Lekker Biertje. OOTZ, BOCK-BIER Ziiid-Dollaiidsclie Bierbr., Den Haag, HAMBURGER GELDLOTERIJ BOCK-BIER 100 VISITEKAARTJES KWATTA'S CACAO, Groot Assortiment Fijne en GoedkoopeMeubelen,Tapijtgoed, Gordijnstoffen, etc. 500,000 Mark. Jsenthal Co., Hamburg. C. DE BINK. - Aalmarkt 13. H§ Grossierderij P. I. KEULS Co., De Gracieuse. Vraagt Kwatta's Chocolade en Kwatta's Manoeuvre-Chocolade. H. P. 1. HOPMAN. Kantoor: Galgewater 5. BOEKHANDEL. Koninklijke Ned. Beiersch Bier-Brouwerij, Amsterdam. SPECIALE INRICHTING VOOR VISITEKAARTEN, 60 CENTS en ïioogrer. ATTENTIE! IMIU PEREL's Likdoornzalf, van af heden, zoolang de voorraad strekt, verkrijgbaar. J". R.EGEUR, Bestellingen werden ook aangenomen: Oude Vest 59. BUBGSTEEG No. 3, co Detail Binnen- en Bnitcul. Gedistilleerd, Fundi-Siropen, lijue Likeuren, Bitter-Kitracten, etc. OUDE JENEVER. Wederverkoopers B. DUS, Korte Mare 22. de Gezondste, Zuiverste en lichtst Verteerbare. Speciaal aanbevolen door BH. Medici wegens bare Zuiverheid, Oplosbaarheid en betrekkelijk hooge Voedingswaarde. GEHEEL ZONDER ALCALIËN BEREID. Monsterbusjes gratis verkrijgbaar. Stoojn-Chocolade- ea Cacaofabriek „SÊWATTA", Breda. Manufacturen. üxLISÜS. IfLINKL, Ameublementen- Botermarkt 5, 6, 7. - Nieuwstraat 31. Alle Reparatiën aan Stofteerwerk en Meubelen worden op onze werkplaatsen spoedig en billijk uitgevoerd. Gelegenheid tot het bewaren van Meubelen, etc. UITTREKSEL 500,000 110,000 origineele loten 55,400 prijzen. 1 a RL 3oo,ooo 1 a 1» 2oo,ooo a 2 a 75,ooo a 7o,ooo 1 a 65,ooo 1 a 6o,oog a 55,ooo 2 a 5o,ooo 1 a 4o,ooo 5 a 2o,ooo 3 a 15,ooo 26 a 56 a 5,ooo 106 a 3,ooo 253 a 2,ooo 6 a l,5oo 756 a 1237 a 5oo 10.452,425 Mk. vóór 20 December a. Feuilleton. HET SLOT ELKRATH. HOOFD-AGENT voor Leiden en Omstreken: TELEPHOONNUMMER 149. 7432 32 7514 24 NOUVEAUTÉ IN ENGELSCHE VISITEKAARTEN. HENRI PERELD2 phmcure BRÉFRTI de Z. M. Ie Roi des Beiges. Niemand behoeft zich meer onder mijne be handeling te stellen, maar gebruike alleen m\jne gobreveteerd door Z. M. den Koning van België. Radicale Ge nezing volgens gebruiksaanwijzing binnen zes dagen voor alle ongemakken aan den voet. 6992 32 HENRI PEREL, Pedicure, Amsterdam. 1P8. Hen lotte vooral op het gedeponeerde Handelsmerk. Hoofdkantoor te Amsterdam: Firma A. BOAS Co., Doelenstraat 1. Verkrijgbaar a één Gulden per doos te Leiden by de Heeren REYST KRAK, Beestenmarkt 41, en b\j den Heer J. H. DIJKHUIS, Hoogstraat 3. 6906 22 DER 7468 34 Hool'd-Agent voor I eider, en Omstreken. Kantoor: Groenhazengracht 4. Telephoonnummer 162. Chartreuse. Benedictine. L queur de Malpas. Cherry Brandy. Triple sec. Kummel CrisL Liqueur des Charmettes. Xirschwasser suisse. Elixer d'Anvers. Marasquin. Absinth. Advocaat. Old Jewel. - Nlglit Cap. - Hulstkamp. H.rvcys Wbiskj. - Boots 'Oraoje-Hlttcr. Vermouth Martini Itossl. 6840 32 Voor een JONGMENSCH van netten huize wordt in eene drukke zaak gelegenheid tot opleiding aangeboden. Eigenhandig geschreven brieven onder No. 7588 aan het Bureel van dit Blad. 7 Frtys per kwartaal flJtj. Ondergeteekende vraagt voor zijn Zeeuwsch Tarwebrood, tegen flink rabat of vast salaris. 