N°. 10327, Vrijdag 20 October. A0. 1893, <§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. I Burgemooster cn Wethouders van Loiden, Leiden, 19 October. Feuilleton. NONDUM. LEIISCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT; Voor Leiden per 3 maanden. J J'*®' Franco per post. 0 05 Afzonderlijke Nommers PRIJS DER ADVERTENTIÈN: Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootoro letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad "wordt f 0.05 berekend. Officieel© Iteiiiiïsgreviiiereii. Gezien de circulaire van den heer Commissaris der Koningin in deze provincie van den 2den October I 1893, A, No. 1487 (3de Afd.) Provinciaal blad No. 69. B herinneren bij deze den ingezetenen dezer gemeente aan de bepalingen van de artt. 27 en 42 der wet van deD 29eten Maart 1833 (Staatsblad No. 4), zoo- ala die zijn gewijzigd en aangevuld bij do artt. 7 cn 14 der wet van den 9den April 18C9 (Staatsblad No 69), behelzendo bepalingen omtrent de op hen rustende j Terplicbtiog tot hot ioloveron van suppleloiro aan- giften wegens hot in gebruik nemen van porceelcn of perceelBgedeelten of aanechafflng van belasting- voorwerpen naar de 5de on 6de grondslagen, terwijl zij tevens worden gewezen op de strafbopaUDgen van art. 35 der wet van 29 Maart 1833 (Staatsblad No. 4), voor zoover die zijn gewijzigd bij art. 13 der wet vau 9 April 1869 (Staatsblad No. 59), en van art. 39 der wot van 29 Maart 1833 (Staatsblad No. 4), waaraan zij zicb bij nalatigheid in het doen der aan giften zonden blootstellen. Burgemeester on Wethouders voornoemd, Le deD, DE KANTER, Burgemeester. 18 Oct. 1893. E. KIST, Secrotaris. Albior had gisteren en eergisteren bet examen plaats voor kapelmeester bp het 4de reg. inf. Van de 18 opgeroepen candidaten I namen 14 aan bet examen deel. De commis sie, bestaande uit de heeren Dan. De Lange, Gottfried Mann en N. A. Bouman heeft ben na onderzoek naar het aantal door hen be haalde punten als volgt gerangschikt: D. Couwenhoven, te Arnhem; F. Bicknese, te Amsterdam; "W. Van Erp, te Leiden; A. Rudersdorff, te Den Haag; J. Oostolaar, to Leiden; Joh. W. Wensink, te Deventer; Joh. C., Geyp, to Leiden; C. Th. Klemann, te I Utrecht; IV. J. C. Hekker, te Den Haag; F. J. F. Hantsch, te Utrecht; J. Borstlap, te I Den Haag; W. Meyer, te Arnhem; Simon Kroon, te Amsterdam, en J. J. Zwart, te Beverwijk. De kolonel-commandant van het regiment moet omtrent eene definitieve benoeming de beslissing nemen. Hedenmorgen werd op de begraafplaats nabjj do voorm. Marepoort de laatste oer be wezen aan een man, die wederom getoond heeft dat men ook in bescheiden werkkring zich verdienstelijk kan maken. Hot stoffelijk overschot van den by velen welbekenden ouden Jacobus Brus, beambte aan oeno der afdeelingen van 's Rijks Ethno- graphisch Museum alhier, werd or ter aarde besteld. Toen de kist, waarop een krans was neer gelegd, boven de groeve stond, wees de direc teur van genoemde inrichting, mr. L Serru- rier, op den eenvoud van den overledene, die heeft uitgemunt door ijver en getrouwheid in de vervulling van zijn plicht. Met het oog op zjju hoogen leeftijd had spr. hem reeds meermalen aangeraden in zijne laatste jaren eonige rust te nemenmaar hy kende geen rust. Hjj bleef op zijn post tot een paar dagen geleden, toen hy zich huiswaarts begaf om I niet weder te keeren. Door zijn karakter had h(j de achting en genegenheid van allen, die met hem omgingen, verworven. Dit moge der hoogbejaarde weduwe, die thans diep bedroefd achterblijft, en