N°. 10329
ftfeaiidas 23 October.
A". 1S93.
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van rZon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit DRIE
Bladen.
Leiden, 21 October.
Feuilleton.
NONDUM.
LEIDSCH
DA&BLAD.
PRIJS DEZER COURANT;
Yoor Leiden per 3 maanden.
Franco per post
Afzonderlijke Nommers
f 1.10.
1.40.
0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIÈN:
Van 1-6 regela f 1.05.
lettors naar plaatsruimte,
wordt f 0.05 berekend.
Iedere regel meer f 0. 17J. Orootere
Voor het incassoeren buiten do stad
Tweede Blad.
De toestand Tan 's Rijks Etlinogra-
pliisch Museum te leiden.
Het voorbeeld van dr. F. A. Jentink, direc-
teur van 'sRyks Museum van Natuurlijke
Historic to Leiden, heoft navolging gevonden.
Schreef deze indertijd een blijkbaar in de eerete
plaats voor de leden der Tweede Kamer be
stemd „bezoek aan hot Rijks-Museum van
Natuurlijke Historie in het najaar van 1892";
thans is dr. L. Serrurier, directeur van 's Rijks
Eibnographisch Museum te Leiden, hem ge
volgd met eene brochure, getiteld: „Museum
of Pakhuis?" welke de Kamerloden deze week
bereikte, toen kon gerekend worden dat de
begrooting van Bmnenlandscho Zaken in de
afdeelingen zou worden onderzocht.
Het voorstel der Regeering om tot den bouw
van oen nieuw Museum vah Natuurlijke His
torie te besluiten, heeft den directeur van
hot Etbnographisch Museum tot het schrijven
van zijne brochure geleid.
BU den schrijver zeiven schijnt eenigo twijfel
te bestaan of het tjjdstip goed gekozen is.
Zal er in de tien jaren, die voor den bouw
van het Museum van Natuurlijke Historie
geraamd zijn, niets geschieden voor zijn onge
lukkig museum? zoo vraagt h(). Zal het in
het gunstigste geval nog tien jaren blijven
ais het is, vergeten, slecht gehuisvest en
blootgesteld aan het gevaar van brand? „De
„hoop, die door prof. Veth in 1885 werd uit
gesproken, dat er iemand zou gevonden wor
gden, die uit oigon middelen een gebouw zou
„stichton, Nederland als koloniale mogend
heid waardig, die hoop is tot heden Udel
gebleken", zegt dr. Serrurier. „Zal zi) ooit
„vervuld worden? Indien er toch maar iets
„goschiedde, om het even wat. Elke verande
ring is hier verbeteringelke verandering, die
„het museum komt ontrukken aan zijn egoïst
„bestaan. Het loven gaat er uit. Do tyd komt,
„dat het zal verzinken in een diepen slaap,
„die oindigt in den dood."
Wil men woten hoe do toestand ie van
„het museum, stiefmoederlijk bedoeld ten
„aanzien van do lokalen, van de hulpmiddelen,
„van de arbeidskrachten, van de bezoldigin-
„gon"? Dr. Serrurier deolt het volgende mede.
„Opgehoopt in kleine vunzigo vertrekken,
waar het daglicht nauwelijks toegang heeft,
liggen er vele duizenden voorwerpen, door
wakkere reizigers uit verre geweston, met
moeite en kosten, ja vaak met levensgevaar
bijeengebracht. Bedreigd liggen ze daar door
zeven belendende woonhuizen, een wol- en een
brandstoffenpakhuis en een timmermans
winkel 1 En wat b(J mogelijken brand door
het vuur gespaard mocht blijvon, dat wordt
bedorven door het water, of gaat te gronde
bjj overhaaste berging. Hier moet hot stellen
van kasten wordon nagelaten wegens den
bouwvalligen toestand van de vloeren, daAr
zijn do kasten tot berstens toe gevuld en
moet de verdere expositie in de doorgangen
op losse stellingen geschieden, zoodat die
doorgangen zjjn afgesloten. Elders is de ruimte
zoo gering, dat ook van dit gebrekkig hulp
middel moet worden afgezien.
