K°. lUobo:
Maandag SO November.
A0. 1893.
feze dSourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Eon- en feestdagen, uitgegeven.
iCikeriki.
Dienstboden in Amerika.
3? 'euilleton.
NONDUM.
Leiden, 18 November.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden. f 1.10.
Franco per post1.10.
Afzonderlijke Nommers0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1 - G regels f 1.05. Iedoro regel meer 0.171. Grootera
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseoren buiten de stad
rvordt f 0.05 berekend.
Tweede Blad.
Aan do Abonné's daarop, wordt bi) dit
ncmmer verzonden No. 9 van Kikcriki.
Naar aanleiding van ons jongste hoofdartikel
„over en voor huisvrouwen" deed eene dame
óns een vroeger door haar geschreven artikel
toekomen, welks opschrift wy hierboven
plaatsten. Met ingenomenheid begrootten we
die aanbieding: er sprak belangstelling uit.
Zeiden we in ons artikel reeds datinAme-
1 rika de jongedochter niet gaarne dient en dat
hot or dientengevolge zeer bezwaarlik gaat
eeno dienstbode te krygon, uit het ons aan
geboden artikel dat we, helaas, niet in zijn
geheel kunnen opnemen wegens zyne uit
gebreidheid blykt duideiyk hoe treurig
het er met de dienstboden gesteld is en hoe
v0:1 reden tot tevredenheid onze huisvrouwen,
rie e?ne meid moeten houden, hebben, al
is he dan ook ton onzent op het gebied der
dionstboden, volgens de meeste patronessen,
geen „couleur de rose." Niettegenstaando dat
gebrek aan dienstboden, bly'ft echter van
kracht wat we in ons artikel waarin we
meer bepaald de Amerikaansche huisvrouw
beschouwden zeiden, dat de vrouw des
huizee in Amerika menige vrouw hier ten
voorbeeld kan strekkenin Amerika gebiedt
do dienstbodennood do vrouw het werken,
Her moesten ve-lo vrouwen de beurs do rol
van dien nood laten spelen.
Aan het ons verstrekte artikel ontleenen
we hetgeen hier volgt.
Ofschoon goene Amerikaansche, maar Hol-
landsche van geboorte, heb ik toch gedurende
L-yna een jaar de rol van Amerikaansche
huisvrouw gespeeld. Ik beoordeelde echter de
toestanden om my heen met het oog eener
Amerikaansche en durf bijna verzekeren dat
zeer velo der Amerikaansche vrouwen, die
een eigen huishouden er op na houden, het
zullen betreuren dat men don Chineezon, als
huisbodienden zoo goed en goedkoop wer
kende, juist om deze reden het land wil ont
zeggen.
Uoo vreeselyk is het, ris men daar in do
o.nzaamheid op de prairie zit, dat men
dikwijls van allo vrouwelyke hulp verstoken
is en daar niet te verkrygen is, wat men
hier cono dienstbode noemt. Daar in the
'country of op oen farm, moet men zelve
dan brood bakken, soms voor eon groot
huishouden.
H^t is een zwaar werk, vooral het kneden
van hot dooe. ma r het ergsto van alles is
nog het bakken des zomers in zulk co-o hitte
dat do tropische hitfe, t<-n minste de hooge
temperatuur v?-n Soerabaia, die my beker-dis,
als ik die er bij vergeleek, mu aan koelte
deed denken.
Het is soms in myne keuken over do 120
gr Fahrenheit geweest, als het brood in den
over. stond 'e bikken.
