N°. 10329 ftfeaiidas 23 October. A". 1S93. feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van rZon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit DRIE Bladen. Leiden, 21 October. Feuilleton. NONDUM. LEIDSCH DA&BLAD. PRIJS DEZER COURANT; Yoor Leiden per 3 maanden. Franco per post Afzonderlijke Nommers f 1.10. 1.40. 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIÈN: Van 1-6 regela f 1.05. lettors naar plaatsruimte, wordt f 0.05 berekend. Iedere regel meer f 0. 17J. Orootere Voor het incassoeren buiten do stad Tweede Blad. De toestand Tan 's Rijks Etlinogra- pliisch Museum te leiden. Het voorbeeld van dr. F. A. Jentink, direc- teur van 'sRyks Museum van Natuurlijke Historic to Leiden, heoft navolging gevonden. Schreef deze indertijd een blijkbaar in de eerete plaats voor de leden der Tweede Kamer be stemd „bezoek aan hot Rijks-Museum van Natuurlijke Historie in het najaar van 1892"; thans is dr. L. Serrurier, directeur van 's Rijks Eibnographisch Museum te Leiden, hem ge volgd met eene brochure, getiteld: „Museum of Pakhuis?" welke de Kamerloden deze week bereikte, toen kon gerekend worden dat de begrooting van Bmnenlandscho Zaken in de afdeelingen zou worden onderzocht. Het voorstel der Regeering om tot den bouw van oen nieuw Museum vah Natuurlijke His torie te besluiten, heeft den directeur van hot Etbnographisch Museum tot het schrijven van zijne brochure geleid. BU den schrijver zeiven schijnt eenigo twijfel te bestaan of het tjjdstip goed gekozen is. Zal er in de tien jaren, die voor den bouw van het Museum van Natuurlijke Historie geraamd zijn, niets geschieden voor zijn onge lukkig museum? zoo vraagt h(). Zal het in het gunstigste geval nog tien jaren blijven ais het is, vergeten, slecht gehuisvest en blootgesteld aan het gevaar van brand? „De „hoop, die door prof. Veth in 1885 werd uit gesproken, dat er iemand zou gevonden wor gden, die uit oigon middelen een gebouw zou „stichton, Nederland als koloniale mogend heid waardig, die hoop is tot heden Udel gebleken", zegt dr. Serrurier. „Zal zi) ooit „vervuld worden? Indien er toch maar iets „goschiedde, om het even wat. Elke verande ring is hier verbeteringelke verandering, die „het museum komt ontrukken aan zijn egoïst „bestaan. Het loven gaat er uit. Do tyd komt, „dat het zal verzinken in een diepen slaap, „die oindigt in den dood." Wil men woten hoe do toestand ie van „het museum, stiefmoederlijk bedoeld ten „aanzien van do lokalen, van de hulpmiddelen, „van de arbeidskrachten, van de bezoldigin- „gon"? Dr. Serrurier deolt het volgende mede. „Opgehoopt in kleine vunzigo vertrekken, waar het daglicht nauwelijks toegang heeft, liggen er vele duizenden voorwerpen, door wakkere reizigers uit verre geweston, met moeite en kosten, ja vaak met levensgevaar bijeengebracht. Bedreigd liggen ze daar door zeven belendende woonhuizen, een wol- en een brandstoffenpakhuis en een timmermans winkel 1 En wat b(J mogelijken brand door het vuur gespaard mocht blijvon, dat wordt bedorven door het water, of gaat te gronde bjj overhaaste berging. Hier moet hot stellen van kasten wordon nagelaten wegens den bouwvalligen toestand van de vloeren, daAr zijn do kasten tot berstens toe gevuld en moet de verdere expositie in de doorgangen op losse stellingen geschieden, zoodat die doorgangen zjjn afgesloten. Elders is de ruimte zoo gering, dat ook van dit gebrekkig hulp middel moet worden afgezien. „Een museum, dat niet op ééne plaats btJeon is, kan op dien weidschen naam eigen lijk geen aanspraak maken. Wil men weten, hoe het in dat opzicht met 's