liet kohier der inkomstenbelasting over 1S93. r. Reeds verscheiden© jaren achtereen gaf ik een overzicht van myno berekeningen omtrent bovengenoomd kohier, ten einde hierdoor eene bydrage tot de kennis van den finantiuelen gemeente te leveren. Overtuigd dat velen mijner medeburgers in deze ge- idtlromQtnn van ook ditmaal niet achterblijven om de uitkomsten van toestand onzer wichtige zaak belangstellen, wil ik het onderzoek over het laatstverschenen kohier mee te deelen, waarbij ik tot betere verge lijking don eenmaal aangenomen vorm zal behouden. Zoo volgt in de eerste plaats de Vergelijkende Staat van het aantal aangeslagenon en de som linnner Inkomens in de faren 1802 en 1893. 1 9-3 4 5 6 7 8 10 Klasse. Mlddenc\jfor. KOHIER 1892. Aantal Som Inkomens. 1 425 1051 446.697 O 475 590 „251.445 3 550 593 323.832 4 650 513 330 796 5 6 770 473 „362.182 925 376 „347.403 7 !-125 406 „451-671 8 1-375 330 453 340 9 n 1-625 205 „331 455 10 1.875 213 „398.610 11 2.250 187 „416 902 12 2.750 156 426 903 13 3.250 98 „317.050 14 3.750 71 „265.300 15 4.500 89 „395.182 16 5.500 62 340 035 17 6.500 37 „239.250 18 7.500 32 „238.500 19 8.500 27 228.400 20 9.500 12 113.000 21 11.000 14 152.850 22 13.000 19 246.000 23 15.000 8 119.000 24 17.000 0 102.000 25 19.000 3 57 000 26 22.500 6 135 000 j mier dan 8 370.000 25.000 Som 5585 7.859 803 kohier 1-93. 962! 638 588 i 509, 461 365 419 333 211 220 176 148 108 71 91 60 33 35 30 10 14 17 8 101 1 4 11 s.831 5533 302 409 .121.303 323.751 354.652 336.845 466.737 457.480 340.840 41 1.925 392 940 405.800 350 912 265 700 404.350 329 035 213.750 261.000 253.900 94.500 155.400 ,221.000 119.000 170.000 19.000 90.000 452.500 7.928 560 VERSCHIL Som dezer voricbUlen In j ln in Ln aantal. som lDkoraeDS. aantal. som Inkomens. 09 37.866 89 37.866 -MS -|- 50.964 41 4- 13.098 - 2.529 46 4- 10 569 4 2.045 50 4- 8.524 12 7.530 62 4- 994 11 10.558 73 9 564 -t- 13 -f- 15 066 60 4- 5 502 -H 3 4- 6 4- 4.140 57 4- 9-642 4- 9.385 51 4- 19.027 -+- 7 -t- 13.315 44 4- 32.342 11 23.962 55 4- 8.380 8 21.103 63 12.723 -!- 10 4- 33.862 53 4- 21.139 0 4- 400 53 4- 21.539 -h 2 4- 9.168 51 4- 30.707 o 11.000 53 4- 19.707 4 25.500 57 5793 -f- 3 4- 22.500 54 4- 16.707 -+- 3 4- 25.500 51 4- 42.207 2 18.500 53 4- 23.707 0 4- 2.550 53 4- 26 257 2 25.000 55 4- 1.257 0 0 55 4- 1.257 4- 4 4- 68.000 51 4- 69.257 O 38.000 53 4- 31.257 2 45.000 55 13.743 4- 3 4-' 82.500 52 4- 68.757 52 ƒ68.757 voor gang. Aangozion moer dan 25.000, want alle voorgaando In kolom 2 is hot middencijfer der klasse genomen, omdat de belasting zich hiernaar regelt. Do vrje opgaven van het inkomen zijn onder de overeenkomstige klasse thuis ge bracht. De kolommen 7 en 8 geven de verschillen aan tusschen de getallen uit het kohier 1892 en dat voor 1893. Het toeken H- wijst op vooruitgang, hot teeken op terug- de teruggang in éóne klasse kan worden gecompenseerd door vooruitgang in eene volgende, zijn in de beide laatste kolommen do verschillen saamgevoegd, genomen v\n de onderste naar de hoogste klasse. Derhalve geven deze het beste overzicht van den lmantièelen gang der gemeente in het laatste jaar. Als einduitkomst blijkt, dat het aantal aangeslagenon is teruggegaan met 52, doch do som der inkomens is vooruitgegaan met 68.757. Do teruggang bepaalt zich dus tot de lagere, de vooruitgang tot de hoogere klassen. Schorper nog kan men zoggen: de teruggang in het aantal aangeslagenon ligt uitsluitond in de laagste klasse met een inkomen van /"400. tot /"450; hier toch zijn er 89 minder aan geslagen dan het vorige jaar. De vooruitgang in do som der inkomens ligt uitsluitend in de allerhoogste klassen