Roman van
R. KOOPMANS VAN KOEKEREN.
CO)
De ouders, schatryko lui v,m geril go
afkomst en onuitstaanbaar trotsch, mi- ';.r
nog op hun geld dan juist op oe armoede
en nederigen staat hunner voorouders ja,
ni ir, dat is ook al oen apart sooit v n
hoogmoedte bluffen op hei feu, dat men zoo
Isa.-» is begonnen en zoo hoog is geklom
men - e.i de kind iui, onleerzaam en
onverschillig, altyd migaa oe van het denk-
b d: eigonlyk behoefden '.ij met ie loeren,
wart we zijn rijk genpt'g - gy begrijpt,
cirt ir hjuer dan engelengeduld toe vereischt
wordt o ii k-fiuri.. g n >v*t in to pompen
en met zu s-: oudelui o .j ijks om te gaan
Toch zou j ifif.ouw Van BoiKei het nog wel
©en lieet-n lyd volgehouden nebben, ma r
levrouw Slipman ook e.-n mevrouw jj
vc!, hoor! een mevrouw in do koelte, zoo
waarvan je zeggen zou: wat kost me
honderd 'k H-jo er eens 's morgens
o-n >i) schap gedaan en zag haar toen in
och ton-.-gewaad, maar toen leek ze sprekend
op en dam, oie in een klem kermistentje
de karrijns nrkoopt - je zoudt ze zoowaar
jnot ge-n tang aanpakkenik wou dan
maar zeggen, dat movruuw Slipman 't op
rou duur met hare gouvernante niet vinden
kon, en haar dce op een goeden morgen
Wy woonden op een farm in 't "Westen
en de eerste maand was ik van alle hulp ver
stoken. Maar, eindoiyk zou ik dan toch eeno
dienstbode krygen, of liever a help, a com
panion, zooal6 die dames zich daar noemen
Het was een Iersch meisje zy zag er knap
uit en had nogal nette manieren. Zy bakte
voortaan het brood en boter dan ik het gedaan
had. Des Maandags stond zij 's morgens te
half vier op om te wasschonwant de Maan
dag is, geloof ik, voor geheel Amerika, the
washing-day. Zy voerde ook het bevel
over de keukon, maar het eten, dat zij ons
voorzette, was verschrikkelyk voor onzen
smaak, onverteerbaar voor onze Hollandsche
magen.
Wat was ik gelukkig, ik behoefde niet
veel zelve te doon; alles ging uitstekend en
dat duurde eene maand lang. De Iersche
companion loendo wèl myne kleederen of
liever zij trok die aan zonder te vragenook
gebruikte zy myn handdoek en kam, want
zij was zonder dat toilet-artikel gekomen.
Naderhand heb ik gemerkt dat dit artikel in
iedere Amerikaansche keuken voor iedereen
klaar ligt dus dat was myne schuld; ik
was toen nog niet goed op de hoogte der Amer.
toestanden, en in myne keuken ontbrak dat
artikel toen nog. Maar over al die kleinig
heden zette ik my heen in hel land der vrijheid.
Na zes uren des avonds was zij vrij; dan
kleedde zy zich keurig en ging in een schom
melstoel in the porch (kleine veranda aan
do voordeur) zitten. Er was niemand van ons,
dio na dien tyd het geringste van eten of
drinken aan haar had durven vragen, om de
eenvoudige reden, dat wij het niet gekregen
zonden hebben.
Maar op zekeren morgen kwam mijn echtge
noot in. de keukon en verzocht haar, zijne laar
zen te poetsen. Daar had men de poppen aan
liot dansen. Laarzen poetser;! Wat verbeeldde
liy zich wel, hoe durfde hij haar dat
vragen; zy, eene lady, zij zou de laarzen
poetsen van oen mandat kon by toch zelf
wel doen. Uit bet- eene woord kwam het
andore voort en Mary vertrok twee dagen
daarna.
Uit was het met myne rust, daar begon
mijn sloven, mijn bakken on Koken opnieuw.
Die ongelukkige laarzen, de oorzaak van
Mary's vertrek, wat heb ik ze verwenscht.
Wat heb ik do handige Mary met haar goed
humeur betreurd. Gelukkig kwam myne naaste
buurvrouw (zy woonde een halfuur van ons
af) my den volgenden dag opzoëkon, en die
wist dadelyk raad; zy zou wel zorgen dat ik
eeno andore kreeg. Ik had volgens haar ook
geen© Iersche moeten nemen neen, zy zóu
zorgen dat ik een net Hollandsch meisje kreeg
„dio hadden zooveel pretenties niet." Twee
dngon daarna kwam zy zolvo aan met het
„nette Hollandsche meisje." Nu, die zag er niet
naar uit om pretenties te maken, dat moetik
bekennen. Een oud katoenen kloeoje, blcote
voeten en oen haarbos zoo verward als van
een bewoner der Fidschi-eilanden. Die zou
myn kam niet gebruiken. Zou er wel ooit
een kam «aan dat haar komen? was m\jno
f co lacht*», to—* ik haar za^.
kv mi .uM-Ac-ggen, cat zy over ©enige weken
moest uitrukken.
