N°. 10361.
Woensdag SO November.
A0. 1893.
feze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
Het verdwenen Itlarinetractaat.
IDSCH
BAG-BLAB.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden por 3 maandenf 1.10.
Franco por post14°-
Afzonderlyke Nommors0.05.
PRIJS DER AD VERTEN T1ËN
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meor f 0.I7J. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Dit nommcr bestaat uit TWEE
Bladen.
Eerste Blad.
Wijziging dor Leidsche Inkomsten
belasting.
Meermalen werd door leden van den ge
meenteraad de wenscheiykheid geuit dat de
aanslagen in de Plaatselijke Directe Belasting
ambtshalve door B. en Ws. zouden geschieden.
Hoewel daardoor de aan B. en Ws. opge
dragen taak van het opmaken van het kohier
moeilijker wordt, achten dezen dit geen over
wegend bezwaar, na de ondervinding sedert
1878 in zake de Inkomsten belasting opge
daan. Bovendien worden B. en Ws., zooals
bekend, b\j de uitvoering der verordening,
regelende de heffing der Plaatselijke Directe
Belasting, bijgestaan door eene commissie uit
de burgerij, welke daarin eene rijke ervaring
heeft opgedaan, zoodat B. on Ws. niet ver
wachten dat ambtshalve aanslag tot moeilijk
heden aanleiding zal geven. Integendeel,
zeggen zij, zullen daardoor redenen van onte
vredenheid b\j de belastingschuldigen worden
weggenomenimmers, het moet bij velen mis
noegen verwekken wanneer hunne eigen
aangiften, in twijfel getrokken, niet aange
nomen worden, en hun jaariyksch inkomen
in eene hoogere klasse wordt gerangschikt.
Voor ambtshalven aanslag pleit bovendien
dat rekening wordt gehouden met het feit,
dat menigeen niet gaarne het juiste bedrag
van zijn inkomen geopenbaard ziet. Waar de
belastingschuldige ambtshalve wordt aange
slagen, en nog meer waar zijn inkomen niet
eens bepaald, maar slechts in eene klasse
gerangschikt wordt, blijft omtrent de meerdere
of mindere juistheid van zoodanige rang
schikking, althans b(j de buitenwereld, een
olement van onzekerheid over, dat bedoeld
bezwaar grootendeels moet opheffen.
Ten einde zooveel mogelijk gegevens te
verkrijgen voor een nauwkeurigen aanslag,
zouden B. en Ws. de belastingschuldigen in
da gelegenheid willen stellen op het beschrij
vingsbiljet zoodanige inlichtingen omtrent hun
inkomen te geven, als zü wenscheiyk achten.
W< :rs komt het B. en Ws. voor, dat,
Wrtu v nr Burg. en Weths. de belastingschul
digen ambtshalve aanslaan, de eventueels
bezwaarschriften tegen dien aanslag niet
alleen door hun College en door de commissie
uit de burgerij, maar ook daarna door Raads-
commissien zouden moeten worden onder
zocht, by welk onderzoek de uitslag van het
eerste onderzoek niet zou mogen ontbreken
tegenover opgaven van den belastingschuldige.
Deze zal daardoor de overtuiging krijgen, dat
omtrent zyno reclame niet dan na nauwgezet
onderzoek wordt beslist en door eeno Raads
commissie wordt beoordeeld, welke aan den
ambtshalven aanslag geen deel heeft genomen,
en dus geheel onbevooroordeeld' 'zal beslissen.
Ten 6lotte wenschen B. en Ws. voor te
stollen het inkomen tot 500 vry te stellen
van belasting, en dit bedrag van eiken aan
slag af te trekken om te komen tot het be
lastbaar inkomen.
Wat het oerste punt aangaat, meenen B.
en Ws. dat in deze gemeente een inkomen
van f 500 waariyk wel noodig i6 voor levens
onderhoud voor een gezin, en dus onbelast
moet biyven. Bovendien heeft de ondervinding
geleerd dat ongeveer 20 pet. der aanslagen
tot 500 als oninbaar moeten worden afge
schreven, en vele andere aanslagen sleohts
geheel of gedeeltelijk inkomen na maatregelen,
welke den schyn van hardheid hebben, en
welke in verhouding tot de kleine aanslagen
nogal kostbaar ziju. B. en Ws. meenen te
moeten voorstellen de minvermogende stad-
genooten van dezen last te moeten ontheffen.
