N°. 10381. Vrijdag 33 I>e<3eml>ex*. A®. 1893. <§eze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering van <§on- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton. HET SLOT ELKRATK. LEIDSCH DAGELAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden por 8 maandenf 1.10. Franco per post. Afzonderlyke °05- PRIJS DER ADVERT J&N TJLËN Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt 0.05 berekend. i«1en, '21 December. Er bestaat gelegenheid tot verzending der correspondentie naar Nieuw-York, door middel van het stoomschip „Obdam", van Rotterdam vertrekkende. Ten postkantore al hier moeten de brieven, enz. uiterlijk Zaterdag ochtend om 7.30 (stadstijd 7.50) bezorgd zijn. De wijze van verzending behoort duidelijk op het adres vermeld te worden. Voor h6t examen Wiskunde K I is ge slaagd mej. D. Onnen, uit Zoeterwoude. De heer J. Eggink, te Haarlemmermeer, vierde den 20sten dezer zijn 25-jarig jubilé als 1ste luitenant-kwartiermeester bjj het 2de bat. rustende schutterij in Noord-Holland. De heer Van Lennep, majoor van gemeld bitaljon, vereerde hem een prachtig souvenir. Namens de thans ontbonden commissie, welke zich indertijd hier te lande belast heeft met het inzamelen van gelden voor de op lichting van een algemeen grafgedenkteeken te Kotta-Radja ter nagedachtenis van de ge vallenen in den Atjeh-krijg wordt bericht dat van de commissie voor bedoeld godenkteeken te Kotta-Radja onder dagteekening van 4 October jl. de mededeeling is ontvangen, dat het monument voltooid is. De toegangsweg, Je omheining van het kerkhof, zoomede eenige verfraaiingen van de omgeving zjjn oveawel nog niet afgewerkt kunnen worden wegens gebrek aan arbeidskrachten, ten ge volge van de politieke toestanden in Atjeh. Zoodra de omstandigheden hot zullen veroor loven, zullen de nog te verrichten werkzaam heden worden voltooid, waarna men zich voorstelt, het gederikteeken met de meeste plechtigheid in te wyden. De commissie te Kotta-Radja brengt haren dank aan allen, die door hunne bydragen de oprichting van het monument hebben ge steund en die daardoor van hunnen oorbied vo^r on hunne dankbaarheid aan de geval lenen in den Atjeh oorlog hebben doen blijken. In de gisteren gehouden buitengewone algemeens vergadering van aandeelhouders in het cafó-restaurant „De Seinpost", gevestigd te Scheveningen, werd met algemeene stem men het besluit tot liquidatie dier vennoot schap genomen en werden tot liquidateuren benoemd de hoeren mr. J. Addink en W. J. J. A. Truffino. Mgr. W. Wulfingh, apostolisch vicaris van Suriname, vertoeft thans te 's-Gravon- kage en heeft zjjn intrek genomen in het St.-Willebrordus-gesticht in de Oude Molstraat. Naar het „D. v. Z.-H." verneemt, zou de komst van den prelaat ten doel hebben de onderhandelingen met de Regeering omtrent de verpleging der melaatschen door de eer waarde paters en broeders van de congregatie des A. H. Verlossers tot een goed einde te brengen. Naar men verneemt, hebben geen der heeren musici van de kapél der dd. schutterij te 's-Gravenhage het hun^a^jgeboden nieuwe contract willen teekeneu^ep, deswege een brief naar don kolonel-commandant verzonden, ondertoekend door alle loden. Baron Schimmelpenninck van der Oyo, eöurotaria by ons gezantschap te St. Peters burg, is gisteren van verlof vau Den Haag naar zyn post teruggekeerd. Door het hoofdbestuur van: „Trouw aan Koning en Vaderland", tot ondersteuning van gerechtigden tot het dragen van het Metalen Kruis en de Citadolmedaille, is een adres aan de Tweede Kamer gezonden, met