H°. 104U4.
Maandag 33 Januari.
A0. 1894.
<§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Kikeriki.
Amsterdaaisclic of Midden-Enropeesche
tijd?
Feuilleton.
HET SLOT ELKRATH.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Yoor Leiden per 3 maanden
Franco per post
Afzonderlijke Nommors
f 1.10.
"i» 1-40.
0.05.
PRIJS DER AD VERTENTIEN
Van 1 6 regels f 1.06. Iedere regel moer f 0.17J. Grootore
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt ƒ0.05 berekend.
Eerste Blad.
Aan do Abonné's daarop, wordt bjj dit
Hommer veraonden No. 18 van Kikeriki
Naar wy vernemen, is door Mr. Fockema
Andre® het volgende schrijven aan den Ge
meenteraad gericht.
De ondergeteekende kan zich niet veroenigen
met het voorstel van B. en Ws. om tot de
Tweede Kamer een adres te richten ten gunste
van invoering van den Midden-Europeeschen
tyd in Nederland. Hy heeft hierom de eer den
Gemeenteraad voor te stellen, zich tot de
Tweede Kamer te wenden met een adres
van tegenovergestelde strekking en aldus
luidende
„De Gemeenteraad van Leiden heeft met
„belangstelling kennis genomen van de door
„den heer Beelaerts van Blokland en zes
„andere leden van Uwe Vergadering in de
„zitting van 20 December jl. ingediende
„motie, luidende:
De Kamervan oordeeldat ecne wette-
„lijke voorziening tot aansluiting van Neder-
„land bij den Midden-Europeeschen tijd wen-
„schelijk is, gaat over tot de orde van
den dag."
„De Gemeenteraad kan zich niet vereeni
„gen met de gronden, aangevoerd voor de
„invoering van den Midden-Europeeschen
„tyd in Nederland en zou deze bedenkeiyk
„achten. Hij geeft daarom Uwe Vergadering
„beleefd in overweging:
„a. de voorgestelde motie te verwerpen;
bh3ren invloed aan te wenden, om
„het hierheen te leiden, dat in Nederland
„als officiöele tyd worde aangenomen die
"„van Amsterdam, en dat de Spoorweg-
„maatschappyen worden genoopt zich
„daargelaten haar inwendige dienst in
„hare betrekkingen tot het pubhek naar
„dezen tyd te richten."
„De Gemeenteraad voorn., enz.
De ondergeteekende heeft voor dit voorstel
de volgende gronden.
Voordat de Spoorwegmaatschappyen ook in
hot verkeer met het publiek den tyd van
Greenwich hadden aangenomen, dacht niemand
or aan, in Nederland oen tyd in te voeren,
die van den werkelyken tyd aanmerkeiyk ver
schilde. Vóór dien tyd kwam het niemand in
de gedachte, onze klokken te regelen naar
die van Görlitz, liever dan naar die van
Amsterdam
Trouwens, de grond, biervoor thans door
sommigen aangevoerd, dat het wenschelyk is
onzen dag vroeger te beginnen en vroeger te
eindigen, is, op zyn zachtst uitgedrukt, zeer
zwak.
Die wenschelykheid op zichzelve wil ik
daarlaten, maar een volk zou zichzelf een ge
tuigschrift van volkomen gemis aan geest
kracht uitreiken, wanneer het overtuigd van
de wenschelykheid om zyn dag vroeger te
beginnen om daartoe te geraken een zoo
plomp middel noodig had als het verzetten
van de klok. Er is waariyk in Nederland nog
geestkracht genoeg om zulk naïef zelfbedrog
overbodig te maken. "Wie zou er aan denken,
het drankgebruik te beperken, door verkleining
van de vochtmatenen toch, dit zou een
maatregel zyn, die geheel op gelyke lyn stond
met het verzetten der klokken om tot vroeg
opstaan te nopen.
Ging men nu tot regeling van den offlciöelen
tyd in den aangegeven zin over, het zou in
tweeërlei opzichten bedenkeiyk zyn.