„Een museum, dat niet op ééne plaats
btJeon is, kan op dien weidschen naam eigen
lijk geen aanspraak maken. Wil men weten,
hoe het in dat opzicht met 's Ryks Ethno-
graphiach Museum is gelegen, men oordeels:
„Een deel ligt opgestapeld in twee woon
huizen aan de Hoogewoerd;
„een ander deel twee straten verder
in een gehuurde woning aan de Heerengracht;
„een derde deel twintig minuten gaans
daarvan verwijderd in een woonhuis aan het
Rapenburg;
„een vierde deel, oen hoogst belangrijke
groep inlandsche woningen, nab(j do Sterren
wacht
„terwijl eindelijk het magazijn van
dubbelen en het werklokaal zich in
het Universiteitsgebouw bevinden."
Hoe die toestand ontstaan is, daarvan geeft
dr. Serrurier in zijne brochure eon overzicht.
En daaraan voegt hy oen tweetal kaarten
toe, die een overzicht geven van den omvang
van het mus6um in 1881 en in 1893 en in
staat stellen, met één oogopslag de uitbrei
ding der collection te overzien. Hi) staat
vorder stil by de betoekonis der ethnologie
en drukt er op dat er pcriculum in mora is
om aan verbetering de hand te slaan, ten
bewijze waarvan hjj een aantal getuigenissen
van deskundigen uit verschillende landen
afdrukt. Hij wyst er op, dat van het museum
als hulpmiddel voor hot hooger onderwijs
thans zoo goed als geen gebruik wordt ge
maakt, dat dit wel het geval kon zijn, en
dat het ook eene hoogst aantrekkelijke leer
school voor het volk kon worden, speciaal
ton aanzien van onze koloniën in Oost on
West, ja, dat het de kern kon zijn van het
geen in Amerika genoemd wordt een bureau
of ethnology. „Minst genomefa zegt dr. S.
„kon het museum zjjn een brandvrij pakhuis
„van de voorwerpen, die getuigen van do
„steGds meer uitstervonde cultuurtoestanden,
„waar ze wél bewaard en goed verzorgd ble-
„ven liggen, in afwachting dat latere geslach
ten zullen inzien, hoeveel er uit te loeren
„valt; maar is het al een pakhuis, brandvrjj
„is het allerminst".
Omtrent de belangrijke rodevoering, door
den hoogleeraar mr. J. Opponheim uitge
sproken, toon hjj aan do universiteit alhier deze
week hot ambt aanvaardde, zegt het „Hbl.":
Uit die rede bleek dat do hoogleeraar, die
acht jaren reeds aandeunivorsiteitteOronuigen
het staatsrecht heeft ondorwezen, to Leiden
in den geest van zjjn voorganger zal voort-
arbeiden. Evenals prof. Buys hecht aan de
leer van den organischen staat, die eene eonheid
vormt, welke niet enkel bestaat uit do som
zjjner doelen, evenals het uit stoenen gebouwd
huis niet moor een hoop steenen is, maar
eene eenheid uitmaakt met eigen bestemming.
Daaruit volgt het begrip der gemeenschap,
tegenover het egoïsme der deolen.
Het belangrijkste gedeelte der rede was
zeker wel het tweede, waarin prof. Oppenheim
aantoonde, dat deze theorie in hooge mate in
staat is de behoeften van den tjjd te bevredigen.
Elk levend organisme groeit en ontwikkelt zich
geleidelijk en nadert trapsgewijs do volkomen
heid. Zoo ook b() den staat, waar men, volgens
die loer, geene ontwikkelingstrappen straffeloos
kan overspringen, maar ook geen bondgenoot
schap mogelijk is met verstokt conservatisme.
Do hoogleeraar waarschuwde daarbjj tegen
het emotlonisme, datzich laat beheerschen door
oogenblikkelijko indrukken, zich laat hypno-
tiseeren uit deernis met feitelijke toestanden.
By den beoefenaar der sociale wetenschappen,
zeide h(J, moet het koele hoofd het warmo
hart in toom houden. Evenmin dus den
almachtigen staat als volledige staatsont
houding predikt de loer van don organischen
staat. Zy erkent dat het organisme ïydt als
zyno deelen lydon, onverschillig of hot ïyden
de proletariërs treft dan wel de aristocratische
cellen, en wekt dus op tot liefde voor de
gemeenschap. Maar tevens waarschuwt zy
tegen te groote staatsbemoeiing, W6lke goeno
rekening houdt met de behoefte aan karakters.
