N°. 10327,
Vrijdag 20 October.
A0. 1893,
<§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
I Burgemooster cn Wethouders van Loiden,
Leiden, 19 October.
Feuilleton.
NONDUM.
LEIISCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT;
Voor Leiden per 3 maanden. J J'*®'
Franco per post. 0 05
Afzonderlijke Nommers
PRIJS DER ADVERTENTIÈN:
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootoro
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
"wordt f 0.05 berekend.
Officieel© Iteiiiiïsgreviiiereii.
Gezien de circulaire van den heer Commissaris
der Koningin in deze provincie van den 2den October
I 1893, A, No. 1487 (3de Afd.) Provinciaal blad No. 69.
B herinneren bij deze den ingezetenen dezer gemeente
aan de bepalingen van de artt. 27 en 42 der wet
van deD 29eten Maart 1833 (Staatsblad No. 4), zoo-
ala die zijn gewijzigd en aangevuld bij do artt. 7 cn
14 der wet van den 9den April 18C9 (Staatsblad No
69), behelzendo bepalingen omtrent de op hen rustende
j Terplicbtiog tot hot ioloveron van suppleloiro aan-
giften wegens hot in gebruik nemen van porceelcn
of perceelBgedeelten of aanechafflng van belasting-
voorwerpen naar de 5de on 6de grondslagen, terwijl
zij tevens worden gewezen op de strafbopaUDgen
van art. 35 der wet van 29 Maart 1833 (Staatsblad
No. 4), voor zoover die zijn gewijzigd bij art. 13 der
wet vau 9 April 1869 (Staatsblad No. 59), en van
art. 39 der wot van 29 Maart 1833 (Staatsblad No. 4),
waaraan zij zicb bij nalatigheid in het doen der aan
giften zonden blootstellen.
Burgemeester on Wethouders voornoemd,
Le deD, DE KANTER, Burgemeester.
18 Oct. 1893. E. KIST, Secrotaris.
Albior had gisteren en eergisteren bet
examen plaats voor kapelmeester bp het 4de
reg. inf. Van de 18 opgeroepen candidaten
I namen 14 aan bet examen deel. De commis
sie, bestaande uit de heeren Dan. De Lange,
Gottfried Mann en N. A. Bouman heeft ben
na onderzoek naar het aantal door hen be
haalde punten als volgt gerangschikt:
D. Couwenhoven, te Arnhem; F. Bicknese,
te Amsterdam; "W. Van Erp, te Leiden; A.
Rudersdorff, te Den Haag; J. Oostolaar, to
Leiden; Joh. W. Wensink, te Deventer; Joh.
C., Geyp, to Leiden; C. Th. Klemann, te
I Utrecht; IV. J. C. Hekker, te Den Haag; F.
J. F. Hantsch, te Utrecht; J. Borstlap, te
I Den Haag; W. Meyer, te Arnhem; Simon
Kroon, te Amsterdam, en J. J. Zwart, te
Beverwijk.
De kolonel-commandant van het regiment
moet omtrent eene definitieve benoeming de
beslissing nemen.
Hedenmorgen werd op de begraafplaats
nabjj do voorm. Marepoort de laatste oer be
wezen aan een man, die wederom getoond heeft
dat men ook in bescheiden werkkring zich
verdienstelijk kan maken.
Hot stoffelijk overschot van den by velen
welbekenden ouden Jacobus Brus, beambte
aan oeno der afdeelingen van 's Rijks Ethno-
graphisch Museum alhier, werd or ter aarde
besteld.
Toen de kist, waarop een krans was neer
gelegd, boven de groeve stond, wees de direc
teur van genoemde inrichting, mr. L Serru-
rier, op den eenvoud van den overledene, die
heeft uitgemunt door ijver en getrouwheid
in de vervulling van zijn plicht. Met het oog
op zjju hoogen leeftijd had spr. hem reeds
meermalen aangeraden in zijne laatste jaren
eonige rust te nemenmaar hy kende
geen rust.
Hjj bleef op zijn post tot een paar dagen
geleden, toen hy zich huiswaarts begaf om
I niet weder te keeren.
Door zijn karakter had h(j de achting en
genegenheid van allen, die met hem omgingen,
verworven.
Dit moge der hoogbejaarde weduwe, die
thans diep bedroefd achterblijft, en zijn kin
deren tot oenigen troost strekken.