Ryks Ethno- graphiach Museum is gelegen, men oordeels: „Een deel ligt opgestapeld in twee woon huizen aan de Hoogewoerd; „een ander deel twee straten verder in een gehuurde woning aan de Heerengracht; „een derde deel twintig minuten gaans daarvan verwijderd in een woonhuis aan het Rapenburg; „een vierde deel, oen hoogst belangrijke groep inlandsche woningen, nab(j do Sterren wacht „terwijl eindelijk het magazijn van dubbelen en het werklokaal zich in het Universiteitsgebouw bevinden." Hoe die toestand ontstaan is, daarvan geeft dr. Serrurier in zijne brochure eon overzicht. En daaraan voegt hy oen tweetal kaarten toe, die een overzicht geven van den omvang van het mus6um in 1881 en in 1893 en in staat stellen, met één oogopslag de uitbrei ding der collection te overzien. Hi) staat vorder stil by de betoekonis der ethnologie en drukt er op dat er pcriculum in mora is om aan verbetering de hand te slaan, ten bewijze waarvan hjj een aantal getuigenissen van deskundigen uit verschillende landen afdrukt. Hij wyst er op, dat van het museum als hulpmiddel voor hot hooger onderwijs thans zoo goed als geen gebruik wordt ge maakt, dat dit wel het geval kon zijn, en dat het ook eene hoogst aantrekkelijke leer school voor het volk kon worden, speciaal ton aanzien van onze koloniën in Oost on West, ja, dat het de kern kon zijn van het geen in Amerika genoemd wordt een bureau of ethnology. „Minst genomefa zegt dr. S. „kon het museum zjjn een brandvrij pakhuis „van de voorwerpen, die getuigen van do „steGds meer uitstervonde cultuurtoestanden, „waar ze wél bewaard en goed verzorgd ble- „ven liggen, in afwachting dat latere geslach ten zullen inzien, hoeveel er uit te loeren „valt; maar is het al een pakhuis, brandvrjj „is het allerminst". Omtrent de belangrijke rodevoering, door den hoogleeraar mr. J. Opponheim uitge sproken, toon hjj aan do universiteit alhier deze week hot ambt aanvaardde, zegt het „Hbl.": Uit die rede bleek dat do hoogleeraar, die acht jaren reeds aandeunivorsiteitteOronuigen het staatsrecht heeft ondorwezen, to Leiden in den geest van zjjn voorganger zal voort- arbeiden. Evenals prof. Buys hecht aan de leer van den organischen staat, die eene eonheid vormt, welke niet enkel bestaat uit do som zjjner doelen, evenals het uit stoenen gebouwd huis niet moor een hoop steenen is, maar eene eenheid uitmaakt met eigen bestemming. Daaruit volgt het begrip der gemeenschap, tegenover het egoïsme der deolen. Het belangrijkste gedeelte der rede was zeker wel het tweede, waarin prof. Oppenheim aantoonde, dat deze theorie in hooge mate in staat is de behoeften van den tjjd te bevredigen. Elk levend organisme groeit en ontwikkelt zich geleidelijk en nadert trapsgewijs do volkomen heid. Zoo ook b() den staat, waar men, volgens die loer, geene ontwikkelingstrappen straffeloos kan overspringen, maar ook geen bondgenoot schap mogelijk is met verstokt conservatisme. Do hoogleeraar waarschuwde daarbjj tegen het emotlonisme, datzich laat beheerschen door oogenblikkelijko indrukken, zich laat hypno- tiseeren uit deernis met feitelijke toestanden. By den beoefenaar der sociale wetenschappen, zeide h(J, moet het koele hoofd het warmo hart in toom houden. Evenmin dus den almachtigen staat als volledige staatsont houding predikt de loer van don organischen staat. Zy erkent dat het organisme ïydt als zyno deelen lydon, onverschillig of hot ïyden de proletariërs treft dan wel de aristocratische cellen, en wekt dus op tot liefde voor de gemeenschap. Maar tevens waarschuwt zy tegen te groote staatsbemoeiing, W6lke goeno