Aangezien thans in de eerste tweeklassen
1643 personen zyn aangeslagen, zal door het
wegvallen dezer twee klassen het opmaken
van het kohier zeer bespoedigd worden, en
het cyfer der oninbare posten, evenals de
kosten, ook voor aanmaningen en vervolgingen,
beduidend verminderen.
Door 500 van alle aanslagen af te trekken
zullen de aanslagen van inkomens beneden
de ƒ1500ƒ1750 iets worden verminderd,
(kolom 9) en eene zachte en geleidelijke ver
meerdering blyven bestaan (kolom 8) evenals
by de thans geldende belasting.
Deze twee maatregelen, nl. het vervallen
der eerste klassen, en de aftrek voor elke
volgende klasse van ƒ500 zal ten gevolge
hebben dat om tot byv. een plaatselyk be-
lastingcyfer van f 167,215 te geraken, als in
1893 noodig is, het percentage zou worden
3.27076, stel 3.27 pet., tegen 3 pet. volgens
de bestaande belasting.
In dien geest wordt aan B. en Ws. een
voorstel gedaan, alsmede om de voorgestelde
wyzigingen met 1 Januari 1894 in werking
te doen treden.
Leiden, 28 November.
Door het gezelschap van den Rotter-
damschen Tivoli-schouwburg, onder directie
der heeren Jan C. De Vos en W. Van Korlaar, zal
morgen-, Woensdag avond, in den Schouwburg
alhier worden opgevoerd: „Champignol tegen
wil en dank".
Dit biyspel maakt geen hooge aanspraak.
Het is een dwaze klucht, welke echter door
het enorme aantal opvoeringen er van te
Parys tot iets byzonders in dit genre is ge
stempeld.
En het groote verschil, dat er tusschen deze
grap en andere Fransche kluchten bestaat, is,
dat: „la mère sans danger y peut conduire
sa fille."
Het „Rotterdamsch Nieuwsblad" schreef
indertyd over de opvoering van dit stuk o. a:
Genoemd blyspel, naar het Fransch van
Feydeau on Desvalliöres, is een lachsucces,
dat moeilyk zyn wederga zal vinden als
zoodanig en zeker iD geen geval zal worden
overtroffen.
De aftrok bedraagt voor de Ryke-bedigfebelaBting
ƒ650 en te Rotterdam, Amsterdam en Utrecht ƒ600
vry; Haarlem, Arnhem, Groningen, Leeuwarden,
Snf-fk, Zntf»*n en Alkmaar 500 vrg.
Dat is nu eene klucht, welke de tranen over
de wangen doet biggelen, zoo een, welker
invloed op het inwendig menscheiyk samen
stel men nog uren lang gevoelt.
Er wordt gelachen van 't begin tot 't eind,
gelachen, gegierd door lieden van allen aanleg,
door dwarskijkers zoowel als door de luitjes
van „Schep vreugde in 't leven."
Dikwerf reeds hebben we premières van
blijspelen in den Tivoli-schouwburg bijge
woond, maar explosies van toomelooze vroolyk-
heid als gisteravond telkens weer het huis
der muzen aan den Coolsingel in een tempel
der vrooiyklieid verkoerden, hebben we nog
niet kunnen boekstaven
Zelfs de gestrengste zedenmeester zal met
„Champignol's" strekking vrede nemen en
allen, die over het verval van het tooneel in
't algemeen en van 't Fransche in 't bijzonder
uit een zedelijkheids-oogpunt ach en wee
hebben geroepen, ze zullen tevreden zijn: de
leer, dat alle kwaad zijne straf vindt, wordt er
aanschouwelijk in voorgesteld, zonder dat de
satyre aan 't woord is, of 't stuk zich kan
doen golden als eene schildering van de men-
schen en de toestanden zooals zo zijn.
