Dr. C. LEEMANS. Finantiëele Kroniek. De loop, welken de beraadslagingen over de zilverwet in Amerika thans nemen, doen voorzien dat in de eerste dagen waarschijnlijk nog niets nader tot het doel zal worden ge komen Alles duidt er op, dat de voorstanders der wet eeno eindelooze beraadslaging willen uitlokken en intnsschen op verschillende wijzen de intrekking der wet zullen trachten te voor komen, en met tyd is in Amerika al heel voel gewonnen. Intusschen blijft deze onzekere toestand van grooten invloed op de geheele geldmarkt, daar natuurlijkerwijze alles in afwachting bl\jft van hetgeen de toekomst zal geven. Voor hot oogenblik verkeert men althans in een tydperk van onzekerheid, lusteloosheid en, getuige de voorzorgsmaatregelen, welke allerwegen door de groote geldinstellingen zyn genomen door terugtrekking van hun kapitaal, ook van bezorgdheid. Hierdoor blijft echter het kapitaal buiten elke onderne ming, hetgeen natuurlijk niet bevorder lijk is om in don bijna volslagen stilstand van zaken eenigen ommekeer te brengen. Ook blijft de voortdurend hooge prolongatie- koers eon storenden factor, waardoor elke speculatie belemmerd wordt. Slechts onkele dagen werd het geld iets goedkooper door het los komende kapitaal der October-coupons, doch nadat de toevloeiing op de markt daar van had opgehouden, verschenen weer de oude noteeringen. Hollandsche fondsen bleven nagenoeg onveranderd, evenals de aandeel en der tabak en koloniale ondernemingen. Alleen waren aandeelen Stoomvaart Nederland iets hooger in verband met geruchten, dat zeer goede resultaten over dit jaar verwacht zou den kunnen worden, en liepen aandeelen Singkep iets vooruit naar aanleiding van mededeelingen, dat de positie dor Maat schappij op dit oogenblik tamelijk gunstig en voor het bedrijf voldoende kapitaal aanwe zig was. Betreffende de Koloniale Bank werd vernomen dat deze instelling 5 pet. dividend over het jaar 1892 zal uitkeeren. Van Hollandsche Spoorwegwaarden kan worden gemeld dat de verschillende poorten Boxtel-Wezel iets beter gestorad waren in verband met de ontvangsten, welke eene niet on belangrijke verbetering aantoonen.Geheel anders was hot daarentegon gestold met do gestempelde obligatiön Centraal-spoor, waarvoor de verklaring te vinden is in het feit, dat do directie machtiging tracht te ver krijgen om eene nieuwe leening van een millioen aan te gaan, ten einde noodige uit breiding aan stations en verbeteringen te kunnen doen uitvoeren. Natuurlijk zou deze nieuwe leening voorrang hebben boven alle bestaan de, waartoe echter de houders der tegenwoor dige leeningen niet zoo licht hunne toestem ming zullen geven. Er is althans vanwege do obligatie houders een ander voorstel ingediend, strekkende om te voorkomen dat de bestaande leeningen zullen worden achteruitgesteld. Daarenboven wordt de positie der obligatie houders er niet beter door, aangezien het saldo, dat over 1892 na voldoening dor vaste lasten overbleef, bij lange niet voldoende zou zijn om de door de nieuwe leoning op te leggen jaarlyksche vermeerdering van renten te kunnen dekken en dit slechts gevonden zou kunnen worden ten koste der tegen woordige obligatie-houders. Europeesche fondsen waron over het alge meen in betere stemming. Er bestond goede vraag en wat moer levendigheid voor Rus sische on Italiaansohe waarden. Van uit Amsterdam worden, in verbinding met andere voorname buitenlandscho beurzen, krachtige pogingen aangewend om de Ita liaansohe regeering te bewegen, de lastige formaliteiten der coupon betaling op te