Nogmaals een driewerf hoezee, en toen wer den de toebereidselen voor het défilé gemaakt. Gedurende do uitvoering van de daartoe noodige bewegingen van de troepen werd eeno koninklijke buide gebracht aan het dap pere Indische leger in den persoon van den lsten luitenant der inf. van dat leger M. Dreiber, dien H. M. de Regentes door een ordonnance-officier voor zich deed ontbieden. Deze officier, ridder der "Willemsorde, wien onlangs de eeresabel werd uitgereikt wegens z\jn moedig gedrag bij de exepeditie naar Kaloet, en die nog niet geheei genezen ia van eene zware hoofdwond, werd door de Regentes allerhartelijkst toegesproken. De troepen defileerden daarna tweemaal voor HH. MM., die minzaam groetten. Yan de plechtigheid zijn photographische opnemingen geschied, terwijl de bekende teeke naar van militaire schetsen Hoynck van Papen- drecht is uitgenoodigd van de plechtigheid eene schilderij te maken. Langs de tribune en langs de Boorlaan namen HH. MM. en gevolg den terugweg naar het paleis aan, uitgeleid door alle officieren te paard, onder hoezees van de toeschouwers. De troepen trokken langs het Korte Voor hout, Lange Vijverberg en het Noordeinde naar het Paleis. De muziekcorpsen maakten daar halt en speelden de volksliederen en marschen. EH. MM. kwamen op het balkon, waar zij bleven, tot de corpsen voorbij waren. Tegen drie uren was de plechtigheid afgo loopen, waarna de huiswaarts keerenden werden vergast op eene regenbui, welke het schouwspel zelf had verschoond, maar nu vele gasten van buiten weer snel naar huis dreef. Gisteravond was het nog zeer druk en levendig in do straten der residentie. Ver schillende detachementen infanterie, die des middags hun regimontsvaandel in ontvangst hadden genomen, vertrokken weder naar hunne garnizoensplaatsen, enkele voorafgegaan door een muziekcorps, dat gedurende den tocht van de Oranjekazerne naar het station marschen speelde. De vroolykheid onder de talrijke menschenmassa, welke zich niettegenstaande het regenachtige weder op straat bewoog, werd hierdoor niet weinig gaande gehouden. In den omtrek van het paleis in het Noord einde bevond zich eene talrijke menigte, welke aandachtig luisterde naar het concert, dat door de koninklijke militaire kapel van het regiment grenadiers on jagers, tijdens het diner ten Hovo, ten gehoore werd gebracht. De stafmuziek was opgesteld onder de gaanderij aan den rechtervleugel van het paleis. Het spelen der volksliederen werd door de toehoorders met applaus begroet. DE MIULIOEXENREDE. In de heden door de Tweede Kamer gehou den zitting hoeft de minister van financién de Staatsbogrooting voor 1894 ingediend en daarbij eene redevoering uitgesproken, waarin hij eenige mededeelingen deed over de twee vorige en het nu loopende dienstjaar. Het dienstjaar 1891 kon worden afgesloten met een tekort van slechts 23,175.72. In welke mate de ruime opbrengst der successierechten tot deze gunstige uitkomst heeft medegewerkt, werd reeds ten vorigen jare medegedeeld. Oorspronkelijk geraamd op 11,178,000.00, brachten zij 13,667,806.50 of f 2,489,806.50 meer dan de raming op Nog gunstiger uitkomsten belooft het dienst .jaar 1892. Het loopende dienstjaar 1893 zal sluiten met een tekort van f 5,700,000. Vervolgens deelde de minister de hoofd trekken mede der begrooting voor het dienst jaar 1894. De middelen zijn aldus geraamd: de zoogenaamd gewone op ƒ117,544,115.00 de overige op12,540,610.00 te zamen 130,084,725.00 De uitgaven op 136,043,827.30 zoodat er een geraamd tekort is van5,959,102.30 of, na aftrek van hetgeen gewoonlijk wordt aangenomen op de uitgaven te zullen vrij vallen, van ongeveer 3,000,000. Op de begrooting komen voor: de Spoorwegen voor1,786.000 de Rotterdainsche waterweg voor 758,000 de Maasmond 1,903,000 te zamen 4,447,000. Deze cijfers vereischen eenige toelichting. B\j do raming der middelen is do ver mogensbelasting aangenomen naar het ten vorigen jare