Algemeen verzekeren de raenschen, die by
de Siipmans aan huis verkeerden, dat do zoo
genaamde Mevrouw al te zeer bare geesteiyke
minderheid tegenover de juffrouw gevoelde,
en 't volstrekt niet kon verdragen, dat
deze haar wol eens tegensprak. Nu zal men
zeggen, dat zoodanig tegensprt ken toch eigon
lijk ook niet to pas kwam, maar niemand zal
Eveline er hard om vallen, als hy hoort, hoe
dez9 dame gewoonlyk alles slikte, maar soms
gedwongen werd, uit den hoek te komen,
vooral wanneer dat mensch over opvoed
kunrige vraagstukken den schromelyksten
onzin debiteerde en daarover len overvloede
nog het gevoelen van hare gouvernante abso
luut wilde weten.
Ho9 het zij, Eveline heeft zoo lang mogelyk
gestreden en gebeden; telkens heeft zy het
oogenblik van het neerleggen harer betrek
king verschoven, en misschien zou zy 't zware
kruis nog Janger gedragen hebben, indien zy
't niet had zien aankomen, dat de Slipmans
tiaar den rlitnst zouden opzeggen. Zoodra zy
dit bemerkte, was haar besluit genomen: zy
vroeg haar ontslag, zy het ook met een
bloedend hart.
By hare thuiskomst werd Eveline zeer
harteiyk en vriendelyk ontvangen. Geen enkel
verwyt behoefde zy te hooren, geen schamper
woerd of stekelige opmerking kwam over dor
ouderen lippen. Integendeel, vaderen moeder
vvedy verden in het betoonen van deelneming,
in het aanwenden van pogingen om hunne
docüter het doorgestane leed te doen verget- n
Het was „oen kind der heide", uit Drente.
Nu geloof ik gaarne, dat heidekinderen, in
e9n roman beschreven, zeor interessant zyn,
m var in het dagelykscli leven en voor iemand,
aan beschaving gewoon, is er niet mee om te
gaan. Lui was zy niet, maar zooals zy my
uitlegde: zy werkte op ha're manier, en daar
was geene verandering in te brengen. Zy
lachte om de aanmerkingen en zei doodeen
voudig: „Daarvan weet jy niets; jij bent pas
in Amerika, dat is hier zoo de gewoonte en
zóó zal ik hot doen."
Den tweeden Zondag vroeg zy ons, of wij
ook van plan waren de paarden dien dag te
gebruiken met andere woorden, of wy ook
uit zouden gaan? Op on3 ontkennend ant
woord zagon wy haar oji zyn Zondags ge
kleed (dat wil zoggon mot schoenen aan)
naar den stal stappen, de buggy (eenesoort
van sjees) or uit halen, het paard er voor
spannen en weg reed zy, eenige keeren ruet
de zweep klappende, zooals geen ervaren
Indisch koetsier het haar verbeteren kon.
Verbaasd keken wij elkander aan, en liet
eenige, wat ik kon uitbrengen, was: „Een net
Hollandsch meisje, zonder pretenties."
Nu, eene woek daarna vertrok ook z j, doch
niet omdat zy dien Zondag uitgegaan was,
zondor or.ze toestemming to vragen, want
by hare thuiskomst had zij ons uitgelegd,
dat dit zoo de gewoonte hier wasdat de
paarden evengoed voor haar waren als voor
ons, dat. zy ons gelijke - waswant dat wij
nu in Amerika waren, waar iedereen gelijk
wasmaar vooral drukto zy er op, dat zy
ons eerst govraagd had of wy zeiven de
paarden ook moesten gebruiken. Wij hadden er
niets op to zeggen. Doch sjezen keer kwam
do quièslie over het brood. :Zy vond dat het
niet noo'iig was dit zooveel te laten ryzen
dan ging, volgens haar, do voornaamste kracht,
het voedsel, er-uit. Zij bteld van-stevig brood
en stevig brood moesten 'wy dus eten. Wy
zaten te by ten op aie liarde kors'en en ver
loren or bijna onzo tanden op. Als men het
in melk of koffie doopte, dari ging het nog,
maar zoo was het met te eten. Ik voorzag,
dar, als ik nog eene maand lang zulk brood
moest eten, ik stellig gebe.l tandenloos zou
zyn, en hoe beroemd uo Amerikaansche
dentisten ook ovGral zyn, op de prairie waren
or geen. Dezen keer kreeg ik dus quasstie
m >r do help; ander brood wou ze niet
bakken, daar zat gtene kracht in, dat brood
kon ik met eten. Ook Drentsche Geertje
vertrok.
