N°. 10401.
Donderdag X® Januari.
A°. 1894.
<§eze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering
van (§on- en feestdagen, uitgegeven.
l
Feuilleton.
HET SLOT ELKRATH.
LÏIDSCK
DAGBLAD.
PHIJS DEZEE COUBAUT:
Voor Leiden per 3 maanden
Franco por post
Afzonder!ijko Nommers
f 1.10.
1-40-
0.06.
imSSm
PRIJS DER ADVERTENTIÊK:
Van 1 6 regels 1.06. Iedere regel moer 0.17 J. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt ƒ0.05 berekend.
Dit nommcr bestaat nit TWEE
Bladen.
Eerste Blad.
Offieiëole Kountagerinjfon.
MTBO^iALE MILITIE.
Burgemeester on Wethouders van Loiden brengon
te_* fclgom.euo kennid, dat ingevolge art. 18 der Wot
Ttn den I9den Augustus 1861 (Staatsblad bo. 72),
gowijzigd bij de Wet vaa don 4den Apr 1 1892(Staats
blad no. 66), alien, die voigena art. 16 dier Wet voor
do naiiooale millüe behooren te worden ingeschreven
(zij dio op den leten Januari hun 19de jaar waren
ingetreden 6d alzoo do geborenen in 1876), verplioht
rijn zioh daartoe bij Bar ^emoe^-ter en Wothondere aan
te geven tnesclion den lflten en den 3l8ten
J-.nuari; dat by ongesteldheid, afwezigheid ofont-
ifèntonid v~n den milnieplicbtige, zyu vader, of, ia
deze overleden, zijne moeder, of, z(jn beiden overleden,
Ejn 7oogd tot hot doon van die aangifte verplicht ie;
en dat overtreding vaB het aangehaald art. 18, kraoh-
ieoa art. Iö3 der mo rgomeldo wet en art. 11 der
Wet van 15 April 1866 (Staatsblad no. 64), gewij
zigd brj de Wet van den 19don April 1880 (Staats
blad no. 92), wordt gestraft met boete van ten
hoogste ƒ10 0.
Voor hen, die verzuimden zioh op do door het
Oemoentobeetuur bepaalde dagen ter inschrijving aan
to melden, wordt mitsdien daartoe alsnog gelegenheid
gegeven ter gemeonte-eeoretar.e, van des voormidda e
10 tot des namiddags 3 uren, op iederen werkdag
tot en met den Sisten Januari aanstaande, op weiken
dag hot register van inschrijving, des namiddags te
4 uron, voorloop g wordt gesloten.
Burgemeester en Wethouders voornoomd,
Leiden, DE KANTEB, Burgemeester.
15 Jan. 1894. E. KIST, öeoretaris.
Do Leidscke Brugwachters.
Aan don gemeenteraad deelen B. en Ws.
mede dat do heffing van bruggeld in deze
gemeente werd goedgekeurd bi) koninklijk
besluit van 6 Juli jl., terwjjl op den staat be-
hoorende by het aangehaald koninklijk besluit
was aangeteokend tot 31 December 1893.
Vermits vóór dien tfid de verbeterde vaart
tusschen Rijn en Schie niet zoude zyn ge
opend en de daarmede in verband staande
- .herziening van de heffing van bruggelden met
het oog op eene kostoloozo bediening van de
doorvarende schepen, niet zoude zijn tot stand
gekomen, hebben B. en Ws. G-ed. Staten ver
zocht alsnog te willen bevorderen dat de
koninklijke goodkeuring worde verlengd tot
31 December 1894.
Gedoputeerde Staten hebben daarop bericht
dat, aangezien de gemeente b(J Raadsbesluiten
van 4 Oct. 1983 en 10 en 31 Jan. 1884 de
verplichting heeft op zich genomen tot koste-
looze en vlugge bediening by dag en bij nacht
ten behoeve van de scheepvaart van de bruggen
binnen het territoir dezer gemeente in de
lichting Schrijver8brug, Haven, Oude Vest,
Gal ge water en de verbeterde vaart tusschen
Rijn en Schle van het Galgewater af tot Den
Haag en Delft reeds spoedig zal worden ge
opend, zij niet kunnen voldoen aan het verzoek
tot bevordering eoner langere verlenging van
do daarby bedoelde koninklijke goedkeuring
dan tot uit. Februari 1894.