daarvoor gestolde bedrag, omdat eene nauwkeuriger raming nog niet kan worden overgelegd. Voor de successierechten heeft de minister gemeend, bi) de groote afwisseling in hare opbrengst, het middencijfer der laatste tien jaren (1883 1892) te moeten stellen, zijnde f 11,600,000. Het natuurlijk accres in onderscheidene middelen laat daarenboven hier en daar eene hoogere raming toe, zoodat de gewone middelen geacht worden meer te zullen opbrengen dan het cijfer, waarop zij len vorigen jare zjjn begroot: f 1,828,585. Daarentegen zijn de overige middelen/"5S7,750 iager geraamd. Voor het aandeel in de winsten der Nederlandsche Bank bijvoorbeeld werd niet meer uitgetrokken dan de laatstelijk daarvan ontvangen som van ƒ750,000 of I 460,000 minder dan ten vorigen jare. De slotsom zou zijn, dat de middelen voor 1894 1,240,835 hooger waren geraamd dan uie voor 1893; toch is de raming feitelijk 2,740,835 hooger. De verklaring van dit verschil ligt hierin, dat der Kamer wordt voorgesteld om het fonds voor den aanleg van Saatsspoorwegen, ingesteld bij de wet van 22 December 1861 (Staatsblad No. 149) te sluiten, het batig saldo daarvan ad ƒ1,500,000 onder de middelen van 1894 op te nemen en van nu af aan de geheele spoorwegbegrootlng van ieder dienstjaar te brengen onder hoofd stuk IX. Tot dusver gebeurde dit laatste niet. De som, waarover de Minister van Waterstaat telken jare voor aanleg van Staatsspoorwegen to beschikken had, bestond uit twee deelen: ten eerste het saldo van het fonds, het in vroegere dienstjaren ongebruikt geblevene; ten tweede wat ten behoeve van het fonds werd toegestaan. In verband met het ovenge noemd wetsvoorstel komt dit jaar voor het eerst de geheele spoorwegbegrooting onder de uitgaven van hoofdstuk IX voor. Voor eene juiste vergelijking van de thans aangevraagde sommen met die van het vorige jaar moet men dus de thans aangevraagde verlagen met 1,500,000, omdat deze som voor 1894 min der zou zijn aangevraagd, bijaldien het vroegere stelsel ware gevolgd. Naar dat stelsel zou de begrooting voor 1894 een eindcijfer hebben aangewezen van f 134,543,827.30. De toegestane uitgaven voor 1893, onge rekend de aflossing der schuld aan de Kanaal maatschappij, bedragen /"135,691,262.02s, zoo dat /"1,147,434.72s minder worden aange vraagd dan voor 1893 zijn bewilligd. Onder de bijlagen dezer rede is een staat opgenomen, die dezo vermindering in bijzon- derbeden verklaart. Daaruit zal blijken dat nu minder is aan gevraagd voor Hoofdstuk IV.124,095.00 voor Hoofdstuk VI 156,554.84 voor Hoofdstuk VII A 184,866.75 voor Hoofdstuk VII B 98,275.93 voor Hoofdstuk IX 1,273,102.47s Voor de afdeeling Water staat wordt, na aftrek der bovenbedoelde 1,500,000, f 1,740,697.47s minder ge raamd voor posterijen daaren tegen 478,126 meer. Te zamen 1,836,894 99s Hiertegenover staan hoo gere ramingen voor Hoofd stuk II 6,366.00 voornamelijk wegens pen- si:>enen. Hoofdstuk III 1,067.00 Hoofdstuk V g 562,417.83s waarvan f 537,620 voor van de Regeering onafhankelijke uitgaven, namelijk f 502,620 voor verplichte uitgaven ter uitvoering van de wet op het lager onderwijs en f 35,000 voor pensioenen. Hoofdstuk VIII 58,224.00 Hoofdstuk X g 61,385.43s Ten behoeve van Suriname wordt 69,994.43s meer ge raamd; voor Curasao daaren tegen 9,220 minder. Te zamen.689,460.27 Blijft minder 1,147,434.72s Zooals de minister bfi den aanhef zijner mededeelingen omtrent de begrooting voor 1894 opmerkte, ~,U het tekort, na aftrek van hetgeen op grond der ervaring gerekend mag worden op de uitgaven te zullen vrij vallen, ongeveer f 3,000,000 bedragen, terwyi voor den aanleg van spoorwegen, den Rotterdam- schen waterweg en de verlegging van den Maasmond eene som van f 4,447,000 is uitge trokken. Maar ook bij de beoordeeling dezer c-ijfers mag niet vergeten worden, dat onder de middelen het saldo van het spoorwegfonds is gebracht. Rekent men dat saldo niet mede, of trekt men