N°. 10332. A°. 1893. <§eze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Leiden 25 October. 26 October. DAGBLAD. PRÏJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden. I t I f I-10- - i H- 140 franco per postJ Afzonderlijke Nommersuu0- «ju E£HB PRIJS DER AD V EKTENTIEN Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Eerste Blad. Öffieicole KenniiSfjovïngen.. Vergadering van den (Gemeenteraad Tan Lelden, i-; op Donderdag 26 Oot., des namiddags te één uur. Punten ter behandeling: 10. Verzoek van J. J. L. Wee on J. v. d. Meer Gz., ooi 13 worden benooqjd tot makelaar in vet waren. (2°2). 2°. Idem van J. Van Bladel, om ontslag ale dorde ondcrwijzar aan de Jongooaachool 2de kl. (275). S°. Ilem van J. W. Wlerda, omtrent de levering vau achoolkoekoo en achoolbohoefton, met het voorstel om tot eeno oponbare aanbesteding over te gaan. (é78). 4°. Urm van W. Van do Goorberg, omtront ovcr- wnlving van een gedeelte elootlaDge den Hoogen Rijndijk. (2T9). f°. Ilom yan J. Boot-, ter bekoming van grond bg het Zrjlhek. (380). i°. Verzoek van 8. Van Leeuwen, om oone brug t® 1-ggen ovor de eloofe lange den Hoogon Rgo- d'ik. <281). 7° Idem van dr. Jan Ton Brink, om vrijstelling of iexagbet»ling van aohoolgeld, Gymnasium. (283). 8°. ILm van Wed. dr. G. C. Steynia Noordziek, om vrgatelliag of terugbetaling van schoolgeld, lloogere ltargerachool voor Joogone. (284). 9°. Sup.letoire staat van begTootiog, dienst"1893, van hèt H. G - of Arme Woee- en Kinderhuis. (287). 10°. Begrooting van do Stedelijke Werkinrichting voor 1891. (288). ?.1°- 8»at Model A op do bogrooting over 1893 ad 355.9.9. Koaton Yan overbrenging van het /vrebitf. (286). 12°. Rapport van do deskundigen omtrent do Gehoor zaal 19°. Bogrooting van do inkomsten on uitgaven der gemeente, voor 1894, - In aansluiting aan hun schrijven dd. 13 j September II., wat betreft de jaarwedde van den 1 eeraar in de wiskunde, zouden curatoren van Let gymnasium thans de Verordening, y rogelende het getal leeraren van het gymna- eium en het bedrag hunner jaarwedden, nog op een ander punt wenschen gowyzigd te zien. In art. 1 wordt de jaarwedde van den leeraar in de Engelsche taal gesteld op/" 1000. f f Noemt men in aanmerking dat deze jaarwedde in de eerste vier jaren verminderd wordt door eene korting van ƒ125 voor hetburger- i l^jk pensioenfonds en oene voortdurende jaar- ïyksche korting van 50 voor weduwenpen- sioen, dan komt mon tot de conclusie, dat die jaarwedde althans in den aanvang absoluut onvoldoende is. Zoolang toch de leeraar niet getreden is in het genot der eerste driejaariyksche verhoo ging van 200, bedraagt z(jne jaarwedde feitelijk slechts 825. Op verschillende gronden stellen curators* mitsdien voor do Verordening van 5 Juni 1879 te wijzigen in dien zin, dat a de jaarwedde van den leeraar in de Engelsche taal wordt r vastgesteld op 1200 en b de twee drie jaarlij ka cho vorhoogingon ten opzichto van diea leeraar worden bepaald op f 100 telkens. N\ overleg met de Commissie van Fabricage bestaat by B. on "Ws. geen bezwaar tegen de inwilliging van het verzoek van den heer W. Van de Goorberg, te Zoetorwoudo, zoodat zjj in overweging geven F*emllet NONDUM. Roman van R. KOOPMANS YAN BOEK Pit EN. 22) Over bcido oefeningen een woordje. Impro visation werden er tweeërlei soort gehouden; de eerste zonder eenige, de andere na kort stondige voorbereiding. Tot het uitspreken van een speech van de laatste soort kon men zich bekwamen gedurende de pauze, die een half uur duurde, en die men, desverkie- zende, kon doorbrengen in een belendend vertrek, waar enkele woordenboeken, ency