Vooreerst omdat de Staat, dit doende ten
dienste van het publiek, zou bukken voor
oen paar Spoorwegmaatschappyen, in plaats
van deze voor zich te doen bukkeneene
averechtsche verhouding, te bedenkeiyker,
omdat de Nederlandsche Spoorwegmaatschap
pyen weder handelen onder den invloed eerier
Vereeniging, waarin zy eene kleine minder
heid vormen. Het maakt geen verschil, dat
de Spoorwegmaatschappyen aanvankelyk niet
den Midden Europeesehen, maar den Green-
wichtyd hebben ingevoerd. Bereikte de motie
in de Tweede Kamer voorgesteld haar doel,
dan zou toch dit is onloochenbaar onder
den invloed dier maatschappijen Nederland
een tyd hebben aangenomen, met zyne ligging
niet in overeenstemming.
Is men eenmaal op dien weg, wie waar
borgt ons dan, dat op den eersten stap geen
tweede zal volgen, dat niet morgen die
maatschappyen door do inrichting harer tarieven
een zydelingschen invloed gaan oefenen op ons
muntstelsel, overmorgen op weer iets anders.
En ware nu nog van de invoering van
den Midden-Europeeschen tyd op zichzelf goed
gevolg te verwachten, men zou er zich mis
schien ware het ook noode by kunnen
neerleggenmaar dit is niet het geval Zy
zou er naar alle waarschynlykheid too leiden,
dat onze dag 20 minuten werd verlaat, niet
40 minuten vervroegd. Men regelt z|jne leef-
wyze en zyne werkzaamheden liefst op bet
uur, niet op het half uur of het kwartier-,
dit is in den laatsten tyd by herha.ing be
toogd, en aangevoerd als grond tegen invoe
ring van den tyd van Greenwich. Worden
do klokken van 9 uren op 8.40 gezet, dan
zal voortaan zoo redeneerde men met
de werkzaamheden, die vroeger om 9 uren
(A. tyd) aanvingen, niet worden begonnen
om 8 80 (Gr. tyd), maar om 9 uren (Gr. tyd),
dus 20 minuten later dan vóór het verzetten
der klok; want op halve uren wil men
niet leven.
Welnu, is dit laatste juist en ik betwist
bet niet dan zal de rekening naar Midden-
Europeeschen tyd ons eveneens voeren in
verkeerde richting. Er zyn stellig een aantal
personen, die zonder bezwaar, wat henzelven
betreft, hunne werkzaamheden 40 minuten
zoud-m kunnen vervroegen, maar een veel
grooter aantal, die reeds thans met of zelfs
vóór het krieken van den dag aan den arbeid
gaan, landbouwers, handwerkslieden, dienst
boden e. a. Hun werk'yd te vervroegen zou
onredelyk zoo al mogeiyk zyn. Zy zul
len dus in het vervolg bun arbeid met nomi
naai blyven aanvangen op hetzelfde uur. Die
vroeger begonnen om 6 uren (A. t.) zullen
het in het vervolg niet doen om 6 uren (M.
t. 5.20 A. t.). Evenmin (omdat men niet
by halve uren wil leven) om 6.30 (M. t. 6.50
A. t.), maar vermoedeiyk om 7 uren (M.
t. 6.20 A. t.)
Zoo zal het ook gaan met de scholen. Nie
mand zal toch gelooven, dat voortaan in de
steden en juist hier leeft men te laat
scholen zouden aanvangen des winters om
8.20 (A. t.), des zomers om 7.20 (A. t.) of ook
maar, dat bet begin der lessen op de scholen
zomer en winter om 9 uren (M. t.) 8.20 (A. t
regel zou worden. Ook de meeste schooltyden,
bureautyden, winkeltijden zouden weldra een
uur id. i. reëel 20 minuten) worden verlaat
en daardoor zou spoedig het geheele huiseiyke
leven 20 minuten worden verschoven in de
verkeerde richting.
Van de invoering van den Midden Europee-
scheo tyd is dus eer kwaad dan goed te wach
ten, en liever dan hierop aan te dringen, moet
men trachten te bewerken, dat de Spoorweg
maatschappyen in hare betrekkingen tot het
publiek tot den J.msterdamschen tyd terug-
koeren.
Eet lid van den Gemeenteraad
Fockkma Andrew.
Leiden, 19 Januari 1894.
Leiden, 20 Januari.