Hij was tevreden en daarom gelukkig.
In vrede heeft hjj geleefd, in vrede is hij
gestorven, moge hy dan nu in vrede rusten!
Een broeder van den overledene zeïde
namens de familie voor deze hartelijke woorden
en den aanwezigen voor hunne tegenwoor
digheid dank, met den wensch dat men den
overledene eenmaal in den hemel moge
wederzien.
Men schrijft ons uit KoudekerkDinsdag
avond had onze eerste Nutslezing in dit
seizoen plaats en we moeten het eerlijk be
kennen: het begin was uitstekend. We
kunnen niet anders dan lof toezwaaien aan
het talent van den heer Henri Dekking, uit
Rotterdam. Hij loerde ons door zijne schoone
voordracht begrijpen wat Multatuli bezielde
toen ht] zijn „Vorstenschool" samenstelde.
Van minder beteekenis was het tweede
nummer: „Fragmenten uit een onafgewerkt
blijspel" van denzelfden auteur, hoewel wij
op de voordracht niets weten af te dingen.
Voorts werd ons een gedicht van den
Schoolmeester ten gehoote gebracht en eene
vertaling van Ten Kate van een gedicht van
Molière.
Ten slotte onthaalde de heer Dekking ons
op een paar voordrachten, vertaald door
Willem Van Zuylen, getiteld: „Een lastig
geval" en „Bankbreuk", en waarlijk, Willem
Van Zuylen kan trotsch zyn op zyn leerling,
want meesterlijk werden ze voorgedragen,
ja, we zouden haast durven beweren dat do
leerling zyn meester evenaart.
We kunnen den heer Dekking dan ook
met alle vrijmoedigheid bp do departementen
der Maatschappij aanbevelen en we beamen
ten volle de woorden van den president, die
den wensch uitsprak, dat het by deze eerste
kennismaking niet zou blijven, maar wy nog
menigmaal den heer Dekking zuilen mogen
hooren.
Bij de loting voor de nationale militie,
op 18 dezer te Woubruggo gehouden, werd
daaraan uit die gemeente door 26 lotelingen
deelgenomen, een cijfer, dat bijna nooit bereikt
is. Circa de helft daarvan is gerechtigd tot
vrijstelling als eenige wettige zoon, wogens
broederdienst of gebreken.
Gisteravond had in de groote zaal van
de Sociöteit „Vereeniging" te Haarlem, het
feest plaats, dat door den Roomsch-Katho-
lieken Leeskring was georganiseerd ter viering
van het goudon bisschops-jubild van Paus Leo
XIII. Het bestond uit de uitvoering van Von
Webers Jubel-ouverture, gevolgd door eene
feesthymne van den compmist N. H. An-
driessenvoorts uit eene feestrede van den zeer-
eerw. heer M. J. A. Lans, pastoor te Schiodam,
en de uitvoering van Haydn's oratorium „Die
Schöpfung".
De groote zaal was propvol en bevatte zeker
1500 personen. Het orkest was keurig met
bloemen versierdin het midden bevond zich
de buste van Paus Leo en aan de zjjden die
van onze beide Koninginnen.
Het koor was zeer talrijk. Het bestond
uit 150 dames en 90 heeren. Tot begeleiding
had de Leeskring het stedelijk muziekcorps
onder directie van den heer C. P. W. Kriens
geëngageerd.
Reeds na de uitvoering van de Jubel-
ouverture uitte zich de erkentelijkheid van
het publiek en zeker komt een groot gedeelte
van de toejuichingen toe aan den heer An-
driessen, zoowel voor zijne compositie als
voor do uitnemende wijze, waarop hy koor
en orkest dirigeerde.
De feestredenaar zette in eene korte rede
het doel dezer feestviering uiteen en bracht
hulde aan do groote talenten van den tegen-
woordigen Paus, die, hoewel gevangen op
het Vaticaan, met bewonderenswaardige geest
kracht doordringt in de vraagstukken van
dezen tjjd.
Daarna werd Haydn's „Schópfung" ten
gehoore gebracht. Als solisten traden op mej.
Joh. Dirkzen, van Alkmaar, en de heeren
Messchaert en Rogmans.
Koor en solisten vormden oen geheel, dat
aan Haydn's meesterstuk alle recht deed
wedervaren.