rekening houdt met de behoefte aan karakters. Deze beginselen zyn door prof. Buys steeds verkondigd en zullen nu ook door zyn be- kwamon opvolger als leiddraad worden ge bezigd by zyn academisch onderwys to Loidon. Moge hy er oven zegenryk arbeiden als zyn onvergetelyke voorganger! Mevrouw Buys heeft aan het Leidsch Studentencorps den zilveren inktkoker ge schonken, welke indertyd aan wylen prof. Buys was vereerd door de Debating Society. Heden namiddag ontvingen wy per Fransche mail de Indische bladen van 10 tot en mot 22 Soptombor. De heer C. De Vink, die by de jl. ge houdens-verkiezing voor een lid van den ge meenteraad te Warmond gekozen is, heoft voor die benoeming, bedankt, zoodat aldaar weer eono nieuwe vrije stemming zal plaats hebben op Dinsdag 7 November a. s. De vry willige oefeningen in den wapenhandel gaan aldaar wegens te weinig deolneming dozen winter niet door. To Warmond is gisteren, na eene plotse linge, maar ernstige ongesteldheid van een paar uren, overleden de heer J. W. J. Pape, notaris aldaar. Men schryft ons uit Oude Wetering, dd. 20 Oct: Hodon was hot feest voor de Katholiokon. Van elk huis wapperde hot nationale dundoek. Allen hadden hun Zondagspak aangotrokken. Er was daarvoor dan ook roden. Een gewich tige dag voorwaar, welke voor hen eene kerk, eon korkhof en een pastoor aanbrengt 1 En dan een pastoor naar hun hartewenech, dien zy tydens zyne lange priosteriyko loopbaan to Roelof-Arendsveen en tydens do oprichting der parochio Oude-Wetering hadden leeron kennen als een voorbeeld van deugd, wysheid en bekwaamheid. By het verlaten van Roelof- Arendeveon, om halfnegen, torwyi do pastoor aldaar, do zeoreerw. heer Van Ryn, hem uit geleide deed, werd hy ontvangen door eene eerewacht te paard, die het met twee zwarte paarden bespannen rytuig, waarin hun-eerw. plaats namen, tot aan de pastorie te Oude- Wetering vergezelde, alwaar reeds de hoog- eorw. heer deken van Alfen mot eenige geeetelyken aanwezig was. Om 9 uren werden achtereenvolgens door den hoog-eerw. heer deken het kerkhof ingezegend, de kerk gewyd en de eerste H. Mis opgedragen, geassisteerd door de zeereerw heeren pastoors van Roelof- Arendsveen en Niouw-Vennep, de eerste als diaken, de tweede als sub-diaken. Het koor der St.-öregorius-Voreeniging te Roelof- Arendsveen, dat zyne ontwikkeling en goeden naam te danken heeft aan de bemoeiingen van pastoor Koopman, voerde de „Missa Undocima" van M. Halier uit. Na het H. Mis offer werd Z.Eerw. plechtig geïnstalleerd en in eene korte, kernachtige toespraak door den hoog-eerw. heer deken geluk gewen6cht en aan de parochie aanbevolen. Om 2 uren 's namiddags werden aan de pastorie eenige nummers gespoeld door het fanfare gezelschap „Liefde voor Harmonie", to Roelof Arondsveen. Eenige afdeelingen van de Tweede Kamer, welke niet gereed gekomen zyn mot het onderzoek van do Staatsbegrooting, zullen a. s. Dinsdag hare werkzaamheden voort zetten. Tot commissie van hot voorbereidend wets voorstel Hartogh (wyziging van het wetboek van burgerlyke rechtsvordering) zyn benoemd de heeren Van Houten, voorzitter, Smeenge, Heemskerk, Borret en Rink. De burgemeoster van Zeist, do heer G. Costerman, hoeft ontslag aangevraagd, ingaande Januari 1894. Uit goede bron doelt men aan hot „Vad." mede, dat sedert oen viertal weken ernstige onaangenaamheden bestonden tusschen den minister van oorlog, den inspecteur der infan terie en don kolonel Vogel, commandant van het regiment grenadiers en jagers, welko aanleiding gaven tot do pensionneering van laatstgenoemde. Door den minister van financiën zyn dezer dagen een 40 tal Ryksklerken benoemd by do inspection, controles en kantoren dor directe belastingen, invoerrechten en accynzen. H. M. do Koningin-Regentes heeft aan de R.