het van de f 4,447,000 af, zoo equivaleert het vermoedelijk tekort ongeveer met de voor deze drie werken aangevraagde som. De toestand is dan ongeveer aldus, dat by eene amortisatie, die dit jaar, na aftrek van hetgeen Indiè daartoe bijdraagt, ruim 2,700,000 beloopt, alle jaarlijks terugkee- rendp en bijzondere uitgaven, wat deze laatste betreft ook die voor vestingwerken en uit leiding der marine, gedekt worden door de gewone middelen, met uitzondering alleen van •e uitgaven voor de drie genoemde werken. Een stand van zaken, die niet als ongunstig is te beschouwen, zoo men in aanmerking i.eemt, dat deze drie werken hunne voltooiing naderen. Tot besluit wordt door den minister in herinnering gebracht, dat de wet van 22 Juni 1893 (Staatsblad No. 95) alle openstaande be- grootings-tekorten tot en met het dienstjaar 1890 heeft gedekt, maar aan het overschot der leening van 1892, ad 13,143,208.20s, nog geene bestemming is gegeven. Gemengd Nieuws. Hedenmiddag te één uur is in „Zomerzorg" op eenvoudige wjjze de tentoon stelling van bloemen en planten geopend, georganiseerd door de reeds genoemde vier heeren. Na hetgeen w\j gisteren omtrent de voor bereidende maatregelen zeideD, behoeven wy nu niet meer in bijzonderheden te treden. Dit alleen mogen we constateeren dat de groote verwachtingen, welke toen werden opgewekt, niet alleen zjjn beantwoord, maar zelfs overtroffen. Nog nooit is er in „Zomerzorg" zoo'n mooie bloemen- en plantententoonstelling geweest Die verklaring is niet enkel van ons, maar ook van hen, die gewoon zijn hier steeds zulke tentoonstellingen te bezoeken. Eigenaardig is ook het bloemenscheepje, dat in een bassin op het orkest le midden der palmen te zien is. Eene opwekking tot druk bezoek kan dus voilig achterwege blyve. De tentoonstelling speekt voor zichzelve. Geljjk is aangekondigd, zyn alle voorwerpen te koop. T e 's-G ravenhage hebben zich in de verloopen 24 uren wederom twee geval len van cholera voorgedaan volgens het biljet boven de woning cholera asiatica by een vader en een kind in de "Westerstraat aldaar. Hot kind is naar de barakken over gebracht, terwyi de man, wiens toestand be denkelijk moet zjjn, in zyne woning wordt verpleegd. Er heeft zich onlangs inde ge meente Zegwaard een geval van roodvonk by eene gehuwde vrouw voorgedaan, waarvan op verklaring van den heer H. Reidt, arts aldaar, de besmetting als geweken kan worden be schouwd. Tot heden hebben zich geene nieuwe gevallen voorgedaan. De commissaris van politie in de 3de 6ectie te Amsterdam verzoekt aan houding van K. De Graaf, 35 a 40 jaren, vroeger marine-matroos. Hy heeft op 16 Sep tember jl. voor den heer G. A. Bodenheim, commissionnair, Prinsengracht 766 aldaar, aan de associatie-cassa ontvangen een bedrag van ƒ2114.76 en is dat geld niet komen afdragen, zoodat men veronderstelt dat hy het ten eigen bate zal aanwenden. Grun, sergeant van het 24ste regiment dragonders en boekhouder van het casino der officieren te Darmstadt, is sedert 28 Augustus jl. voortvluchtig met mede neming van de kas en wil waarschyniyk over Rotterdam naar Amerika. Hy is verge zeld van Constanee Ankenbrand, uit Darm stadt Opsporing en aanhouding worden ver zocht en onmiddeliyk bericht aan het depar tement van justitie. Tydens de landbouwer B. en diens vrouw, wonende aan den 's-Graven- polderschen straatweg te Middelburg, afwezig waren, beeft de veertienjarige zoon des huizes, uie op vogo's schoot, bjj ongeluk zichzelven doodgeschoten. In de Kerstdagen van 1888 werd tusschen Erica en Nieuw-Ainsterdam in het kanaal verdronken gevonden de arbeider Pieter Post. Reeds toen schynt men, zegt de „Ass. CL", aan misdaad te hebben gedacht en vertrok de justitie derwaarts, zonder resul taat evenwel. Dezer dagen moet nu over deze duistere zaak eenig licht z(jn opgegaan, ten gevolge van een woordentwist, en heeft de justitie de zaak opnieuw ter hand genomen. De man schynt eerst te