zijn kin deren tot oenigen troost strekken. Hij was tevreden en daarom gelukkig. In vrede heeft hjj geleefd, in vrede is hij gestorven, moge hy dan nu in vrede rusten! Een broeder van den overledene zeïde namens de familie voor deze hartelijke woorden en den aanwezigen voor hunne tegenwoor digheid dank, met den wensch dat men den overledene eenmaal in den hemel moge wederzien. Men schrijft ons uit KoudekerkDinsdag avond had onze eerste Nutslezing in dit seizoen plaats en we moeten het eerlijk be kennen: het begin was uitstekend. We kunnen niet anders dan lof toezwaaien aan het talent van den heer Henri Dekking, uit Rotterdam. Hij loerde ons door zijne schoone voordracht begrijpen wat Multatuli bezielde toen ht] zijn „Vorstenschool" samenstelde. Van minder beteekenis was het tweede nummer: „Fragmenten uit een onafgewerkt blijspel" van denzelfden auteur, hoewel wij op de voordracht niets weten af te dingen. Voorts werd ons een gedicht van den Schoolmeester ten gehoote gebracht en eene vertaling van Ten Kate van een gedicht van Molière. Ten slotte onthaalde de heer Dekking ons op een paar voordrachten, vertaald door Willem Van Zuylen, getiteld: „Een lastig geval" en „Bankbreuk", en waarlijk, Willem Van Zuylen kan trotsch zyn op zyn leerling, want meesterlijk werden ze voorgedragen, ja, we zouden haast durven beweren dat do leerling zyn meester evenaart. We kunnen den heer Dekking dan ook met alle vrijmoedigheid bp do departementen der Maatschappij aanbevelen en we beamen ten volle de woorden van den president, die den wensch uitsprak, dat het by deze eerste kennismaking niet zou blijven, maar wy nog menigmaal den heer Dekking zuilen mogen hooren. Bij de loting voor de nationale militie, op 18 dezer te Woubruggo gehouden, werd daaraan uit die gemeente door 26 lotelingen deelgenomen, een cijfer, dat bijna nooit bereikt is. Circa de helft daarvan is gerechtigd tot vrijstelling als eenige wettige zoon, wogens broederdienst of gebreken. Gisteravond had in de groote zaal van de Sociöteit „Vereeniging" te Haarlem, het feest plaats, dat door den Roomsch-Katho- lieken Leeskring was georganiseerd ter viering van het goudon bisschops-jubild van Paus Leo XIII. Het bestond uit de uitvoering van Von Webers Jubel-ouverture, gevolgd door eene feesthymne van den compmist N. H. An- driessenvoorts uit eene feestrede van den zeer- eerw. heer M. J. A. Lans, pastoor te Schiodam, en de uitvoering van Haydn's oratorium „Die Schöpfung". De groote zaal was propvol en bevatte zeker 1500 personen. Het orkest was keurig met bloemen versierdin het midden bevond zich de buste van Paus Leo en aan de zjjden die van onze beide Koninginnen. Het koor was zeer talrijk. Het bestond uit 150 dames en 90 heeren. Tot begeleiding had de Leeskring het stedelijk muziekcorps onder directie van den heer C. P. W. Kriens geëngageerd. Reeds na de uitvoering van de Jubel- ouverture uitte zich de erkentelijkheid van het publiek en zeker komt een groot gedeelte van de toejuichingen toe aan den heer An- driessen, zoowel voor zijne compositie als voor do uitnemende wijze, waarop hy koor en orkest dirigeerde. De feestredenaar zette in eene korte rede het doel dezer feestviering uiteen en bracht hulde aan do groote talenten van den tegen- woordigen Paus, die, hoewel gevangen op het Vaticaan, met bewonderenswaardige geest kracht doordringt in de vraagstukken van dezen tjjd. Daarna werd Haydn's „Schópfung" ten gehoore gebracht. Als solisten traden op mej. Joh. Dirkzen, van Alkmaar, en