-K. ziokenverpleging te Hilversum, by eon hoogst vereerend schryven,/' 100 beschik baar gesteld voor het dool, mot do lotery dier liofdadigo instelling beoogd, doch zondor deelnoming aan die lotery. De gewone audiëntie van den minister van justitie zal op 24 dezer niet plaats hebben. Gemenprd Nieuws. Van do werf der Gebr. Boot, t Leiderdorp, is met goed gevolg te wator ge laten oen yzeren tjalk, groot 75 last, voor rekening van H. Boertie, te Hoogeveen, en een yzeren beurttjalk, voor rekening van T. Romer, te Nieuwdorp, on er werden de kielen gelegd voor eene yzeren pakschuit, waarin eene polroleum-motor goplaatst wordt, vorder voor een yzeren scheepje van K. Schot, te Alkmaar, en van een yzeren stroolichter, voor rekening van A. Vrooman, te Leiden. Te Aalsmeer is een der oudeto bewoners van Nederland, de heer G. B. De Jong, overleden. Nog kort te voren mocht hy zyn 102den verjaardag vieren. Gisteren is te Rottordam weder aangifte gedaan van een vry belangrykon diefstal met braak. Thans was het de be woonster van het benedenhuis van een huis in de Korte Warande, die kennis kwam geven dat men zich den vorigen avond, terwyl zij naar de kerk was, waarschyniyk mot een valschen sleutel, toegang tot haar benedenhuis heeft verschaft. Ook hier werd alles doorzocht en werden kasten verbroken. Behalve f 55 aan geldswaardig papier, zyn eenige kost baarheden verdwenen. Evenals by den diefstal met braak in de Oosterstraat, zyn ook hier de daders onbekend Te ongeveer kwartier voor éénen hedennacht ontdekte men oen fel uitalaanden brand in pand No. 132 aan de Slaakkado O.-Z. te Rotterdam. In dat pand is de smedery en winkel in kachels, haarden, fornuizen, enz van den smid A. Donkervoort gevestigd terwyl de bovenverdieping voor magazyn ei blikslagory dienst doet. De brand ontstond in het achtergedeelte van het benedenhuis en breidde zich snel uit. Evenwel gelukte h6l de brandweer de vlammen in korten tyd te beteugelen. De brand bepaalde zich tot 't pand, waai hij ontstond, hetwelk nagenoeg geheel uit brandde. Donkervoort, die recht tegenover zyne smedery aan de Slaakkade W.-Z. woont, is tegen brandschade verzekerd. (N. li. C Omstreeks halfvier gistermid-J dag werd de brandweer te Amsterdam gealar-' mosrd voor een binnenbrandFrans Halsstraat 38, op de tweede verdieping, bewoond door de familie Bles. In den beginno liet do brand zich vry ernstig aanzien, maar de braudweor. welko spoedig na het ontstaan der vlammen aanrukte, blu6chte deze in korten tyd. Alles was verzekerd. De oorzaak van den brand is onbekend. Twee landbouwers te Het Bildt raakten onlangs handgemeen en één hunner kreeg zoo'n duchtig pak slaag, dat hy zyne tegonparty met eene vervolging dreigde. Deze trachtte het zaakje te schikken en men kwam tot eon vorgoiyk: de vechtersbaas moest duizend gulden aan het gemeentebestuur zenden voor de armen der gemeente. De Raad moet nu beslissen of hy deze schenking zal aanvaarden. Behalve doorde Utrechtscho Wielrydere Sociëteit is ook door den afdeo- lingsconsul aldaar van den Alg. Nod. Wiol- ryders'oond tegen morgen, Zondag, een ry wieltocht uitgeschreven. Dezo tocht gaat van Utrecht naar Alfen over Woerden, terug oeer Uithoorn of Oud hu.zen of ingeval van ocgunstigen toestand der wegen oveneens over Woerden terug. De totale afstand bedraagt ongeveor 84 KM. Men zal te half tien van 't stations plein (Centraal) vertrekken. Roman van R. KOOPMANS YAN KOEKEREN. 