met een inkomen van 1 J~ klassen te zamen genomen leveren een negatief vorschil van 13.743, Om van het opgegeven inkomen tot het belast inkomen te besluiten, moet elk inkomen mot 400 verminderd worden. Doet men dit, dan blijkt dat tegenover een gezamenlijk opge geven inkomen van ƒ7.928.560 staat een belast inkomen van 5.715.360, gevende ten op zichte van het vorige jaar een vooruitgang van ƒ89,557, dus grooter dan de vooruitgang in het opgegeven inkomen, hetgeen zich gereedeiyk laat verklaren door de bovenstaande op merking, dat do teruggang in de laagste, de vooruitgang in de hoogste klassen plaatsvond. Aan de opstelling der cyfers is ook ditmaal do grootste zorg besteed, zoodat zij vertrouwen verdienen voor zoover het gedrukte kohier juist is. By gemis van opgaven van het gemeente bestuur moet ik hierop met nadruk wijzen. Waar verschil van uitkomsten mocht worden opgemorkt tusschen meedeelingon vau dit bestuur en mijne beciJferingon, kan ik hiervoor geene nadere verklaring geven. De suppletoire kohieren kunnen hier buiten beschouwing blijven, omdat het hoofdkohier telken jaro op eenzelfde tijdstip den toestand der gemeente op gelijke wijze weergeeft, zoodat dit alleen als maatstaf van vergelijking kan dienen. In de tweede plaats volgt hier een ergclljkcndc staat over dc elf laatste jaren. Kohier. Aantal aangeslagenen. Som hunner inkomens. Percentage der belasting. Totaal bedrag vj het kohier. 1883 5653 ƒ8.101.195 2.30 ƒ147.209,86 1884 5589 7.922.059 2.40 134.412,68 1885 5683 7.963.538 2.60 144.301,22 1886 5638 7.776.490 2.60 139.852,21 1887 5658 7.715.182 2.98 157.341,01 1888 5689 7.832.071 2.60 140.554,65 1889 5595 7.808.706 2.60 141.102,21 1890 5610 8.053.911 2.77 156.367,42 1891 5598 7.906.331 3.15 173.516,69 1892 5585 7 859.803 3.25 179.004,01 1893 5533 7.928.560 3.00 167.255.82 toenemen. Yan de laagste percentage 2.40 in 1884 kwam men tot de hoogste 3.25 in 1892, waardoor het bedrag van ƒ134.412,68 klom tot 179.004,01, dus met ongeveer 44.500 werd verhoogd. Dat dit verschijnsel hoogst bedenkelijk is voor den bloei dor gemeente, behoeft thans geen nader betoog. Gelukkig vertoont het laatste kohier eene beweging in tegenovergestelden zinde percentage daalde tot 3 en het bedrag verminderde met onge veer ƒ11.750. Het komt mij voor dat eene verhooging van het bedrag alleen gerecht vaardigd is, wanneer zij ontstaat zonder ver hooging der porcentage en du6 het gevolg is van eene toeneming in het gezamenlijke inkomen. Anders drukt de belasting te zwaar <>p de] burgerij. Vooral nu van Rijkswege nieuwe lasten worden opgelegd, die op ambte naren, officieren, predikanten eene talrijke klasse in onze gemeento zwaar zulten drukken, moet er voor gowaakt worden dat de gemeentelasten tot niet moer dan het strikt noodzakelijke worden opgevoerd. Anders zal de gemeente zelve de schadelijke gevol gen ondervinden. Reeds heeft het gemeente bestuur in het laatste jaar den weg van bezuiniging betroden; stellig moet daarop worden voortgegaan en niet worden gerust eer tot het vroegere cijfer der percentage van de belasting is teruggekeerd. Hoe dit is te bereiken word reeds herhaaldelijk aangetoond bezuiniging op overtollige uitgaven voor onder wijs en bovenal voor openbare werken kan tot het gowenschte doel voeren. Bij de invoe ring dor tegenwoordige gomeentolijke inkom stenbelasting werd der burgerij voorgespiegeld dat oen percentage van 2 voldoende zou zijn; roeds stoeg het cijfer boven 3, teruggang tot hot eerstgenoemde cijfer blijft hoogst gewenscht en zal stellig den bloei der gemeente be vorderen. II. Over vete jaren heb ik de studio van het kohier onzer