de heeren Messchaert en Rogmans. Koor en solisten vormden oen geheel, dat aan Haydn's meesterstuk alle recht deed wedervaren. De afdeelingen der Tweede Kamer hebben gekozen tot rapporteurs over Hoofdstuk V (Binnenlandsche Zaken) der Staatsbegrooting de heeren ICerdyk, Röell, Tydeman, Rutgers van Rozenburg en De Meyier. Door den minister van koloDiën zijn wederom ter griffie van de Kamer voor de leden ter inzage gelegd eenige bescheiden betreffende de defensie van Nederlandsch-Indië, daar hem gebleken is dat enkele Kamerleden die nader wenschen te raadplegen. De Regeering heeft voorgesteld de heffing ten behoeve van de provincie Zuid-Holland van bruggegeld voor den overtocht van de brug over de Oude Maas, verbindende de Hoeksche Waard met hot eiland IJselmondo, ophieuw voor vijf jaren te bekrachtigen, in gaande 14 Dec. a. s., in overeenstemming met het besluit der Trov. Staten, volgens hetwelk het tarief vóór 1 Januari 1S99 zal worden herzien. Op 82-jarigen leeftijd is te Amsterdam de hoer A W. Kroon overleden, die veertig jaren lang aan liet „Handelsblad" mede werkte, tot hem een zestal jaren geleden een welverdiende rusttyd bereid werd. H(j was de zoon van een onderwijzer van Numansdorp en studeerde te Leiden, waar hy met lof zijn candidaats-examen in de rechten aflegde, waarna hy zich aan de beoefening der letterkunde wjjdde. Hy maakte met Jonck- bloet voor de pers gereed de letterkundige en geschiedkundige aanteekeningen van mr. H. Van Wyn op de Rymkronyk van Jan Van Hooien en schreef in 1850: „Ons Vaderland geschetst voor jongelieden." Hy was innig aan het vaderland en het Huis van Oranje verknocht en gaf in 1853 de „Geschiedenis van het Huis van Oranje-Nassau" uit. De heer Kroon hield er van in oude papieren on manuscripten te snuffelen en heeft tal van merkwaardige kleine byzonderheden aan het licht gebracht uit do geschiedenis van stad en land. De gemeenteraad van Amsterdam be noemde gisteren tot hoofd der Polikliniek voor de electro-therapeutische behandil.ng van zieken in het Binnengasthuis, in de plaats van den op verzoek eervol ontslagen dr. C. C. Delprat, dr. J. K. A. Wertheim Salomonson, arts, en tot loeraar in de wiskunde aan het gymnasium den heer D. Coelingh, doctorandus in wis- en natuurkunde te Delft. Tot lid der Prov. Staten van Zeeland (vacature mr. Snouck Hurgronje) is in het hoofdkiesdistrict Middelburg gekozen de heer P. J. Siegers, te Vlissingen (a.-r.), met 1697 stemmen. Dr. A. Van der Swalme (lib.) had er 1642. De minister van binnenlandsche zaken brengt ter kennis van belanghebbenden, dat de commissie, die in 1893 te Utrecht belast zal zijn met het afnemen van de examens van apothekersbediende, zal zitting houden te Utrecht op Zaterdag 21 Oct. a. s. en vol gende dagen. Het stoomschip „Amsterdam" vertrok 18 Oct. van Rotterdam naar Nieuw-York; de „Ardjoeno", van Rotterdam naar Batavia, vertrok 17 Oct. van Southamptonde „Mene- laus", van Amsterdam naar Java, vertrok 17 Oct. van Liverpool; de „Prinses Marie" vertrok 18 Oct. van Batavia naar Amsterdam do „Spaarndam", van Nieuw-York naar Rotter dam, passeerde 18 Oct. Wight; de „Schie dam", van Nieuw-York naar Amsterdam, is 18 Oct. Prawlepoint gepasseerd; de „Obdam" arriveerde 18 Oct. van Rotterdam te Nieuw- York; de „Prinses Amalia", van Batavia naar Amsterdam, arriveerde 18 Oct. te Genua; de „Reichstag", van Oost-Afrika naar Rotterdam en Hamburg, is 17 Oct. te Napels aangekomen de „Soerabaia", van Rotterdam naar Java, arriveerde 18 Oct. te Port-Said; de „Sumatra", van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 18 Oct. te Genua. Blijkens by het departement van marine ontvangen bericht, is Hr. Ms. fregat „De Ruyter", onder bevel van den kapitein ter zee C. Hoff man, den 18den dezer te St.