N°. 16347. Maandag 13 November. A0. 1893. <§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Derde Blad. PERSOVERZICHT. Feuilleton. NONDUM. IBIDSCH DA&BLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden por 3 maanden. f 1.10. Franco per posti 1.40. Afzonderlijke Nommers 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—6 regels f 1.05. Iedere regel moer 0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt ƒ0.05 berekend. Nog steeds oordeelt Het Vaderland de personeele belasting niet goed voor bet Ryk, wöl als gemeentebelasting, zoo zy geregeld wordt naar do verschillende toe standen der gemeenten. Tevens erkent het blad dat de ondernomen belastingher vorming van minister Piorson den afstand van. hot personeel door het Ryk aan de gemeenten niet vergemakkelijkt heeft. Nu de zaken echter eenmaal zoo staan en gedeelte lijke herziening van het personeel als Rijks belasting in de maak is tot verlichting van den te zwaren druk der bedrijfsbelasting, vraagt het blad de aandacht voor dezen voorslag „Wanneer het er om te doen is don min vermogende en den middelstand te ontheffen, dan zijn er twee grondslagen, die het aller eerst in aanmerking komen, namelijk haard steden en dienstboden. Haardsteden worden belast naar eon sterk progressief tarief, en dat is op zichzelf volkomen goed te keuren, maar de belasting is voor woningen met één en twee haardsteden te zwaar. Eene enkele haardstede wordt belast met 35 cents, op zich zelf niet veel, maar in beginsel af te keuren, omdat het bezit van éóne haardstede een noodzakolijk element is van elke woning on dus niet naast de huurwaarde als element van vertering behoort te worden aangemerkt. Het bezit van twee haardsteden is een zeer bruikbaar kentoeken, dat men hot tot eenigcn welstand beeft gebracht, maar het gaat to ver dan dadelijk to troffen met eeno som van 1.40, of met de opconten 1.68, boven Ue 5 (zegge G) pCt. der huurwaarde. Als men óéne haardstede vrijstelde, twee haardsteden met 40 cents elk belastte, drie met 1 elk (in plaats van 1.20), om de opklimming wat geleidelijker te maken, zou dit eene groote verbetering zijn. Volgens do laatste officiééls statistiek waren er 248,268 haard steden in perceelen mot ééno haardstede, maakt a 42 cento 105,000. Er waren 520,716 haard steden in gebouwen met 2 dito's, maakt a 36 cents (7040 -f- 20 opceDten) eene ver mindering van 188,000. Er waron eindelijk 280,405 haardsteden in gebouwen met 3 3tuk9, maakt a 24 cents 67,000. In het geheel zou dus 360,000 worden prijsgegeven of eigenlijk nog heelwat minder, daar vele der woningen met één en tweo schoorsteenen vallen in do remissie en dus feitolyk het door do wet gestelde bedrag van 42 on 84 cents per schoorsteen slechts voor één of tweo derde betalen. Dit wat do minvermogenden betreft. Do burgerstand zou gebaat zijn door afschaffing van de belastingbetaling voor ééno dienstbode. Iets is in die richting gedaan door vrij to stellen de onkele dienstbode beneden de 15 jaar, met lagere heffing voor do onkele dienstbode tusschen 15 en 18. Deze bepalingen werken slechts ten deele gunstig, daar zij de exploitatie van te jeugdigo krachten in do hand werken. Waarom niet de enkele dienst bode van heffing vrijgesteld? In den burger stand is hot hebben van eene dienstbode eene noodzakelijkheid, geen bewijs van een groot vertoringsvermogen of van eenige weelde. Eene besparing van 5 (met de opcenten ƒ6), of voor de jongere meisjes van 3 (met de opcenten 3,60) op