Tevens hebben Gedeputeerde Staten B. en
Ws. uitgenoodigd het daarheen te leiden dat
van den nader te melden dag der opening af,
die afhangt van den datum der goedkeuring
van het door de Staten vastgesteld politie
reglement op de vaart tusschen Rijn en Schie,
geen bruggeld aan de bedoelde bruggen meer
worde geheven, maar integendeel de bediening
bi) deze kosteloos en vlug overeenkomstig de
bepalingen der overeenkomst geschiede, ter
wijl z\j zich aanbevelen, om ten fine van bet
overleg bedoeld sub No. 3 van gezegde over
eenkomst, met eenlgen spoed een voorstel te
ontvangen tot aanwijzing der voor de scheep
vaart meest doelmatige stations (bruggen)
voor de minstens 6 brugwachters, die gedurende
den nacht voor de bediening steeds beschik
baar moeten zijn.
Ter voldoening aan de bij bovenvermelde
raadsbesluiten genomen bepaling, nu moenen
B. en Ws. dat in de eerste plaats zal moeten
worden beslist, dat geen bruggeld wordt ge
heven voor bet openen van de in de boven
bedoelde vaart gelegen bruggen en wel van
de ScbriJversbrug, de Groote Havenbrug, de
Pauwbrug, de Janvossenbrug, de Marebrug,
de Turfmarktsbrug en de Blauwpoortsbrug.
Het verlies aan bruggeld zal bedragen on
geveer ƒ5365 per jaar.
Wat de bediening van de bruggen by nacht
betreft, waarvoor minstens zes brugwachters
moeten worden aangewezen, hebben B. en Ws.
aan Gedeputeerde Staten de navolgende rege
ling voorgesteld: als twee brugwachters te
plaatsen aan de Havenbrug voor de bediening
van die brug en de Pauwbrug; tweo idem
aan de Marebrug, voor de bediening van die
brug en de Janvossenbrug; twee idem aan
de Blauwpoortsbrug, voor de bediening van die
brug en de Turfmarktsbrug, terwijl thans reeds
ook des nachts een brugwachter is gestation-
neerd aan de Schrijversbrug.
Het aantal brugwachters bedraagt 18, tor wijl
nu 2 brugwachters zich gedurende den nacht
bevinden aan het politiebureau, ten einde
steeds voor de bediening van do bruggen be
schikbaar te zijn.
Het getal brugwachters zoude ten gevolge
van de gewijzigde regeling van den nacht
dienst met zes moeten worden vermeerderd
en gebracht op 24, in welk geval tevens twee
brugwachters des nachts kunnen worden ge-
stationneerd aan de Schrijversbrug.
Een derde gedeelte van het personeel zal
dus met nachtdienst worden belast volgens
rooster.
De jaarwedde bedraagt ƒ400 plus ƒ65 voor
kleeding, zoodat de vermeerdering van de uit
gaven zal bedragen ƒ2790, waarbij valt op te
merken dat de brugwachters aan de bruggen
in de richting Schrijversbrug, Oude Singel,
Blauwpoortsbrug, zullen worden ontheven van
de inning en verantwoording der bruggelden.
Vermoedelijk zal eenige verhooging van
jaarwedde noodig wezen met het oog op den
vermeerderden nachtdienst.
Deze voorloopige regeling is aan Gedepu
teerde Staten medegedeeld waarop nog ant
woord wordt verwacht; in tusschen is gebleken
dat het wenschelijk wordt geacht, in plaats
van twee brugwachters te stationneeren aan
de Blauwpoortsbrug, voor de bediening van
die brug en de Turfmarktsbrug aan beide
bruggen elk één brugwachter te stationneeren.
Leiden, 17 Januari.
Nadat in de gemeenteraadszitting van 22
Juni jl. in beginsel was beslotoa tot de uit
voering van het overgelegd gewijzigd plan
tot vernieuwing van de Turfmarktsbrug,
waarvan de kosten waren geraamd op 18,600,
en de bijdrage uit de Provinciale fondsen
daarvoor was bepaald op 6300, werd na
afloop van de gehouden openbare aanbe
steding ad 13,935 bfi Raadsbesluit van 24
Augustus jl. de begrooting alleen verhoogd
met het juiste bedrag der aannemingssom
ad f 13,935, in uilgaaf Volg. 92a Kosten
der vernieuwing van de Turfmarktsbrug en
in ontvangst Volgn. 52 Geldleening ƒ9215
en Volgn. 52a Bijdrage uit de provinciale
fondsen in de kosten der Vernieuwing van
do Turfmarktsbrug^ 472Ö.