-Vmcent (Kaap- Verdische eilanden) aangekomen. Aan boord was alles wel. De gewone audiëntie van don minister van marine op Vrijdag 20 Octobor zal niet plaats hebbon. By koninklijk besluit is pensioen ver leend, ten laste van den Staat, aan mr. W. J. Triebeis, ten bedrage van 2198 's jaars. Gremengd Nieuws. Hier ter stede worden opnieuw pogingen gedaan om eene Coöperatieve bak- kery „Hoop der Toekomst" op te richten. Do politie logde heden en vorige dagen weer in eenige winkels, in vorschil- londo gedeelten der stad, be9lag op maten en gewichten, welke niet van het laatste ykteo- ken waren voorzien. Do by genoogzame dee1neming ook te Woubrugge voorgenomen vrywillige oefeningen in den wapenhandel voor jonge lieden van den 17-jarigen tot den militie- plichtigen leeftijd, zullen niet doorgaan wegens het te geringe aantal jongelui, dat zich daar voor aanmeldde, in tegenstelling van het vorige winterseizoen, toen die lessen nogal aftrek vonden en gretig door een 20-tal jongelingen gevolgd werden. Het knaapje uit Leiderdorp, dat zoo schandelyk mishandtld is, wordt in het academisch ziekenhuis wat beter. De ver-e wonding schynt gelukkig niet zulke erns ig gevolgen te zullen hebben als eerst werd ge vreesd. De daders zyn op vrye voeten. Begunstigd door prachtig weder, had gisteren by gelegenheid van de kermis te Lisse by den logementhouder P. Kaptein het aangekondigde vogelschioten plaats, waar- aan door 34 liefhebbers werd deelgenomen. De pryzen werden behaald door de heeren A. Van der Geest te Kaag ƒ10, L. Van der Lans te Zoeterwoude ƒ6, J. Van der Raad te Hillegom 6, C. Schrama te Hillegom 5, A. Van der Voort te Oud-Ade 5, en Withako te Leidtn 2. Nog lang na den afloop bleven de deel nemers vriendschappelyk bijeen, terwijl alles tot ieders genoegen en in de beste orde had plaats gehad. Op de gisteren te Dolft gehouden vrye najaarspaardenmarkt waren aangevoerd 132 paarden en 7 veulens. Men besteedde voor werkpaarden van 80 tot 370, voor do slacht bank van 30 tot 60; voor anderhalf-jarige paarden van ƒ120 tot ƒ180. Weinig handel. Een koopman i n a n t i q u i t o i t e n te Rotterdam kocht de vorige week in een burgerhuishouden een beeldje voor oen gulden. Enkele dagen later verkocht hy bet weer voor 40. In een ander burgerhuishouden kocht by een antiek stuk voor 28, waarvoor men hem thans tevergeefs reeds 550 geboden hoeft Door de Rotterdamsche politie werd gisteren by aankomst van hot stoomschip „Bidar" een Engelsche stoker, aan boord dienst doende, gearresteerd. Zyne uitlevering is door de Engelsche regeering gevraagd ter zake van manslag. Gisteravond, te ongeveer kwart over zevenen, werd de brandweor te Amster dam gealarmeerd voor een vr(j hovigen uit- slaanden brand in de Nes. Terwyi vrouw Buring, die juist van eene ziekte hersteld was, even het bovenhuis No. 60 (tegenover do „Brakke Grond") verlaten had om by eene buurvrouw aan te loopen en ook juffrouw Holtz, haar commensaal, even was heengo- gaan, schjjnt de achtergebleven kat de pas aangestoken petroleumlamp omvorgesmeten te hebben. Verbazingwekkend snel verspreiddo zich het vuur, zoodat de brand zich zeer ernstig liet aanzien. Vier slangen van de Vecht-waterleiding blokon echter voldoende om hot vuur meester te worden, zoodat de aan gerukte stoomspuiten weer konden inrukken. Het bovenhuis is geheel uitgebrand. De in boedel was verzekerd by do assurantie maat- schapplj-„De Jong." De kapperswinkel benedon had veel waterschade. Het huis is eigendom van den heer Kustor en oveneens geassureerd. Het spreekt vanzelf, dat in deze drukke straat zeer veel monschen op de been kwamen. Tot ongeveer balftien was het verkeer gestren.d Roman van B. KOOPMANS VAN BOEKEKEN. 