verzoek eene ve:horging der voorgedragen subsidie ad f 20,000 toe te staan. Het hoofdbestuur meent te mogen aannemen, dat van de Regeering geen tegenstand te wachten is, wanneer de Tweede Kamer besluiten mocht een hoogeren subsidiepo8t op de begrooting te brengen. Het hoofdbestuur wyst er op, dat thans 1068 van de 2131 deelgerechtigden onder steund wordon, waarvan 405 personen per week ƒ1 ontvangen, 420 die 10 gulden'sjaars en 183 die 5 gulden 'sjaars bekomen. Met gopasten aandrang verzoekt het hoofd bestuur de uitgetrokken subsidie ad f 20,000 met f 10,000 te verhoogen. Door byzondero liefdadigheid zal een gemiddeld bedrag van ƒ12,000 'sjaars verwacht worden. De gemoenteraad van Amsterdam be sliste gisteren op verschillende adressen ter voorziening in de werkloosheid, dat niet anders dan by de vroeger genomen besluiten kon worden volhard. In handen van B. on "Ws. werden, om praeadvies, gesteld: een adres van do Vrye Vrouwenvoreeniging om op het besluit in zake schoolgeldheffing terug te komen; een adres van "W. C. J. Passtoors c. s. om in de wintermaanden van kleine panden in de bank van leening geen interest te heffen. Een voorstel van den heer Schut, om aan den ex-commandant der brandweer, den heer Van Moock, alsnog eene tegemoetkoming te verleenen, werd verworpen met 24- tegen 8 stemmen. Tot gewoon hoogleoraar in het handels recht en hot internationaal privaat-recht aan de Universiteit werd benoemd (in de plaats van mr. Asser, dio buitengewoon hoogloeraar was) het raadslid mr. D. Josephus Jitta. Weder trok gistermiddag oen troepje werk loozen door de Kalverstraat en langs de Keizersgracht. Wegens den aanhoudend val lenden regen werd het echter om 1 uur op het Frederiksplein ontbonden, nadat Reens daar op eene bank had medegedeeld, dat a. 3. Vrydag-middag, na afloop van de vergadering in „Plancius", waar Van Kol zal spreken, het antwoord van den burgemeester op het adres aan het Stadhuis zal gehaald worden. Het was niet onwaarschynlyk, dat er dan iets gebeurde, zoodat men er zich op moest voor bereiden om pal te blyvon staan. In de Leidsche- en Utrechtschestraten onder vond hot tramverkeer veel vertraging. Heden wordt er niet gewandeld. By de Dinsdag te Raalte gehouden ver kiezing van een lid der Pro v. Staten van Over - ysel zyn uitgebracht 1019 stemmen, van onwaarde 5. Hiervan verkregen mr. A. F. Vos de Wael te Zwolle 479, E. Van Beusekom te Wyhe 286, mr. A. J. M. Vos de Wael te Zwolle 181, mr. A. J. Van Riemsdyk te Hellendoorn 62. Alzoo moet er herstemming zvui tussehen ae heeron mr. A. F. Vos ue Wael en Van Beusekom. Het stoomschip „Admiral", van Natal naar Hamburg, passeerde 20 Dec. Dungeness; de „Prometheus", van Batavia naar Amster dam, passeerde 20 Dec. Gibraltar; de „Spaarn- dam" arriveerde 20 D9C. van Rotterdam te Nieuw-York; de „Ardjoono" vertrok 20 Dec. van Batavia naar Rotterdam; de „Merapl" arriveerde 20 Dec. van Rotterdam te Batavia; do „Bundesrath" arriveerde 18 Dec. van Ham burg en Amsterdam te Dar-es-Salaamde „Conrad", van Batavia naar Amsterdam, arri veerde 20 Dec. te Suezde „Prinses Sophie", van Amsterdam naar Batavia, arriveerdo 19 Dec. te Port-Said. De gewone audiëntio van den minister van koloniën zal op Vrydag 22 Dec. a. s. niet plaats hebben. By koninklijk besluit is mr. J. J. Clotter- booke Patyn van Kloetinge met ingang van 1 Jan. a. s. benoemd tot burgemeester der gemoente Zeist. Aan A. Machielse, eervol ontslagen apo theker 2de kl. van het Indisch leger, de be voegdheid van apotheker verleend. G. R. C. M. Raupp, met 1 