Met het oog op de onzekerheid, welke
meerdere uitgaven dan de aannemingssom
zouden noodig zijn, kon destijds geen hooger
bedrag worden aangevraagd.
Sedert is gebleken dat de palen voor het
dr&aihoofd in plaats van 8 meter echter 12
meter moesten zijn, dat behalve de in het
bestek genoemde hardsteen werken bovendien
nog 2.04 M* noodig is, dat de houten af-
sluitboomen in het bestek genoemd door
ijzeren afsluithekken moeten worden ver
vangen, dat door vervanging der beschreven
traespecie door cementmortel met het oog
op het winterseizoen de kosten van het
metselwerk verhoogd worden, terwijl mede
een post noodig is voor het dageliJksch toezicht.
De meerdere kosten voor een en ander
benoodigd bedragen ongeveer f 1200, blij
vende het geheel der kosten alzoo nog ongeveer
3400 beneden de raming bovenvermeld.
In die meerdere kosten zal blijkens bericht
van de Gedeputeerde Staten uit de Provin
ciale fondsen in dezelfde verhouding worden
bijgedragen als voor de aanriemingssom en
wel ongeveer 406.
B. en Wa. geven den gemeenteraad op
grond van een en ander in overweging ge
noemd bedrag van ƒ1200 beschikbaar te
stellen, te welken einde wordt aangeboden
een suppletoire staat van do begrooting voor
1893, strekkende tot verhooging in ontvangst
van Hoofdstuk V Volgn. 62 Geldleening ter
voorziening in de kosten van buitengewone
werken 794 en Volgn. 52a Bijdrage uit de
Provinciale fondsen in" de kosten der ver
nieuwing van de Turfmarktsbrug 406 en in
uitgaaf Hoofdstuk II Volg. 92a Art. 4a Kosten
der vernieuwing van de Turfmarktsbrug 1200.
Tevens stellen zy voor, in overeenstemming
met het Raadsbesluit van 24 Augustus jl.,
te bepalen dat gedurende tien jaren, aanvan
gende 1894, telken jare een tiende deel van
genoemd bedrag van f 794 op de begrooting
in uitgaaf zal worden gebracht tot aankoop
van inschryving Grootboek of buitengewone
aflossing van schuld, of zooveel minder als
na afloop van het werk zal biyken ten laste
van do gemeente te komen, zullende dan ook
eerst daarna het cijfer der Provinciale bijdrage
definitief worden vastgesteld.
Naar aanleiding van een desbetreffend
verzoek van den heer O. Ripping deelen B.
en Wa. den gemeenteraad mode dat de zoon
van adressant de Hoogere Burgerschool voor
Jongens op 18 November jl. heeft verlaten,
omdat met het oog op zijne beroepskeuze
(cadettenschool) eene andere opleiding noodig
werd geoordeeld, zoodat er, huns inziens,
termen bestaan voor eene gunstige beschik
king op het verzoek.
Zy geven mitsdien in overweging aan
adressant vrystelling of terugbetaling te ver-
leenen van schoolgeld voor zyn zoon, vroeger
leerling der Hoogere Burgerschool voor Jon
gens, over de laatste drie kwartalen van den
cursus 1803/94.
Commissarissen van de Stedeiyke Gas
fabriek deelen den gemeenteraad mede dat
het hun noodzakelijk voorkomt, met het oog
op mogelijk voorkomende werkstakingen in
de mynen, of andere eventualiteiten, een
kolenvoorraad te hebben voor 2 wintermaan
den, zynde eene hoeveelheid van ongeveer 500
waggons.
Reeds in een vroeger verslag werd op deze
zaak de aandacht gevestigd, met de opmerking
dat, „indien een groote kolenvoorraad gehand
haafd moet biyven, gebrek aan kasgeld ont-
staaD zou en vermeerdering van bedryfs-
kapitaal noodig zou zijn."
By den tegen woord igen prys van ruim ƒ75
per waggon, vertegenwoordigen deze 500
waggons eene waarde van dt ƒ38,000.
Commi88an88en voornoemd achten eene ver
meerdering van bedryf8kapitaal met ƒ30,000
evenwel voldoende en verzoeken mitsdien hun
bovengenoemde vermeerdering toe te staan.
