K°. lUobo: Maandag SO November. A0. 1893. feze dSourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Eon- en feestdagen, uitgegeven. iCikeriki. Dienstboden in Amerika. 3? 'euilleton. NONDUM. Leiden, 18 November. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden. f 1.10. Franco per post1.10. Afzonderlijke Nommers0.05. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1 - G regels f 1.05. Iedoro regel meer 0.171. Grootera letters naar plaatsruimte. Voor het incasseoren buiten de stad rvordt f 0.05 berekend. Tweede Blad. Aan do Abonné's daarop, wordt bi) dit ncmmer verzonden No. 9 van Kikcriki. Naar aanleiding van ons jongste hoofdartikel „over en voor huisvrouwen" deed eene dame óns een vroeger door haar geschreven artikel toekomen, welks opschrift wy hierboven plaatsten. Met ingenomenheid begrootten we die aanbieding: er sprak belangstelling uit. Zeiden we in ons artikel reeds datinAme- 1 rika de jongedochter niet gaarne dient en dat hot or dientengevolge zeer bezwaarlik gaat eeno dienstbode te krygon, uit het ons aan geboden artikel dat we, helaas, niet in zijn geheel kunnen opnemen wegens zyne uit gebreidheid blykt duideiyk hoe treurig het er met de dienstboden gesteld is en hoe v0:1 reden tot tevredenheid onze huisvrouwen, rie e?ne meid moeten houden, hebben, al is he dan ook ton onzent op het gebied der dionstboden, volgens de meeste patronessen, geen „couleur de rose." Niettegenstaando dat gebrek aan dienstboden, bly'ft echter van kracht wat we in ons artikel waarin we meer bepaald de Amerikaansche huisvrouw beschouwden zeiden, dat de vrouw des huizee in Amerika menige vrouw hier ten voorbeeld kan strekkenin Amerika gebiedt do dienstbodennood do vrouw het werken, Her moesten ve-lo vrouwen de beurs do rol van dien nood laten spelen. Aan het ons verstrekte artikel ontleenen we hetgeen hier volgt. Ofschoon goene Amerikaansche, maar Hol- landsche van geboorte, heb ik toch gedurende L-yna een jaar de rol van Amerikaansche huisvrouw gespeeld. Ik beoordeelde echter de toestanden om my heen met het oog eener Amerikaansche en durf bijna verzekeren dat zeer velo der Amerikaansche vrouwen, die een eigen huishouden er op na houden, het zullen betreuren dat men don Chineezon, als huisbodienden zoo goed en goedkoop wer kende, juist om deze reden het land wil ont zeggen. Uoo vreeselyk is het, ris men daar in do o.nzaamheid op de prairie zit, dat men dikwijls van allo vrouwelyke hulp verstoken is en daar niet te verkrygen is, wat men hier cono dienstbode noemt. Daar in the 'country of op oen farm, moet men zelve dan brood bakken, soms voor eon groot huishouden. H^t is een zwaar werk, vooral het kneden van hot dooe. ma r het ergsto van alles is nog het bakken des zomers in zulk co-o hitte dat do tropische hitfe, t<-n minste de hooge temperatuur v?-n Soerabaia, die my beker-dis, als ik die er bij vergeleek, mu aan koelte deed denken. Het is soms in myne keuken over do 120 gr Fahrenheit geweest, als het brood in den over. stond 'e bikken. Roman van R. KOOPMANS VAN KOEKEREN. CO) De ouders, schatryko lui v,m geril go afkomst en onuitstaanbaar trotsch, mi- ';.r nog op hun geld dan juist op oe armoede en nederigen staat hunner voorouders ja, ni ir, dat is ook al oen apart sooit v n hoogmoedte bluffen op hei feu, dat men zoo Isa.