Deze beginselen zyn door prof. Buys steeds
verkondigd en zullen nu ook door zyn be-
kwamon opvolger als leiddraad worden ge
bezigd by zyn academisch onderwys to Loidon.
Moge hy er oven zegenryk arbeiden als zyn
onvergetelyke voorganger!
Mevrouw Buys heeft aan het Leidsch
Studentencorps den zilveren inktkoker ge
schonken, welke indertyd aan wylen prof.
Buys was vereerd door de Debating Society.
Heden namiddag ontvingen wy per
Fransche mail de Indische bladen van 10 tot
en mot 22 Soptombor.
De heer C. De Vink, die by de jl. ge
houdens-verkiezing voor een lid van den ge
meenteraad te Warmond gekozen is, heoft
voor die benoeming, bedankt, zoodat aldaar
weer eono nieuwe vrije stemming zal plaats
hebben op Dinsdag 7 November a. s.
De vry willige oefeningen in den wapenhandel
gaan aldaar wegens te weinig deolneming dozen
winter niet door.
To Warmond is gisteren, na eene plotse
linge, maar ernstige ongesteldheid van een
paar uren, overleden de heer J. W. J. Pape,
notaris aldaar.
Men schryft ons uit Oude Wetering, dd.
20 Oct:
Hodon was hot feest voor de Katholiokon.
Van elk huis wapperde hot nationale dundoek.
Allen hadden hun Zondagspak aangotrokken.
Er was daarvoor dan ook roden. Een gewich
tige dag voorwaar, welke voor hen eene kerk,
eon korkhof en een pastoor aanbrengt 1 En
dan een pastoor naar hun hartewenech, dien
zy tydens zyne lange priosteriyko loopbaan
to Roelof-Arendsveen en tydens do oprichting
der parochio Oude-Wetering hadden leeron
kennen als een voorbeeld van deugd, wysheid
en bekwaamheid. By het verlaten van Roelof-
Arendeveon, om halfnegen, torwyi do pastoor
aldaar, do zeoreerw. heer Van Ryn, hem uit
geleide deed, werd hy ontvangen door eene
eerewacht te paard, die het met twee zwarte
paarden bespannen rytuig, waarin hun-eerw.
plaats namen, tot aan de pastorie te Oude-
Wetering vergezelde, alwaar reeds de hoog-
eorw. heer deken van Alfen mot eenige
geeetelyken aanwezig was. Om 9 uren werden
achtereenvolgens door den hoog-eerw. heer
deken het kerkhof ingezegend, de kerk gewyd
en de eerste H. Mis opgedragen, geassisteerd
door de zeereerw heeren pastoors van Roelof-
Arendsveen en Niouw-Vennep, de eerste als
diaken, de tweede als sub-diaken. Het koor
der St.-öregorius-Voreeniging te Roelof-
Arendsveen, dat zyne ontwikkeling en goeden
naam te danken heeft aan de bemoeiingen
van pastoor Koopman, voerde de „Missa
Undocima" van M. Halier uit. Na het H. Mis
offer werd Z.Eerw. plechtig geïnstalleerd en
in eene korte, kernachtige toespraak door den
hoog-eerw. heer deken geluk gewen6cht en
aan de parochie aanbevolen. Om 2 uren
's namiddags werden aan de pastorie eenige
nummers gespoeld door het fanfare gezelschap
„Liefde voor Harmonie", to Roelof Arondsveen.
Eenige afdeelingen van de Tweede Kamer,
welke niet gereed gekomen zyn mot het
onderzoek van do Staatsbegrooting, zullen
a. s. Dinsdag hare werkzaamheden voort
zetten.
Tot commissie van hot voorbereidend wets
voorstel Hartogh (wyziging van het wetboek
van burgerlyke rechtsvordering) zyn benoemd
de heeren Van Houten, voorzitter, Smeenge,
Heemskerk, Borret en Rink.
De burgemeoster van Zeist, do heer G.
Costerman, hoeft ontslag aangevraagd, ingaande
Januari 1894.
Uit goede bron doelt men aan hot „Vad."
mede, dat sedert oen viertal weken ernstige
onaangenaamheden bestonden tusschen den
minister van oorlog, den inspecteur der infan
terie en don kolonel Vogel, commandant van
het regiment grenadiers en jagers, welko
aanleiding gaven tot do pensionneering van
laatstgenoemde.