Zy hebben lang geaarzeld met het doen
van een dusdanig voorstel, aangezien ver
grooting van het bedryfakapitaal vermeerdering
van rentelast ten gevolge heeft. Evenwel zouden
zy zich niet verantwoord achten, indien zy
langer aarzelden.
Door den minister van binnenlandsche
zaken is, met iDgang van 16 Jan., benoemd
tot amanuensis aan de Ryks Hoogore Burger
school te Warffum de heer G. J. C. Metselaar,
te Leiden.
Gedurende de 2de helft der maand Dec.
zyn aan het postkantoor alhier bezorgd de
volgende brieven, welke, door onbekendheid dor
geadresseerden, niet besteld konden worden:
D. Gerritsen, Van den Bosch Manuel, Wed.
De Haan, Amsterdam; Kapellen, Wed. G. J.
Momma, Den Haag; Offerman, Helder; Wed.
Knuif, Krimpen a/d. LekJ. A v. d. Oever,
LeidenD. Zéllüer, J. Koster, Rotterdam
G. Gerritsen, UtrechtJ. Van S. Leest, Win
schotenA. G. J. Binnendyk, P. Van Dyk,
niet vermeid.
Briefkaarten: P. De Jong, Amersfoort; G.
T. Schilperoort, Den HaagA. B. Berkhout,
Rotterdam.
Brieven, verzonden geweest naar Duitschland
E. Schmidt, Beriyn; naarFrankrykA.Keuls,
Parys; B. en O. Liberg, Rosenfors.
De luitenants ter zee der 2de klasse
C. C. Zegers Ryser, gedetacheerd by de Kweek
school voor Zeevaart te Leiden, en E. Maes,
dienende aan boord van Hr. Ms. instructieecbip
„Admiraal van Wassenaer", worden met den
lsten Februari a. 8. op non-activiteit gesteld
en vervangen resp. door de luitenants ter zee
2de kl. jhr. E. G. Wichers en L. Hamming.
De adelborst lste kl. Z. G. P. Marcella,
dienende aan boord van Hr. Ms. wachtschip
te Amsterdam, wordt 22 dezer op non-activiteit
gesteld.
By den burgeriykon stand te Alfen wer
den gedurende het jaar 1893 aangegeven 157
geborenen, 109 overledenen, terwyi er werden
voltrokken 37 huweiyken.
In het jaar 1892 was dit aantal respectie-
velyk 144, 140 en 24.
Men schryft ons uit Sassenhoim: Op
Donderdag 18 Januari a. 8., des avonds te
halfzeven, zal, geiyk reeds werd aangekondigd,
in de Gereformeerde kerk alhier optreden ds.
Biesterveld, uit Rotterdam, tot het houden
van eene lezing over het onderwys.
Zoowel lezer als onderwerp doen genoeg
goeds verwachten, zoodat de moeite van daar
heen te gaan ruimschoots beloond zal worden.
Geref. Kerken. Beroepente Oudewater
W. Ringnalda, te Groningen.
Bedankt: voor Hoofddorp (Haarlemmermeer),
door S. Oudkerk, te Zalk en Veecaten.
Voor Sneek (vacat.-Landwehr), door F. M. Ten
Hoor, te Franeker.
Uit 's Gravenhage meldt menEene
treurigo gobeu •"enis heeft gisteren Jozef Israels
getroffende. grooten schilder is nu zyne
vrouw door dsn dood ontrukt. Op de viering
van zyne schildersjubilé dat den 27aten dezer zou
plaat6 hebben, zal deze gebeurtenis zeker eene
donkere schaduw werpen.
De kapitein 0. A. Sprenger, van het
4de reg. infanterie te Haarlem, is voor don
militairen dienst afgekeurd en zal dienten
gevolge den dienst met pensioen verlaten.
De gep. luitenant-generaal baron Klerck,
adjudant-generaal van wyien den Koning, is,
naar men verneemt, ernstig ongesteld.
gemeente ontvanger te Heteren is
benoemd mot zes stemmen de heer J. C. Van
Eek, gemeente-secretaris te Randwykop den
heer E. H. Van Veelen, te Hoteren, werden
vyf stemmen uitgebracht.
Naar de „Utr. Ct." verneemt, is de heer
C. H. Bingham, oud-voorzitter van den „A. N.
W. B.," commissaris der Simplex Co., door
Z. M. den Sultan van Turkye benoemd tot
officier van de Medjidieordo.