De afdeelingen der Tweede Kamer hebben
gekozen tot rapporteurs over Hoofdstuk V
(Binnenlandsche Zaken) der Staatsbegrooting
de heeren ICerdyk, Röell, Tydeman, Rutgers
van Rozenburg en De Meyier.
Door den minister van koloDiën zijn wederom
ter griffie van de Kamer voor de leden ter
inzage gelegd eenige bescheiden betreffende
de defensie van Nederlandsch-Indië, daar hem
gebleken is dat enkele Kamerleden die nader
wenschen te raadplegen.
De Regeering heeft voorgesteld de heffing
ten behoeve van de provincie Zuid-Holland
van bruggegeld voor den overtocht van de
brug over de Oude Maas, verbindende de
Hoeksche Waard met hot eiland IJselmondo,
ophieuw voor vijf jaren te bekrachtigen, in
gaande 14 Dec. a. s., in overeenstemming
met het besluit der Trov. Staten, volgens
hetwelk het tarief vóór 1 Januari 1S99 zal
worden herzien.
Op 82-jarigen leeftijd is te Amsterdam
de hoer A W. Kroon overleden, die veertig
jaren lang aan liet „Handelsblad" mede
werkte, tot hem een zestal jaren geleden een
welverdiende rusttyd bereid werd.
H(j was de zoon van een onderwijzer van
Numansdorp en studeerde te Leiden, waar hy
met lof zijn candidaats-examen in de rechten
aflegde, waarna hy zich aan de beoefening
der letterkunde wjjdde. Hy maakte met Jonck-
bloet voor de pers gereed de letterkundige en
geschiedkundige aanteekeningen van mr. H.
Van Wyn op de Rymkronyk van Jan Van
Hooien en schreef in 1850: „Ons Vaderland
geschetst voor jongelieden." Hy was innig
aan het vaderland en het Huis van Oranje
verknocht en gaf in 1853 de „Geschiedenis
van het Huis van Oranje-Nassau" uit.
De heer Kroon hield er van in oude papieren
on manuscripten te snuffelen en heeft tal van
merkwaardige kleine byzonderheden aan het
licht gebracht uit do geschiedenis van stad
en land.
De gemeenteraad van Amsterdam be
noemde gisteren tot hoofd der Polikliniek
voor de electro-therapeutische behandil.ng
van zieken in het Binnengasthuis, in de plaats
van den op verzoek eervol ontslagen dr. C. C.
Delprat, dr. J. K. A. Wertheim Salomonson,
arts, en tot loeraar in de wiskunde aan het
gymnasium den heer D. Coelingh, doctorandus
in wis- en natuurkunde te Delft.
Tot lid der Prov. Staten van Zeeland
(vacature mr. Snouck Hurgronje) is in het
hoofdkiesdistrict Middelburg gekozen de heer
P. J. Siegers, te Vlissingen (a.-r.), met 1697
stemmen. Dr. A. Van der Swalme (lib.) had
er 1642.
De minister van binnenlandsche zaken
brengt ter kennis van belanghebbenden, dat
de commissie, die in 1893 te Utrecht belast
zal zijn met het afnemen van de examens
van apothekersbediende, zal zitting houden
te Utrecht op Zaterdag 21 Oct. a. s. en vol
gende dagen.
Het stoomschip „Amsterdam" vertrok
18 Oct. van Rotterdam naar Nieuw-York; de
„Ardjoeno", van Rotterdam naar Batavia,
vertrok 17 Oct. van Southamptonde „Mene-
laus", van Amsterdam naar Java, vertrok
17 Oct. van Liverpool; de „Prinses Marie"
vertrok 18 Oct. van Batavia naar Amsterdam
do „Spaarndam", van Nieuw-York naar Rotter
dam, passeerde 18 Oct. Wight; de „Schie
dam", van Nieuw-York naar Amsterdam, is
18 Oct. Prawlepoint gepasseerd; de „Obdam"
arriveerde 18 Oct. van Rotterdam te Nieuw-
York; de „Prinses Amalia", van Batavia naar
Amsterdam, arriveerde 18 Oct. te Genua; de
„Reichstag", van Oost-Afrika naar Rotterdam
en Hamburg, is 17 Oct. te Napels aangekomen
de „Soerabaia", van Rotterdam naar Java,
arriveerde 18 Oct. te Port-Said; de „Sumatra",
van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 18
Oct. te Genua.