gemeentebelasting voortgezet en daaruit niet onbelangrijke uitkomsten afgeleid, die ook bij andere onderzoekingen dienst heb ben gedaan. Telken jare gaf ik in dit blad een overzicht van de verkregen uitkomsten; voeg ik zo over zoovele jaren bijeen, dan ontstaat een vrij volledig overzicht van den finantiüelen gang der gemeento in het laatste tijdperk van haar bestaan. Ik kan niet ver langen dat de lezers de verschillende bladen naslaan en samenvoegen, waarin de uitkomsten mijner berekeningen werden opgenomen. Even min gaat hot aan om in dit blad alle tabellen tot eene enkele saam te voegen, die zulk een omvaDg zou verkrijgen, dat de beschikbare ruimte werd overschreden. Yoor een deel, dat wol klein maar niet het minst belangrijk is, wil ik hier nogmaals eene vergelijking opstellen, die getrokken is uit mijne staten over de elf laatste jaren, by welke dezelfde methode van onderzoek is toegepast. Dit. deel heeft betrekking op de grootere inkomens. Het is genomen omdat de uitkomston in beknopten vorm konden saam- gevoegd worden en toch voor de beoordeeling van den bloei der gemeente van overwegend belang kunnen geacht worden. In zoover is de grens willekeurig gesteld, dat ik hierbij onder de grootere inkomens versta die, welke het bedrag van ƒ10.000 overtreffen. In de vol gende tabel zijn do uitkomsten dezer bereke ning saamgevat. ergelïjkende slaat van l»ct aantal en dc sotn der grootere inkomens over de elf laatste jaren. het niet zonder belang na te gaan, welke! mutation in deze gemeentelijk hoogst aange-l alagenen hadden plaats gegrepen en vervolgde! daartoe hun lot in de verschillende kohieren.] Daaruit bleek het volgende: Yan de in 1883 aangeslagenon tot een| aantal van 78 en een gezamenlijk inkomen! van ƒ1.342.030, overleden 32 met oen geza-[ meniyk inkomen van ƒ542.430. Door vertrek! uit de gemeente gingen 15 verloren meteen! gezamenlijk inkomen van ƒ240 300; in 18931 waren er nog van over 28 met een geza f meniyk inkomen van 519.400, dus iets meer| dan oen derdo gedeelte. Van de in 1893 aangeslagenon tot een aantal van 65 en een gezamenlijk bedrag van ƒ1.226.900 zijn er 18 met oen gezamenlijk inkomen van ƒ247.900, ontstaan door ver hooging van het inkomen, en 13 met een gezamenlijk inkomen van f 291.000 door vestiging binnen de gemeente. Hieruit kan genoegzaam blijken hoe wan-l kelbaar de steun dezer grootere inkomens voor onze gemeentebelasting is. Daarom moet er voor gewaakt worden dat hy ons niet verder ontvalle, hetgeen stellig zal gebeuren, wan- noer de belasting wordt opgevoerd of eeno meer progressieve regeling aangenomen. De nu werkende is verre van volmaakt; reeds werden pogingen aangewend om daarin ver betering te brengen, dio zijn afgestuit op den onwil om eene bestaande belastingregeling, waaraan de burgery gewoon was geraakt, te veranderen. Onder de gegeven omstan digheden is het zeker de veiligste weg voor eerst in deze regeling geeno wyziging te bren gen. Niettegenstaande hare gebreken is zij boter dan de meeste plaatselyke regelingen, vooral dan dio, welke in den laatsten tyd in verschillende grootere gemeenten (Groningen, Deventer) werden ingevoerd. Maar vooral ondor- scbeidt zij zich gunstig tegenover de nieuwe bedryfsbelasting, waarby nevens allerlei vexatoire bepalingen eene geheel willekeurige progressie is ingevoerd, waarvan do gevolgen niet achter zullen blyven. In afwachting eener nadere regeling van het verband tusschen Ryks- en gemeento-financibn, dio wel is toegezegd, maar nog lang op zich kan laten wachten, zal, naar myne meening, het verstandigst worden gehandeld door de rwgeling onzer gemeentebelasting te laten zooals