7Ö76 7 6814 45 5363 45 uit het trekkingsplan. De hoofdprijs bedraagt in 't geluk kigste geval ev. Mark. In 't byzonder zyn de hooge pryzen als volgt: 1 ?J 100,000 19 1 99 99 99 1 99 99 19 99 99 99 10,000 99 99 99 99 99 1,000 99 52941 a M. 300 aoo. 160, 148, 127, IOO, etc. Alle 55,400 prijzen bedragen te zamen Meer dan de helft dezer loten moet dus met een pry's uitkomen. Het werkelijke voordeoL der Hamburger Lotery tegenover andere klassen-Ioteryen I beslaat daarin, dat in Hamburg geen nieten worden getrokken. Ieder bezitter van een lot beeit dus kans lot op den laatstcn trekkingsdag. In het gelukkigste geval bedraagt de HOOFDPRIJS ev. Nevensstaande tabel geeft een overzicht van de bijzondere indeeling der hoofdprijzen. All 55,400 prijzen worden in 7 spoedig op elkander volgende klassen uitgeloot en contant betaald Het oflïclëele trekksngsplan, hetwelk wij bij ieder lot gratis voegen, bevat eene juiste opgave der prezen, welke in iedere afdeeling uitloten, en tevens hoevoel voor iedere afdeeling moet worden toegezonden. De Prijs der orSglneclc loten is wettelijk vastgesteld en bedraagt voor de 1ste trekkingsklasse IV.C. f' 3.50 voor gchcelc origineele loten. n 1.75 n halve n <».9« kwart Na ontvangst van dit bedrag in Hollandsch bankpapier, postzegels of postwissel zenden wij de orlgliircle loten met officieel trekkingsplan. Indien iemand het trekkingsplan niet mocht aanstaan, zijn wij bereid (vóór het begin der trekking) de origineele loten terug te nemen en het daarvoor gezonden bedrag onmiddel lyk terug te zenden. Wy kunnen dit des te eerder, daar wij overtuigd zyn, dat iedere ont vanger de uitmuntende en kansrijke indeeling van het trekkingsplan zal erkennen. De officiéele trekkingslijsten zenden wy direct na iedere trekking. Om alle bestellingen zorgvuldig te kunnen uitvoeren, verzoeken wy ons die ten spoe digste te zenden; in elk geval echter op welken dag de trekkingen beginnen. Hoofdlotery-Burean, NB. De Hamburger Geldloterij bestaat reeds ruim honderd Jaar en begint 2 maal per jaar opnieuw. Onze firma behoort tot de oudste HoofdIntrrjj-Barenux. Reeds vaak waren wy in de aangename gelegenheid groote Hoofdpryzen ook naar Nederland te kunnen zenden. In de laatste zeven jaar hadden wy het byzondere genoegen onderstaande Hoofdpryzen aan onze klanten contant uit te betalen Al. 300,000 op No. 51083 getr. d. 14 Mei 1891 Af. 200,000 32219 4 Nov. 1887 if. 200,000 23963 23 Oct. 1891 if. 100,000 01038 29 Apr. 1889 Al. 75,000 23355 2 1890 if. 75,000 12100 12 Oct. 1893 on bovendien verscheidene pryzen a if. i1. AC. if. if. if. if. 75,000 op No. 65810 getr. d, 60,000 56 000 50,000 50,000 30,000 45724 46613 65169 79478 9910 7433 159 3 Oct. 1890 24 1890 12 Jan. 1888 13 Dec. 1888 5 Jan. 1893 26 Oct. 1888 15,000, 10,000, ■H 5000, 3000, 2000, etc. DOOB GOLO KAl.UUND. 12) „Zooads gy wilt, baron", zeide hy; „gy zjjG de meester, gy moet weten, wat gy te doen hebt. Ik heb het rajjno beproefd en kan rnjjn hoofd gerust nederleggen. Ik wensch u eone aangename nachtrust." Hy grootte zeer koel op militaire wyze en verliet de kamer. „Onbeschaamde vlegel!" riep de baron uit, toon de r eur achter den houtvester was ge sloten. „Wat zegt gy daarvan, Elkrath?" Graaf Stepban baalde de schouders op. „Er is weinig eerbied in dien