clopedische en biographiscbe, ten gebruike gereed stonden. Ook het instellen van toosten geschiedde op verschillende manier, namelyk volgens eene eenvoudige, of wel naar eene meer breed voerige opgave. De toostenoefening geschiedde aan tafel, aan het zoogenaamde nabroodje, waar ieder op zyn beurt ceremoniemeester of president was. Zoo'n president niet te verwarren met don voorzitter van 't genoot schap, die alle vorgadoringen leidde tot aan dat nabroodje gaf beurtelings aan elk der aanzittenden het woord, met opgave van den persoon of de zaak, waaraan hy een glas moest wyden. Zoo moet de een drinken op Piet Hein, een tweede op Eduard Bamberg, een derde op den burgemeester van Amster dam; deae wordt uitgenoodigd om Aballino, gene om de Zutderzee-stoombootmaatachappy lo. aan adressant, behoudens voor zooveel noodig toestemming van het Hoogheemraad schap Rynland en Gedeputeerde Staten, ver gunning te verleenen de bermsloot voor het bouwterrein kadaster sectie A. noa. 4106 en 4107, gelegen aan den Hoogen Ryn^yk, onder de gemeente Zoeterwoude, te overhuiven onder voorwaarde a. dat de sloot, alvorens overwulfd te wor den, behooriyk worde schoongemaakt; b. dat door adressant eene toekening van de overwulving ter goedkeuring aan B. en Ws. worde overgelegd c. dat het gewelf en de zymuren van Waal-, Ryn- of IJselklinkers worden gemaakt, min stens 0.33 M. dik, alles ten genoegen van B. en Ws.; d. dat alle schade aan de bermen door de gemeente worde hersteld en de kosten daar van door adressant worden vergoed; e. dat de vergunning vervalt wanneer daar van niet binnen 3 maanden gebruik wordt gemaakt, en dat adressant 3 dagen vóór den aanvang der werkzaamheden daarvan ran den Gemeente-Architect schrifteiyk kennis geeft. 2o. het door do overwulving verkregen terrein, voor zoover het aan de gemeente Leiden behoort, tot wederopzeggens aan adres sant in gebruik te geven, onder bepaling, dat het tot tuin worde ingericht en op 1 meter van de boomenry door een yzeren hek worde afgescheiden en togen betaling van eenejaar- ïyksche recognitie van 3*/2 cents per centiare. In de jongste corpsvergadering, gehouden in de studenten-sociëteit „Minerva" alhier, is met algomeene stemmen besloten om het lustj-um 1895 te vieren met eeno maskerade. Er bestaat gelegenheid tot verzonding der correspondentie naar Ned. Oost Indië (met uitzondering van Atjeh en Padaog), door middel van het stoomschip „Semarang", van Rotterdam vertrekkende. Ten postkantore alhier moeten de brieven, enz. niterlyk Zaterdag ochtend om 7.30 (7.50 stadstyd) bezorgd zyn. De wyzo van verzending behoort duidelyk op het adres vermeld te worden. Het examen in de vrye- en ordeoefe- ningen is te Haarlem met goed gevolg afge legd door mej. E. D. Yan Sonsbeok, van Leiden. Do lste luit. H. E. Ort, van het 3de reg. huzaren te Leiden, is overgeplaatst naar 's-Gravenhage. Te 's-Hertoganbosch is op 53 jarigen leeftyd overleden de heer F. C. Bake, hoofd ingenieur van den Provincialen Waterstaat sedert 1 April 1875, tydstip waarop in Noord- Brabant deze tak van dienst werd ingesleld. De overledene was ridder van den Noder- landsciien Leeuw en officier iü do Orde van de Eikekroen. Fran» Cornells Bake, zoon van den beroomdon Loidschen hooglearaar Bake, werd geboren le Leiden den 25stea Februari 1840 Na zyne studiën aan de Polytechnische School te Delft reeds op negen tienjarige» leoftyd voleindigd te hebben, trad hy als adjunct ingenieur in dienst by do HollandschoSpoorweginaatschap- py. In 1861 ging hy in denzolfden rang over by den aanleg van staatsspoor wogen. By de posteryen zyn benoemd: tot be