Blijkens by het departement van marine
ontvangen bericht, is Hr. Ms. fregat „De Ruyter",
onder bevel van den kapitein ter zee C. Hoff
man, den 18den dezer te St.-Vmcent (Kaap-
Verdische eilanden) aangekomen. Aan boord
was alles wel.
De gewone audiëntie van don minister
van marine op Vrijdag 20 Octobor zal niet
plaats hebbon.
By koninklijk besluit is pensioen ver
leend, ten laste van den Staat, aan mr. W.
J. Triebeis, ten bedrage van 2198 's jaars.
Gremengd Nieuws.
Hier ter stede worden opnieuw
pogingen gedaan om eene Coöperatieve bak-
kery „Hoop der Toekomst" op te richten.
Do politie logde heden en vorige
dagen weer in eenige winkels, in vorschil-
londo gedeelten der stad, be9lag op maten en
gewichten, welke niet van het laatste ykteo-
ken waren voorzien.
Do by genoogzame dee1neming
ook te Woubrugge voorgenomen vrywillige
oefeningen in den wapenhandel voor jonge
lieden van den 17-jarigen tot den militie-
plichtigen leeftijd, zullen niet doorgaan wegens
het te geringe aantal jongelui, dat zich daar
voor aanmeldde, in tegenstelling van het vorige
winterseizoen, toen die lessen nogal aftrek
vonden en gretig door een 20-tal jongelingen
gevolgd werden.
Het knaapje uit Leiderdorp, dat
zoo schandelyk mishandtld is, wordt in het
academisch ziekenhuis wat beter. De ver-e
wonding schynt gelukkig niet zulke erns ig
gevolgen te zullen hebben als eerst werd ge
vreesd.
De daders zyn op vrye voeten.
Begunstigd door prachtig weder,
had gisteren by gelegenheid van de kermis
te Lisse by den logementhouder P. Kaptein
het aangekondigde vogelschioten plaats, waar-
aan door 34 liefhebbers werd deelgenomen.
De pryzen werden behaald door de heeren
A. Van der Geest te Kaag ƒ10, L. Van der
Lans te Zoeterwoude ƒ6, J. Van der Raad
te Hillegom 6, C. Schrama te Hillegom 5,
A. Van der Voort te Oud-Ade 5, en Withako
te Leidtn 2.
Nog lang na den afloop bleven de deel
nemers vriendschappelyk bijeen, terwijl alles
tot ieders genoegen en in de beste orde had
plaats gehad.
Op de gisteren te Dolft gehouden
vrye najaarspaardenmarkt waren aangevoerd
132 paarden en 7 veulens. Men besteedde voor
werkpaarden van 80 tot 370, voor do slacht
bank van 30 tot 60; voor anderhalf-jarige
paarden van ƒ120 tot ƒ180. Weinig handel.
Een koopman i n a n t i q u i t o i t e n
te Rotterdam kocht de vorige week in een
burgerhuishouden een beeldje voor oen gulden.
Enkele dagen later verkocht hy bet weer voor
40. In een ander burgerhuishouden kocht by
een antiek stuk voor 28, waarvoor men hem
thans tevergeefs reeds 550 geboden hoeft
Door de Rotterdamsche politie
werd gisteren by aankomst van hot stoomschip
„Bidar" een Engelsche stoker, aan boord dienst
doende, gearresteerd. Zyne uitlevering is door
de Engelsche regeering gevraagd ter zake
van manslag.
Gisteravond, te ongeveer kwart
over zevenen, werd de brandweor te Amster
dam gealarmeerd voor een vr(j hovigen uit-
slaanden brand in de Nes. Terwyi vrouw
Buring, die juist van eene ziekte hersteld was,
even het bovenhuis No. 60 (tegenover do
„Brakke Grond") verlaten had om by eene
buurvrouw aan te loopen en ook juffrouw
Holtz, haar commensaal, even was heengo-
gaan, schjjnt de achtergebleven kat de pas
aangestoken petroleumlamp omvorgesmeten
te hebben. Verbazingwekkend snel verspreiddo
zich het vuur, zoodat de brand zich zeer
ernstig liet aanzien. Vier slangen van de
Vecht-waterleiding blokon echter voldoende om
hot vuur meester te worden, zoodat de aan
gerukte stoomspuiten weer konden inrukken.