man, weinig tucht en toch kunt gy hem moeilyk iets verwyten. Ondergeschikten ten minste in myn dienst mogen over het algemeen zoo lang niet praten; geloof my, dat is onver draaglijk; zij moeten slechts antwoorden, slechts bescheid geven en ook de vragen, die men tot hen richt, moeten zoo kort mogelijk gosteld worden, zonder omwegen. Men moet hun derhalve niet veroorloven eene eigen meening te kennen te geven; als men hun loo iets toestaat, ie het spoedig met hun corbied gedaan." „Daar gjj nu echter met uwe onderge schikten op een anderen voet staat en de man toch eigenlijk goed sprak en dacht Eggenthal", zeide Adelbert goedmoedig, „moest gÜ de rost doen en dien armen drommel maar laten loopen. Honger moet een scherp zwaard zijn, al gevoelen wij daarvan bi) oeno welvoorziene tafel en een vol glas al zeer weinig." Graaf Stephan wierp oen verbaasden en ontevreden blik op zyn zoon. „De rest doen naar uw gevoelen dns dien man laten loopen beteekent niets meer noch minder dan een offer brengen aan grondstellingen, waarvan de gevolgen In de verste verte niet te overzien zijn", zeide hy scherp. „Ik had my nooit kunnen voorstellen dat gij er zoo licht over kondt denken. De grondbeginselen te ondermijnen, waarop onze door de voorvaderen verworven en door God bevestigde voorrechten ruston, is hetzelfde als do stevige zuilen omverwerpen, die het gebouw onzer rechten schragen. En juist onder deze rechten vinden de mindere klassen bescherming on hulp en zouden, indien deze verloren gingen, insgelijks ten gronde gaan. Indien ik hier iets te besluiten had, zou ik de vrouw alle mogelijke hulp doen toekomen, maar den wilddief zonder geDade zyne straf doen ondergaan." „Dit eigenzinnige gebroed neemt geeno hulp aan," bromde de baron; „daar zit bom juist de knoop." „Hoeaoo", vroeg graaf Stephan, „hebt gy bet dan reeds beproefd?" „Ziet g\j, Elkrath, de geschiedenis is eigen lijk zoo", antwoordde de baron: „Die Munter was koetsier hier; by kon voortreffelijk met de paarden omgaan en was ook overigens een zeer oppassend' monsch, die slechts een enkelen keer door den rentmeester wegeDs stijfhoofdigheid by my werd aangeklaagd. Maar dat ging mij niets aan; hy deed zijne zaken goed en de paarden wareny. zooals ifc reeds zeide, nooit iu betere handen geweest;; het was een lust, zeg ik u. Omdat hy nu zoo goed oppaste, veroorloofdo ik hem te trouwen en de kerel toonde smaak te heb ben: hy koos eene verrukkeiyk mooie vrouw. Vóór drie jaar, toen ik hier was, en een paar makkers, daaronder den wilden Sinsdorf, had medegebracht, kwam op zekeren avond na den maaltijd, waarbij wy na een warmen dag onzen dorst good geiescht hadden, de vrouw op bet slot, om haren man te spreken. Sins dorf, die weiiioht iets meer opgewonden was dan wy, ontmoet haar buiten tusschen de stallen en houdt haar staande. De vrouw, die niet van de geduldigsten was, wilde zich losrukken en riep, daar zy natuurlijk tegen Sinsberg, die zoo sterk is als een boom, niet opgewassen was, om hulp. Ikzelf kwam tusschenbeide en maande Sinsdorf aan, een einde te maken aan de grap, toen Munter, die zyne vrouw om hulp had hooren roepen, er ook by kwam. In hetzelfde oogenblik liet Sinsdorf de vrouw los en toch