De minister van binnenlandsche zaken
heeft bekend gemaakt dat voor de examens
ter verkryging van akten van bekwaamheid
voor huis- en schoolonderwys in de nuttige
en in do fraaie handwerken voor meisjes
voor het jaar 1894, welke zullen aanvangen
op 14 Februari a. s.
voor de nuttige handwerken: te Breda,
's-Gravenhage, Utrecht en Leeuwarden;
en voor de fraaie handwerkente Breda,
's Gravenhage en Leeuwarden;
benoemd zyn te 's Gravenhage:
a. tot lid en voorzitter der commissie voor
de nuttige handwerken J. C. Fabius, inspec
teur van het lager onderwys in de tweede
inspectie;
tot leden, de dames: J. A. J. Testas te
Amsterdam; S. Kleyn, geb. Van Lier; C. J.
Van den Ende, onderwyzeres in vrouweiyke
handwerken; J. G. Gravelotte, geb. Pontier,
ondrwyzeres aan de ryksnormaallessen;
allen te 's Gravenhage;
tot plaatsvervanger van den voorzitter: F.
J. Poutsma, schoolopziener in het district
Haarlem
tot plaatsvervangende leden, de dames: G.
Van Eyk, geboren Hardeman, te 's-Graven
hage; A. M. Van der Velden, onderwyzeres
aan de leerschool, verbonden aan de ryks-
kweekschool voor onderwyzers en onderwyze-
re8sen te Amsterdam;
b. tot lid en voorzitter der commissie voor
de fraaie handwerken mr. A. M. De Cock,
schoolopziener in het district Rotterdam;
tot leden, de dames: J. S. Beydals, direc
trice der industrieschool voor meisjes te 's Gra
venhage; Johanna W. A. Naber, te Amster
dam; J. Van der Kaay, leerares aan de
industrieschool voor meisjes te Rotterdam;
tot plaatsvervanger van den voorzitter, W
Van Marken, schoolopziener in het district
's-Gravenhage;
tot plaatsvervangende leden, do dames: A.
M. Van der Velden, onderwyzeres aan de leer
school, verbonden aan de kweekschool voor
onderwyzers en onderwyzeressen te Am
sterdam; J. Schutt, te 's-Gravenhage, leerares
aan de hoogere burgerschool voor meisjes te
Leiden.
De „St. Ct." geeft de volgende opgaaf
van het aantal bezoekers der musea en monu
menten in 1893Het Koninkiyk kabinet van
schilderyen, te 's-Gravenhage, door 34151 per
sonen het museum Meormanno Westreenianum
door 26; het Konii.kiyk Penningkabinet door
259; bet Rijksmuseum te Amsterdam door
249348; het Ryksmuseum van Oudheden, te
Leiden door 6017; het Ryka-Etnographisch
museum door 826; het Rykskabinet van
prenten en pleisterbeelden, idem, door 144;
de historische zaal in het Prinsenhof te Delft
door 7501de gevangenpoort te 's Gravenhage
door 27925; het Muiderslot door 2640; de
ruïne van Brederode door 11800; het monu
ment te Heiligerlee door 4057.
De bevolking der gemoente Warmond
bestond op 31 December 1892 uit 1464 zielen,
t. w.781 mannen en 683 vrouwen. In den
loop van hot jaar 1893 vestigden zich aldaar
met getuigschrift van woonplaats verandering
75 m. en 60 vr., tezamen 135 personen ver
trokken zyn met getuigschrift van woonplaats-
verandering 58 m. en 67 vr., te zamen 125
personen. Geboren werden 41 kinderen, waar
van 24 van het manneiyk en 17 van het
vrouweiyk geslacht. Overleden zyn 18 perso
nen, waarvan 12 m. en 6 vr. Er werden 9
huwelykon gesloten, zoodat in het afgeloopen
jaar de bevolking vermeerderd is met 33 zielen,
zynde 29 cd. en 4 vr. Alzoo bestond de be
volking op 31 December 1893 uit 1497 zielen,
waarvan 810 m. en 687 vr.