heffen of aanmerkelijk te verlichten. Vooral zijn de maatregelen lastig voor do coupons der obli gatiön V i c t o r-E m a n u e 1 6poor, welke behalve de gewone formaliteiton nog dit togen hebben, dat zy to Parijs moeten worden ge ïncasseerd. Portugoosche fondsen waren zeer onge animeerd, en door aanbod voor Parijsche rekening voortdurend gedrukt on lager. Ook voor Turkse he waarden viel eene kleine reactie op te merken, doch dit fonds blyft gaandeweg voor Parijs gekocht. Voor Z u i d-A raerikaansche waarden was do markt in het algemeen zeer willig gestemd, vooral voor obligation Venezuela. De voorgenomon conversie dezer schuld zou omvatten de buitenlandscho schuld tot een bedrag van 2,600,000 pd. st. en do binnen- landsche, groot 1,100,000 pd. st., waarvoor eeno nieuwe leening ad -1 millioen pd. st. in de plaats zou treden. Het bestuur der V. v. d. Effectenhandel te Amsterdam heeft echter op eene te dien opzichte ontvangen raededeeling geantwoord, dat oen eventueel voorstel daar omtrent moeilijk in overweging zou kunnen worden genomen, zoo niet tegelijkertijd eeno rei.'-1 der door do regeoring verschuldigde su aan do C a r o n e r o-Spoorwogmaat- s«y werd aangeboden. In verband hier- med werden ook voor obligatiön Caronero en M o r i d a iets hoogere prijzon besteed. Andore borichten maken evenwel melding dat de binnenlandsche schuld van Venezuela niet in de conversie zou worden begrepen, doch alleen de buitenlandsche, waarvan het bedrag tot vier millioen pd. st. zou worden verhoogd. Het wordt echter betwijfeld of, in dien al deze voorstelling de juiste mocht zijn, de conversie dan veel kans van slagen zou hebben, daar weinig medeworking zal go- vonden worden om bot bedrag der schuld en daarmede ook den rentelast van het land, zoo aanmerkelijk te vergrooten. In Peruvian-waarden kwam tijdelijk eene verbetering tot stand, in het leven ge roepen door gunstige politieke berichten en vermeerdering der ontvangsten gedurende de maand September. De vreugde was evenwel niet van langen duur, daar de koers door meerder aanbod spoedig weer terugliep. Mexicanen hadden geen gunstig ver loop. De koers vooral der subsidie-obligatiën liep belangrijk terug. Van de Amerikaansche Spoorwegmarkt kan opnieuw slechts van een onbeduidend ver loop worden gesproken. En geen wonder! De beraadslagingen te Washington worden nu ook gedurende den nacht voortgezet en doen, volgens bevoegde beoordeelaars, de kansen voor hen, die de zilverwet wenschen te be houden, wel wat gunstiger worden. Lang zamerhand wordt dan ook de stemming der markt onverschillig en dof, daar de einüelooze onzekerheid alle veerkracht wegneemt. Zoowel de Amsterdamsche als de Londensche beurs waren voor Amerikaansche waarden bijna voortdurend flauw. Verschillende soorten waren wederom het mikpunt der speculatie en enkele moesten een niet onbelangrijk verlies lijden, hetgeen niet naliet tot de algemeene ontstemming mede te werken. In do eerste plaats valt een achteruitgang to vermelden in aandeelen Louisville <Sc Nashville in verband met onbevredigende ontvangsten en het aan wezig zijn eener zeer belangrijke vlottende schuld, terwijl verder ook de waarden der Union Pacific zeer gevoelig terugliepen, ten gevolge van geruchten, dat sprake zou zijn om de Maatschappij onder beheer van een receiver te stellen. Eene gunstige uitzondering werd gevormd door de M i s s o u r i-K ansas Texa s-waar- den, waarvoor de stemming veel aangenamer was in verband met de ontvangsten der Maat schappij, welke over de vierde week van September