veroorloofde zich de man, Sinsdorf terecht te stellen en hem rekenschap te vragen. Nu, gy weet het, Elkrath, gastvryheid boven alles: een edel man door myn koetsier te laten beleedigen, dat ging toch wat al te ver. Ik nam de ry- zweep, die ik juist in de hand had, en gaf den kerel in tegenwoordigheid van zyne vrouw en van mijne gasten eone geduchte kastijding, oDder de bedreiging hom uit myn dienst te jagen, indien by vóór den avond Sinsdorf geena verschooning gevraagd had voor zyne vermetele? taaL „Wat denkt gy, EJkrath, dat er gebeurde? De stijfhoofdige lummel was reeds vertrokken lang vóór het avond, was; ik kon Sinsdorf de voldoening niet geven, die ik hem beloofd had, en wij moesten het dus by de tuchtiging laten blijven. Munter ging naar het dorp om als daglooner te werken en woonde daar als het ware om my te hoonen en te trotseeren onder mijne oogen. Een tydlang ging het goed, toen hield de trots hen nog staande, maar het goede leven, waaraan zy gewoon waren gewoest, want hy leefde hier op een goeden voet dat vonden zy in het dorp niet terug. De vrouw kreeg kindereD, werd ziekelyk en zeer leeiyk, zeg ik u; er was bepaald niets meer aan haar. Hyzelf, Munter, werd ook ziek; naar ik hoorde had hy eene zenuwkoorts, waardoor hy den ge- beelen zomer niet in staat was iets te ver dienen; daarby eone zieke vrouw, kleine kinderen en geene verdienste wat 'zal dat onbeschaamde volk verlangd hebben om terug te keeren naar de vleeschpotten van Egypte! En ik, gy kent my toch, Elkrath, ik ben eigentyk een goede kerel, het is geen bluf, als ik u zeg, dat ik wilde helpen. Ik liet Munter zeggen, dat hy weder 'oy my in dienst kon komen, als hy behoorlyk ver schooning vroeg voor zyn gedrag, maar by heefr my geantwoord, dat hy liever m het open veld wilde omkomen, en dus moest ik de zaak wel laten loopen." „Laat Munter liever loopen, Eggenthal wat ik u zeg, het is het verstandigst wat gy doen kunt om u uit de zaak te redden", zeide Adelbert ernstig, terwyi zyn vader het stilzwijgen bewaarde. „Neen, neen, men moet consequent zyn; plicht blyft plicht en myne toegevendheid zou den houtvester ook het hoofd in de hoogte doen steken, zoodat. „Gy hem ook zoudt moeten wegjagen", zeide Adelbert lachend. „Neen", zeide Eggenthal ernstig, „die heeft eene te schooue dochter. Gy*kunt u niet voor stellen, Elkrath, wat een prachtig meisje dat is. Ondanks haar gulden haar is de Loreley nooit zoo schoon geweest." Graaf Stephan schoof tameiyk luidruchtig zyn stoel achter uit het onderhoud van de beide laatste uren scheen hem ontstemd te hebben. „Ik geloof dal het tyd wordt aan het vertrek te denken", zeide hy; „als Eggenthal ons eene sigaar en een kop koffie gegeven heeft, zal het tyd worden om te laten inspannen".. „Adelbert moet ten minste by my blyven", zeide de baron met eenige aarzeling; „het is te wreed, een ouden vryer zoo alleen te laten. Morgen kryg ik bezoek uit Neuss, dan wordt gy voor uwe opoffering beloond en daarenboven is het geraden u by uwe schoone nicht te Elkrath een weinig zeldzamer te doen zien. Dat verhoogt de belangstelling en verschaft nieuwe bekoorlijkheid". \Wo*dt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1893 | | pagina 2