heerder van het bypost- en telegraafkantoor te Kralingen (tot 1 April 1894) de commies der posteryen 4de kl. J. P. Weiman te Rotter dam tot assistent der posteryen te Rotterdam, H. Boek te Schiedam; verplaatst: de surnu merair G. A. L. E. H. Geraerds Thesingh van 's-Gravenhage naar Leiden; de commies 4de kl. J. W. Krol van de postinspectie Zwolle naar Eindhoven; id. 3de kl. M. L. P. Pleyte van Eindhoven naar Zwolle. Yoor het literarisch-mathematisch examen, te Arnhem afgenomen, is geslaagd do heer G. J. Costerman Boodt, te Waddingavoen. Evang.-Luthorsche Kerk. Beroepen is te Pekela, ds. De Meyere, te Bodegrave. Op 29 October a. s. zal te Hazerswoude (Ryndyk) des avonds, in het lokaal der Christe- ïyke school eene samenkomst plaats hebben, waartoe uitgenoodigd worden onderwyzers en besturen van Chr. scholen, en voorts allen, die belang stellen in de opvoeding en het onderwys der jeugd naar Gods Woord. De volgende onderwerpen zullen behandeld worden 1. Welke roeping heeft de Christelyke school tegenover onze maatschappelyke toe standen? Inleider: de heor P. J. Gysman, hoofd der Chr. school te Woubrugge. 2. Hoe brengen wy den Zondag met onze kinderen door? Inleiderde heer S. Hompenius, hoofd der Chr. school te Zwammerdam. 3. Het verband tusschen school en huis gezin. Inleider: de heer J. Yan Andel Jzn., hoofd der Chr. school te Bodegrave. Ter inleiding van elk onderwerp wordt 20 minuten toegestaan, voor het daaropvolgend debat eveneens 20 minuten. Standaard Geref. Kerk. Bedankt is voor het be roep naar Aarlanderveon door den heer A. De Vlieg, te Ronkum. Op 55 jarigen leeftyd is te 's Graven- hage overleden de heer' A. W. P. Verkerk Pistorius, oud Oost-Indisch hoofdambtenaar. Men meldt ons heden uit 's Gravenhage dat ook by den plaatselijken staf een dezer dagon mutatièn to verwachten zyn. De lste luit. F. A. Broers, van het 3do reg. huzaren en thans gedetacheerd by do ryschool te Amorafoort, keert-1 November by het corps terug. In do „Haagsche Sprokkelingen" van het „Utr. Dbl." lezen wy hot volgende: Goon wonder, dat men dezer dagen noch 's middags op bittertyd, noch 's avonds in gezelschappen komen kon, of mon hoorde de gewiehtigo vraag bespreken, waarom kolonel Vogel als commandant van het corps grena diers en jagers nu alweer was vervangen, nadat er pas kort geleden zooveel te doen was geweest over zyne benoeming tot die hoogo waardigheid. Ik zal my èn omdat 't my tooschynt in vredostyd niet byzonder bolangryk te zyD, ö(i omdat ik vermoed, dat men er buiten'Den Haag niet zooveel belang in stolt als hier niet begeven in het mededeelen van al de onderstellingen, wolko diverse wèl ingelichten te dezor zake aan den man brengen. Dat een kolonel niet in staat zou zyn om zonder fout eene parade te commandeeren, komt my byv. even onwaarschyniyk voor als de andere bewering, dat men hem op pensioen zou hebben gezet, omdat de aanwezigheid van een zyner zoons als onderofficier by het regiment aanleiding tot scheeve verhoudingen zou hebben gegeven, daar men immers, als dit zoo ware, dat jongmensch eenvoudig had kunnen overplaatsen. 