13.) „Ja, ik heb begrepen, dat ge liegtJa, ik spreek HollandschDie brief behelst andere, vreeselyke dingen. „Myn Hemel!... hebtgy dien dan gelezen?" stamelde Floris. „Ja!' verzekerde Mina langzaam en met nadruk, en, als om dat „ja" klem by te zetten, sloeg zy met de vlakke hand vry krachtig op den tafelrand. „Dat gaat te ver!..." barstte Floris los, «zulk eene onbeschaamdheid!..." Doch eensklaps, met eene geweldige po ging z^jn toon en houding veranderend, voer hü voort: „Ziezoo! nu heb ik je dan toch betraptde rat is in de val IJa, ja jufferken! die brief met annexa was niets dan oen valstrik, om je er in te laten loopen, daar my reeds bekend was, dat niets veilig is voor je onbeteugelde nieuwsgierigheid. „Behoorde de komst van den kroeghouder 00k tot dien valstrik?" vroeg Mina met een schamper uitdagend lachje. „Natuurlyk, meid! Dat geheele gesprek was comedie van 't begin tot het eind." En p n°f. "!eer opwindende, voer hy voort: .Foei, Mina. Gesprekken afluisteren,gesloten tonavon openen, schaam je!" .Neen. neen! mijnhopr Ffiv-., s*r,.afiqndf" sprak ons landmeisje met waardigheid, ener was nu in 't geheel geen trilling meer in de stem, „ik behoef my niet te schamen, want ik heb geen gesprek afgeluisterd, geen brief geopend. „En daar straks hebt ge zelf bekend „Wat? Dat ik den brief geopend heb? Vol strekt niet.alleen, dat ik hem go- lezen heb." „Welnu dan. «Neen, mynheer!" viel Mina in, ditmaal met iets meesterachtigs, „daaruit volgt op verre na niet, dat ik lak of zegel verbroken of wat dan ook losgemaakt heb." Floris wist niets te zeggenhy loosde alleen een diepen zucht. „Zie eens, mynheer Streeflandvervolgde het dienstmeisje, „ge hebt weieens van een clairvoyant gehoord, nietwaar? Welnu, zulk oen helderziende was ik ik werd het by het gezicht van uw horloge, ring en por- temonnaie, artikelen, die ge op de voorge nomen reis niet noodig zoudt hebben.Op die reis naar Londen echter des te meer", voegde zy er op zachteren, verwytenden toon by. „Nu ja", bekende du de jongeling op ge maakt deemoedigen toon, „ik was straks met een dollen kop de voordeur uitgeloopen, maar 't zou zoo'n vaart niet genomen heb ben, want, zie je, ik had me toch reeds be dacht en was met Nondum teruggekomen." „Maar ge zoudt met hem ook weer ver trokken en misschien nooit teruggeko men zyn." •Wel zek^r o^p.r een uurfi«." „Maar ge hadt uw doodbericht toch mid- delerwyi op de tafel laten liggen." „Heks!" fluisterde Floris, die zich alweer geslagen gevoelde. „Wat? Noemt ge my heks?" riep Mina met smartgevoel. „Maar", vervolgde zy, „my moogt ge schelden, schimpen, vervloe ken, als ge u zeiven maar niet vervloekt en verderft." „Vergeef my, Mina!" stamelde Floris, „ver geef my, dat ik zoo ruw uitviel, maar 't hoofd loopt my omik weet niet meer, wat ik zeg of doe. Ge hebt niet verdiend uit gescholden te worden. Integendeel, je bent heel goed voor my geweest. ik bedank u wel voor uwe belangstelling!" „Ja, ja", zei het goede kind, dat zich diep gegriefd gevoelde, „zoo'n bedankje, daar kan u niet goed van buiten.de burgeriyke