dec.)
(Engelscbe Mail.)
Aan do „Java-Bode" wordt uit Macasser
van 21 December geseind:
Gisteren in den namiddag zyn do overste
Riesz, de andere officieren en de troepen mot
de „Zwaan" van Pangkadjene teruggekomen.
De gouverneur is daar gobleven. De kwaad
willigen hebben hunne kampongs verlaten en
zyn naar eene onioegankeiyke rotsachtige
streek gevlucht.
Genoemde courant teekent hierby aan: Uit
den terugkeer der troepen van Pangkadjene
valt op te maken dat de gouverneur van
Celebes do kwaadwilligen niet denkt te ver
volgen, of dat hy de aanwezige troepen daar
toe voldoende acht.
In de „Atjehsche Ct." van 9 Dec. leest
men: Door de inname van Anagaloëngis onze
oude vriend Toekoe Bait, die do VII moekims
tegen ons heeft opgeruid, tot andero gedach
ten gekomen. Die afvallige heeft eergisteren
te Lauibaroe zich by den adsistent resident,
die zich aldaar bevond, laten aandienen. Hem
werd toen in tegenwoordigheid van Toekoe
Djohan, onze Panglima Prang Bozar, aange
zegd, dat hij op den volgenden dag (8 dezer)
eene borgstelling van 4000 dollars te storten
heeft en by gebreke daarvan aan Toekoe Djohan
zal worden opgedragen verder in de VII moe
kims te trekken. Gisteren verschoen hy met
zyne Imams te Anagaloeng voor den adsistent-
resident van Groot Atjeh en daar hy do be
dongen som niet by zich had gaf by een
grooten diamant, die hy altyd op zyn hoofd
doek droeg, als pand voor die som. Die borg
stelling zal hem worden teruggegeven wan
neer gedurende één jaar do VII moekims zich
rustig houdt en de kwaadwilligen in zyn
gebied zich niet meer vertoonen.
Door den genomen politieken maatregel is
het tnans in Groot-At jeh ruatig. Hoeloe balangs
en Panglima's bey verden zich om de kwaad
willigen overal le weren; zelfs het beruchte
bendehoofd Nja Makam, die zich te Lamga
ophoudt, doet stappen om zich in genade te
doen aannemen om daarna eene aanstelling
te verzoeken als Panglima Prang van de
compagnie. Wy gaan goed vooruit tn de rich
ting der pacificatie.
Uit A jeh.
Aan eene particuliere correspondentie der
„Deli Courant" uit Kotta-Radja van 10 Decem
ber 1893 is het volgende ontleend
De oorlog tegen de kwaadwilligen in de
XXII moekims is thans gestaakt.
Van uit Anagaloeng wappert thans weder
Neerlands driekleur.
By de inneming of verovering van deze
sterke stolling hebben èn de vyand èn Oemar's
benden vele verliezen geleden; de vyand na-
tuuriyk moer, daar onze granaten daar is
men niet zuinig mode geweest in en om
Anagaloeng dood en verderf hebben verspreid.
Oemar heeft als Panglima Prang Besaar
wel zyn best gedaan en is thans ziek. De
vermoeienissen van de laatste dagen hebben
hem duchtig aangepakt; de man ligt met de
koorts te Lampisang.
Van eenige oude invloedryke Atjehers ver
nam ik, dat de genomen politieke maatregel,
om Oemar in genade aan te nemen, niet alleen
zeer goed is voor dit gewest, maar ook voor
de Oostkust.
Volgens die invloedryke vrienden zou T.
Oemar, als hy niet in genade was aangenomen,
zich hebben aangesloten by Nja Makam, om
èn Tamiang èn Langkat af to loopen. Door
zyne begenadiging en indienststelling als onze
Panglima Prang Besaar is hy in onmin ge
raakt mot Nja Makam en is dus het gevaar
voor Sumatra's Oostkust geheel geweken.
Een vriend van Toekoe Oemar, die laatst
hier van Kwala Ongah (Atjesch Westkust)
aankwam, Toekoe Moeda Selimoen genaamd,
en die van hier naar Kroong Raya is ver
trokken om den Badal van Panglima Polim,
Toekoe Moeda Soleiman, over politieke aan
gelegenheden te spreken, heeft van daar be
richt gezonden dat de jeugdige Polim eerst
daags de reis naar Kotta Radja zal onder
nemen, over Kroong Raya, om zyno opwach
ting te maken by den gouverneur alhior.
Heden zal een bevolkingspatrouille, sterk
100 man, uit L an gaar en Madjapahit, onder
de bevelen van Habib Rayoet van laatstgo
noemde plaats on T. Tjihik, van Langsar,
waarby onze zendeling Mat Said en een spion
uit Edi zich hebben aangesloten, naar Boekit
Mesdjid, de verblyfplaats van Kedjooroean
Karang en zyn zoon, uitrukken, ten einde
die belhamels dood of levend in handen te
krygen. Om na te gaan dat doze onderneming
goed wordt geleid, zal een controleur zich te
Langsar vestigen in het paleis van den vorst
aldaar, T. Tjihik.
Op de Noordkust is het rustig.
In het landschap Tjoendah heeft het vorstje
Toekoe Tjihik geabdiceerd, ten behoevo van
zyn zoon Toekoe Djohan. De nieuwe Radja
zal eerstdaags zyne opwachting maken ten
hove alhier.
Door het overiydon van Potjoet Maligoi,
de moeder van Toekoe Tjihik van Samalangan,
heeft de Toekoe, die destyds als bondgenoot
van Toekoe Neq veel heeft bygedragen om
de kwaadwilligen uit de XXVI moekims te
verjagen, vergunning gevraagd aan het bestuur
alhier om met Toekoe Neq naar zyn land
terug to keeron, om don boedel zyner over
leden moeder te aanvaarden. Hy is thans
van het oorlogeterrein derwaarts vertrokken,
doch zal spoedig hier terugkeoren.
Het verdryven van kwaadwilligen schynt
aanstekeiyk te zyn; zelfs aan de Noordkust
laat men die lui niet met rust. De hoofden
van de Hl moekims Gigien, Aer Leboe on
Pedir hebben zich nu verbonden om die roovers
uit Pakan Baroe en Pakan Soth te verdryven
en hebben hiervan aan het bestuur kennis
gegeven en verzocht die landstreken na verdry-
ving der kwaadwilligen, te mogen annexoeren.
De hoofden aldaar schynen in onmin televen
met Bintara Kembangaü, een der onderworpen,
hoofden van de federatie Gigien, want zooals
ik van den Sjahbander van Gigien vernam,
hebben die hoofden verzocht om Bintara Kern
bangan geen licentie te geven tot vryen in-
en uitvoer.
Door de tochten van T. Oemar en het edole
driemanschap T. Neq, T. Tjoet Toenkoep en
T. Nja Banta in de* XXV en XXVI moa-
kiras zyn slechts weinig sawahs in die moe
kims bebouwd, waardoor de oogst zeer schraal
zal zijn. Het bestuur acht zich dan ook ver
plicht om de bevolking hierin tegern te
komen en in hun levensonderhoud te voor
zien. Er zullen door die moekimsbewoners
aldaar goede wegen worden aangelegd, waar
voor zy ryst in natura zullen ontvangen, als
betaling voor hun arbeid aan de wegen.
De bevolking van de XIII moekims is
teruggekeerd in hare gehavende kampongs en