't Meest voor de hand liggende is dan ook, dat de minister, die den kolonel tegen zyn zin heeft zien benoemen, omdat hy zooals men zich zal herinneren den heer Kool aan het hoofd van het regiment had willen hebben, van de oene of andere gelegenheid gebruik heeft gemaakt om te doen biyken, dat hy verleden jaar de zaak goed heeft ingezien. Maar wat nu 't meest interessante van deze quaestie is, is het volgende. Men weet dat de minister verleden jaar eerst na laDg tegenstribbelen toegaf, omdat H. M. op de benoeming van den heer Vogel byzonder ge steld was, en nu maakt men er den minister een verwyt van, dat hy destyds heeft toe gegeven en eene benoeming contrasigneerde, welke hy niet gewenscht achtte en die nu als zoodanig is erkend. Ik releveer dit niet om my eene opinie over de zaak te veroorloven, want ik heb geen verstand van de eischen, welke men aan een regiments commando heeft te stellen, maar om een denkbeeld te geven van de unfaire manier, waarop men wie „men" is, laat ik in 't midden den minister Seyf- fardt bestrydt, op eene wyzo, die sterk herin nert aan Lafontaines fabel van den molenaar, zyn zoon en zyn ezel. My dunkt, dat is eigen- lyk het meest interessante in deze quaestie en hare publieke bespreking. Naar aanleiding van het bovenstaande schryft men van andere zyde aan het „Utr. Dbl.": In den jongsten brief van uwen Haagechen correspondent komen, met betrekking tot het op pensioen stellen van den kolonel Vogel, eenige opmerkingen voor, die tot onjuiste be oordeelingen zouden kunnen leiden, voor de betrokken personen minder aangenaam. Daar die zaak in en buiten militaire kringen zeer de aandacht heeft getrokken, vooral in ver band mot hetgeen indertyd over het commando van het regiment grenadiers en jagers is voor gevallen. is het zeer gewenscht die onjuiste oordeel veilingen te voorkomen. Nlec over de boooesning van kolonel Vogoi tot oommand&nt van het genoemde regiment is indertyd zooveel te doen geweest, en ook is het onjuist, dat H. M. de Koningin-Regentes op de benoeming van den heer Vogel byzonder geatold was. Het bekende geschil liep over andere per sonen en de benoeming van kolonel Vogel was het gevolg van een compromis, dat ten doel had aan hot goschil een einde te maken. Van moer géwicht echter is, wat uw cor respondent schryft over de beweegredenon tot het op pensioen stellen van kolonel Vogel: 't Meest voor do hand liggende is, dat de minister, die den kolonel tegen zyn zin heeft zien benoemen, van de eene of andere gelegen heid gebruik heeft gemaakt om te doen biyken, dat hy verleden jaar de zaak goed heeft ingezien. Dit is eene geheel onjuiste voorstelling van de zaak. Met het gebeurde van verleden jaai staat het op pensioen stellen in geenerlci verband, en tegen de benoeming indertijd van kolonel Vogel heeft de minister nooit eenig bezwaar gemaakt. Zoo weinig kan er sprake zyn van mindere bekwaamheid var: den kolonel, dat het vrywel vaststond, dat het eerstdaags vacant komende bevel over. eene divisie voor hem bestemd was. "Wat dan wèl de reden is, dat kolonel Vogel, op do voordracht van den inspecteur van het wapen op pensioen gesteld is, zonder dat het door hem was aangevraagd? Uw correspon dent is er dicht by, waar hy het gerucht vermeldt, dat de aanwezigheid van een der zoons van den kolonel als onderofficier by het regiment aanleiding zou hebben gegeven i tot scheeve verhoudingen. Dit gerucht kwam uwon correspondent onwaarschyniyk voor, omdat men volgens hem den zoon slechte had te verwijderen gehad; doch dit bewyst alleen, dat hy Diet al de omstandigheden kent. Waren hem die bekend geweest, het gerucht zou hem minder onwaarschyniyk voorgekomen zyn. Hy zou dan ook niet ge sproken hebben van „scheeve verhoudingen", maar van ongerechtigheden en van grove inbreuken op de hiërarchische verhoudingen, die het prestige van het gezag in het regi ment in gevaar moesten brengen. Zóóveel is zeker, dat, al was kolonel Vogel een be kwaam regiments-commandant, de inspecteur der infanterie en de minister van oorlog niet anders kondon handelen dan zy gehandeld hebben. Zy hebben getoond, zonder aanzien des