17.) Maar nogmaals neemt de booze geest het woord en spreekt zoo dringend en dreigend over Rafels, over zyne eischen en de aange kondigde dwangmiddelen, over vaders niet te bezweren gramschap, niet te verzoenen toorn en do ongelukkige wankeltDaar tast hjj in den zak en met oenDe teerling is ge worpen! grjjpt hy het pennemes en snjjdt den omslag open. 'tWas inderdaad een bankbiljet van dui zend gulden, echt en gaaf, dat de verkwister to voorschijn haalt. Een langgerekt ha! ont- snapte aan zjjne borst, terwyl hy het om hooghield om te zien, of het zoogenaamde watermerk in orde was. Maar die kreet v klonk schor, niet vroolyk. Recht blyde was Floris ook niet met zyne vondst; daar voor was hy te zeer doordrongen van schuld bewustzijn. In 't eerst was de schuldige, ofschoon voorberoid op de mogolykbeld van 't foitelyk aanwezig zyn van de aanzienlyke gelds waarde, bij haro ontdekking toch zoo ont- yoerd, dat hy niet terstond ging zoeken naar «enig bageleidend woord of kenteeken van den oorsprong. Eerst toen hy, na verloop van oen paar minuton, van den eersten schrik bekomen was, viel hem een zeer smal strookje papier in 't oog, kenneiyk de bovenrand oener bladzyde uit een Grieksch Nieuw Testament, want er stond op gedrukt: KAT A MAT&. (Naar Mattb.) Met potlood was daar onder geschrevenXXVII3,4a, Terstond sloeg Floris do aangegeven plaats op en be vond, dat daar geschreven stond: Toon heoft Judas, die hem verra den had, ziende, dat hy veroordeeld was, berouw gohad, en heeft de dertig zilveren penningen don ovor- priosteren en den ouderlingen wedergobracht, zeggende: Ik heb gezondigd, verradende het onschul dig bloed. Ofschoon slechts weinig on lang niet vol doend, moest toch erkend wordon, dat er door dezo schriftuurplaats eenig licht verspreid werd over de zaak. Met vrywat zekerheid meende Floris te mogen besluiten, dat men bier te doen had mot iemand, die op oneer- ïyke wyze geld verkreeg, en die nu daarover berouw gevoelde en het wederrechtelyk toe geëigende niet voor zich wilde behouden. Aan den bestoleno zelf de som toe te zenden, is vermoedelyk niet raadzaam gooordeeld, daar do verongelykto allicht zou vermoeden, uit weikon hoek do wind waaide, van wien de duizend gulden kwamen. Daarom zond de schuldige het geld aan een predikant, daar deze den afzender niet op het spoor zou komen en zekorlyk het ontvangone wel tot liefdadige doeleindon, of zooals mon dat noemt, ad p i o s us u s zou besteden. Deze verklaring kwam onzen student te aanneme- lyker voor, daar zy zeer goed te rymen was met hetgeen verzocht werd in den op hot adres aangegeven tekst. Terwyl Floris echter deze zaken overwoog, kon hy niet ontveinzen, dat een onpartydig beoordoelaar, door deze lezing van 't gebeurde aan te nemen, ver sterkt moest woi don in do overtuiging, dat de oude hoer Streefiand alleen in aanmerking kwam by de beantwoording dor vraag: Wie heeft recht op het toegezonden bankbiljet? Nu ja, fluisterde de duivel, maar het wettig en voldingend bewys ontbreekt in ieder goval, en is het kennolyk do bedoeling des afzenders geweost, dat de ingesloten som zou besteed worden om weldadigheid te bowyzen aan noodüruftigen, wie had meer behoefte aan redding dan gy, Floris Streefiand? Nog een paar maal werd het vraagstuk door Floris overwogen, of terugkeeren op den inge slagen weg nog mogelyk en uitvoerbaar was, en te ontkennen viel het niet, dat by 't nog in zyn macht had zichzolven voor diefstal te bewaren, maar als hy zijnen vader het bank biljet overhandigde, wat zou hy dan den oudon man een ergernis en verdriet