Uit Apeldoorn meldt men aan de „Haarl.
Crt." Uit goede bron kunnen wy meedeelen, dat
de op te richten Ryks Tuinbouwschool alhier
zal worden gevestigd. De pogingen door de
gemeente Naarden in het werk gesteld, kunnen
als mislukt worden beschouwd.
De commissie van rapporteurs over het
by de Tweede Kamer aanhangige wetsvoorstel-
Hartogh voor de herziening van de Burgeriyko
Rechtsvordering is gisteren vergaderd geweest.
Blykens by het dep. van marine ont
vangen bericht is Hr. Ma. flottielje vaartuig
„Borneo," onder bevel van den luit. ter zee
der lste kl. H. Volthuyzen, den lödon dezer
te Aden aangekomen en bestond het voor
nemen den 17den daaraanvolgende de reis te
vervolgen, met eerste bestemming naar Co
lombo. Aan boord was alles wel.
DOOR
GOLO RAIMUND.
64)
„Bedeesd is een commis-voyageur
nooit," riep do referendaris, „dan kent gy
dat ras al zeer slecht; want juist zyn onbe
schaamdheid en zelfvertrouwen, die hen zoo
onverdraagiyk en grappig tevens maken, hunne
voornaamste karaktertrekken. Neen, let maar
eens op, die zal wel zoo in het oog vallend
inogelyk optreden, voor zyn eigen geld oere-
poorten laten bouwen, de schooljeugd liederen
laten zingen en voor lichzelven vuurwerk
laten afsteken. Ik ken dat, en de goheele
omtrek verheugt zich ook reeds in dit voor
uitzicht."
Een kellner, die hen met het groote vreem-
dellngenboek voorbyging, stoorde hen weder
oen oogenblik in hun gesprek.
„De postpaarden zyn vóór, mynheer," zeide
hy, zich tot den jongen man wendende, die
nog op zyn beschaduwd plaatsje zat met
oen *viiri voor zich, „de pakkage is reeds
benei er», mag ik u verzoeken uw naam in
te achiyven?"
De vreemdeling nam zwygend de hem aan
geboden pen, schreef zyn naam in het boek
en giDg, evon zyn hoed afnemende, den
referendaris en zyn vriend voorby, het huis
In. Zy volgden de troteche eo zekere houding
van den vreemdeling met hunne oogen; er
lag iets in de voorname kalmte van deze
verschyning, wat den referendaris een goed
keurenden blik afdwong.
„Wy willen toch eens zien, wie dat is,"
zeide hy, terwyi hy naar de tafel ging, want
de kellner, die den vreemdeling gevolgd was,
had het boek voor een oogenblik nedergelegd.
Hy nam het mede, ging op zyn gemak zitten
en sloeg het open
„Voor den duivel," schreouwde hy, terwyi
hy met drift opsprong, „dat ls eeDe fataio
ontmoeting; weet gy wol, wie die man was,
Egon
„Welnu?" vroeg deze, een weinig minder
phlegmatiek dan tot nu toe.
„Graaf Wolfgang Van Elkrath."
Getroffen en zwygend zagen zy elkander
aan, de referendaris vond het eerst zyne
spraak weder.
„Hy heeft hoogstwaarechyniyk ods geheele
gesprek gehoord," zeide hy niet zonder eenige
verlegenheid.
De andere lachte. „Nu, gy wildet immers
eene grap hebbenof hy die nu heeft of gy,
daarop zult gy in uwe gewone edelmoedigheid
toch wel niet zien."
„Houd uwe aardigheden maar voor u,"
zeide de referendaris verdrietig, „het is toch
niet aangenaam beluisterd te worden."
„Pardon, myn waarde, wy kwamen na
hem, en hy zat vlak in ons gezicht. Maar
waarom wilt gy u nu plotseling voor een
commis-voyageur opwindenis er,
sedert hy zyn naam heeft ingeschreven, iets
in den stand van zaken veranderd; is zyne
afkomst edeler, zyn verleden beter geworden
„Neen, ik ben alleen maar geërgerd door
de wyze, waarop hy ofis voorbyging en
groetteer lag daarin iets je n e s a i s
q u o idat ik hem na het gezegde niet toe
geschreven zou hebben."
Egon lachte. „Hy oefent zich in zyne rol,
en die man heeft talent, ingeschapen talent,
zooals gy ziet. Het eerste tooneel was zeer
goed gespeeld; wees rechtvaardig en beken
het, al waart gy ook medespelerkunstonaars-
nyd staat altyd leeiyk."