De directeur van het Bureau voor den
industriëelen eigendom brengt ter kennis van
belanghebbenden, dat by genoemd Bureau
tegen vooruitbetaling van den prys van 10
cents per exemplaar, algemeen verkrygbaar
is gesteld No. 12 van het by voegsel „Les
marques internationales" tot het „Journal"
van het International Bureau te Bern, waarin
de aankondigingen zyn opgenomen van dein
de maand December 1893 internationaal in
geschreven fabrieks- en handelsmerken.
Vroegere nommers van dat byvoegsel zyn
alsnog tegen dezelfden prys by het Bureau
verkrygbaar.
Abonnementen voor een geheelen jaargang,
zoowel voor dien van 1893 als voor den jaar
gang 1894, worden aldaar aangenomen tegen
vooruitbetaling van een bedrag van éón
gulden, by voorkeur door middel van een
postwissel. {St.-Ct.)
Met groot leedwezen zal vernomen wor
den, dat op 58 jarigen leeftyd te Schiedam
overleden ia d6. F. Haverschmidt.
Als wy den naam Haverschmidt noemen,
dringt zich by ieder op het pseudoniem van
„Piet Paalijens," waaronder hy zich eene eenige
plaats in de vaderlandsche letterkunde heeft
verworven. Zyn „Snikken en grimlachjes", in
zyn studententijd te Leiden gedicht, hebben
hem eene populariteit doen verwerven, die zich
tot hot einde z(jns levens heeft staande ge
houden. Want wat hy later schreef ver
spreide opstellen, later onder den titel „Familie
en kennissen" byeengebracht heeft nooit
de herinnering aan de geestige verzen van
Piet Paaltjens kunnen doen verbleeken. Maar
Haverschmidt muntte niet enkel als letterkun
dige uit, ook als predikant heeft hy zich een
schoonen naam verworven. Na korten tyd te
Foudgum en te Helder het predikambt te hebben
vervuld, volgde hy in 1864 het beroep naar
Schiedam en daar heeft hy tot zyn dood
onvermoeid gearbeid, woekerend met zyne
groote gaven, steunend en helpend zooveel in
zyn vermogen was.
Een talentvol mad en een edel mensch daalt
met Francois Haverschmidt ten grave.
De minister van binn. zaken brengt voor-
loopig ter kennis van belanghebbendenlo.
dat in 1894 tweemaal gelegenheid zal worden
gegeven tot het afleggen van het examen, ter
verkryging der akte van bekwaamheid als
onderwyzer of onderwijzeres, en dat dit examen
voor de eerste maal in dit jaar zal aanvangen
op 3 April a. s. en voor de tweede maal op
nader te bepalen dag in October; 2o. dat in
1894 éénmaal gelegenheid zal worden gegeven
tot het afleggen van examen voor huis en
schoolonderwys in de gymnastiek en dit examen
op een nader te bepalen dag in October zal
aanvangen.
Het tydstip waarop en de autoriteiten by
wie zy, die zich aan deze examens wenschen
te onderwerpen, zich daartoe zullen behooren
aan te melden, zullen nader, overeenkomstig
de voor deze examens bestaande voorschriften,
worden bekend gemaakt.
De by het 4de reg. inf. benoemde kapt.
P. A. Spaan is bestemd voor het 3de bat.
van dat corps te Haarlem.
De officier van gezondheid lste kl. by
de zeemacht dr. P. Broekhof!, gedetacheerd
te Rotterdam en belast met den maritiemen
geneeskundigen dienst aldaar, wordt met den
16den Febr. a. s. op non-act. gesteld en ver
vangen door den officier van gezondheid lste
kl. K. A. E. Seipgens.
By koninkiyk besluit is mr. A. J. baron
Van Nagell benoemd tot watergraaf van het
waterschap van de Berkel, provincie Gel
derland.
Mot ingang van 1 Febr. benoemd tot direc
teur van het post- en telegraafkantoor te
Egmond M. W. Van Bommel, thans in gelyke
betrekking te Hattem.
A. W. Van Buuren benoemd tot burge
meester der gemeente Brouwershaven.
Pensioen verleend aan de weduwen van:
J. A. Vernooy, brievenbesteller, /65;L. Lam-
merts, ryks-veldw., 87; G. v. d. Brink,
brievengaarder, f 50; het kind van wyien den
postbode Ch. Segers, f 23; A. Kabelaar, op
zichter over de modelkamer van het centraal-
magazyn van militaire kleeding en uitrusting,
f 400 's jaars.
door
GOLO RAIMUND.
