N°. 10297. A°. 1893. feze dCourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Tweede Blad. Burgerljyke Stand. Feuilleton. Op gescheiden wegen. "Vrijdag: 15 September. LEI I) 80II PRIJS DEZER COURANT: ▼oor Leiden per 8 maanden1.10. Franco per post1.10. Afzonderlijke Nommers0.05. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 16 regels ƒ1.05. Iedere regel meer ƒ0.171. Grootere lettere naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt ƒ0.05 berekend. KOLONIE IV. BATAVIA, 12-15 Augustus. (Vervolg.) K a 1 o e t. Omtrent de inneming dezer versterking bevat de „Sum. Ct." nader het volgende telegram: Kotta-Radja, 11 Augustus. Op gisteren, des ochtends te vier uren, heeft onze bond genoot, Toekoe Oemar, zonder slag of stoot Kaloet by verrassing ingenomenzelfs geen enkel schot werd daarby gelost; de benting werd door hem geheel ledig bevonden. In den middag van dien dag werd Kaloet door eene compagnie infanterie van honderd twintig man onder leiding van den linie commandant overste Sievers, in bezit geno men en bezet gehouden. Die benting blykt zeer sterk te zyn. Uit wraak wegens z\jne verrassing en de overgave van Kaloet aan de onzen, hebben de Moslims van de kampong Lamkiri in den namiddag van dienzelfden dag Toekoe Oemar te Tjot Bagaroet beschoten, echter zonder succes daarby te behalen. Hedenvoormiddag maakte de kolonel, stationscommandant der maritieme macht te Atjeh, aan het hoofd van twintig zee-officieren en negentig mariniers, eene militaire wande ling naar Kaloet. Het terrein rondom Kaloet wordt nu open- gekapt. De versterking te Tjot Goeè wordt geschikt gemaakt voor eene bezetting van óéne geheele compagnie infanterie; ook ddar wordt het omringend terrein van houtgewas gezuiverd. In hot blokhuis te Boekit Tring of Boekit Tiram, het.velk op eene hoogte van 200 meters gebouwd is, is boven en behalve de noodige infanterie bezetting, geplaatst een luitenant der artillerie met eene sectie artillerie en een kanon van 12 centimeter. Het voorstel is gedaan tot uitbreiding van het militair hospitaal te Makasser. Het schynt wel, zegt de „Soer. Crt.", dat Soerabaia altyd en van elk reizend ge zelschap, tooneol- dan wel ander, uit den vreemde, offers voor zyn doodenakker eischen moet. Heden bracht het Italiaansche gezelschap daar zyn eerste offer. Een der koristen, de heer Francesco Russo, had te Semarang een zonnesteek opgedaan. Er werd geen gevaar in gezien hem herwaarts mede te laten trekken, hoewel by een weinig koorts had. Hier komend, bracht men hem in het hospitaal, van nacht is hy daar be zweken en in den namiddag overleden. Laat het de laatste mogen wezen! Gedurende de twee eerste dagen der tentoonstelling te Batavia, welke den 12den plechtig geopend werd, is het terrein door naar schatting meer dan twintig duizend per sonen bezocht. Geene enkele maal i3 de goede orde gestoord geworden en ofschoon gedurende den ochtend honderden rytuigen in de richting van en naar den Dierentuin reden, hoorden wij zelfs niet van de in gewone tyden traditio- neele „carambolage" tusschen twee dosA-dos. Dit gunstig resultaat is te danken aan de flinke maatregelen en de goede zorgen van den assistent-resident van politie en zyn per- soneel, die zich veel moeite hebben gegeven om de orde te bewaren. Daardoor kon dan ook het hoofd der politie de opening niet bij wonen. By de opening waren niet veel menschen. De Gouverneur-Generaal opende de tentoon stelling met eene korte rede. Daarna schelde de Gouverneur-Generaal en op dat schellen ging het electrisch licht aan, voor zoover het kan branden, begon de fontein te springen, donderde in de verte het kanon en speelde de muziek. Op het achtererf zongen ver volgens de kinderen eene cantate. De indruk, dien de tentoonstelling over het algemeen maakt, is zeer gunstig. Uit vertrouwbare bron verneemt de „Java Bode", dat de gouverneur van Atjeh aan Simpang Olim een ultimatum heeft gesteld tot het uitleveren dor onlangs van de „Rajah" naar het binnenland gevoerde gevangenen. Aan de „Soer. Ct." schryft men: „Het geen my in het entrefilet van de „Soerabaia- Courant" van 5 Augustus jl. het meest frap peerde, is