de personeele belasting zou don druk der bedrijfsbelasting in vele kringen aardig compenseeren. Zonder bezwaar zou, meenen wij, de heffing van f 15 voor twee dienstboden niettemin gehandhaafd kunnen worden, vooral omdat dit cijfer tot ƒ10 daalt, als de tweede dienstbode tusschen 18 en 21 jaar is. Wie twee dienstboden houdt, geniet zonder twijfel eene zekere mate van welvaart, die in deze belasting flink mag worden ge troffen. Er zijn wellicht 60,000 gezinnen met ééne dienstbode a 5, terwijl er naar do laatste statistiek waren 18,901 met eene dienstbode a 3. Dus zou van do belasting slechts ƒ425,000 wordon prijsgegeven." In elk geval hoopt Het Vaderlanddat de beloofde hervorming der Rijkswet „niet al te bescheiden van strekkiDg" zyn zal. De Telegraafdie vóór eenige maanden de opheffing van ons gezantschap by don Paus als eene daad van onverdiende vijande lijkheid tegen de Noderlandsche Katholieken en tevens als oeno onstaatkundige handeling brandmerkte, kwam dezer dagen meer uit voerig hierop terug en geeft het volgende te lezen: In onderscheidens landen is in de laatste jaren eeno opmerkelijke noiging tot bevre diging ontstaan op het gebied der binnen- landsche staatkunde. De oorzaak daarvan is te zoeken in het op den achtergrond treden van hot vraagstuk der kerkclyke invloeden, dat in Frankrijk, in België en in Nederland beden ten dage met heel wat grootere kalmte wordt behandeld dan voorhoen, in -veel opzichten zelfs geheel van de baan gescho ven word. De Regoering in Nederland kan oen grooten stap doen, om dien godsdienstvrede nog meer tot volkomenheid te brengen, door hot gezant schap by den Pausolyken stoel te herstellen, zooals het bestond, voordat do woreldlijko macht dos Pausen feitelijk werd te niet gedaan. Er is in ons land over deze quaestio zooveel geschreven en gesproken, dat het niet noodig zal z\jn haar opnieuw in allo bijzonderheden uiteen te zetten. Wanneer een groot godeelto der bevolking des lands een hartstochtolykon wonsch koo3tort, waaraan met eene betrek kelijk geringe geldelijke uitgave is to gemoet to komen, dan kan het overige deel der be volking kwalijk aan hot vorwyt van plagorij tegenover do minderheid ontgaan, warneer aan dien wonsch niet wordt toegegeven. Naar onze bescheiden meening is dit argument onwederlegbaar in het voordeel van het horstel. Er is daarvoor nog een tweede argument, dat niet zonder waarde is. Wanneer men uitgaat van het beginsel, in onze huishouding van staat gehuldigd, dat gezantschappen by do vreomdo hoven noodjg en nuttig zyn en dat de bogrooting daarvoor den niet onbe langrijken last van moer dan drie tonnen gouds moet dragen, komt dan het Pauselijke hof niet in de eerste plaata in aanmerking voor een gezantschap? Aldaar toch vloeien van do goheole oppervlakte der beschaafde en onbeschaafde wereld meer tijdingen en inlichtingen toe dan aan eenig ander hof ter wereld. Aldaar bestaat dus een brandpunt van information van allerlei aard, die voor oen ervaren diplomaat, wakende voor de belangen van een koloniseerend volk, als do Noder landsche natie is, een onschatbaar terrein van workzaamheid aanbieden. Zoowel dus uit hot oogpunt van bovrediging tusschen de binnonlandsche partijen als uit het oogpunt der buitonlandsche diplomatie, schijnt het ons, dat het herstel van het ge zantschap bij den Pauselijken Stoel een uit stekend goede maatregel zou zyn. Reeds eenmaal is in De Telegraaf terloops deze quaeslie aangeraakt in eene correspon