aandoen daar toch het openen vau den brief by die gelegenheid niet verzwegen kon worden I En waar zou hy dan binnen een paar dagen de benoodigde golden vandaan halen? Zeker, voor hot vragen om geld aan den ouden heer war er nu in één opzicht eene overscboono gele genheid. Wat toch ging geleidelyker dan de I linkerband tot ontvaDgen op te houden, terwyl de rechter bezig is met geven? Natuurlyk. maar zou niet de vader by 't een zoowel als by 't ander zich diep gekwetst en gegriefd gevoelen? O, gewis! Hier zou het zyn: slaat de rechterhand oen wonde, do linker dryft hot staal er dieper in en maakt ze onge- neesiyk, doodelyk 't Eindresultaat van's jon gelings overleggingen is het geld behouden en tot eigen redding besteden. Nu worden terstond plannen berpAmd en gekeurd, wat betreft vorder te nemen maat regelen Op den voorgrond staat: alles blyft een diep geheim Mina heoft reeds beloofd te zullen zwygen, ze moot die belofte herhalen en zal zo zeker volbrengen Tegenover Ralels moet een verhaal verzonnen wordon, ter ver klaring van de horkomst van het gold Nu, dat is gemakkeiyk genoeg En dan ver derja, dan zal hy zyn uiterste bost doen den afzender van het couvert met ingesloten duizend gulden op te sporen Mocht hy bem vinden, dan zal hy naar dien man toe gaan, hem do geheole zaak naat waarheid voor stellen en oindigen met de bede om vergif lenis en om geheimhouding van do hisrorie voor alle mensehen in do eerste plaats voor vader Streefiand. En by al die overleggingen en bes'u1 ten op bet regelen van dit od het vaslstelioo .an dat. by al dat gedachten werk. kreeg Mine daarby geen beurt Die hartelyko, flinke moid die hom zoo goed toegesproken bad word haar geene gedachte Oer dankbare waardeo- ring gewyd? Wij zullen niets verdraaid voor dragen en erkennen dus Aanvankeiyk aaeul Floris in 't geheel niet aan 't goede moisje later eventjes, als terloopB. maai eindeiyk ja toon rees haar beeld in duidelykt- omtrekken en in beider licht voor zyn geest, en op die verschymng bleef zyD oog een langen tyd met welgevallen staren. Zoo blyft de vrion- delyko maan some eerst uren lang achter zware wolken verborgen, om later oven, maar nog half omfioersd, zichtbaar te worden en dan weer schuil te gaan, totdat zy oin- delyk in haar vollen glans te voorscbyD treedt en dan voortdryft aan de onbe wolkte lucht. En hoe, wat dacht Floris dan, als Mina's beeld daar voor hem stond? Nu, als ik zyne gedachten min of meer ga regelen en ver tolken en hem dus een alleenspraak op do lippen leg, dan zou die monoloog nagonoog hierop neerkomen: „Dat ze mooi is, dal aardige schoolvosje, dat heb ik lang geweten, ja, ik vond haai' leeds mooi by de alleroersle ontmoeting, maar nooit trof my hare schoon- hoid zooals van avond. Wat een uitdrukking in dat oog, wat een leven in die trekken en wolk oen gloed on kracht in hare redoneo ring! 'k Sta nog verbaasd, als ik er aan denk, mot hoeveel vry moedigheid en harto- lykhoid ze my te woord stond, terwyl ze mij nu eens bostrafte, als ware zy myn Mentor en dan weer bad en smookte, ais ware ze myn eigen zuster, ja, meer dan dat! Zooveel belaugsteliing in mijn welzyn bad ik mei vorwacül, da' iemand my zou botoonen, en aan diu vorrassing, die vreugdekreet bjj bp my lip onverwachte thuiskomst, en daarna baar doodsangst hy ae gedachte, dat ik op nieuw zou uitgaan en er een eind aan makon neen. hooi eens, daar schuilt iets achter Zou ze neen, dat zou te gek zpn, hé? En toch geloot ik, dat ze een beetje verliefd op my is l Wordt vervolgd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1893 | | pagina 1