Jan., benoemd tot burgemeester van Roermond, met toe kenning van eervol ontslag als burgemeester der gemeente Lichtenvoorde. E. A. Kingma, met ingang van 1 Jan., benoemd tot burgemeester van Stad Almeloo, met toekenning van eervol ontslag als burge meester van Wildervank. Gemengd Nieuws. Door de politie te 's-Gravenhage is proces-verbaal opgemaakt tegon een anar chist, wegens het verspreiden van opruiende geschriften. Men herinnert zich dat de 2de luitenant De Bourbon, van hot 3de reg. infanterie h. t. 1., dat corps heeft verlaten en sedert niet meer is teruggekeerd. Thans melden de Fransche bladen dat deze jeugdige Nederlandsche officier, lid der familie Naundorff, die, zooals men weet, beweert af te stammen van Lodewyk XVII, binnenkort, op zyn verzoek, tot dienstneming by het corps van het vreemden-legioen in Algerië zal worden toegelaten. Men schrijft uit Amsterdam: Het comité tot uitdeeling van brood en koffie aan allen, die honger hebben, is zyne taak weer begonnen. 't Zyn vyf vermogende mannen, die met elkander hiertoe jaarlyks eene groote som gelds byeenbrongen. 't Is een uiterst dankbaar werk 's Morgens om 8 uren ziet men ze reeds staan by het gebouw op den Singel, 't Is eene lange ry, netjes vyf aan vyf in 't gelid ge houden door een paar agenten van politie. Bleeke, ziekeiyke vrouwen, met zuigelingen in doek on gepakt, staan te trappelen van de kou in hare dunne versleten japonnen, „go- kregen stukken", die eens voorname dames kleedden. Stevige arbeiders houden zich be scheiden terug, zy schamen zich in dat gezel schap van „proletariërs." JoDgens, die nog niet gevoelig zyn voor dergeiyke indrukken, staan dicht by elkander en maken gekheid, in het vooruitzicht van eene boterham. Dat hindert de oudjes, gebogen, georekkigo mensGh- jes, grootvaders met kinderen aan de handen, aan de panden van de gelapte winterjas. Over die geheele ry ligt dezelfde kleur van matte, bleeke ellende. By vyf en twintig tegeiyk worden ze toe gelaten. Door eene lange gang komen ze ein- deiyk in een laag, warm vertrekjo, waaraan, de geur van de koffie iets gezelligs geeft. Dan vroolijken die gezichten geheel op, ala dorre planten by eene regenbui. Achter een hekje staat een bak, opgestapeld vol met dikke sneden goed doorbakken ongebuild tarwebrood en daarnaast staan de gevulde kommen. Als oen automaat deelt de opzichter uit, elk eene snee en een kop, de kinderen met hun drieën twee boterhammen en een kleiner kommetje koffie. Heel vriendeiyk knikken zy tot dank en gulzig groote brokken afbytendo van het brood, komen ze in eene aDdere kamer, waar ze op lango banken hun maal kunnen gebruiken. Dankbaar brokkelt de moeder het brood voor de kleintjes. Elk krygt wat, en voor de zui geling doopt zy de stukjes eerst in de koffie. Dan drukt zy zo vaak met tranen in de oogen tegen zich aan. Het doet haar goed, de kin- dertn te zien smullen, en zy vergeet, dat ook zy honger heeft geleden, dat zy zich dagen achtereen tevreden heeft gesteld, met wat er overbleef als er iets overbleef ten minste. Anderen moffelen ter sluiks een stuk brood weg onder hunne jas voor eene zieke vrouw, of een gebrekkig kind, ja soms voor hen, die geene kleeren hebben, om op straat te komen. Mee dragen van brood is echter streng verboden. Een agent moet er toezicht op houden, doch hy keert zich wel eens omhy wil wel eens niet zien, omdat hy medeiydon heeft met de stumperds. Wat moet zoo'n kijkje by het uitdealen een voldaan gevoel geven aan de heeren, die het geld verschaften I De meest treffende bewyzen van dankbaar heid krygen zy soms. 