eene flinke verbetering aantoonen. Chicago- Eri e-waarden waron flink gezocht, ten gevolge van de zeer aanzienlijke vermeerdering dor ontvangsten, welke in het laatste kwartaal ruim 200,000 dollars boven die van het vorige jaar bleven. Deze resul taten zijn hoofdzakelijk het gevolg van het personenvervoer naar de Chicago-tentoon- stelling. De groote gebeurtenis op 't gebied der Ameri kaansche Spoorwegmarkt was heden wel het bekend worden dat de Union Pacific onder beheer van receivers is gekomen, waar toe de president Clark en de vice-president zijn benoemd. Hoewel hieromtrent wel ge ruchten liepen, veroorzaakte deze handeling toch groote sensatie, te meer daar de werkelijke aanleiding nog onbekend is, en niemand ver wachtte dat tot dezen maatregol zou worden overgegaan. In aansluiting daarmede was de Amster damsche beurs hedenmiddag voor de Union- waarden zeer flauw gestemd; de aandeelen liepen terug tot 16 en de Oregon Short lino tot 45. Rynlandsche Bank. Do geheimzinnige verdwijning. Met oen kleinen variant op Do Gënestet's woorden zou men kunnen zeggen De slechtste juristen hier op aard Z(jn de juristen zonder baard. Nadat eeno dame in de „Amst. Crt." het denkboeld heeft geopperd om Do Jong te hypnotiseeren, treedt nu dezelfde dame in de „Amst. Crt." op met dezen raad: „Geloof me, meneor de redacteur, indien De Jong oen half uurtje op de gruwelkamer in Den Haag was gebracht, zouden geene kosten moer gemaakt behoeven te worden om te zoeken naar den sleutel van een raadsel, dien Do Jong in zijn hoofd heeft." Met andere woorden: deze dame wil De Jong op de pijnbank leggen, want zy zal toch niet bedoeld hebben, dat men hem maar een half uurtje zou laten rondkijken in de kamer boven de Gevangenpoort, zegt de „Arnh. Crt." Van iemand, die de pijnbank weer in practyk wil brengen, is het zeer verklaarbaar, dat zij verdachten hypnotiseeren wil. Als men deze dame, die wij gaarne voor een eeriyk, braaf mensch houden, eens be schuldigde van eene zware misdaad en de duimschroeven aanzette, of de voeten roosterde, of een ijzeren band om de slapen knelde, of met den blooten rug over eene ongeschaafde plank haalde, of eenige emmers water ingoot en op haar ging zitten kortom het een of ander van die middelen toepaste, die in vroeger eeuwen weiden aangewend om een beschuldigde tot bekentenis te dwingen zou zy dan ook maar niet lievor zeggen dat ze „'t gedaan had," dan die marteling langer te doorstaan? Zulke dingen kan men onder „Kaffee- sell wester" zeggen, maar men moet ze niet in de courant laten zetten. Mr. H. M. A. Verheyen, advocaat te Nij megen, schrijft aan hot „Hbl." het volgende: „Mag ik met een enkol woord opmerken, dat, naar mijne bescheiden meening, by de juridische beoordeeling der toelaatbaarheid van hypnotiseering in de zaak-De Jong veel te weinig wordt gelet op het speciale van dit geval. De vraag, welker beantwoording het in de eerste plaats geldt, is„Waar zyn de beide vrouwen?" Indien nu de justitie by do ondervraging van De Jong in don toestand van hypnose zich beperkt tot deze vraag, en zy door de beantwoording op het spoor komt van eene dier vrouwen of beide, dan valt tegenover het feit der vinding Do Jongs aan- wyzing, in liypnotischen toestand gedaan, ge heel weg. Er wordt dan met zyne verklaring gehandeld zooals volgens art. 409 van het Wetboek van Strafvordering met die van oen onbevoegd getuige: men doet haar strekken om bekend te worden met on op het spoor te geraken van daadzaken, welke van elders kunnon blyken of bevestigd worden." Een verslaggever