Nu ging ik zelve myne buren opzoeken,
doch den anderen kant uit. Daar woonde een
farmer, die 25 jaar geleden met zyne vrouw
in 't land was gekomen. Sporen waren er toen
nog niet langs do prairie. Hout was er ook
niet te verkrijgen om oen huis te bouwen.
Zo hadden twee jaar gewoond in een huis
van graszoden, half uitgegraven in den grond.
Later had de vrouw meegeholpen aan den
bouw van liet huis (van hout), zy uad op de
ploegmachino gezeten, door twee, soms noor
drie paarden getrokken, om het land te bre
ken. Langzamerhand ware zy or bovenop
if- omen. De man verzond nu jaarlijks 1000
ossen naar Chicago, die daar geslacht werden.
Zy hadden nooit eenige hulp gehad. Eerst
hadden zyzelven alles te zamen gedaan, nu
werden zy geholpen door hunne kinderen,
twee zoons en drie dochters.
Op den middag, dat ik daar aankwam, zag
ik een zoontje van heu, een vyfjarig knaapje,
dat, te paard gezeten, werd uitgezonden om
een vermisten os te zoeken. Als iemand
mij zoo iets vroeger verteld had, zou ik het
niet geloofd hebben, doch ik heb het zelf
gezien.
Deze vrouw keek my zeer modeiydend aan.
Zy vertelde my, dat zij in Chicago on ook
in andere steden dichter by, Chincezen gezien
had, die al het huiswerk verrichtten, kooktc-n,
op de kinderen pasten, en dat alles voor de
helft van het geld, dat men aan a hired
girl (benaming voor eene meid in 't Westen,
als men niet wi 1 spreken van help of com
panion) moest betalen. Ik had aan de Iersche
3 dollars (7 '/2 gulden) por week on het Drent
sche heidökind 2 dollars (5 gulden) per week
moeten betalen, dus geene kleinigheid.
Ik begreep dat ik nu een Chinees moest
zién te krygen als dienstbode, en dat my'dat
meteen voordeeliger zou uitkomen. Toen mijn
echtgenoot uit liot veld terugkwam mot onzen
buurman, met wien hy de ossen en varkens
was gaan bekykon, deeldo ik het hem dadelyk
mede, maar o v/oe, myne woorden werden met
oen spottend gelach begroet. Chineezon waren
wel te verkrijgen in de vóórnaamste steden,
vooral meer naar- 't Oosten toe, maar hier
op de prairie was ir geen' qiiaestio van.
Nu, had ik reeds érg getobd hier in't Wes
ten met bedienden, niet minder eene reisge
noot van ons, dio mij later haar wedervaren
in Florida beschreef. Zy zat ook eerst eenige
weken zonder hulp, doch daar woonden vele
negers, en daar zo gezien had dat de meeste
bedienden In de restaurants te Nieuw York
negers waren 'en hoe goei die hun werk ver
stonden, besloot zij eeno negerin to zooken om
hiar te helpen. Daar zij dicht by e ne st«d
woonde, kwamen er dan ook weldra eenige
opdagen. In Holland is men gewoon getui
gen te halen van do dienstboden; deze echter
vroeg eerst a character (getuigen) van de
meesteres 1
„Does the white woman seek a
black lady to holp hor? (Zoekt de witte
vrouw eene zwarte dame om haar to hel
pen?). Nu, ik wil net wel met u probeeren
als u mot to lastig bent, vooral met do wasch,
niot meer dan één tafellaken in do weuk
vuilmaken, hoor!" Dit was nog erger dan
myno ondervindingen met „Iersche Mary" en
„Drentsche Geertje".
Op mijne terugreis naar Nieuw-York trof
ik eone dame uit California aan, aan wie ik
myne beproevingen vertelde. Dezo deelde my
mede, dat zy altyd zoo g09d bediend was co
worden door Chineezon Niets was hun ooit
te veelzy kookten, waschten, waron goed
voor do kinderen on dat alles voor een
middelmatig loon. Die dame ging weder naar
Duit8chland terug, zy pr-ies de Duitsche keu
kenmeiden zeer, doch de Chineozon bloven
by haar hot puik van alle dienstboden.