't Kwam zelfs voor, dat 's zomers eon man by eon der leden van het comité kwam, om hem wat overgespaard geld te geven voor hetgeen zyn gezin 's winters genoot. Maar ook krygen zy oen diepen blik in do armoede. Zij ontvangen brieven van zieken, die vragen eene snee brood te mogen laten halenverschil lende vrouwen kwamen vragen, of zy een kwartiertje vóór of na den aanvang hun portie konden krygen, omdat zy zich schamen te midden van al die menschen, met wie zy nim mer hebben behoeven om te gaan vroeger. Het aantal van hen, die hun honger heden den eersten dag kwamen stillen, was ongeveer 2000. Hiervoor is natuuriyk hoel- wat noodig. In reusachtige ketels wordt de koffie gekookt en de brooden van een meter lang worden machinaal gesnedon. De boven ste korsten worden afzonderiyk gehouden dat is eene traktatie voor velen. Twee koer per dag, 's morgens van halfnegen tot halfelf, en 's middags van twee tot vier uren heeft de uitdeeling plaats en by na eiken keer komen dezelfde menschen torug. Zy leven geheel van dat brood en niemand wordt teruggezonden. Er behoeft dus geen honger meer te worden geleden in Amsterdam. Wordt de toevloed te groot, dan zal een tweede gebouw, het Passantenhuis op de Lauriergracht, worden geopend. Reeds zyn eenige werklieden bezig het in gereedheid te brengen. Het comité voor het lenigen van den nood, ontstaan door werkloosheid, to Amsterdam, heeft thans reods in hot geheel ontvangen een bedrag van f 29,982.94'/,. Brutale dieven hebben in het kantoor van de suikerfabriek der firma Jansens, Van Weel, Smits Cie., te Rozendaal, inge broken. Al de lessenaars hebben zy met ge weld geopend ea de daarin liggende gelds waarden ontvreemd. Gistere n zyn te Nieuw e-P o k e 1 a ongeregeldheden uitgoorokon. Socialistische arbeiders wilden, ondanks het verbod, door Kampenland gaan, waarop oen dor eigenaars een revolverschot losto, daarby een arbeider in de borst treffende. Do arbeiders namen daarop eene dreigende houding aan. Demaro- chaussee werd ontboden. Openhartig. Ycor het raam van een sigaren magazyn op don Haarlemmer- dyk te Amsterdam is een biljet geplakt, waarop staat te lezen: „Wegens geldgebrek finaio uitverkoop." Biyken» een bericht in de „Zw. Crt." heeft men getracht den trein, die te 8 22 de8 avonds van Nyeveeu vertrekt rich ting Leeuwarden, op de grenzen van Ha vel te en Steonwykerwold te doen ontsporen door het op de rails nederleggen van eene yzeren plaat tor dikte van ongeveer 3 a 4 mM., lang 30 en breed pl. m. 20 cM. Waarschyniyk was deze plaat in den grond of op andere wyze vastgemaakt door middol van eenigo spoorspykers, althans 5 daarvan werden vry erg beschadigd en verbogen op hot terrein gevonden. Hoewel een hevige schok gevoeld werd, is de trein niot ontspoord en kon men na opruiming van een en ander verder gaan. Naar den dador of de daders wordt vanwege de gemeento-politie te Steenwykerwold een yverig onderzoek ingesteld. Onder Altweert, gemeente Woert, worden vyf Belgische wildstroopers door twee ryksveldwachters jagende aangetroffen. Één der 8troopers loste op de politie een schot, toen deze op hen aankwam. Dit schot werd van de zyde der ryksveldwachters met drie karabynschoten beantwoord; niemand werd getroffen; de vreemdelingen wisten over de grenzen te komen. In Breda wonen negen bedelaarB- en landlooper8gezinnen, waarvan het hoofd elk een abonnement op de Staatsspoorwegen heb ben genomen, om zich de uitoefening van hun „beroep" gemakkeiyk te maken en de „zaken" op uitgestrekter terrein te kunnen dry ven dan hun mogelyk zou zyn, wanneer de afstanden te voet moesten worden afgelegd. DOOB GOLO RAIMUND. 