van de „Éclair" heeft dr. De la Tourette, den schry ver van een welbekend werk over hypnotisme uit een geneeskundig- wettig oogpunt, geïnterviewd over het hyp notiseeren van De Jong. Dr. De la Tourette veiklaarde, dat het best mogelyk was, dat de proef by den beklaagde niet zou gelukken en dat een dokter zich daartoe niet zou leenen en deed hy het, dan zou hy genoodzaakt zyn over het gehoorio, als een beroepsgeheim, te zwygen. Slechts wanneer door zyn stilzwygen iemand onschuldig veroordeeld zou worden, mocht hy spreken. Uit Arnhem schryft men verder uit zeer goede bron aan „De Echo:" Dinsdagmiddag is het gelukt een getuige te ontdekken, dio beslist wist te verklaren, dat hy den 7den Juli De Jong met miss Juett op den Melkweg, gaande van Doorn werth naar Wolf hezen, dos middags omstroeks 3'/4 uur heeft ontmoet. De Jong volgde by die gelegenheid zyne vrouw, die blootshoofds liep, met den hood in de hand en de roode parasol opgestoken boven het hoofd, op een 150 pas afstand3, by welke gelegenheid Do Jong den jongen (den getuige) vroeg, waar Wolfhezen lag. De Jong, die in de richting naar Doorn werth liep, bleef met zyne vrouw in die richting door- loopen. In verband met deze verklaring staat het dus vast, dat miss Juett op den 7den Juli tusschen des middags 3'/4 en 6'/2 uur (het laatste uur is De Jong weder in Arnhem ge zien) is verdwenen^ zoodat een nauwkeurig ingesteld onderzoek in de omstreken van den Melkweg en Doornwerlh aan te bevelen is. Nog zy gemold, dat do jongen, die De Jong met zyne vrouw in den middag van den 7den Juli op den Melkweg onder Heelsum ont moette, den juiston datum weet af te leiden uit het bezoek van zyn vader, op 7 Juli, aan Utrecht. Toen hy op dien dag De Jong met miss Juett ontmoette, was hy op weg naar het station Wolfhezen, om zyn vader af te halen. Do yverig zoekende correspondent van do „New York Herald" deelt in hot nummer van Vrydag een geval mede, dat zoo het niet voorkomt uit zyn rykon fantastischen geest weer oen feit is, om rekening mee te houdon. In eene soort logement in de bosschen by Renkum ha 1 hy den waard gevraagd, of hy ook iets wist van de zaak De Jong. Vrywel bedremmeld antwoordden hy en zyne vrouw ontkennond. Na echter mylon ver te hebben gedwaald door de meest verwilderdo streken, kwam hy in eene herberg te Renkum, waar iemand hem vertelde, dat er een lyk was gevonden. Do vrouw had het gehoord van den burge meester van een klein plaatsjo in den omtrek en deze had het gehoord van don weinig spraakzamen waard, wien de journalist inlich tingen had gevraagd. Dadeiyk keerden zy naar het logement terug on nadat do baas met zyne vrouw had overlegd, vertelde hy: „Eenigen tyd geleden logeerden hier een paar Amsterdamsche studenten. Toen dozen eens aan het wandelen waron in de Doorn- weerthscho bosschen, stuitten zy plotseling op een vrouweiyk lyk. Eén van hen werd ongesteld van schrik, en zeer ontsteld snel den zy huiswaarts". De datum, waarop dit geschiedde, is niet bekend. Zouden het, zoo vraagt de reporter, misschien de jongelieden geweest zyn, die De Jong de$en opschrikken, die hem stoor den in zyn werk, waarop hy later terug keerde om het te voltooien? Het geheele verhaal ïykt zeer vreemd. Zouden die studenten dan van hunne vondst geen kennis hebben gegeven aan de justitie? Dan waren zy toch zeker daaraan wel herinnerd, toen de zaak Do Jong bekend werd. BUITENLAND. Frankrijk. Omtrent de Russen te Toulon wordt wan daar, in aansluiting met hetgeen in ons eerste blad werd gemeld, nog het volgende medegedeeld Nadat