zij thans is, maar den druk te verzach ten door maatregelen van gepaste zuinigheid. Leiden, 27 Sept. 1893. P. Yan Geer. Deze staat geeft oen overzicht van den gang der belasting in verband met dien van het gezameniyke inkomen. Hy is waariyk niet bemoedigend. Nog altyd biyft het go- zameniyk inkomen terug by het maximum, dat in 1SS3 werd behaald; daarna ontstond eenige schommeling, doch van een algemeenen vooruitgang kan geene sprake zyn. Deze uit komst, hoe ongunstig ook, is niet weg te redeneeren. Waar steeds dezelfde maatstaf op gelykt) wyze is aangewend, kan de uitkomst niet worden h?r zyde gesteld door te wyzen op het onvolkomen© van dien maatstaf. By gebrek van een beteren moet hiermede ge noegen worden genomen; want al komt het opgegeven inkomen niet met het ware inko men overeen, de belasting regelt zich naar bet eerste, dus zal ook de druk daarvan afhangen. mo» «fd Nieu^vft. Kohier. Aantal lnkomcna boT.n 10.000. 8om dezer inkomens. 1883 78 1.342.030 1884 75 1.294.190 1885 71 1.251.011 1886 63 1.111.500 1887 59 1.021.500 1888 64 1.110.500 1889 69 1.219.535 1890 74 1.391.850 1891 70 1.267.000 1892 64 1.179.850 1893 65 1 226.900 Uit dezen staat biykt hoe het aantal en de som der grootere inkomens in de laatste periode is afgenomen, in aantal met 13, in som met ƒ115.130. In aantal vertegenwoor- Niettegenstaande den teruggang van of, wil digen deze inkomens nauwelyks één procent men liever, de schommeling in het gezamen lijk inkomen, zien wy de belasting, zoowel in percentage als in volstrekt bedrag, zy hot ook met eenige schommeling, niet weinig der aangeslagenon, in opgegeven inkomen echter ruim 16 procent en in belast inkomen ruim 20 procent. Zy dragen dus met elkander meer dan oen vyfde deel der lasten. Ik achtte Bescheidenheid en beleefdheid.— Door den chef van den dienst der Exploitatie by de Staatsspoorwegen M. Engeringh is eeno algemeene circulaire aan het treinpersoneel uitgevaardigd, waarin de conducteurs worden herinnerd aan den aanhef van artikel 1 van het algemeen reglement voor het vervoer op do spoorwegen, vastgesteld by Kon. Besluit van 9 Januari 1876. Volledigheidshalve zy in herinnering ge bracht, aat het artikel in quaestio als volgt aanvangt „De beambten en bedienden van den spoor- „weg moeten zich bescheiden en beleefd togen- „over het publiek gedragen en binnen de aan- „gewezen dienstgrenzen de noodige voorko mendheid in acht nemen." Er wordt in het Belgische minis- terie van spoorwegen een toestel onderzocht, dat op automatische wyze hot publiekpostze gels zou bezorgen, zooals de toestellen, waaraan men zich van chocolaadkoekjes en andere lok- kernyen kan voorzien. De toestellen zouden in do postkantoren en zelfs op den openbaren weg geplaatst worden. Eene nieuwe ryzing van de steen- koolpryzen eerst met twee sh. en later weer met ééa ehillmg per ton brengt de verbruikers alweder een stap nader tot de verwezenlyking der sombere profetie van een der eerste Londensche groothandelaars, dat de prys te Londen nog de hoogte van 40 sh. bereiken zal. Doch dan ook, indien het zóó ver komen mocht (meent de „Pal Mall Gazette)", zal de verlamming van nyverheid en verkeer zoo erg ge.vorden zyn, dat zy haar eigen geneesmiddel met zich zal brengon. De „Pall Mall Gazette" blyft volhouden dat de werkstaking op haro laatste beenen loopt, en dat het verzet van het mynvolk, hoewel nog luid met woorden, feitelyk reeds gebroken is. Zóóveel is zeker, dat het werk tegen de oude loonen in verscheidene mynen van Derbyshire en in de buurt van Leicester eergisteren werd hervat.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1893 | | pagina 2