24) „O wee'', zeide de vrouw des houtvesters met schrik, „dat voorspelt niets goedseene bruid mag niet omzien, wanneer zy zich op weg bevindt naar d9 kerk." „Niet naar menschen en naar het werk van menschenhanden", zeide Magdalene aan gedaan, terwyi zy haar best deed de tranen te weerhouden, die in hare donkere oogen parelden. „Maar het woud is Gods prachtig huls, waarin Hy my myn geheele leven be schermd en behoed heeft. Laat ik Hem daarom myn dank betuigen, nu ik het verlaat!" De kleins kerk was overvol; het geheele dorp scheen tegenwoordig te zyn om dez9 huweiyk8plechtigheid by te wonen, ofschoon vanwege het jonge paar slechts weinig ge tuigen waren uitgenoodigd. De plechtigheid duurde slechts kort en aan de rede van den goostelyke, die met zorg vermeed de gespan nen verhouding in de familie des bruidegoms en den ontbrokenden zegen des vaders ter sprake te brengen, ontbraken alle gloed en warmte. Toch had Magdalene zoo duidelyk, zoo vrooiyk haar „ja" uitgesproken, met s'oveeJ zalig vertrouwen, dat de tranen den cenyk&o hoatve3tor in do oog*n kwamen, koevel moeite hy ook aanwendde om ze te weerhouden. Een oogenblik rustte zy, sidde rend van geluk, aan de borst van den man, die nu voortaan haar beschermer, haar steun, haar toeverlaat zou zyn. Hy voelde het beven en trillen harer teedero gestalte. „Nu scheidt ons niets dan de dood", zeide hy zacht en innig, terwyi hy haar vast in zyne armen sloot. Byna angstig sloeg zy het oog op, waarin zich weder die plotselinge flikkering, aan een verwyderden bliksemstraal geiyk, vertoonde „Zelfs de dood niet", fluisterde zy driftig, „ik laat noch in leven, noch in sterven van u af; zelfs in den dood houd ik u nog vast." „Wat ziet zy bleek", zeiden de dorpeliDgen, terwyi zy elkander bedenkeiyk aaozagen. „Hoe schoon l" fluisterden de beide offi cieren, die het paar mot Eggenthal uit de kerk volgden. „Hoe gelukkig", zuchtte het jonge blonde meisje, dat, toen de laatste nieuwsgierigen het Godshuis hadden verlaten, behoedzaam uit een donkeren hoek naast het orgel te voorachyn kwam en voor het altaar neder knielde, waar Magdalene juist de zaligheid van deze wereld ontvangen had. „Hoe gelukkig", herhaalde zy zacht. „God, myn God, laat het zoo blyven! Wat ik voor my zelve gehoopt, gedroomd, van U afgesmeekt heb ik ieg het hier neder vooi Uw troon; neem het aan, opdat zy beiden ge lukkig zyn!" Op zooveel offers, met zooveel vreugde gebracht, op zooveel gotelde en ongetelde tranon ru?tte Magdalenes geluk! De huwo- lyksieesten gingen zoo stil voorby als de eigenaardige familie-omstandigheden van den bruidegom dit als het ware geboden. Daaren boven waren do eenvoudige bewoners der houtvestery Diet op hun gemak in tegen woordigheid van die adeliyke getuigen; de laatste oogenblixken, die hun kind nog by hen was, werden gestoord en Magdalene ge voelde zich nu reeds losgerukt uit den ouden grond, zoDder in don nieuwen nog wortel geschoten te hebben. Dit was ovenwei slochts oen vcorbygaand gevoel, meende zy, misschien wel een gevolg van de noodzakelykheid om zich los te scheuren van de stille, afgesloten zaligheid van hare ziel, om nu als bemiddelaarster op te treden tusschen de ouders en vrienden van haren echtgenoot. Toen zy eindeiyk naast hem in het rytuig zat, toen de smart van het afscheid barer ouders eenigszins tot bedaren was ge komen en zy hare nieuwe woonplaats te ge- moet reed, had zy hare kalmte en bedaard