de Russische admiraal aan wal was gestapt, trok de stoet door de straten der stad naar het gebouw der prefectuur. Admiraal Avellane liep blootshoofds, met admiraal Rocomaure aan zyne rechterhand. Het was eene onbeschryflyke ovatie. Overal ging uit de dicht opeengepakte menigte de duizendmaal herhaalde kreet op: „Leve RuslandI Leve Frankryk 1" Admiraal Rieunier, de Franscho minister, van marine, ontving admiraal Avellane in do prefectuur en heette hem welkom uit naam van de Fransche regeering en president Carnot. Hy bracht hem het bezoek van 1891 in her innering en zeide, dat Kroonstad en Toulon voortaan twee datums zullen zyn, die getuigen van do sympathie tusschen Frankrijk en Rusland. Admiraal Avellane zeide geene woorden te kunnen vinden om de dankbaarheid, welke hy gevoelde, weer te geven. Niet alleen het eskader, maar geheel Rusland zou getroffen zyn en dankbaar voor de ontvangst. De burgemeester van Toulon verwelkomde admiraal Avellane uit naam van het gemeente bestuur en van geheel Frankryk. Do minister van marine en de drie gedele geerden der regeering werden door admiraal Avellane met militaire eerbewyzen ontvangen. Admiraal Avellane wisselde voorts bezoeken met de bevelhebbers van het actiove en het reserve-eskader. Op het diner, door den minister van marine aangeboden, bracht admiraal Rieunier een dronk uit op den czaar, wiens naam loyauteit en macht beteekent en Frankrijk als een symbool des vredes in de ooren klinkt. Vervolgens stelde admiraal Rieuraior een toost in op Ruslands marine en leger, wier roemryke feiten op elke bladzyde hunner ge schiedenis geschreven staan. Spreker dronk op de wapenbroederschap, welke de beide natiën vereenigt en altyd moet voreenigen. In antwoord op den eersten toost dronk admiraal Avellane op de gezondheid van pre sident Carnot. Den tweeden toost beantwoordde hy als volgt: „Toen ik hedenmorgen de reedo van Toulon binnenstoomde en daar de schepen van het eskader zag, begreep ik hoe groot Frankryks scheepvaart is, en ik twyfel niet of zyn leger is even machtig. Toen doorstroomde my een gevoel van trots, dat ik door den czaar ben uitverkoren om het bezoeK van Kroonstad te beantwoorden. Ik acht my gelukkig, my een vriend van Frankryk te noemen; ik drink op Frankryks marine en leger, op geheel Frankryk!" Deze woorden werden met bravo's toege juicht. De toosten van admiraal Rieunier en admiraal Avellane en de volksliederen van beide landen werden staande aangehoord. Omtrent het bezoek der Russen aan Frankryk zegt de „Standard", dat de czaar vergeefs getracht heeft, daaraan het karakter van eene gewone beleefdheid te geven; het Fransche volk is vast besloten, dat het veel grooter beteekenis zal hebben. De regeering heeft met volkomen waardigheid on tact gehandeld, maar kan hare omzichtigheid en ingetogenheid niet aan het volk meedeelen. De president der republiek en minister Dupuy gaan niet naar Toulon, maar hot volk stoort zich aan deze officiëele wenken niet, en be schouwt de komst der Russischo vloot als de sanctie van de herovering van Elzas- Lotharingen, vanwaar tallooze geschonken en groeten naar Toulon zy.i gezonden. Al be- wyzsn dez6 demonstration nog niet hot bestaan van een Fransch-Russisch verbond, het is niet te ontkennen dat het chauvinistische doel van het Fransche volk tot gevaarlyke verwachtingen en oorlogszuchtige speculation wordt gebracht. De Engelsche vloot zal een bezook brengen aan Italiö, maar met heelwat minder vertoon. Men weet nog niet welke haven Frankrijk ter beschikking van de Russische vloot zal stellen, maar do publieke opinio in Europa zal er nota van nemen, dat do Fransche en Russische vloot niet do eenige in de wereld zijn, en dat Groot-Britanniö en Italiö eene machtige positie in do Middellandsche Zee hebben. Het conservatieve blad zegt ten slotte, dat de kabinetten van Parys on St.