dentie uit 's-Gravenhage. Thans, nu de be handeling dor begrooting nadert, is het oogenblik gekomen, om mot aandrang op de zaak terug te komen. Het feit, dat Nederland de eerste staat was, die zijn gezantschap by den Paus introk, gaf aan dien maatregel een tamelijk scherp karakter tegenover do Katholieke minderheid, die den Paus als geestolyk leider in hoogo vereering houdt. Do Kamer kome dus terug op haren vroeger uitgodrukten wenscb, om het gezantschap by den Paus te zien opheffen. Zy zal daarmede zonder grooten druk voor de belastingschul digen eeno daad dosn van goeden wil tegen over de minderheid. Zy zal de goheele natie een stap verder doen zetten op don weg dor binnenlandscho bevrediging. De Tijdhet bovenstaande ovornomende, voegt er aan toe: 't Zal ons benieuwen,, of de overige liberale bladen zelfs maar oene poging in het work zullen stollen, om do argumonten van De Telegraaf to ontzenuwen. Te optimistisch zou men oordoelen, indien men verwachtte dat, nu do rechtmatigboid van het verlangen der Katholieken, om het Nederlandsche gezant schap by het Vaticaan hersteld to zien, door één liberaal blad erkend wordt, de Rogooring en do Kamer terstond boreid zullen wezen orn toe te staan wat door baar ruim twintig jaren aan meer dan een derde der bevolking ondanks don by herhaling uitgesproken wensch halsstarrig werd geweigerd: Te optimistisch, indien men geloofdo, dat de meerderheid van liberalen on radicalen, be- paaldeiyk ook do anti-revolutionnairen van de richting Kuyper, zich in den allereersten (yd tot het standpunt, door De Telegraaf ingonomen, zullen verheffen. Toch gevo men don moed niot vorloren! Uit het artikel van De Telegraaf blykt althans dat do Katholie ken, als zy op horstel van da in 1871 bogano fout aandriDgen, niot langer geheel alleen staan. Ook ten aanzien van do zaak, welke het hier geldt, valt eone kentering van meening waar te nemen. Dat de Katholieken derhalve elko geschikte gelegenheid aangrij pen, om duidolyk te doen uitkomen dat het geen zy vóór tien en twintig jaren op dit stuk verlangden, nog heden even vurig en even beslist door hen begeerd wordt, en geen twijfel, of ook hier zal de goede zaak eenmaal zegevieren. 1 Jhr. Henry Tindal schryft aan De Telegraaf: Mijnheer de Hoofdredacteur l Met zeer veel genoegen las ik uw artikel: „Het Gezantschap by don Paus", omdat de aandacht gevestigd wordt op eeno zaak, die reeds jaron op afdoening wacht. Ook ik wil thans niot in beschouwingen treden over do begrooting van buitonlandsche zaken, hoowol ik volstrekt niet overtuigd ben van de noodzakelykhoid, ja zelfs niet van het nut van onze talryke gevolmachtigde ministers, minister-residenten, enz., onz. Ik geloof dat by do tegenwoordige snelle middelen van gemeonschap een klein land het zeer goed zou kunnen 6tellon met goede en goed betaalde handelsagenten, consuls, of hoo men zo noemen wil, to meer, daar voor bijzondere onderhandelingen, zooals die be treffende de visscherydo spoorwegen, hot inter nationaal recht, enz. er toch telkens speciale afgevaardigden naar het buitenland mooten wordon afgezonden. Onze diplomaten dienen tegenwoordig voor- nameiyk om meer luistor by te zetten aan de omgeving van don persoon, keizer, koning of president, by wion zy worden afgovaardigd. Met andore woorden: het zonden van deze heeren is eone beleefdheid, die hot Neder landsche volk bewyst aan de hoofden van bevriende Staten. Maar als dit de workelyke toestand js, dan valt het niet to