heid weder terug gekregen hy toch gaf haar alles, alles, wat zy voor haar verder leven behoefde. Beriyn, met zyne groote huizen, zyne weelde en drukte, maakte op haar meer een benauwenden dan wel een aaDgenamen in druk. Neuss was de grootste stad, die zy tot nu toe gezien had, en altyd had zy, wanneer zy met haren vader daar een dag had door gebracht, zich verbeeld dat de menschen daar eigeniyk nooit tot rust kwamen, nooit tyd hadden om eens bedaard tot zichzelven in te keeren, door die voortdurende aanraking, waarin zy met elkander kwamen, door die nooit eindigend© belangstelling in vreemde gebeurtenissen en belaDgen, welke als eene bonte mengeling van lief en leed voorby de oogen trekken van alleD, die zich Diet misan tropisch van de wereld afzondoren. In hoeveel grooter verhouding vond zy nu dit alles te Beriyn terug 1 Hare woning, zoo schoon en gezellig als de liefde ze slechts uitdenken en versieren kan, scheen haar een waar paradys toe. Gaarne had zy ze nooit verlaten en dagen vergingen ook hier in gelukzalige eenzaam heid. Maar Adelberts vurige geest kon zich Diet lang tevreden stellen met deze minne- kozeryen; zyne dienstzaken, de behoefte naar ernstiger bozigheden, deelneming aan het openbare leven deden hunne oischen gebie dend golden. Hy maakte Magdalene duidelyk, dat men in de wereld niet als kluizenaar kon en mocht leven, dat niet alleen de menschen rechten hebben op het leven, maar dat ook het leven rechten heeft op den mensch; hy schetste haar de genietingen van het gezellig verkeer met eenige geschikte vrienden en na dit onderhoud bracht hy zyne vrouw in kennis met eenige bekende farailiën. Hy verlangde geen schitterenden omgang, noch wilde by groote en drukke gezelschap pen bezoeken daartoe waren zyne mid delen trouwens niet toereikend maar toch kon en wilde hy zich niet geheel aan de groote wereld onttrekken. Maar reeds de eerste aanraking van Mag dalene met de haar vreemde, schitterende wereld deed smartelijke gewaarwordingen in de ziel van haren echtgenoot ontstaan. Niet overal werden zy ontvangen; de keuze zyner echtgenoot© werd door velen toch wat al to romantisch en onverantwoordeiyk gevonden. Velen deelden de vooroordeelen van den vader en hadden medelijden met don ouden man, die, in zijne heiligste grondstellingen ge krenkt, nu geheel aan zichzelven was over gelaten, en de deuren, die zich voor don ODge- huwden jongen man zoo bereidwillig geopend hadden, bleven voor hem in het gezelschap zyner vrouw gesloten. By anderen zegevierde wel is waar de nieuwsgierigheid en do bekooriykboid van het ongewone, maar in die vreemde omgeving schoen Magdalene eene geheel andere te zyn; haar ontbrak hier de poëtische bekoring der woudlucht en de lieflyke natuuriykheid, die haar daarbuiten had omgeven; temidden van het heldere licht der salons, onder die menigte onverschillige, voornaam glimlachende menschen, omringd door al die pracht en ongekende weelde, die haar verblindde, ge voelde zy zich eenzaam en verlegen. Zy miste de gladde vormen, waaronder zoo weinig geest verscholen is; de kunst, veel en met bevalligheid over niets te praten, was haar ten eenenmale vreemd, zy had niets dan korte en éénlettergrepige antwoorden op den overvloed van woorden, waarmede men haar overstelpte, en als zy zich, wanneer hare schoonheid en verwarring geweken waren, trachtte te herinneren, wat men haar had ge zegd, moest zy zich met verbazing bekennen dat 't eigeniyk niets te beduiden bad gehad. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1893 | | pagina 1