In de gemeenteraadszitting van 21 Sep
tember jl. werd overgelegd een adres van de
heeren P. J. Van Ulden, waarbij zUi in
verband met de plannen van eene verplaatsing
van de asch- en vuilnisbelt, aan de gemeente
ten verkoop aanbieden de daarbjj omschreven
terreinen en staalsteden aan den Rijn in de
gemeenten Zoeterwoude en Leiderdorp, voor
de som van f 20,000, en de kosten van over
dracht, onder bereidverklaring dat aanbod tot
en met 1 April 1894 gestand te doen.
Naar aanleiding hiervan werd de behan
deling van het voorstel van 11 September jl.,
om eene beslissing te nemen over een even-
tuoelen aankoop van het terrein van den heer
J. De Graaf en de stalen van den heer J.
Filippo, nabij de Spanjaardsbrug, aangehouden.
Na ingesteld onderzoek, ook door de Com
missie van Fabricage, is het B. en Ws. ge
bleken dat de terreinen, door gebroeders Van
Ulden aangeboden, in vele opzichten geschikt
zyn te achten, zoowel voor de inrichting van
eene asch- en vuilnisbelt als voor bagger-
stalen.
Inmiddels is het B. en Ws. gebleken dat
nog andere stalen in hot bezit zyn van Gebrs.
Van Ulden, als in hun adres van 20 Septem
ber j.l. werden aangeboden, welke terzelfder
plaatse zyn gelegen, en wel de kadastrale
percoelen, onder Leiderdorp bekend Sectie A,
Nrs. 965, 967, 969, 970 en 1037, alle op het
kadaster omschreven als staalsteden, ter
grootte re8pectieveiyk van 91.49, 13.70,9.40,
7.80 en 4.60 aren, terwyl de eigenaren zich
bereid verklaren ook deze perceelen aan de
gemeente in eigendom over te dragen, mits
de koopsom van f 20,000 alsdan met f1800
worde verhoogd.
Het is noodig dat thans omtrent de regeling
dezer aangelegenheid eene beslissing wordt
genomen, aangezien de verlengde pacht van
den afval van en de levering der benoodigd-
beden voor de Beestenmarkt vervalt met ultimo
December a. s. en de verlengde pachten van
de haardasch, de vuilnis en het puin, van
het baggerwerk binnen de grachten, singels
en singelslooten en van de faecale stoffen, ver
zameld volgens bet Liemurstelsel, eindigen
ultimo Maart 1894.
Blykens het rapport van B. en Ws. van
11 September kwamen hun het terrein van
den heer J. De Graaf en de stalen van den
heer C. Filippo, gelegen naby de Spanjaards-
brug, voor het doel zeer geschikt voor, ter
wyl de overige aan den gemeenteraad mede
gedeelde gedane aanbiedingen h. i. voor het
doel minder in aanmerking komen.
By de overweging van de verschillende
plannen, aan welker uitvoering groote bezwaren,
vooral flnantioele, zyn verbonden, is by B. en
Ws. de vraag gerezen of het inderdaad nood-
zakeiyk is dat tot de verplaatsing van de
asch en vuilnisbelt wordt overgegaan en of
het alzoo niet meer in het belang van de
gemeente is, het tegenwoordig terrein, aan den
Zuidsingel, met woning, stalling en loodsen
voor de berging van asch en vuilnis te blyven
bestemmen, welk denkbeeld volgens B. en Ws.
ernstige overweging verdient.
Alleen toch by dicht water, wanneor de
vuilnis niet tydig genoeg kon worden wegge
ruimd, werd hiervan ongerief ondervonden;
hiertegen kan echter worden gewaakt door
het opnemen van eene bepaling in de voor
waarden van aanbesteding, dat de vuilnis on-
verwyid, na bekomen aanzegging van B. en
Ws., moet worden weggeruimd, ook by besloten
water.
De pachter zal moeten zorgdragen voldoend
terrein beschikbaar te hebben, waarbeen de
vuilnis, wanneer de vaart is gestremd, per as
kan worden vervoerd.
Bovendien zou ten strengste moeten worden
gewaakt tegen het vervoer van faecale stoffen,
ook van die, welke gezameld worden door de
exploitatie van het Liemurstelsel. Zooals be
kend is, zyn ten vorigen jare enkele malen
faecale stoffen, toen de vaart gestremd was,
naar de vuilnisbelt gebracht in stryd met de
bepaling van de voorwaarden van verpachting.