-» is begonnen en zoo hoog is geklom men - e.i de kind iui, onleerzaam en onverschillig, altyd migaa oe van het denk- b d: eigonlyk behoefden '.ij met ie loeren, wart we zijn rijk genpt'g - gy begrijpt, cirt ir hjuer dan engelengeduld toe vereischt wordt o ii k-fiuri.. g n >v*t in to pompen en met zu s-: oudelui o .j ijks om te gaan Toch zou j ifif.ouw Van BoiKei het nog wel ©en lieet-n lyd volgehouden nebben, ma r levrouw Slipman ook e.-n mevrouw jj vc!, hoor! een mevrouw in do koelte, zoo waarvan je zeggen zou: wat kost me honderd 'k H-jo er eens 's morgens o-n >i) schap gedaan en zag haar toen in och ton-.-gewaad, maar toen leek ze sprekend op en dam, oie in een klem kermistentje de karrijns nrkoopt - je zoudt ze zoowaar jnot ge-n tang aanpakkenik wou dan maar zeggen, dat movruuw Slipman 't op rou duur met hare gouvernante niet vinden kon, en haar dce op een goeden morgen Wy woonden op een farm in 't "Westen en de eerste maand was ik van alle hulp ver stoken. Maar, eindoiyk zou ik dan toch eeno dienstbode krygen, of liever a help, a com panion, zooal6 die dames zich daar noemen Het was een Iersch meisje zy zag er knap uit en had nogal nette manieren. Zy bakte voortaan het brood en boter dan ik het gedaan had. Des Maandags stond zij 's morgens te half vier op om te wasschonwant de Maan dag is, geloof ik, voor geheel Amerika, the washing-day. Zy voerde ook het bevel over de keukon, maar het eten, dat zij ons voorzette, was verschrikkelyk voor onzen smaak, onverteerbaar voor onze Hollandsche magen. Wat was ik gelukkig, ik behoefde niet veel zelve te doon; alles ging uitstekend en dat duurde eene maand lang. De Iersche companion loendo wèl myne kleederen of liever zij trok die aan zonder te vragenook gebruikte zy myn handdoek en kam, want zij was zonder dat toilet-artikel gekomen. Naderhand heb ik gemerkt dat dit artikel in iedere Amerikaansche keuken voor iedereen klaar ligt dus dat was myne schuld; ik was toen nog niet goed op de hoogte der Amer. toestanden, en in myne keuken ontbrak dat artikel toen nog. Maar over al die kleinig heden zette ik my heen in hel land der vrijheid. Na zes uren des avonds was zij vrij; dan kleedde zy zich keurig en ging in een schom melstoel in the porch (kleine veranda aan do voordeur) zitten. Er was niemand van ons, dio na dien tyd het geringste van eten of drinken aan haar had durven vragen, om de eenvoudige reden, dat wij het niet gekregen zonden hebben. Maar op zekeren morgen kwam mijn echtge noot in. de keukon en verzocht haar, zijne laar zen te poetsen. Daar had men de poppen aan liot dansen. Laarzen poetser;! Wat verbeeldde liy zich wel, hoe durfde hij haar dat vragen; zy, eene lady, zij zou de laarzen poetsen van oen mandat kon by toch zelf wel doen. Uit bet- eene woord kwam het andore voort en Mary vertrok twee dagen daarna. Uit was het met myne rust, daar begon mijn sloven, mijn bakken on Koken opnieuw. Die ongelukkige laarzen, de oorzaak van Mary's vertrek, wat heb ik ze verwenscht. Wat heb ik do handige Mary met haar goed humeur betreurd. Gelukkig kwam myne naaste buurvrouw (zy woonde een halfuur van ons af) my den volgenden dag opzoëkon, en die wist dadelyk raad; zy zou wel zorgen dat ik eeno andore kreeg. Ik had volgens haar ook geen© Iersche moeten nemen neen, zy zóu zorgen dat ik een net Hollandsch meisje kreeg „dio hadden zooveel pretenties niet." Twee dngon daarna kwam zy zolvo aan met het „nette Hollandsche meisje." Nu, die zag er niet naar uit om pretenties te maken, dat moetik bekennen. Een oud katoenen kloeoje, blcote voeten en oen haarbos zoo verward als van een bewoner der Fidschi-eilanden. Die zou myn kam niet gebruiken. Zou er wel ooit een kam «aan dat haar