Het bovenhuis is geheel uitgebrand. De in
boedel was verzekerd by do assurantie maat-
schapplj-„De Jong." De kapperswinkel benedon
had veel waterschade. Het huis is eigendom
van den heer Kustor en oveneens geassureerd.
Het spreekt vanzelf, dat in deze drukke straat
zeer veel monschen op de been kwamen. Tot
ongeveer balftien was het verkeer gestren.d
Roman van
B. KOOPMANS VAN BOEKEKEN.
13.)
„Ja, ik heb begrepen, dat ge liegtJa,
ik spreek HollandschDie brief behelst
andere, vreeselyke dingen.
„Myn Hemel!... hebtgy dien dan gelezen?"
stamelde Floris.
„Ja!' verzekerde Mina langzaam en met
nadruk, en, als om dat „ja" klem by te
zetten, sloeg zy met de vlakke hand vry
krachtig op den tafelrand.
„Dat gaat te ver!..." barstte Floris los,
«zulk eene onbeschaamdheid!..."
Doch eensklaps, met eene geweldige po
ging z^jn toon en houding veranderend, voer
hü voort: „Ziezoo! nu heb ik je dan toch
betraptde rat is in de val IJa, ja
jufferken! die brief met annexa was niets
dan oen valstrik, om je er in te laten loopen,
daar my reeds bekend was, dat niets veilig
is voor je onbeteugelde nieuwsgierigheid.
„Behoorde de komst van den kroeghouder
00k tot dien valstrik?" vroeg Mina
met een schamper uitdagend lachje.
„Natuurlyk, meid! Dat geheele gesprek
was comedie van 't begin tot het eind." En
p n°f. "!eer opwindende, voer hy voort:
.Foei, Mina. Gesprekken afluisteren,gesloten
tonavon openen, schaam je!"
.Neen. neen! mijnhopr Ffiv-., s*r,.afiqndf"
sprak ons landmeisje met waardigheid, ener
was nu in 't geheel geen trilling meer in
de stem, „ik behoef my niet te schamen,
want ik heb geen gesprek afgeluisterd, geen
brief geopend.
„En daar straks hebt ge zelf bekend
„Wat? Dat ik den brief geopend heb? Vol
strekt niet.alleen, dat ik hem go-
lezen heb."
„Welnu dan.
«Neen, mynheer!" viel Mina in, ditmaal
met iets meesterachtigs, „daaruit volgt op
verre na niet, dat ik lak of zegel verbroken
of wat dan ook losgemaakt heb."
Floris wist niets te zeggenhy loosde alleen
een diepen zucht.
„Zie eens, mynheer Streeflandvervolgde
het dienstmeisje, „ge hebt weieens van een
clairvoyant gehoord, nietwaar? Welnu,
zulk oen helderziende was ik ik werd het
by het gezicht van uw horloge, ring en por-
temonnaie, artikelen, die ge op de voorge
nomen reis niet noodig zoudt hebben.Op
die reis naar Londen echter des te meer",
voegde zy er op zachteren, verwytenden
toon by.
„Nu ja", bekende du de jongeling op ge
maakt deemoedigen toon, „ik was straks
met een dollen kop de voordeur uitgeloopen,
maar 't zou zoo'n vaart niet genomen heb
ben, want, zie je, ik had me toch reeds be
dacht en was met Nondum teruggekomen."
„Maar ge zoudt met hem ook weer ver
trokken en misschien nooit teruggeko
men zyn."
•Wel zek^r o^p.r een uurfi«."
„Maar ge hadt uw doodbericht toch mid-
delerwyi op de tafel laten liggen."
„Heks!" fluisterde Floris, die zich alweer
geslagen gevoelde.
„Wat? Noemt ge my heks?" riep Mina
met smartgevoel. „Maar", vervolgde zy,
„my moogt ge schelden, schimpen, vervloe
ken, als ge u zeiven maar niet vervloekt en
verderft."
„Vergeef my, Mina!" stamelde Floris, „ver
geef my, dat ik zoo ruw uitviel, maar 't
hoofd loopt my omik weet niet meer,
wat ik zeg of doe. Ge hebt niet verdiend uit
gescholden te worden. Integendeel, je bent
heel goed voor my geweest. ik bedank
u wel voor uwe belangstelling!"