Door den minister van financiën zyn
dezer dagen een 40 tal Ryksklerken benoemd
by do inspection, controles en kantoren dor
directe belastingen, invoerrechten en accynzen.
H. M. do Koningin-Regentes heeft aan
de R.-K. ziokenverpleging te Hilversum, by
eon hoogst vereerend schryven,/' 100 beschik
baar gesteld voor het dool, mot do lotery
dier liofdadigo instelling beoogd, doch zondor
deelnoming aan die lotery.
De gewone audiëntie van den minister
van justitie zal op 24 dezer niet plaats hebben.
Gemenprd Nieuws.
Van do werf der Gebr. Boot, t
Leiderdorp, is met goed gevolg te wator ge
laten oen yzeren tjalk, groot 75 last, voor
rekening van H. Boertie, te Hoogeveen, en
een yzeren beurttjalk, voor rekening van T.
Romer, te Nieuwdorp, on er werden de kielen
gelegd voor eene yzeren pakschuit, waarin
eene polroleum-motor goplaatst wordt, vorder
voor een yzeren scheepje van K. Schot, te
Alkmaar, en van een yzeren stroolichter, voor
rekening van A. Vrooman, te Leiden.
Te Aalsmeer is een der oudeto
bewoners van Nederland, de heer G. B. De
Jong, overleden. Nog kort te voren mocht hy
zyn 102den verjaardag vieren.
Gisteren is te Rottordam weder
aangifte gedaan van een vry belangrykon
diefstal met braak. Thans was het de be
woonster van het benedenhuis van een huis
in de Korte Warande, die kennis kwam geven
dat men zich den vorigen avond, terwyl zij
naar de kerk was, waarschyniyk mot een
valschen sleutel, toegang tot haar benedenhuis
heeft verschaft. Ook hier werd alles doorzocht
en werden kasten verbroken. Behalve f 55
aan geldswaardig papier, zyn eenige kost
baarheden verdwenen.
Evenals by den diefstal met braak in de
Oosterstraat, zyn ook hier de daders onbekend
Te ongeveer kwartier voor éénen
hedennacht ontdekte men oen fel uitalaanden
brand in pand No. 132 aan de Slaakkado O.-Z.
te Rotterdam. In dat pand is de smedery en
winkel in kachels, haarden, fornuizen, enz
van den smid A. Donkervoort gevestigd
terwyl de bovenverdieping voor magazyn ei
blikslagory dienst doet. De brand ontstond in
het achtergedeelte van het benedenhuis en
breidde zich snel uit. Evenwel gelukte h6l
de brandweer de vlammen in korten tyd te
beteugelen.
De brand bepaalde zich tot 't pand, waai
hij ontstond, hetwelk nagenoeg geheel uit
brandde. Donkervoort, die recht tegenover
zyne smedery aan de Slaakkade W.-Z. woont,
is tegen brandschade verzekerd. (N. li. C
Omstreeks halfvier gistermid-J
dag werd de brandweer te Amsterdam gealar-'
mosrd voor een binnenbrandFrans Halsstraat
38, op de tweede verdieping, bewoond door
de familie Bles. In den beginno liet do brand
zich vry ernstig aanzien, maar de braudweor.
welko spoedig na het ontstaan der vlammen
aanrukte, blu6chte deze in korten tyd. Alles
was verzekerd. De oorzaak van den brand is
onbekend.
Twee landbouwers te Het Bildt
raakten onlangs handgemeen en één hunner
kreeg zoo'n duchtig pak slaag, dat hy zyne
tegonparty met eene vervolging dreigde. Deze
trachtte het zaakje te schikken en men kwam
tot eon vorgoiyk: de vechtersbaas moest
duizend gulden aan het gemeentebestuur
zenden voor de armen der gemeente. De Raad
moet nu beslissen of hy deze schenking zal
aanvaarden.
Behalve doorde Utrechtscho
Wielrydere Sociëteit is ook door den afdeo-
lingsconsul aldaar van den Alg. Nod. Wiol-
ryders'oond tegen morgen, Zondag, een ry
wieltocht uitgeschreven.
Dezo tocht gaat van Utrecht naar Alfen
over Woerden, terug oeer Uithoorn of Oud
hu.zen of ingeval van ocgunstigen toestand
der wegen oveneens over Woerden terug.
De totale afstand bedraagt ongeveor 84
KM. Men zal te half tien van 't stations
plein (Centraal) vertrekken.