Hierdoor zyn hoofdzakelyk de vroegere klachten
ontstaan, waarop echter onverwyld de aanvoer
dier stoffen is gestaakt. By eventueel behoud
van den bestaanden toestand kunnen evenwel
daartegen voldoende voorzorgsmaatregelen
worden genomen.
Met bet oog alzoo op de vele bezwaren, aan
eene verplaatsing van de asch- en vuilnisbelt
verbonden, en de aanzieniyke daarmede gepaard
gaande uitgaven, meenen B. en Ws. den ge
meenteraad te moeten in overweging geven
daartoe niet over to gaan, maar den bestaanden
toestand te handhaven wat het terrein betreft
en eene openbare verpachting te houden van
het rein houden der gemeente in vyf perceelen,
overeenkomstig de vroeger overgelegde ont-
werp-voorwaarden van verpachting.
In die voorwaarden zullen alsdan eenige
wyzigingen moeten worden aangebracht.
Voor het geval echter de gemeenteraad van
oordeel mocht wezen dat de bestaande toestand
niet mag gehandhaafd worden en dat alzoo
tot eens verplaatsing van de asch- en vuilnis
belt moet worden overgegaan, zal in begin
sel moeten worden besloten tot den aankoop
hetzy van de terreinen van de heeren De
Graaf en Filippo, hetzy van die van de
Gebroeders Van Ulden, en by de te houden
verpachting aan de inschry vers de keuze moeten
worden gelaten van welke terreinen zy gebruik
wenschen te maken.
Eene drieledige inschry ving zal alsdan moeten
plaats hebben, als: by gebruikmaking van
eigen terrein, van terrein De Graaf en Filippo
on van terrein Gebroeders Van Ulden. Na
afloop van de inschryvlng zal moeten worden
beslist of, en zoo ja, welke terreinen zullen
moeten worden aangekocht.
In de voorwaarden, ook wat dit betreft,
moeten dus dan de noodige wyzigingen worden
aangebracht.
By de brandweer te Noordwyk-binnen
hebben de volgende veranderingen plaats gebad
Den heer D. Van Konynenburg is, op zyn
verzoek, eervol ontslag verleend als brand
meester van de perspomp van spuit No. 1;
in zyne plaats is benoemd de heer A. J. Over-
meer, thans late assistent by den aanjager
dier spuit. In diens plaats is benoemd de heer
L. zyp, wiens opvolger is geworden de heer
P. B. v. Eeden. Als Iste assistent-brandmeester
by de perspomp van spuit No. I werd op zyn
verzoek eervol ontslagen de heer H. Sam, in
wiens plaats benoemd is de heer P. Van
Eeden Hz., thans 2de assistent, tot welke
betrekking benoemd is de heer 8. A. Van
Konynenburg.
De Provinciale Vereeniging van ambte
naren ter gemeente-secretarie in Zuid-Holland
hield te Rotterdam in het „Pool3che Koffie
huis" weder eene vergadering. Op voorstel
van bet bestuur was besloten aan de eere-
leden der Vereeniging, do heeren A. Blanke-
styn, gemeente-secretaris te Oegstgeest, en
B. Koker, gemeente-ontvanger te Wassenaar,
diploma's uit te reiken, hetgeen door den
voorzitter, den heer S. R. Van Franck, te
's-Gravenhage, aan de heer B. Koker met
een toepasseiyk woord gescbieddo. (De heer
Blankestyn was verhinderd de vergadering
by te wonen). Tot penningmeester werd her
kozen de heer W. A. Couvée, ambtenaar ter
secretarie te Oegstgeest. De heer S. R. Van
Franck deelde mede dat hy wegens zyne
benoeming als adjunct secretaris van het Bur-
geriyk Armbestuur te 's-Gravenhage geen lid
der Vereeniging kan blyven, maar tot do vol
gende algemeene vergadering in Maart 1894
de vergaderingen der vereeniging zou blyven
presideeren, welke laatste mededeeling met
applaus werd beantwoord. Verder werd nog
besloten het bestuur te maebtigon tot het
zenden van twee zyner leden naar de eerst
volgende vergadering van den Nederlandschen
Bond van Gemeente-ambtenaren, ten einde
inlichtingen in te winnen, en alsdan nogmaals
do al- of niet-toetreding te bespreken. Op
voorstel van een der leden werd in over
weging gegeven heeren reporters voortaan
officiéél uit te noodigon tot de bywonlng dei
algemeene vergaderingen, welk voorstel werd
aangenomen. Ten slotte werd besloten de
eerstvolgende algemeene vergadering weder
te 's-Gravenhage te houden.