komen? was m\jno f co lacht*», to—* ik haar za^. kv mi .uM-Ac-ggen, cat zy over ©enige weken moest uitrukken. Algemeen verzekeren de raenschen, die by de Siipmans aan huis verkeerden, dat do zoo genaamde Mevrouw al te zeer bare geesteiyke minderheid tegenover de juffrouw gevoelde, en 't volstrekt niet kon verdragen, dat deze haar wol eens tegensprak. Nu zal men zeggen, dat zoodanig tegensprt ken toch eigon lijk ook niet to pas kwam, maar niemand zal Eveline er hard om vallen, als hy hoort, hoe dez9 dame gewoonlyk alles slikte, maar soms gedwongen werd, uit den hoek te komen, vooral wanneer dat mensch over opvoed kunrige vraagstukken den schromelyksten onzin debiteerde en daarover len overvloede nog het gevoelen van hare gouvernante abso luut wilde weten. Ho9 het zij, Eveline heeft zoo lang mogelyk gestreden en gebeden; telkens heeft zy het oogenblik van het neerleggen harer betrek king verschoven, en misschien zou zy 't zware kruis nog Janger gedragen hebben, indien zy 't niet had zien aankomen, dat de Slipmans tiaar den rlitnst zouden opzeggen. Zoodra zy dit bemerkte, was haar besluit genomen: zy vroeg haar ontslag, zy het ook met een bloedend hart. By hare thuiskomst werd Eveline zeer harteiyk en vriendelyk ontvangen. Geen enkel verwyt behoefde zy te hooren, geen schamper woerd of stekelige opmerking kwam over dor ouderen lippen. Integendeel, vaderen moeder vvedy verden in het betoonen van deelneming, in het aanwenden van pogingen om hunne docüter het doorgestane leed te doen verget- n Het was „oen kind der heide", uit Drente. Nu geloof ik gaarne, dat heidekinderen, in e9n roman beschreven, zeor interessant zyn, m var in het dagelykscli leven en voor iemand, aan beschaving gewoon, is er niet mee om te gaan. Lui was zy niet, maar zooals zy my uitlegde: zy werkte op ha're manier, en daar was geene verandering in te brengen. Zy lachte om de aanmerkingen en zei doodeen voudig: „Daarvan weet jy niets; jij bent pas in Amerika, dat is hier zoo de gewoonte en zóó zal ik hot doen." Den tweeden Zondag vroeg zy ons, of wij ook van plan waren de paarden dien dag te gebruiken met andere woorden, of wy ook uit zouden gaan? Op on3 ontkennend ant woord zagon wy haar oji zyn Zondags ge kleed (dat wil zoggon mot schoenen aan) naar den stal stappen, de buggy (eenesoort van sjees) or uit halen, het paard er voor spannen en weg reed zy, eenige keeren ruet de zweep klappende, zooals geen ervaren Indisch koetsier het haar verbeteren kon. Verbaasd keken wij elkander aan, en liet eenige, wat ik kon uitbrengen, was: „Een net Hollandsch meisje, zonder pretenties." Nu, eene woek daarna vertrok ook z j, doch niet omdat zy dien Zondag uitgegaan was, zondor or.ze toestemming to vragen, want by hare thuiskomst had zij ons uitgelegd, dat dit zoo de gewoonte hier wasdat de paarden evengoed voor haar waren als voor ons, dat. zy ons gelijke - waswant dat wij nu in Amerika waren, waar iedereen gelijk wasmaar vooral drukto zy er op, dat zy ons eerst govraagd had of wy zeiven de paarden ook moesten gebruiken. Wij hadden er niets op to zeggen. Doch sjezen keer kwam do quièslie over het brood. :Zy vond dat het niet noo'iig was dit zooveel te laten ryzen dan ging, volgens haar, do voornaamste kracht, het voedsel, er-uit. Zij bteld van-stevig brood en stevig brood moesten 'wy dus eten. Wy zaten te by ten op aie liarde kors'en en ver loren or bijna onzo tanden op. Als men het in melk of koffie doopte, dari ging het nog, maar zoo was het met te eten. Ik