Roman van
R. KOOPMANS YAN KOEKEREN.
17.)
Maar nogmaals neemt de booze geest het
woord en spreekt zoo dringend en dreigend
over Rafels, over zyne eischen en de aange
kondigde dwangmiddelen, over vaders niet te
bezweren gramschap, niet te verzoenen toorn
en do ongelukkige wankeltDaar tast hjj
in den zak en met oenDe teerling is ge
worpen! grjjpt hy het pennemes en snjjdt
den omslag open.
'tWas inderdaad een bankbiljet van dui
zend gulden, echt en gaaf, dat de verkwister
to voorschijn haalt. Een langgerekt ha! ont-
snapte aan zjjne borst, terwyl hy het om
hooghield om te zien, of het zoogenaamde
watermerk in orde was. Maar die kreet
v klonk schor, niet vroolyk. Recht blyde
was Floris ook niet met zyne vondst; daar
voor was hy te zeer doordrongen van schuld
bewustzijn.
In 't eerst was de schuldige, ofschoon
voorberoid op de mogolykbeld van 't foitelyk
aanwezig zyn van de aanzienlyke gelds
waarde, bij haro ontdekking toch zoo ont-
yoerd, dat hy niet terstond ging zoeken naar
«enig bageleidend woord of kenteeken van
den oorsprong. Eerst toen hy, na verloop
van oen paar minuton, van den eersten schrik
bekomen was, viel hem een zeer smal strookje
papier in 't oog, kenneiyk de bovenrand
oener bladzyde uit een Grieksch Nieuw
Testament, want er stond op gedrukt: KAT A
MAT&. (Naar Mattb.) Met potlood was daar
onder geschrevenXXVII3,4a, Terstond
sloeg Floris do aangegeven plaats op en be
vond, dat daar geschreven stond:
Toon heoft Judas, die hem verra
den had, ziende, dat hy veroordeeld
was, berouw gohad, en heeft de
dertig zilveren penningen don ovor-
priosteren en den ouderlingen
wedergobracht, zeggende: Ik heb
gezondigd, verradende het onschul
dig bloed.
Ofschoon slechts weinig on lang niet vol
doend, moest toch erkend wordon, dat er
door dezo schriftuurplaats eenig licht verspreid
werd over de zaak. Met vrywat zekerheid
meende Floris te mogen besluiten, dat men
bier te doen had mot iemand, die op oneer-
ïyke wyze geld verkreeg, en die nu daarover
berouw gevoelde en het wederrechtelyk toe
geëigende niet voor zich wilde behouden.
Aan den bestoleno zelf de som toe te zenden,
is vermoedelyk niet raadzaam gooordeeld,
daar do verongelykto allicht zou vermoeden,
uit weikon hoek do wind waaide, van wien
de duizend gulden kwamen. Daarom zond de
schuldige het geld aan een predikant, daar
deze den afzender niet op het spoor zou
komen en zekorlyk het ontvangone wel tot
liefdadige doeleindon, of zooals mon dat
noemt, ad p i o s us u s zou besteden. Deze
verklaring kwam onzen student te aanneme-
lyker voor, daar zy zeer goed te rymen was
met hetgeen verzocht werd in den op hot
adres aangegeven tekst. Terwyl Floris echter
deze zaken overwoog, kon hy niet ontveinzen,
dat een onpartydig beoordoelaar, door deze
lezing van 't gebeurde aan te nemen, ver
sterkt moest woi don in do overtuiging, dat
de oude hoer Streefiand alleen in aanmerking
kwam by de beantwoording dor vraag: Wie
heeft recht op het toegezonden bankbiljet?
Nu ja, fluisterde de duivel, maar het wettig
en voldingend bewys ontbreekt in ieder goval,
en is het kennolyk do bedoeling des afzenders
geweost, dat de ingesloten som zou besteed
worden om weldadigheid te bowyzen aan
noodüruftigen, wie had meer behoefte aan
redding dan gy, Floris Streefiand? Nog
een paar maal werd het vraagstuk door
Floris overwogen, of terugkeeren op den inge
slagen weg nog mogelyk en uitvoerbaar was,
en te ontkennen viel het niet, dat by 't nog
in zyn macht had zichzolven voor diefstal te
bewaren, maar als hy zijnen vader het bank
biljet overhandigde, wat zou hy dan den
oudon man een ergernis en verdriet aandoen
daar toch het openen vau den brief by die
gelegenheid niet verzwegen kon worden I En
waar zou hy dan binnen een paar dagen de
benoodigde golden vandaan halen? Zeker, voor
hot vragen om geld aan den ouden heer war
er nu in één opzicht eene overscboono gele
genheid. Wat toch ging geleidelyker dan de
I linkerband tot ontvaDgen op te houden, terwyl
de rechter bezig is met geven? Natuurlyk.