(Verhaal uit het leven van een
Kngelschen detective.)
5)
Er is niets gevonden, wat hem ook maar
in de geringste moeilykheid zou kunnen
brengen, en daarna ia het onderzoek gestaakt.
Nu heb ik my tot u gewend, mynheer Hoi
mes. als rayo laatste redmiddel. Wanneer gy
ook niet slaagt, is zoowel myne eer als myne
positie voor altyd vernietigd."
De zieke zonk in zijne kussens terug, ver
moeid door zyn lang verlegt, terwyl zyn
meisje hem een glas insoboult met een of
andere opwekkende modicyn. Holmes bleef
stil zitten met zyn hoofd achterover geleund
en zyne oogen gesloten, eene houding, die
voor een vreemde wellicht onverschillig kon
schijnen, maar die ik kende als het bewys
van de meest ingespannen overdenking.
„Uw verhaal is zóó duidetyk geweest, dat
m\j nog maar weinig te vragen overblyft,"
zside hy ten laatste. „Er is echter nog eene
vraag van het uiterste gewicht. „Hadt gy
temsDd verteld, dat gy die speciale opdracht
moest vervullen?"
„Neen, niemand I"
„Ook byv. niet aan Miss Harrison?"
„Noen. Ik ben niet naar Woking geweest
tusschen den tyd, dat ik het bevel kreeg en
het ten uitvoer bracht."
„En is niemand van uwe familie toevallig
by u geweest om u op te zoeken?"
„Niemand."
„Weten ze ook allen den weg in het minis
terie?"
„O ja, ik heb het gebouw allen laten zien."
„Deze vragen zyn eigeniyk overbodig, nu
gy niemand iets van het tractaat hebt gezegd."
„Ik heb niets gezegd."
„Weet gy iets van dien portier af?"
„Neen, alleen weet ik dat hy vroeger sol
daat is geweest."
„By welk regiment?"
„O, naar ik gehoord heb hetregiment."
„Dank u wel. Ik zal zonder twyfel van
Forbes alle verdere byzonderheden hooren.
Deze heeren verstaan uitstekend de kunst
om feiten te verzamelen, ofschoon ze er niet
altyd hun voordeel mee doen. Wat is eene
roos toch eene beelderige bloem 1"
Hy liep langs de sofa naar het open raam
en hield den neerhangenden stengel van een
mosroosje op, terwyl hy zich verlustigde in
de beschouwing van dat vuurrood en groen,
zoo lieflyk gepaard. Dezen karaktertrek had
ik nog niet by hem opgemerkt, want hy had
nog nooit getoond, dat hy gevoel voor na
tuurschoon bezat.
„Er is niets, waarin combinatievermogen
zoo noodig is als in geloofszaken," zeide hy,
terwyl hy met zyn rug tegen de luiken
leunde. Zy kan door den denker niet als eene
exacte wetenschap wordon opgebouwd. De
boste waarborg van Gods goedheid berust,
naar myne overtuiging, in de bloemen. Alle
andere dingen, onze kracht, onze wenschen.
-.
ons voedsel, dit alles is workeiyk noodig om
ons voor 't oogenblik in het leven te behou
den. Maar zoo'n roos is iets extra's. Door
haren reuk en hare kleur wordt ons leven
verfraaid, terwyl zy als levensbehoefte toch
overbodig is. Slechts goedheid kan ons zulke
extra-dingon geven, en daarom herhaal ik
nog eens, dat wy van de bloemen veel te
hopen hebben.
Percy Phelps en zyne verpleegster keken
Holmes onder die alleenspraak aan met ge
zichten, waarop verwondering en teleurstel
ling duidelyk te lezen stonden. Holmes zat
weder in gedachten verzonken met het mos
roosje tusschen zyne vingers. Dit duurde
eenige minuten, totdat het jonge meisje het
zwygen verbrak.