persoons, misbruiken in het leger to willen tegengaan. Het voornemen bestaat in de uniform- kleeding van brievenbestellers en conducteurs der brievenmalen belangryke verandering te brengen. Het technisch personeel van de Rijkstele graaf zal worden uitgebreid met 3 adspirant- ingenieurs en 2 opzichters der telegraphie. Tot nu toe bestaat het ingenieurs-personeel der telegraphie in actieven dienst slechts uit een hoofdingenieur en een ingenieur. De gemeenteraad van 's-Gravenhage heeft in zyne gisteren gehouden zitting do gemoente-begrooting in haar geheel goed gekeurd. Hot cyfer der onvoorziene uitgave (het ver schil tusschen de gewone uitgaven en inkom sten) werd op ƒ51,890 bepaald. De majoors J. F. Meyer en A. P. J. Rutten, onderscheidenlyk van het 6de en 7do reg. inf., worden, naar het „H. Dbl." meldt, tot luitenant-kolonel bevorderd. Hior te lande is bericht ontvangen, dat de 23 jarige lste luit. der infanterie J. J. P. Weyerman te Kotta Radja is geneuveld. Naar „De Tyd" verneemt, hebben zich van de 140 patroons, die jl. Vrydag-avond de ver gadering van het comité der vakvereenigingen uit den Ned. R.-K. Volksbond bywoonden., 48 als leden van de verschillende vakver eenigingen opgegeven. en weer een ander om de maagd van Orleans door een feestdronk te verheeriyken. Maar dan werden die toosten-oefeningen ook nog op andere wyze gehouden. Een der leden maakt thuis het plan op van een feestmaal» dat in de volgende vergadering zal worden opgevoerd, en waaraan zoovele gasten zullen aanzitten als het genootschap leden telt. Men zal b. v. voorstellen: de bruiloft van Peleus en Thetis, waaraan allo goden en godinnen deelnemen. Door 't lot wordt bepaald, welke godheid door elk der aanwezigen wordt ge representeerd, en nu geeft de ceremonie meester b. v. aan Apollo het woord. Deze kan nu zelf kiezen, op wien der collega's of zuster-collega's hy drinken wil. Van dat genootschap nu was Floris Streef- land de voorzitter en onze vriend Nondum de bode. Een paar dagen na den stormachtigen avond, waarvan wy de gebeurtenissen in de vorige hoofdstukken hebben beschreven, hiel den de leden van Raymundus eene byeenkomst, waarvan ik nu het een on ander ga vertellen. 'tWas een druk bezochte, echt gezellige vergadering geweest. Men vertoonde de brui loft van Jaromir en Lodoïska, waarby tegen woordig waren de voornaamste helden en heldinnen van Rellstab's bekenden roman: Het jaar 1812, en dus conditiën werden inge steld op Bianca, Rasinski, Fran^oise Alisette, Bole8law, ja, en ook op Napoleon I en op den krygsgod Mars. Maar het was niet louter wildzang, die ten gehoore gebracht werd. In den vooravond toch waren ook ernstige onder werpen behandeld. Onze vriend Floris hield voor de pauzo eeno met veel gloed en warmte voorgedragen improvisatie over de bekende spreukDo mensch wikt, God be schikt. 't Is zeker geen gowaagdo vooronderstelling, wanneer wy meenen, dat do jonge man daarom met zooveel kracht en gevoel sprak, omdat hy geheel onder den indruk was van de gebeurtenissen dor laatste dagen. Niet weinig droeg tot zyne opgewekte stemming en gemoodelyken ernst by de tegenwoordig heid van Nondum, die, als bode van Raymund, ook de vergaderingen by woonde, en dan in de pauze en later by het nabroodje de heoren bediende, en ook gedurende de voordrachten binnen mocht zijn, maar dan als eori dorpel- wacbter stil by de deur aor zaal moest staan. En geen wonder waariyk, dat de aanblik van den gryzen dienaar den jougdigen redenaar in de gegeven omstandigheden inspireerde. Immers, voor oen godsdienstig geloovjg mensch en dat was Floris nog, ondanks zyne grove