-Petersburg den vrede willen en de toestand uitstekend is, als het Fransche volk zich maar wil overtuigen van de noodzakelykheid des vredes. Duitschlaiid. Den 18den October, gedenkdag van den slag by Leipzig, zal keizer Wilhelm te Bre men het gedenkteeken voor zyn grootvader onthullen. De ministers, graaf Waldersee, Bennigsen en graaf Von Bismarck zullen de plechtigheid bywonen. Den 22sten October vertrekt de keizer met den kroonprins naar Dresden, om daar de feesten by te wonen ter viering van de 50- jarige militaire loopbaan van den koning van Saksen. De gewezen minister van oorlog in Duitschland, generaal Von Kameke, is over leden. Hy onderscheidde zich als militair attaché te Weenen en later als hoofd van eene afdeoling van het ministerie van oorlog In den veldtocht van 1866 en in den Fransch- Duitschen oorlog blonk hy uit door zyne dapperheid. In 1873-1883 was hy minister van oorlog en gedurende dien tydk wamen eene logerorganisatie, eene wet op den landstorm en eene regeling van het pensioen- en invaliden- fonds tot stand. Na 1883 leefde hy zeer teruggetrokken op zyn landgoed, Italië. Eene officieuze nota verklaart het bericht onjuist te zyn, dat de Italiaansche schatkist over eene operatie met schatkistbiljetten bad gehandeld. Do schatkist is reeds voorzien van het noodige voor de betalingen in Januari. Morgen zal te San Martino de onthul ling plaats hebben van een monument, ter eero van Victor Emmanuel opgericht. De koning en de koningin met do prinsen, de minister-president en afgevaardigden van het Parloment, van het leger en van de vloot, zullen by de plechtigheid tegenwoordig zyn, welke ook by gewoond wordt door 120 militaire vereenigingen en de Fransche en Oostenryk sche militaire attachés. Celg-ië. Het congres van den Internationalen Vre- des-Bond wordt bygewoond door de heeren Rahusen, lid van de Eerste Kamer der Staten- Generaal voor Nederland, Trarieux voor Frank ryk, Pandolfi voor Italiö, Bajer voor Dene marken, Gobat voor Zwitserland, Max Hirsch voor Duitschland, en Stanhope voor Engeland, en als genoodigden door de volgende Belgi sche leden van don BondPaul Janson, Ernest Solvay, Houzeau, Eugöne Anspach, Nyssens, August© Couvreur, La Fontaine en Georges Lorand. Voor het tegenwoordige zittingjaai werd de heer Rahuson tot voorzitter benoemd Do heeren Janson en Nyssens verontscliul digden onthouding der Belgische parlements leden met den arbeid, dien de Grondwets herziening oischte en waarvoor al hunne aan dacht gevraagd werd. Toch koesterden zy voor de zaak des vredes de meeste sym pathie. De Fransche senator Trarieux ant woordde hierop, dat zeer wel te begrypen. doch nu de Grondwetsherziening goöindigc is, hoopte hy ook spoedig eenige Belgische ledon in het permanente bureau te zien plaats nemen. Als vergaderplaats voor de volgende internationale conferentie werd 's Gravenhage aangewezen. Op voorstel van het lid Kruger heeft de gemeenteraad van St. Petersburg met alge meene stemmen besloten den burgemeester te machtigen tot hot zenden van telegram men van gelukwensching en orkentelykheid aan de gemeenteraden der Fransche steden, dio deelnemen aan de ontvangst der Russi sche zeelieden. De heer Kruger overtuigde den gemeenteraad van Ruslands hoofdstad, dat do geestdrift, die daar te lande hearschte by het bezoek der Fransche zeelieden, te Kroonstad, St.