„Ziet gy er kans op dit geheim te kunnen
oplossen, mynheer Holmes vroeg zy eenigs-
zins ruw.
„O, het geheim 1" antwoordde hy, terwyl
hy plotseling tot het werkelyke leven terug
geroepen werd. „Hot zou belachiyk zyn als
ik wilde ontkennen, dat uwe zaak zeer on-
begrypeiyk en ingewikkeld is, maar ik beloof
u dat ik myn best zal doen, en u onmiddel-
ïyk zal laten weten, als ik gegronde vermoe
dens koester."
„Ziet gy ook een nieuw lichtpuntje?"
„Gy hebt my zeven wegen geopend om te
volgen, maar natuuriyk moet ik ze eerst
onderzoeken, eer ik kas zeggen of het de
goede wegen zyn."
„Verdenkt gy iemand?"
„Ik verdenk my zelf 1"
„Wat!"
„Dat Ik te snelle gevolgtrekkingen maak!"
„Ga dan naar Londen en zie of de gevolg
trekkingen juist zynl"
„Uw raad is uitstekend, Miss Harrison,"
zeide Holmes, terwyl hy opstond„ik geloof,
Watson, dat wy niets beters kunnen doen.
Vlei u niet te veel met oen goeden uitslag,
mynheer Phelps, want het is een zeer inge
wikkeld geval."
„Ik zal geen rust of duur hebben, voor ik
u weder zie," riep de jonge diplomaat uit.
„Welnu, dan zal ik morgen met denzolfden
trein weer by u komen, ofschoon gy er
maar op moet rekenen, dat ik onverrichter
zake kom."
„God zegene u voor die belofte!" riep onzo
cliënt uit.
„Het denkbeeld alleen, dat er wat beproefd
wordt, geeft my reeds levenskracht. Tusschen
twee haakjes, ik heb een brief van Lord
Holdhurst gehad."
„Ha, en wat schreef hy?"
„De brief was koel, maar niet gestreng.
Ik geloof wel dat hy door myne zware ziekte
niet gestreng durfde zyn. Hy herhaalde my
dat het eene zaak van groot gewicht was,
en voegde er by, dat er nog geene besluiten
over myne toekomst genomen zouden wor
den, hy bedoelt er natuuriyk myn ontslag
mede tot ik geheel beter was, en eene
gelegenheid had gehad myn flater goed te
maken."
„Nu, dat was redeiyk en omzichtig ge
dacht," zeide Holmes.
„Kom, Watson, wy hebben vandaag veel
in de stad te doen."
De heer Joseph Harrison reed ons naai
het station, en weldra zaten wy in den trein
van Portsmouth. Holmes zat diep in gedach
ten verzonken en deed nauwelyks een mond
open, totdat wy Clapham Junction voorbyge-
stoomd waren.
„Het is aardig om langs eene van deze
lynen Londen binnen te komen. Zy liggen
zoo hoog en maken dat men aldus op de
huizen kan neerzien."
Ik dacht dat hy gekscheerde, want het
uitzicht was vry vuil en gemeen, maar hy
legde my uit, wat hy bedoelde. „Kyk eens,
die groote, afgezonderde gebouwen, welke
zich daar uit den loodkleurigen grond ver
heffen, geiyk eilanden in eene loodkleu
nge zee."
„De gemeentescholen."
„Lichttorens, man, bakens voor de toekomst,
capsules, waarvan elk honderden frissche
zaadjes bevat, waaruit het wyzere en betere
Engeland van de toekomst zal voortkomen.
Die Phelps is toch niet aan den drank?"
„Ik geloof het niet."
„Neen, ik ook niet, maar wy moeten iedere
mogeiykheid veronderstellen. De arme vent
is vreeseiyk aan lager wal geraakt, en het
is de vraag, of we er hem ooit bovenop zul
len halen. Welken indruk hebt gy van Miss
Harrison gekregen?"
„Een meisje met een standvastig karakter."
„Ja, maar ik geloof zeker dat het tevens
een goed karakter ia."
{Wordt vervolgd).