ontkennen, dat de Paus, die als geesteiyk hoofd orkond wordt door oen groot deol van onzo mode burgers, zeker meer recht hoeft op oeno dor- goiyko beleefdheid dan bijv. do Czaar van Rusland, do koning van Portugal of eonig ander hoofd van een bevrionden Staat. Is do inrichting van onzo diplomatie niet anders te verdedigen dan op grond van oon beleefdheidsvorm, hot herstel van hot gezant schap by Z. H. den Paus is bovendien oene daad van rechtvaardigheid. Tolkens worden door do volksvertegen woordiging grooto sommen toogestaan om de materiëele bolangon van enkole districten of enkele categorieën van burgers te behartigen, zonder dat dit torecht eenige bevreemding wekt. Maar daarontogon mooten meer dan anderhalf millioen Noderlandsche burgers langer dan twintig jaar wachten, vóór mon er toe komt eono luttele som beschikbaar to stellon om hunno belangen, die veel hooger staan dan raateriêelo bolangon, to behartigen. Een dorgoiyke toestand is workeiyk bescha mend voor do niet-Katholieke Nederlanders. Golukkig zyn ochtor, geiyk gy zegt, de tyden veranderd, en ik hoop van harte, dat een amendement tot herstel van het gezantschap by den Paus thans voel kans zal hebben van te worden aangenomen, te meer, daar oene werkelijk liberale Regoering zich niet tegen deze daad van rechtvaardigheid zal verzetten. Naar aanleiding der nieuwe brochure inzake Neerbosch zogt De Standaard: Weer is eene brochure, van dezelfde hand als de vorige, tegen Neorbosch ver6chenoD, waarin nog veel zwaarder beschuldigingen, onder aanhaling van allerlei getuigen, worden ingebracht; zóó zware beschuldigingen, dat het heusch tyd wordt öf dezen laster den mond to stoppen, öf licht to doon opgaan over den werkelijken toestand. Eeno zoo teedere quaestie kan niet dan tot zoor ernstige schado voor de philanthropic, maand na maand hangende blyven. Natuurlyk kan do pers zich hier noch vóór noch tegon uitspreken. Het komt hier aan op het onderzoeken van feiten en daadza ken; en dit kan öf alleen de rechter, öf de commissie in zako Noerbosch volvoeren. Onderwyl ochter hot oordeol zoo pynlyk opgoschort blijft, mag wel over hGt stelsel van weezen-vorplcging worden voortgespro ken; en dan wenschon we óén punt op te nemen, dat de vorige weok door Het Oosten togen do verpleging in de familie werd aan gevoerd. Het Oosten woes or namolyk op iets wat wo grif toegeven dat menig wees het in oen gesticht boter hoeft dan zoo hy onder dak komt bij zyno familio. Tot op zekere hoogto is dit volkomen waar. Menig wees krygt in het gesticht betor voeding, kleoding en ligging, ©n niet zeidon boter opvoeding. Edoch, en dit vorgat Het Oosten,.ditzelfde geldt evenzeer voor menig kind, dat nog vader en moedor heeft. By honderden kunt go in Amsterdam kin deren samenbrengen, wier beide ouders nog lovon, en dio het thuis by vader niet half zoo good hebbon, als do weezen. in onze go- stichten. Zult ge nu daarom zeggen, dat dan ook deze kinderon maar naar eon gesticht mooten? Ous dunkt, dat kan on zal Het Oosten niet zoggen, want dan waron wo den weg dor Socialisten op, dio alle kinderen van Staats wege in gestichten willen doen opvoeden. Goed; maar dan is mot deze opmerking ook niets voor do groote weozonstichtingen gewonnen. Immers, by familio inwonend, zou zulk oen kind het in den regel juist zóó hebben, als het dat zou gehad hebbon, zoo vader en moedor waren blyven leven. O.-I. MILDIENftTEiV. Dagen van verzending uit Leidon. Via Amsterdam (Nod. Zoepost) 3 on 17 Nov. laatste lichting aan hot postk. 