voorzag, dar, als ik nog eene maand lang zulk brood moest eten, ik stellig gebe.l tandenloos zou zyn, en hoe beroemd uo Amerikaansche dentisten ook ovGral zyn, op de prairie waren or geen. Dezen keer kreeg ik dus quasstie m >r do help; ander brood wou ze niet bakken, daar zat gtene kracht in, dat brood kon ik met eten. Ook Drentsche Geertje vertrok. Nu ging ik zelve myne buren opzoeken, doch den anderen kant uit. Daar woonde een farmer, die 25 jaar geleden met zyne vrouw in 't land was gekomen. Sporen waren er toen nog niet langs do prairie. Hout was er ook niet te verkrijgen om oen huis te bouwen. Zo hadden twee jaar gewoond in een huis van graszoden, half uitgegraven in den grond. Later had de vrouw meegeholpen aan den bouw van liet huis (van hout), zy uad op de ploegmachino gezeten, door twee, soms noor drie paarden getrokken, om het land te bre ken. Langzamerhand ware zy or bovenop if- omen. De man verzond nu jaarlijks 1000 ossen naar Chicago, die daar geslacht werden. Zy hadden nooit eenige hulp gehad. Eerst hadden zyzelven alles te zamen gedaan, nu werden zy geholpen door hunne kinderen, twee zoons en drie dochters. Op den middag, dat ik daar aankwam, zag ik een zoontje van heu, een vyfjarig knaapje, dat, te paard gezeten, werd uitgezonden om een vermisten os te zoeken. Als iemand mij zoo iets vroeger verteld had, zou ik het niet geloofd hebben, doch ik heb het zelf gezien. Deze vrouw keek my zeer modeiydend aan. Zy vertelde my, dat zij in Chicago on ook in andere steden dichter by, Chincezen gezien had, die al het huiswerk verrichtten, kooktc-n, op de kinderen pasten, en dat alles voor de helft van het geld, dat men aan a hired girl (benaming voor eene meid in 't Westen, als men niet wi 1 spreken van help of com panion) moest betalen. Ik had aan de Iersche 3 dollars (7 '/2 gulden) por week on het Drent sche heidökind 2 dollars (5 gulden) per week moeten betalen, dus geene kleinigheid. Ik begreep dat ik nu een Chinees moest zién te krygen als dienstbode, en dat my'dat meteen voordeeliger zou uitkomen. Toen mijn echtgenoot uit liot veld terugkwam mot onzen buurman, met wien hy de ossen en varkens was gaan bekykon, deeldo ik het hem dadelyk mede, maar o v/oe, myne woorden werden met oen spottend gelach begroet. Chineezon waren wel te verkrijgen in de vóórnaamste steden, vooral meer naar- 't Oosten toe, maar hier op de prairie was ir geen' qiiaestio van. Nu, had ik reeds érg getobd hier in't Wes ten met bedienden, niet minder eene reisge noot van ons, dio mij later haar wedervaren in Florida beschreef. Zy zat ook eerst eenige weken zonder hulp, doch daar woonden vele negers, en daar zo gezien had dat de meeste bedienden In de restaurants te Nieuw York negers waren 'en hoe goei die hun werk ver stonden, besloot zij eeno negerin to zooken om hiar te helpen. Daar zij dicht by e ne st«d woonde, kwamen er dan ook weldra eenige opdagen. In Holland is men gewoon getui gen te halen van do dienstboden; deze echter vroeg eerst a character (getuigen) van de meesteres 1 „Does the white woman seek a black lady to holp hor? (Zoekt de witte vrouw eene zwarte dame om haar to hel pen?). Nu, ik wil net wel met u probeeren als u mot to lastig bent, vooral met do wasch, niot meer dan één tafellaken in do weuk vuilmaken, hoor!" Dit was nog erger dan myno ondervindingen met „Iersche Mary" en „Drentsche Geertje". Op mijne terugreis naar Nieuw-York trof ik eone dame uit California aan, aan wie ik myne beproevingen vertelde. Dezo deelde my