maar zou niet de vader by 't een zoowel als
by 't ander zich diep gekwetst en gegriefd
gevoelen? O, gewis! Hier zou het zyn: slaat
de rechterhand oen wonde, do linker dryft
hot staal er dieper in en maakt ze onge-
neesiyk, doodelyk 't Eindresultaat van's jon
gelings overleggingen is het geld behouden
en tot eigen redding besteden.
Nu worden terstond plannen berpAmd en
gekeurd, wat betreft vorder te nemen maat
regelen Op den voorgrond staat: alles blyft
een diep geheim Mina heoft reeds beloofd te
zullen zwygen, ze moot die belofte herhalen
en zal zo zeker volbrengen Tegenover Ralels
moet een verhaal verzonnen wordon, ter ver
klaring van de horkomst van het gold
Nu, dat is gemakkeiyk genoeg En dan ver
derja, dan zal hy zyn uiterste bost doen
den afzender van het couvert met ingesloten
duizend gulden op te sporen Mocht hy bem
vinden, dan zal hy naar dien man toe gaan,
hem do geheole zaak naat waarheid voor
stellen en oindigen met de bede om vergif
lenis en om geheimhouding van do hisrorie
voor alle mensehen in do eerste plaats
voor vader Streefiand.
En by al die overleggingen en bes'u1 ten
op bet regelen van dit od het vaslstelioo .an
dat. by al dat gedachten werk. kreeg Mine
daarby geen beurt Die hartelyko, flinke moid
die hom zoo goed toegesproken bad word
haar geene gedachte Oer dankbare waardeo-
ring gewyd? Wij zullen niets verdraaid voor
dragen en erkennen dus Aanvankeiyk aaeul
Floris in 't geheel niet aan 't goede moisje
later eventjes, als terloopB. maai eindeiyk ja
toon rees haar beeld in duidelykt- omtrekken
en in beider licht voor zyn geest, en op die
verschymng bleef zyD oog een langen tyd
met welgevallen staren. Zoo blyft de vrion-
delyko maan some eerst uren lang achter
zware wolken verborgen, om later oven,
maar nog half omfioersd, zichtbaar te worden
en dan weer schuil te gaan, totdat zy oin-
delyk in haar vollen glans te voorscbyD
treedt en dan voortdryft aan de onbe
wolkte lucht.
En hoe, wat dacht Floris dan, als Mina's
beeld daar voor hem stond? Nu, als ik zyne
gedachten min of meer ga regelen en ver
tolken en hem dus een alleenspraak op do
lippen leg, dan zou die monoloog nagonoog
hierop neerkomen: „Dat ze mooi is, dal
aardige schoolvosje, dat heb ik lang geweten,
ja, ik vond haai' leeds mooi by de alleroersle
ontmoeting, maar nooit trof my hare schoon-
hoid zooals van avond. Wat een uitdrukking
in dat oog, wat een leven in die trekken en
wolk oen gloed on kracht in hare redoneo
ring! 'k Sta nog verbaasd, als ik er aan
denk, mot hoeveel vry moedigheid en harto-
lykhoid ze my te woord stond, terwyl ze mij
nu eens bostrafte, als ware zy myn Mentor
en dan weer bad en smookte, ais ware ze
myn eigen zuster, ja, meer dan dat!
Zooveel belaugsteliing in mijn welzyn bad ik
mei vorwacül, da' iemand my zou botoonen,
en aan diu vorrassing, die vreugdekreet bjj
bp my lip onverwachte thuiskomst, en daarna
baar doodsangst hy ae gedachte, dat ik op
nieuw zou uitgaan en er een eind aan makon
neen. hooi eens, daar schuilt iets achter
Zou ze neen, dat zou te gek zpn, hé?
En toch geloot ik, dat ze een beetje verliefd
op my is l Wordt vervolgd.