's nachts 12 u. Yia Genua (Nod. Mail) 14 en 28 November; laatste lichting aan hot postk. 's av. 5.40. Via Rotterdam (Ned. Zeepost) 10 en 24 Nov. laatste lichting aan hot postk. 'sav. 10.10. Via Marseille (Nod. Mail) 7 en 21Novombor; laatsto lichting aan het postk. 's av. 5.40. Via Marseillo (Fransche Mail) 11 en 25 Nov. laatsto lichting aan hot postk. 's morg. 7.30. Via Brindisi (Engelscho Mail) 3 en 17 Nov.; laatsto lichting aan hot postk. 's nam. 12.45. Roman van R. KOOPMANS 7AN BOEKEREN. 44.) „Hal ornatissime') Streefland 1 hoo gaat hetWees welkom op den Dennenborgh Cape sedem') en vertel mu eens: hoe hebt u 't op 't Nut gehad?.Nogal succc3 gehad, voor zoovor u kan nagaan?" Hierop vertelde FJoris iels van do Nuts- vergadering, waarna de gastheer met sierlyko armbeweging het buffet aan woes en sprak: „Ziedaar, amicissime! brood en eonige toe- spys, panis cum edulüs*). Tast toe 1 bedien u, en zeg my inmiddels, welken wyn ik zal ontkurken. Al kan ik u goon echten Falerer aanbieden, ik heb hier een paar merken, die aanbevelenswaardig zynVan dezen onversneden Bordeaux zou ik durven zeggenVinum leve et perenne Terwyi Floris zich een broodje gereed maakte, begon Van Moerbeok vast met zyn verhaal over het zeldzame exemplaar van de Oud NcdorlandscheSpreukenverzameling; over de auctio, waarop hy het gulden boekske gekocht on d6n prys, dien hy er voor be- Dotilol,dien nen, Latijn sprekende, don Jonkman, b.v. dra ModcDt geeft. IvWa plaats I Brood met eenigo toospye. 4) on goed belogen. steed had. Floris luisterde zeor aandachtig, on aanvankelyk zonder hoorbare teekonen van belangstelling ie geven: zichtbare echter des te meer, want hy knikte onophoudeiyk met het hoofd en zorgde voor de tydige aanwezigheid van den glimlach, dio bei.rre- lings verrassing, waardeering, zielsverrukking moest te kennen geven. Toen hy ochter, na 't verorberen van de boterham en do daarop govolgdo handenreiniging, het gouden kleinood in handen mocht nemen, toen kwamen ook de hoorbare uitingen van bewondering on hooge ingenomenheid, kreten als: „Prach tig!.... Neon, maar kyk eens aan!... Ha! dio 'sinteressant!" odz welke uitroepen op voegzame tydpunten wordon afgewisseld door opmerkingen over do spreekwoordenboeken van Tuinman, Sartorius en Winschooton, en aangevuld met eonige citaten uit do genoemde werken, 't Een en ander giog onzen student zoo handig en vlug af, dat de jonker hoe langer zoo meer in zyn schik geraakte met zynen jeugdigen gast en dit steeds luider begon te toonon. Ondor de ditwerkselen, die by den doctor des jonkmans goed uitgevoerd comediespel had, behoorde vooral ook, dat de eerste flesch spoedig leeggeschonken was en door een tweode vervangen werd. Inmiddels was onze vriend, hoe vlot on vlug hy ook redeneerde, lang niet op zyn gemak, zoodat wy ook daarom zyne opge wekte commentaren als comedie mochten voorstellen. Geen wonder, dat hy in spanning verkeerde, daar het oogenblik naby wa3, waarop het kritieke punt moest ter tafel komen. Daar uitotol hier niet kon baten, m.