-Petersburg en Moskou, en de sympathie, dio het bezoek der Russische vloot in Frankryk ondervindt, niet met een scbyn van onverschilligheid mag worden be antwoord. Oosteni-Ijli-Hongr.-jMonarcliIe. In den Ryksraad vorklaarde de Duitsch nationale afgevaardigde Börnrencher, dat zyne partygenooten tegen de uitzonderings maat regelen zullen stemmen. De afgevaardigde Heilsberg stelde de regee ring aansprakeiyk voor den betreurenswaar digen toestand van Bohemen. Het Hongaarsche Volkshuis heeft be sloten dat de adressen in zake het antwoord door keizer Frans Jozef te Güns aan de depu tatiën gegeven, in het archief zullen neder gelegd worden. De interpellatie van graaf Apponyi ovei de onthulling van het Honved-monument gal aanleiding tot een stormachtig tooneel. Toen minister Wekerlé antwoordde, verliet de ge heele oppositie de zaal; daarentegen bracht de regeeringsgezinde party Wekerlé eene ware ovatie. De Hongaarsche afgevaardigde Arpa.l Vallyi, onder-voorzitter der onafhankelykheids- party, wiens zonderlinge wyze van handelci in den laatsten tyd, meermalen de aandacht trok, heeft Donderdag een aanval van krank zinnigheid gehad. Wederom zyn de gelederen der mannen van liet jaar '30 mot een waardig vertegen woordiger gedund. Dr. C. Leemans ontsliep hedenmorgen zacht en kalm in den ouderdom van 84 jaren Geboren to Zalt-Bommel in het jaar 1809 den 28sten April, zoon van dr. W. Leemans kwam hy met zyne ouders, broeders en zusters in 1821 te Leiden. Hy studeerde in de theologie, later in de letteren en were gepromoveerd aan de Leidsche hoogeschool in 1835. Vooral had do hoogleeraar C. Reuvens in vloed op den student. Onder hem en in zyn huis werkzaam, deed hy de eerste schreden op het gebied der archeologie, voortaan zyn loopbaan en werkveld. Hy was vyftig jaren lang als directeur van 'sRyks Museum van Oudheden alleenheer- 6cher op dit gebied-in Nederland, veel bestre den, maar meestal overwinnaar. Voor Leiden was Leemans een yverig medeburger. Veel heeft hy zich bewogen op politiek en kerkelyk terrein. Van do Her vormde tot do Remonstrantsche kerk over gegaan, was hy een warm verzorger van hare belangen, beheerder van armefondsen, lid van den kerkeraad, curator van de broederschap. Oprichter van „Sempre Crescendo", yverig bestuurder der Maatscbappy' voor Toonkunst, lango jaren zorgendo voor de Muziekschool, zelf goed musicus, bevorderde hy waar hy kon de belangen der Toonkunst. Het xaAbv y.ctyudov, hot schoone en goede, vond in hem zijn heraut. Vooral voor vrienden waar hy sympathie voor had, was Leemans de doorzettende ver dediger. Zyne hulpvaardigheid had soms geen grenzen. .Staaltjes uit den choleratyd van '66 kunnen dit getuigen. Een geleerdo, een nauwgezet, yverig werk zaam, vriendelijk lid is aan onze maatschap, y ontvallen. Juli 1891 trok hy zich uit het ambteiyk leven terug. Tot op dat oogenblik stond hij pal op zyn post. Toen hy my de sleutels van hot Museum overhandigde, zeide hy„Pleyte, ik heb altyd succes gehad, ik wensch U hetzelfde toe." Dazen zomer bracht hy in Oosterbeek door. Hy verlangde op het laatst naar zijne eigene woning Door de zorgvolle echtgenoote en kinderen werd hy 11 dagen geleden overge bracht. Hij was zeer tevreden weer tehuis te zyn, en de overtocht had hem geen kw- gedaan. Rustig zag hy de toekomst l< l - Hy biyve ons allen een voorbeeld 14 October 1893. Vi. fLbïit.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1893 | | pagina 2