De referendaris haalde minachtend de schou
ders op en zweeg; voor heden was zyne
goede iulm totaal bedorven.
Inderdaad, het was Wolfgang geweest, die
zoo ongeroepen en ongestoord de bittere aan
merkingen had gehoord, zonder dat zyn bloed
daardoor in gisting was geraakt. Hy was
veel veranderd sedert wy hem te Nieuw-York
hebben verlatende ernst, die uit zyne oogen
sprak, was diep gevestigd en eene zekere
teruggetrokkenheid had zyoe vroegere opge
ruimdheid en zyn mededeelzaam vertrouwen
vervangen.
Zyn lot was op eene zonderlinge wyze ver
anderd en had hem in ééne minuut alles ge
geven, wat opofferingen en tranen, wat arbeid
en inspanning, wat Magdalenes gewelddadige
dood en de toornige vastberadenheid van den
houtvester niet hadden kunnen verwerven;
graaf Stephan was overleden, zonder testa
ment te hebben nagelaten, en Wolfgang dus
in het bezit gesteld van zyn rechtmatig erfgoed.
Tevergeefs brak men zich het hoofd, hoe
dit mogeiyk had kunnen zyn, want zooveel
tegenstrydigheid en zulk eene groote nalatig
heid in zaken kon men van graaf Stephan
nauwelyks veronderstellen. En toch was het
een onbetwistbaar feit; or was by de recht
bank geen testament gedeponeerdde notaris,
die reeds sedert vele jaren de zaken van den
graaf had bestuurd, was een paar maanden
vóór hem gestorven en in de archieven van
het slot werd niets gevonden, dat op eene
laatste wilsbeschikking geleek. Of zwakte
hem verhinderd had een besl!83enden maat
regel te nemen, of dat een laat berouw den
ouden man had overvallen, of eindeiyk toch
de stem des bloods gesproken had, nadat hy
zyn kleinzoon gezien had en dit hem had
aangespoord datgene te vernietigen, wat hy
vroeger had bepaald het bleef alles een
raadsel. De opgewondenheid onder den adel
in den omtrek was buitengewoon groot:
immers, het was niet onverschillig, wie als
gelyke in ban midden zou moeten worden
opgenomen, wie de eigenaar zou zyn van
zulk een groot vermogen en van zooveel
voorrechten als daaraan verbonden waren.
Men koos vóór en tegen Wolfgang party,
ofschoon de eerste klein in getal waren. Hy
was volstrekt onbekend, had niemand, die
voor hem sprak en men wist slechts tot zyn
nadeel, dat hy de zoon was van Magdalene,
die door hare liefde eene geheele familie in
tweespalt gebracht en ongelukkig gemaakt
had. De oude geschiedenissen werden weder
nieuw, alsof zy gisteren eerst hadden plaats
gehadmen sprak over de aanmatigingen der
lagere standen en toonde daardoor ten duide-
ïykste, hoe weinig de hoogeren in ontwik
keling waren vooruitgegaan. Toch kon men
de uitspraak der rechtbank niet te niet doen
noch onderdrukken, die don kleinzoon opriep
om zyne erfenis te aanvaarden, on gaf men
zich aan de meest uiteenloopende beschou
wingen omtrent zyn persoon en karakter over.
Yoorlooplg echter moest men zyne nieuws
gierigheid nog bedwingen; hoewel de oude
Adam eenige aanwyzingen wist te geven om
trent het verbiyf van don jongen man te
Nleuw-York, ondervond de zaak toch nogal
eenige vertraging.
Wolfgang was reeds naar Europa vertrok
ken, toen het bericht daar aankwam; hy
ontving het te Breslau, en wol op oen tydstlp,
dat hy nog te weinig zeker was van zyne
kalmte en zelfbeheersching, om zich opnieuw
te wagen aan het regelen van toestanden,
waarby in do oerste plaats bedaardheid ver-
ei8cht werd.
Het bericht zelf maakte weinig indruk op
hem; het deed hem zelfs onaangenaam aan
in den gemoedstoestand, waarin hy zich be
vond, omdat hy voor zichzelven moest be
kennen, dat het voor hem persooniyk weinig
waarde had, nu zy, die het gelukkig had
kunnen maken, in het graf rustten of levend
dood voor hem waren.
{Wordt vervolgd.)