Eene andere dame uit Nieuw-York vorteldi
my toen, dat de dienstboden de vertwyfeling
en do beproeving van haar leven uitmaakten
Zy ging zelve by aankomst van een emigranten
schip naar Castle-Garden een meisje uitzoeken,
huurdo dat; het meisje was dan gewoonlyk
onkundig in alle huishoudelyko zaken, dus de
dame moest haar dan eerst alles leoren. Doch
hadden ze alles geleerd, dan begonnen zo
hooger loon te eischen, kregen veel pretenties
en verlangden ten laatste een buitensporig
hoog loon. "Werden hare eischen niet inge
willigd, dan gingen ze weg. Ook was hot haar
gobeurd, dat eer.o harer „vriendinnen", die by
haar dineerde, getroffen door de kookkunst
van het meisje, dituitgehuurd had I Zo
was geëindigd mot hare huishouding op te
breken on in een boarding housote
gaan wonen.
Dinsdag den 21 sten November hoopt
mej. N. Labree, geb. Huyser, den dag te hor
denkon, waarop zy zich vyftig jaron geleden
als vroedvrouw to dozer stede vestigde.
Het Bestuur der Leidscho Studenten-
Geheel Onthouders-Voreeniging bestaat uit de
heeren A. Burger (pr.ieses), B. P. B. PlanteDga
(ab-actis), A. J. Duymaer van Twist (quaestor).
De statuten der onlangs opgerichto vor-
eeniging zijn als volgt vastgesteld:
Dool: art. 1. Do LeidschoStudenten-Geheel-
Onthoudzrs-Vereeniging stelt zich ten doel
onder de Leidsche studenten propaganda te
maken voor de geheel-onthouding van alcoho
lische dr«anken en dieper door to dringen in
het alcohol-vraagstuk
Middel: art. 2. Door het laten optreden van
sprekers; door het houden van huishoudelyke
vergaderingendoor het doen circuleoren van
lectuur betreffende geheel onthouding onder do
leden.
Leden: art. 3. Er zyn gewone loden en
donateurs.
a. Leidsche studenten, die hunne instem
ming met do statuten betuigen, kunnen zich
als gewone loden laten inschry ven. Jaariyksche
contributie voor gewone leden bedraagt f 2.50.
b. Donateurs zyn zy, die f 5.— of meor
jaarlyks wonschon by te dragen.
Het bestuur der Studcnten-muziekver-
eeniging „Sempre Crescendo" wendt pogingen
aan, om iq hot begin van 1894 een concert
te kunnen govon te Gent.
Morgen, Zmd<g, z il in do Hofkapel van
het Paleis het Loo eone godsdienstoefening
plaats hebben voor HII. MM. do Koninginnen
met gevolg en genoodigden.
Dr. J. H. Gunning, prodikant te Loia« f
zal do plechtigheid leiden.
Men vernoemt dat weldra de Portugoesche
Regeenng weder door oen buitengewoon ge-
za-it on gevolmachtigd minister te 's Gravon-
hago zal worden vertegenwoordigd.
Do examens in de vrye- en orde oefoningen
der gymuastiek, te Haarlem, zijn afgeloopon.
Geëxamineerd werden er in liet goheel 77
hoeren en 91 dames. Van de eersten slaagden
er 59 of 762/s pet. en van de laatsten eveüeens
59 of 65 pet.
Eon we a ongeveer na Ev-jnue'.s muis
koms kwam de jonker eeno tüo Vi.-itie maken.
Mama gaf van dn voorgenomen bezoek hare
doenter kennis, en z i uy die gelegenheid
zeer zachtzinnig: „Ik kan me zoo tiegiypen,
lieve kind 1 datje r tegen opziet, den jonker
na 't ge eurde voor 'i esrsi weer te ontmoe
ten, maar je zo .dt my loch v el genoegen
doen en je vader nog meer, als je gewoon
aan de theetafel j pla ts wildot innemen.