z(jn mishandeld en daarna door verdrinking te zyn vermoord. In deze zaak werden Woensdag vier getuigen door den rechter van instructie gehoord. Te Oude-Pekela kregen eenige jongelieden twist en kwam het tot vechten. De marinier R. V., met verlof aldaar aanwezig, verweerde zich met een dolk, met dit gevolg, dat L. K. een steek in de dy kreeg. Door bloedverlies zakte de verwonde ineen, hy werd <'"or dr. De Groot verbonden. Door den bri gadier der marechaussee Bouwman is tegen uen dader proces-verbaal opgemaakt. De heer G. A. Boomgaard, conven- tuaal in het Jakob- en Anna-gasthuis te Groningen, vierde gisteren zyn 105den verjaardag. De „Arnh. Ct." weet moe te deelen dat Woensdag-avond te Os wederom een moord is gepleegd. Aangezien geen der dagblad-correspondenten het bericht bevestigde, borust het waarschyn iyk op een misverstand. Wel wordt gemeld dat te Os Woensdag avond door de marechaussee in hechtenis zyn genomen twee personen, die in de herberg van Toon Van den Heuvel, in de Hei aldaar, den kastelein ernstig hadden verwond. Te Roanoke, in Virginia, wilde de bevolking Woensdag een neger lynchen, die eene blanke vrouw mishandeld had. 's Avonds viel zy de gevangenis aan. De burgerwacht werd geroepen, maar de bevol king 6choot met revolvers en wondde de burgemeester, die daarop bevel gaf op de menigte te schieten. Negen personen werden gedood en 19 gewond. De orde is nu hersteld. Te Monza, waar de koning van Italië in den laatsten tyd verbiyf houdt, brak in een oud klooster, dat deel uitmaakt van de goederen der kroon, Dinsdag brand uit. Er is groote schade geleden aan gebouwen en goederen, maar persoonlyke ongelukken kwamen niet voor. De koning was geruimen tyd op het terrein van den brand. Op de tentoonstelling te Chi cago is de expositie van Pullmann waggons in brand geraakt, met het gevolg dat eene schade van meer dan honderdduizend pond sterling is aangericht. De geheimzinnige geschiedenis. Uit Arnhem wordt van gisteren gemeld: Onder geleide van majoor Lamens en een rijksveldwachter werd De Jong hedenochtend in een afzonderleken coupé met den sneltrein van 7 u. 50 m. uit Amsterdam geboeid her waarts overgebracht. Hy onderscheidde zich door welverzorgd uiteriyk en groote kalmte. By zyne aankomst bier ter stede praatte hy met zyne begeleiders en stapte lachend in den gevangeniswagen, welke hem, onder toezicht van drie ryksveld wachters, naar de Beekstraat bracht. De hotelhouder Sluis, de machinist van de Ooster stoomtram Parent, de stoker Viset, de conducteur Plantenga, de hotelhoudster Wen- link, by wie De Jong na 7 Juli zyn intrek nam, een kellner en de huishoudster van het Hotel Sluis waren gedagvaard, ten einde in zyne tegenwoordigheid gehoord te worden door den officier van justitie mr. Scheltema. De zitting werd bygewoond door den rechter commissaris mr. B. Simons en den officier van justitie uit Amsterdam. De machinist Parent, de stoker Viset en de conducteur Plantenga werden het eerst in De Jongs tegenwoordigheid gebracht. Zy meenden in hem den heer te herkennen, die op eenigen afstand stond te lachen toen eene dame zich op 6 Juli op korten afstand van de locomotief op het spoor bevond tusschen Oosterbeek en Heelsum; doch zy zyn niet zeker. De hotelhouder Sluis werd niet geconfron teerd, doch legde zyne reeds vroeger meege deelde verklaringen af betreffende De Jongs verbiyf in zyn hotel, het vergeten en nadragen van het valiesje, enz. Het verhoor werd voortgezet met de hotel- houdster Wentink, den kellner en de huis houdster van het Hotel Sluis. Er wordt uit Huizen gemeld door iemand, die met zyne kinderen op den hewusten avond uit het kamp te Laren kwam, dat h;j omstreeks halfelf op den Huizerweg (waar de stoomtram- conducteur dien avond Do Jong met juffrouw Schtrntz beweert gezien te hebben) een vreemd gegil heeft gehoord uit do lichting van het

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1893 | | pagina 2