mede, dat zy altyd zoo g09d bediend was co worden door Chineezon Niets was hun ooit te veelzy kookten, waschten, waron goed voor do kinderen on dat alles voor een middelmatig loon. Die dame ging weder naar Duit8chland terug, zy pr-ies de Duitsche keu kenmeiden zeer, doch de Chineozon bloven by haar hot puik van alle dienstboden. Eene andere dame uit Nieuw-York vorteldi my toen, dat de dienstboden de vertwyfeling en do beproeving van haar leven uitmaakten Zy ging zelve by aankomst van een emigranten schip naar Castle-Garden een meisje uitzoeken, huurdo dat; het meisje was dan gewoonlyk onkundig in alle huishoudelyko zaken, dus de dame moest haar dan eerst alles leoren. Doch hadden ze alles geleerd, dan begonnen zo hooger loon te eischen, kregen veel pretenties en verlangden ten laatste een buitensporig hoog loon. "Werden hare eischen niet inge willigd, dan gingen ze weg. Ook was hot haar gobeurd, dat eer.o harer „vriendinnen", die by haar dineerde, getroffen door de kookkunst van het meisje, dituitgehuurd had I Zo was geëindigd mot hare huishouding op te breken on in een boarding housote gaan wonen. Dinsdag den 21 sten November hoopt mej. N. Labree, geb. Huyser, den dag te hor denkon, waarop zy zich vyftig jaron geleden als vroedvrouw to dozer stede vestigde. Het Bestuur der Leidscho Studenten- Geheel Onthouders-Voreeniging bestaat uit de heeren A. Burger (pr.ieses), B. P. B. PlanteDga (ab-actis), A. J. Duymaer van Twist (quaestor). De statuten der onlangs opgerichto vor- eeniging zijn als volgt vastgesteld: Dool: art. 1. Do LeidschoStudenten-Geheel- Onthoudzrs-Vereeniging stelt zich ten doel onder de Leidsche studenten propaganda te maken voor de geheel-onthouding van alcoho lische dr«anken en dieper door to dringen in het alcohol-vraagstuk Middel: art. 2. Door het laten optreden van sprekers; door het houden van huishoudelyke vergaderingendoor het doen circuleoren van lectuur betreffende geheel onthouding onder do leden. Leden: art. 3. Er zyn gewone loden en donateurs. a. Leidsche studenten, die hunne instem ming met do statuten betuigen, kunnen zich als gewone loden laten inschry ven. Jaariyksche contributie voor gewone leden bedraagt f 2.50. b. Donateurs zyn zy, die f 5.— of meor jaarlyks wonschon by te dragen. Het bestuur der Studcnten-muziekver- eeniging „Sempre Crescendo" wendt pogingen aan, om iq hot begin van 1894 een concert te kunnen govon te Gent. Morgen, Zmd<g, z il in do Hofkapel van het Paleis het Loo eone godsdienstoefening plaats hebben voor HII. MM. do Koninginnen met gevolg en genoodigden. Dr. J. H. Gunning, prodikant te Loia« f zal do plechtigheid leiden. Men vernoemt dat weldra de Portugoesche Regeenng weder door oen buitengewoon ge- za-it on gevolmachtigd minister te 's Gravon- hago zal worden vertegenwoordigd. Do examens in de vrye- en orde oefoningen der gymuastiek, te Haarlem, zijn afgeloopon. Geëxamineerd werden er in liet goheel 77 hoeren en 91 dames. Van de eersten slaagden er 59 of 762/s pet. en van de laatsten eveüeens 59 of 65 pet. Eon we a ongeveer na Ev-jnue'.s muis koms kwam de jonker eeno tüo Vi.