„Ja, ja", zei het goede kind, dat zich diep
gegriefd gevoelde, „zoo'n bedankje, daar kan
u niet goed van buiten.de burgeriyke
beleefdheid heeft ook nog iets in to
brengen.
„Maar wat wilt ge dan, Mina?"
„Ik wil de zekerheid hebben, dat go u zei
ven niet te kort zult doen."
„Maar hoe wil ik je die zekerheid geven?"
„Vooreerst door vanavond thuis te blyven..."
„Goed, dat wil ik wel doen. Maar ik kan
thuis immers ook wel.
„Ge kunt, ja, maar ge wilt niet. Ge wilt
u zeiven geen kwaad doen. Waarom zoudt
gy sterven? Ja, waarom? My behoeft ge op
die vraag geen antwoord te geven, maar
spreek met een vriend, met eene vriendin,
natuurlyk "in de allereerste plaats met uw
eigen vader.... Ge schudt het hoofd? Ik
beprijp uUw vader is gestreng, maar
schenk dan vooraf aan een zachten raads
man uw vertrouwen.... ik bid het ui Ge
staat aan den ingang van hot rijke, schoone
leven, toegerust met talenten en geroepen,
om velen tot nut en zegen to zyn en do
heerlykste voldoening te smaken in een werk
kring, uwer waardig, en voor u zeiven de
zaligste genietingen te smaken in den kring
dergenon, die u zoo hartelyk liefhebben en
die gy wederkoerig bemint.O, kon ik iets
doen, om u uit moeilykheden en vorlegen-
heid to reddenMaar ik ben niets en ver
mag niets. Wat zou een onbeduidend land
meisje, dochter van een eenvoudigen school
meester, wat zou zoo iemand kunnen uit
richten?.... Maar ik l:an u toch raden,
waarschuwen, bidden, met tranen bidden,
mynheer Floris! Geef den moed nog niet
verloren, hoop op de uitkomst, hoop op God!"
Hier hield Mina oen oogenblik stil. Zo had
gesproken met eene innigheid, met een gloed
en kracht, die onweerstaanbaar waren; als
een levend bewys van 't bekende: Pectus
est quod disertos facitstond ze
daar, meesters Harmke, het roosje van Hooi-
dyk. Welsprekend was ze in den hoogsten,
heiligsten zin van 't woord: 't was de liefde,
die 't haar maakte. Welsprekend misschien
niet door woordenkeuze en periodenbouw,
maar door alles te samen genomen, want die
trilling in de stem, die biddend opgeheven
handen, bovenal ook dat smeekend oog en
die tranen op de wangen, 'fc werkte alles
Geeegde van Quinotilianua, 't welk betcekent:
'l Ie 't hart, dat weleprpkpnd mankt
mee, om hare taal te doen doordringen tot
in het binnenste gemoed en dat gemoed te
kneden, le overweldigen. Indien hetmogeiyk
ware, dat eene vrouw zulk een hartstochte
lijke toespraak kon gaan houden, met geen
ander doel dan om haar schoon te verhoogen
en in dien zin eene overwinning te behalen,
dan zou 't middel, ofschoon niet rein, toch
wel niet zonder uitwerking zyn, want zooals
ze daar stond als een 6meekeling, was ze
schoon, geleek zy een engel des Heeren, uit
den hemel afgezonden, om den zondaar te
grypon, staande te houden op het steil
hellonde pad des verderfs en hem toe te
roepen: Waarom zoudt. gy sterven?
Zwygende had Floris de ernstige toespraak,
de dringende bede aangehoord. Doorgaans
hield hy daarby de oogen neergeslagen, maar
soms moest hy opzien en dan voor eene
rillmg door zyne leden, als hy den blik van
Mina ontmoette. By 't laat6te zoodanig op
zien zag Floris do tranen op de wangen der
edele maagd en by dat gezicht ontplooide
zich zyn gelaat, dat nog somber en triest
bleef, maar waarvan die norsche trek v^r
dween, die van onwil en innerlyken wrevel
getuigde.
„Gy meent het zeker goed, Mina!" sprak
de jonkman op zachten toon, ja met eene
zekere onderworpenheid, „en voor uwe barte-
ïyke belangstelling ben ik waarlyk niet onge
voelig, maar als ge wist, hoe ik in de nesten
zitl... Och, wat moet ik beginnen? Wat
te doen
[Wordt vervolgd.)