-iar integendeel de zaak moest bGJervon, was Floris van plan de dieroer»te gelegon- i eid, als die ten minste slechts e-nigszins bruikbaar was, aan t grypen en don brief met geldswaarde op hot tapyt te brengen. Hy nam dus zyn kans waar, dat do jonker, na eene lange redeneering mot tallooze tu3- schenzinnen en onmogelyke afdwalingen, ein delyk aan oon rustpunt was genaderd en een lango teug uit zyn glas nam on haastte zich toen om te zeggen: „Apropos, myn beste doctor! Ik heb nog iets op het hart, dat ik gaarne van avond mot u wilde behandelen." „Quid vis, mi domine! autquid potis? riep do jonker opgeruimd. „Eenige weken geleden, hebt u op een Maandagavond ten onzent bezorgd of laten bezorgen: oon brief met aanzienlyko gelds waarde". „Ja, ja.... Was 't niet gonoeg?" „Zeker, zeker, jonker! genoeg, ja, meer dan dat!" „O, u hebt anders maar te sproken Zeg," vervolgde de goedo man, met een scbalksch lachje, en op den toon van iemand, dio wei nieuwsgiorig, maar volstrekt niet boos, goreed is, iemand uit te hooren, „zeg, boe is u or achter gekomen, dat ik het geld ge zonden had? Ik meende myne anonymitoit zoo meesterlijk bewaard te hebben" „Dio zou ook niot opgeheven zyn, als niet uw zegellak u verraden had." „Haik begryp 1Neen, ik begryp niet l) Wat verlangt, wat verzoekt ge, mg'Dheer? Hoo woot u, dat het myn wapoa is, in dat lak afgedrukt?" „Door de heraldiek, jonkorlHet wapen van de familio Ridderhof van Moerbeok is by do mannen dor heraldiek lang niet onbekend." „Zoozoo Behoort u tot dio mannen Doet u aan heraldiek?Moet men er iets aan gedaan hebben, zal men niet gerang schikt worden onder do geleerden van een- zydige ontwikkeling?" „Non omnia possumus omnes: eon mensch kan niet alios tegoiyk doen, jonker! Maar wat ik zeggen wilde: „Voor wion hadt u hot geld eigeniyk bestemd?" „Ik had geen bepaalden persoon op 'toog, vast vertrouwende de uitdeoling gerust aan de prudontio van een man als uw eerwaarde vader to kuDnon overlaten". „Zoor good, doctor! Maar dio uitdeeler moest dan toch, naar uwo bedoeling, de oude hoor zyn." „Och neen, myn waarde! Veronderstold, iemand andors ging zich in des dominees plaats met de distributie belasten, dan was my dat ook goed." „Dat verheugt my ton zeersto, doctor! dat u do zaak zoo liberaal opvat. Want, ziet u, zooals u het daar voorstelt, heeft zich inderdaad het geval toegedragen. Ik zal u alles oprecht en naar waarheid vertollen. Vooraf kan ik u echter ten stelligste verzekeren, dat gy door uwe toozondiDg oen monschonleven hebt gered. Ja zeker, mynheer Van Moerbeek! door uw geld is een jonkman bewaard voor een vroese lyke misdaad Gy zyt een middel in Gods hand geweest, waardoor een rampzalige aan don rand des afgronds gegrepen en tot staan gebracht isl" „Wat zogt go, mynheer Streefland?" stamelde de jonker. „Ik zeg do zuivoro waarheid, bo3to doctor! Eon wanhopige, op het punt een zelfmoord te begaan, is door uw geschenk tot andoro godachton gekomen. Is die persoon u dus het loven verschuldigd, hy zal u eeuwig dank baar blyven, ja, hy zal dat leven, zoo noodig, voor u ten offer brengen." „Weet dan dio beweldadigdo, dat ik, de jODker Van Moerbeok, do gever van die gold'jom ben? Hoe kan hy dat by mogelykhoid mot zekerheid weten?" „Dio boweldadigde, jonkheer Van Moerbeok 1 zit voor u „Mijn Hemel, gy doot my schrikken l Ik begryp niot" „Bodaar, myn waarde hoorI bedaart" sprak Floris, terwyi hy opstond en des jonkers hand greop. „Ik bid u", vorvolgdo hy op zachton, smookenden toon, „hoor my mol.lankmoedig heid! 'k Zal do geheole geschiedenis voor u oponloggon: geen bladzyde wordt overgeslagen, geen regel in onduidoiyk schrift onder uw oog gebracht. Ge zült alles, alles weten; on dan, als ge myne volledige bekentenis zult hebbon gehoord, dan stol ik. om zoo te zoggen, lot en leven in uwe handen". Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1893 | | pagina 1