-itie maken. Mama gaf van dn voorgenomen bezoek hare doenter kennis, en z i uy die gelegenheid zeer zachtzinnig: „Ik kan me zoo tiegiypen, lieve kind 1 datje r tegen opziet, den jonker na 't ge eurde voor 'i esrsi weer te ontmoe ten, maar je zo .dt my loch v el genoegen doen en je vader nog meer, als je gewoon aan de theetafel j pla ts wildot innemen. De jonker toch blyfc gelukkig de vnendsctiap aanhouden, en znl zyne bezoeken niet staken en ze ook niet altyd, zooals nu by deze ge legenheid, van te voren aankondigen. Dus t'avoud of morgen moot je hem toch, en dan tien tegen één geheel onverwacht, ontmoeten eens moet de eerste keer zyn en die eerste keer is do ergste. H.jb je dien eenmaal door let-fd, dan ben je er voor 't vervolg al spoe dig overheen. Dit alles in aanmerking geuo raen, lieve Lienzou 'k je in gemoedo aan radsn: waag er van avond oen min Jer gezel lig uurtje aanHoe je ja tegenover don doodgoeden man want ja, doodgoed is hy en zachtzini ig ook trouwens dat erken je zelf ook hoe je je te houden hebt, behoeli je mama je niet te zeggen, 't Spreekt van zelf, dat je met te koel en te styf, maar vooral ook met te zenuwachtig zyt: jo doet geheel zoo, alsof er nooit iets gebeurd is Och, myn kind! dat blyft altijd zoo ontzei tend, zoo vreeselyk jammer, dat die zaak zoo ovuryld in baar werk is gegaan en daardoor zoo treurig afgeloopen. Overyid, ja, want de jonker had zyne liefdesverklaring beter moe U-n voorbereiden; van uw kant, badt ze in laad moeten nemen. Ik wil geen \an beiden daarvan een verwyt maken; ik zeg alleen maar, dat het zoo jammer is." Zoo redeneerde Mama, heel vriendelyk, zonder ooit iets te verwijten, alleen maar Jamontee- ronde, dat dit en nat zoo j immer was, uit boezemingen, die zich oplossen in e°n diepen zucht, vorgez: 11 van een betee- nisvollen, sim-ekenden blin. i.ie ouvoel te keuuon gaf als: „Oei, kom og eens op dat genomen besluit lerug on werk met ons mede, als wij, je vaihr en ik, den jonker aanmoedigen zyn aanzoek to herhalen. Oi en in hoeverre juffrouw Van Borkel tot die medewerking is overgegaan of overge haald, zal ik niet beslissen, maar oen feit is 't, dat de heer Van Moerbeek zyne bezoeken hervat,ie en vermenigvuldigde, en na verloop van een paar maanden nogmaals do hand der schoone vroeg. En ditmaal was hy zoo ge lukkig her jawoord te mogen ontvangen." Hier slaakte de verteller een diepen zucht. „Drink eens, Smit!" zei Floris. „Als je blieft, meneer 1" Drie on twintigste Hoofdstuk. Voordat wy Nondum opnieuw het woord geven en naai liet vervolg on slot van zyn relaas luisteren, maak ik eene enkele op merking, die men, desverki^zende. kan aan merken als eerie in! i ling op de vermelding der leiten, die nu volgr, ol ook wel als **en commentaar daar »p. en die de lezer desnoods ook kan over.-ti.i n nameiyk a!> t ei óeni alleen om te doen. is den gang der gebeurte nissen te kennen, niet de verklaring er van of beschouwingen daarover. Wy kennen ten deele, zegt Paulus. Dit geldt ook van do kennis, die wy opdoen van 's naasten uitwendige handelingen, en vooral van de innerlyke dryfvooren, dio tot het doen c-n laten hebben guleid en gedrongenHiervan zyn die opstellers van kerkelyke attestation doordrongen, dio. getuigenis gevende omtrent de onberispelykheid van de belydems en don wandel der gem onienaren, dat zoo noodigo „voor zooverre ons bokend s", er tusschen voegen. De dichter gevoelde dal ook, toen hy uitriep: Wat zou ons nauwbeperkt verstand, Ons kortziend oog, uai schaars 't verband Der dingen doorziet, ooit ontdekken? Zoo ook een ander zanger, die waar schuwde: Oordeelt don naasten niet, wilt gy rec'nt- [vaardig wezen, 't Ontilbaar levensboek heeft zoo ol dusstre (Maan, Eén is er wellicht in, waarop gy niet kunt [lezen, En op dat óéne blad kan licht voor G-<i zyn (vry.spiv.uk staan. (War>U D' Vnlqd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1893 | | pagina 1