De jonker toch blyfc gelukkig de vnendsctiap
aanhouden, en znl zyne bezoeken niet staken
en ze ook niet altyd, zooals nu by deze ge
legenheid, van te voren aankondigen. Dus
t'avoud of morgen moot je hem toch, en dan
tien tegen één geheel onverwacht, ontmoeten
eens moet de eerste keer zyn en die eerste
keer is do ergste. H.jb je dien eenmaal door
let-fd, dan ben je er voor 't vervolg al spoe
dig overheen. Dit alles in aanmerking geuo
raen, lieve Lienzou 'k je in gemoedo aan
radsn: waag er van avond oen min Jer gezel
lig uurtje aanHoe je ja tegenover don
doodgoeden man want ja, doodgoed is hy
en zachtzini ig ook trouwens dat erken je
zelf ook hoe je je te houden hebt, behoeli
je mama je niet te zeggen, 't Spreekt van
zelf, dat je met te koel en te styf, maar
vooral ook met te zenuwachtig zyt: jo doet
geheel zoo, alsof er nooit iets gebeurd is
Och, myn kind! dat blyft altijd zoo ontzei tend,
zoo vreeselyk jammer, dat die zaak zoo
ovuryld in baar werk is gegaan en daardoor
zoo treurig afgeloopen. Overyid, ja, want de
jonker had zyne liefdesverklaring beter moe
U-n voorbereiden; van uw kant, badt ze
in laad moeten nemen. Ik wil geen \an
beiden daarvan een verwyt maken; ik zeg
alleen maar, dat het zoo jammer is." Zoo
redeneerde Mama, heel vriendelyk, zonder
ooit iets te verwijten, alleen maar Jamontee-
ronde, dat dit en nat zoo j immer was, uit
boezemingen, die zich oplossen in e°n diepen
zucht, vorgez: 11 van een betee- nisvollen,
sim-ekenden blin. i.ie ouvoel te keuuon gaf
als: „Oei, kom og eens op dat genomen
besluit lerug on werk met ons mede, als wij,
je vaihr en ik, den jonker aanmoedigen zyn
aanzoek to herhalen.
Oi en in hoeverre juffrouw Van Borkel tot
die medewerking is overgegaan of overge
haald, zal ik niet beslissen, maar oen feit is
't, dat de heer Van Moerbeek zyne bezoeken
hervat,ie en vermenigvuldigde, en na verloop
van een paar maanden nogmaals do hand der
schoone vroeg. En ditmaal was hy zoo ge
lukkig her jawoord te mogen ontvangen."
Hier slaakte de verteller een diepen zucht.
„Drink eens, Smit!" zei Floris.
„Als je blieft, meneer 1"
Drie on twintigste Hoofdstuk.
Voordat wy Nondum opnieuw het woord
geven en naai liet vervolg on slot van zyn
relaas luisteren, maak ik eene enkele op
merking, die men, desverki^zende. kan aan
merken als eerie in! i ling op de vermelding
der leiten, die nu volgr, ol ook wel als **en
commentaar daar »p. en die de lezer desnoods
ook kan over.-ti.i n nameiyk a!> t ei óeni
alleen om te doen. is den gang der gebeurte
nissen te kennen, niet de verklaring er van
of beschouwingen daarover.
Wy kennen ten deele, zegt Paulus. Dit
geldt ook van do kennis, die wy opdoen van
's naasten uitwendige handelingen, en vooral
van de innerlyke dryfvooren, dio tot het doen
c-n laten hebben guleid en gedrongenHiervan
zyn die opstellers van kerkelyke attestation
doordrongen, dio. getuigenis gevende omtrent
de onberispelykheid van de belydems en don
wandel der gem onienaren, dat zoo noodigo
„voor zooverre ons bokend s", er
tusschen voegen. De dichter gevoelde dal ook,
toen hy uitriep:
Wat zou ons nauwbeperkt verstand,
Ons kortziend oog, uai schaars 't verband
Der dingen doorziet, ooit ontdekken?
Zoo ook een ander zanger, die waar
schuwde:
Oordeelt don naasten niet, wilt gy rec'nt-
[vaardig wezen,
't Ontilbaar levensboek heeft zoo ol dusstre
(Maan,
Eén is er wellicht in, waarop gy niet kunt
[lezen,
En op dat óéne blad kan licht voor G-<i zyn
(vry.spiv.uk staan.
(War>U D' Vnlqd.)