69)
De brieven, welke gy ten mynen voor-
deelo aan myn grootvader geschreven
hebt, zyn eerst met de overige nalatenschap,
en wel als voor my van de meeste waarde,
in myne handen gekomen, en zoo eenige
jnmuten geleden de kalmte en bedaardheid,
die den koopman onder zyne zaken nooit
tnogen begeven, my in den steek lieten,
schrijf ik dit toe aan de vreugde nog een
mensch op aarde te vinden, die voor my en
myne ouders met goedheid is opgetreden."
„Wel, myn beste, jonge vriend, gy bereidt
my daar werkeiyk eene groote vreugde 1
Weet gy wel dat ik dikwyis naar u heb
omgezien na die nu ja, na die rampzalige
gebeurtenis Maar toen ook uw vader ge
storven was, trok de oude houtvester, uw
grootvader, die, neem my dit niet kwaiyk,
even eigenzinnig als graaf Stephan trotsch
was, zulk een scheidsmuur om u op, dat
zelfs een soldaat er geene bres in kon schieten.
#Haat en verachting aan de aristocraten,"
dat was zyn parool, boe die menschen ook
'tnochten heeten of met welken geest zy ook
mochten bezield zyn. Die man scheerde alleB
yrer één kam en zoo werd ik natuuriyk niet
'heter geacht dan de anderen. Daar Adalbert
bovendien zyn vaderiyk gezag, dat graaf
Stephan natuuriyk van de hand had gewezen,
aan hem overgedragen had, was er verder
niets aan te doen; hy liet zich doorniemand
raden en zoo hoorde ik op zekeren dag tot
myn spyt, dat hy met zyn dollen kop myn
petekind met zich naar Amerika had ge
nomen. Nu, de man had ook zware verliezen
geleden, wie weet, wat ikzelf in zulk
een geval gedaan hadl Ik moest dan ook
later zelf inzien, dat het niets gebaat zou
hebben, indien gy hier gebleven waart. Graaf
Stephan wilde van uwe geboorte en uwe
rechten niets weten en daarom was ik niet
weiDig verbaasd te hooren, dat hy zyn hoofd
ten slotte toch nog gebogen had."
WolfgaDg haalde de schouders op. „Dit
geoft ook my genoeg te denken, Uwe Excel
lentie, en daarenboven kan de erfenis my
niet vergoeden, wat hy my ontnomen heeft.
Wat ik ben, daarvoor heb ik alleen dank te
wyten aan myn grootvader van moederekant,
aan zyne trouw on liefde; wat my van graaf
Stephan ten deel viel, beschouw ik als louter
toeval, dat óf aan verzuim óf aan zwakheid
van geest moet worden toegeschreven."
De generaal lachte. „Zwakheid van geest
nu, men kan niet weten; het kan even zoo
goed het ontwaken van een beter, gezonder
gevoel geweest zyn en dat is geene zwakheid.
Myne belangstelling voor u dagteekent reeds
uit een zeer vroegen tyd, myn beste vriend,
toen ik nog, zooals gy u wel zult kunnen
voorstellen, een vlugge, levenslustige kerel
was, en op dit recht van verjaring grond Ik,
daar myne rechten van peet wel geheel ver
dwenen zullen zyD, myne aanspraken op u.
Vóór alles moet gy my echter zeggen, mot
wie ik deelen moet wellicht met vrouw
en kind?"
Een schaduw vloog over Wolfgangs op
geruimde trekken. „Neen, Excellentie, slechte
met een enkelen vriend; ik sta, sedert ook
myne grootouders in Amerika overleden zyn,
geheel alléón in do wereld."