afdwalingen was de ontmoeting met Nondum verleden Maandagavond kenneiyk oene beschikking van God, den Bestuurder van der menschen lot en leven. Met hoeveel aandacht ochter ook Streefland's rede werd aangehoord, met hoeveel geestdrift ook toegejuicht, als het glanspunt van dien avond kaD toch de bedoelde improvisatie niet aangemerkt worden. Dat glanspunt kwam pas te middernacht. Met den laatsten klokslag van twaalven stond de president op en gaf een paar hamer slagen op de tafel, luid en krachtig genoeg m Jericho's muren te doen instorten. Daarop verzocht hy ruimte te maken recht voor de bestuurstafel, en terwyi de secretaris zich haastte daar een armstoel gereed te zetten, riep de voorzitter op plechtigen toon: „Ik noodig den bode Smit nader te komen en op dezen zetel voor het aangezicht der verga dering plaats te nemen." Onze goede Nondum, dio in de verste verte niet kon raden of gissen, wat er aan 't handje was, keek wel erg vreemd op, maar was te kalm en te geroutineerd, om van zyne ver bazing te doen blyken of een oogenblik te aar zelen aan de uitnoodiging gehoor te geven. Zoodra Smit goed en wel gezeten was, hield de president de volgende aanspraak:* Myno Hoeren! Zeer geachte Jubilaris! Ondank is 's werelds loondo paarden, die de haver verdionen, krygon die niet, en van menigen trouwen dienaar geldt, dat hy even als een citroen, wordt uitgeperst en dan weg geworpen. Maar geen regel zonder uitzondering, en, wat Raymund betreft, do Jeden van dit genootschap achten zich goroepon uitzonde ringen te maken op alle die regols, die hun oorsprong hebben in het feit, dat de woreld in het booze ligt. Miskenning der verdienste is eon term, die in ons woordenboek niet mag staan. Hooren wy overal eene klacht opgaan over steeds toenemende onverschilligheid in al v/at schoon en goed is, ons past die schoen niet, zoodat wy dien zouden moeten aantrek ken; wy wasschen onze handen in onschuld en hebben vry moedigheid, om bet koninklijke woord van Karei V met eenige wyzlging over te nemen en te zeggen: Al werd er in de geheelo wereld geene waardeering der ge trouwe plichtsbetrachting meer waargenomen, dan moest zy nog by do leden van Raymund gevonden worden. Van zoodanige waardeering moge deze onze samenkomst getuigenis af leggen I 't Is heden juist vyf en zeventig maanden geleden, dat onze y vorige bode, Hector Nondum Smit, kort te voren door het toenmalige be stuur gekozen, in eene vergadering der leden plechtig werd geïnstalleerd. De edele grys- aard viert dus vandaag zyn t i n n e n feest; Raymund viert feest met hem. Ja, waarde Smit! wy verblyden ons met u, wy wenschen u van harte geluk, dat gy dezen dag moogt beleven. Het genootschaf Raymund heeft altyd uwe verdiensten erkend, maar de tegenwoordige leden verbeugen zich, dat zy nu ook eens eene ongezochte ge legenheid hebben van deze erkenning een zichtbaar blyk te geven. Floris TerU/.^v >«vor: „Dat woord „ODgozochf* heb ik zonder glimlach, zonder hapering of trilling in de stem kunnen uitbrengen, n aar terwijl ik 't uitsprak, dorst ik toch mijoe modeleden en ook den jnbilaris niet recht in do oogon zien, od kook das een oogenblik naar 't pUfood." De hoorders van hun kant bokendon, dat er by dat „ongezocht" menig stil knipoogje onder hen gewisaeld was, en onkelen hadden ook opgemorkt, hoe zioh bij die gelogODhe d op 't gelaat van 8mit oono zsnawtrokking had ver toond, waarbij bij 't eene oog styf dichtgeknepen en oon scheven mond getrokken had. 't Eon on eudor was echter het werk gswecst van een paar soconden. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1893 | | pagina 1