beleefdheid heeft ook nog iets in to brengen. „Maar wat wilt ge dan, Mina?" „Ik wil de zekerheid hebben, dat go u zei ven niet te kort zult doen." „Maar hoe wil ik je die zekerheid geven?" „Vooreerst door vanavond thuis te blyven..." „Goed, dat wil ik wel doen. Maar ik kan thuis immers ook wel. „Ge kunt, ja, maar ge wilt niet. Ge wilt u zeiven geen kwaad doen. Waarom zoudt gy sterven? Ja, waarom? My behoeft ge op die vraag geen antwoord te geven, maar spreek met een vriend, met eene vriendin, natuurlyk "in de allereerste plaats met uw eigen vader.... Ge schudt het hoofd? Ik beprijp uUw vader is gestreng, maar schenk dan vooraf aan een zachten raads man uw vertrouwen.... ik bid het ui Ge staat aan den ingang van hot rijke, schoone leven, toegerust met talenten en geroepen, om velen tot nut en zegen to zyn en do heerlykste voldoening te smaken in een werk kring, uwer waardig, en voor u zeiven de zaligste genietingen te smaken in den kring dergenon, die u zoo hartelyk liefhebben en die gy wederkoerig bemint.O, kon ik iets doen, om u uit moeilykheden en vorlegen- heid to reddenMaar ik ben niets en ver mag niets. Wat zou een onbeduidend land meisje, dochter van een eenvoudigen school meester, wat zou zoo iemand kunnen uit richten?.... Maar ik l:an u toch raden, waarschuwen, bidden, met tranen bidden, mynheer Floris! Geef den moed nog niet verloren, hoop op de uitkomst, hoop op God!" Hier hield Mina oen oogenblik stil. Zo had gesproken met eene innigheid, met een gloed en kracht, die onweerstaanbaar waren; als een levend bewys van 't bekende: Pectus est quod disertos facitstond ze daar, meesters Harmke, het roosje van Hooi- dyk. Welsprekend was ze in den hoogsten, heiligsten zin van 't woord: 't was de liefde, die 't haar maakte. Welsprekend misschien niet door woordenkeuze en periodenbouw, maar door alles te samen genomen, want die trilling in de stem, die biddend opgeheven handen, bovenal ook dat smeekend oog en die tranen op de wangen, 'fc werkte alles Geeegde van Quinotilianua, 't welk betcekent: 'l Ie 't hart, dat weleprpkpnd mankt mee, om hare taal te doen doordringen tot in het binnenste gemoed en dat gemoed te kneden, le overweldigen. Indien hetmogeiyk ware, dat eene vrouw zulk een hartstochte lijke toespraak kon gaan houden, met geen ander doel dan om haar schoon te verhoogen en in dien zin eene overwinning te behalen, dan zou 't middel, ofschoon niet rein, toch wel niet zonder uitwerking zyn, want zooals ze daar stond als een 6meekeling, was ze schoon, geleek zy een engel des Heeren, uit den hemel afgezonden, om den zondaar te grypon, staande te houden op het steil hellonde pad des verderfs en hem toe te roepen: Waarom zoudt. gy sterven? Zwygende had Floris de ernstige toespraak, de dringende bede aangehoord. Doorgaans hield hy daarby de oogen neergeslagen, maar soms moest hy opzien en dan voor eene rillmg door zyne leden, als hy den blik van Mina ontmoette. By 't laat6te zoodanig op zien zag Floris do tranen op de wangen der edele maagd en by dat gezicht ontplooide zich zyn gelaat, dat nog somber en triest bleef, maar waarvan die norsche trek v^r dween, die van onwil en innerlyken wrevel getuigde. „Gy meent het zeker goed, Mina!" sprak de jonkman op zachten toon, ja met eene zekere onderworpenheid, „en voor uwe barte- ïyke belangstelling ben ik waarlyk niet onge voelig, maar als ge wist, hoe ik in de nesten zitl... Och, wat moet ik beginnen? Wat te doen [Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1893 | | pagina 1