„Nu, dan behoort gy te meer tot myn
huis", antwoordde de generaal. „Noem er do
proef eens van, of gy u daar thuis kunt ge
voelen, dat is myn oprechte wensch. Ik heb
uw vader gekend en uwe schoone moeder,
on", voegde hy er weekhartiger by, „ik heb
ze belden zeer liefgehad. Misschien kanik de
voorstelling voltooien, die uwe verbeelding
zich daarvan naar de aanschouwingen en
wyze van opvatting van don ouden Worlitz
gemaakt heeft. In elk geval zagen myne
oogen helderder en was ik minder bevooroor
deeld dan de houtvester, die in zyne droef
heid over het verlies zyner eenige dochter
uw vader wellicht niet altyd recht liet weder
varen. Kom dus dikwyis b<j my, Elkrath, en
niet alleen om uwent-, maar ook om mynent-
wege, want gy moet my do geheele geschie
denis uwer jeugd verhalen. Ik moet weten,
hoe en waar gy geleefd hebt, wat u hier ge
bracht heeft en wat gy van plan zyt. Gy
lacht gy denkt waarschynlyk weder aan
eene zwakheid van den ouderdom, die my
nieuwsgierig maakt, maar op myne eer, dat
is het niet; het is alleen uit vreugde, dat ik
u wedervind en wel in dezen toestand. Graaf
Stephan heefc een gewaagd spel gespeeld;
het had even goed anders kunDen uitvallen
en als gy thans zyn naam eer aandoet, dan
is het zyne schuld niet."
„Meendet ook gy, dat myne opvoeding ge
vaar liep of wel verwaarloosd zou worden,
omdat zy slechts aan een eenvoudig hout
vester was toevertrouwd?" vroeg Wolfgang,
terwyi de toon zyner stom minder vriendeiyk
scheen te klinken.
„De Hemel beware my; maar wanneer een
kind wordt opgevoed onder smart en tranon,
wanneer men het haat en verachting voor
zyne bloedverwanten inprent, het met mis
trouwen vervult tegen de menscheiyke maat-
schappy en met haat tegen onze wetten
myn lieve vriend, dan zaait men slecht zaad.
En dat niet dit zaad, maar de goede kiem,
die in u lag, is opgekomen, d&t is het, wat
my zoo verheugt. Wie zoo jong als gy eene
onafhaDkeiyke positie verkrygt, zonder dat
zyne geboorte of de invloed van het geld den
weg voor hem gebaand hebben, die moet,
zoowel wat het hoofd als wat den geest be
treft, een flink mensch zyn. Ik wil dat echter
zelf onderzoeken en, om daarmede te be
ginnen, moet gy my beloven morgenmiddag
by my te komen eten. Wy zyn natuuriyk
alleen, opdat gy myne vrouw eerst zoudt
leeren kennen; wy, Duitschers, zyn nu een
maal gewoon onder het eten de beste vrien
den te worden. Dus morgen om vyf uren,
als gy vry zyt."
Wolfgang legde zyne hand in die van den
generaal.
„Met genoegenuwe goedheid en deel
neming maken my zeer gelukkig."
Hy vergezelde den generaal tot aan de
deur en keerde toen naar het venster terug
om hem na te zien. Hy was In eene vroo-
lyke, opgewekte stemming; do woorden van
don generaal hadden hem weldadig aangedaan.
Van den anderen kant van de straat naderde
eene jonge, eenvoudig gekleede dame met
een lief kind aan de hand, die beiden, zoodra
zy den generaal zagen, naar hem toe kwa
men. De kleine greep hem vertrouweiyk by
de hand en daar zy met hem omkeerde,
kwamen zy opnieuw voorby zyn venster.
Hy nam zo nauwkeurig op; de lieflyke
schoonheid der vrouw trof hem, er lag in het
wel wat bleeke, maar toch levendige gelaat,
dat door goudbruin haar omschaduwd werd,
eene byzondore aantrekkelykheid. De generaal
keek op naar het venster en groette nog
eens met de hand, en ook de dame, die zyne
beweging volgde, sloeg het oog omhoog. Zy
groette niet, de man aan het venster was
haar onbekend, maar een hoog roodovertoog
hare wangen en verleende aan hare schoon
heid eene nieuwe bekooriykheid.
Wolfgang volgde haar deelnemend met zyne
oogen; hot gezicht herinnerde hem, by wist
niet aan wie, en zyne gedachten zweefdenin
het verleden, om te ontdekken, waar by die
trekken, die zulke aangename en deelnemende
gewaarwordingen by hem deden ontstaan,
meer had gezien.
Wordt vervolgd