dat den sultan van Lombok een ultimatum zou zyn gesteld. De berichtgever is niet op de hoogte van den loop der zaken op Lombok, anders zou hy moeten weten, dat de gouverneur generaal er nooit toe over zal gaan een ultimatum te stellen en dit zeker nog minder doen zal nu hij demissionnair is. De zending van den controleur Liefrinck heeft bestaan in het overbrengen van een brief van den Gouverneur-Generaal aan den sultan van Selaparang, zooals de oude sultan genoemd werd; in welken brief Z.E. zyne bemiddeling aanbiedt om den strijd tusschen den sultan met zyn Balineeschen aanhang en de Sassaks tot een einde te brengen. Yan een opstand te Ampenan of van eene maritieme demonstratie is geen sprake. De Sassaks winnen hoe langer zoo meer veld, dat is zeker, en wanneer het er eindelyk eens toe kwam dat zy don sultan met zijn aanhang van Lombok verdreven, dan zou het Indische Gouvernement voor een eigenaardig geval staan. Er zou dan öf moeten berust worden in de verdry ving van een vazal door opstandelingen, of wel, die vazal zou met kracht van wapenen in zijn waardigheid en gezag moeten worden hersteld. En als men daarby in aanmerking neemt, dat wy sinds ongeveer anderhalf jaar bezig zyn om den sultan te verhinderen zich van wapenen en van Balineesche hulptroepen te voorzien, zoo zouden wy tot eene eigenaardige politiek ge dwongen worden, vooral omdat de Sassaks steeds volkomen vry zyn geweest om aan de Oostkust van Lombok wapens en ammunitie in te voeren." Door den Gouverneur-Generaal van Nod.-Indië zijn de volgende beschikkingen genomen: Civiel Departement. Belast: Mot de verdere voorbereiding en later met de leiding der proef met de esploitatio van het opium-middel in eigen be heer, de hoofd-inspecteur voor de opiumaangelegen- heden, H. J. Hoogliwinkel. Tyaelijk gesteld: Ter beschikking van den hoofd-inspecteur voor de opiumaangolegenheden, de tolk voor do Chineeecho taal A. A. De Jongh, laat stelijk tijdelijk ter beschikking van hot gewezen lid t: ans vice-president van den raad van Indiê, don heer W. P. Groenevoldt, en zulks tot hot verrichten van zoodanige werkzaamheden, als hem door den hoofd-inspecteur zullen worden opgedraqon en met bepaling, dat deze tor-beschikking-atelling wordt geacht te zyu ingegaan op 13 Juni 1891. Departement van Oorlog. Overgeplaatst: Bij hot detachement der 12de oomp. artillerie (comp. van Sumatra's Oostkust, Banka en Riouw) te Rlouw de 1ste luit. bij de 22ste comp. artillerie (2de comp. van Atjeh en Onderhoorigheden) to Kotta-Radja, D. G. Van Nieuwenhovon Hellbacbnaar do 22ste comp. artillerie te Kotta-Radja, do 1ste luit. bij het detachement der 12do comp. te Riouw, L. A. F. Hoolboom; taar do 16de comp. te Soerabaia, de lste luit. by do 1ste comp. artillerie te Kotta-Radja, G. L. Van Waarden; naar de 4de comp. artillerie to Kotta-Radja de 2de luit. b(j de 6de oomp. artillerio te Kotta-RaOJa, F. H. De Bruine; naar do 6de comp. artillerie te Kotta-Radja, do lste luit. bij de 3do comp. artillerie te Soerabaia, C. J. Kramers; naar do 3de comp. artillerie te Soerabaia, do lste luit. bij do 16do comp. aldaar J. A. Van Hoog- siraton; naar het Intondance-buroau te SemaraDg, do kapitein-intendant van het Intendance-bureau te Kotta Radja, G. De Voogt; naar het Intendance bureau te Kotta-Radja do kapitoin-intendant op hot Intendaneo-bureau te Semarang, J. E. Jantze. Departement van Marine. Vergunning ver leend: Om wegens ziekte naar Nederland terug to kecren aan den luit. ter zee 2do kl. Jhr. O. T. L. Holmberg do Bockfelt, van Hr. Ma. wachtschip „Bromo.'' Opgave van passagiere, van Batavia por ss. „Ardjoeno" vertrokken naar Marseille en Nederland: hoofdingenieur lste kl. J. Scbaly, ecktg. en dochter, officier van gezondheid lste kl. dr. R. A. I. Snetlilage, echtg. en 3 kinderen, gop. voorzitter van do land raden to Makassar enz. mr. F. A. L. Mac Loan en echtg., lste luit. der inf. P. Glerum, echtg. en 1 kind, lste luit. der ca7aleric A. M. O. J. Van Exter, echtg. en 3 kinderen, lste luit. der inf. I. F. Weuz en echtg., gewezen voorzitter van de landraden to Balaogmpa onz. mr. M. G. 8malt, 2de luit.-kwartiormeester B. JSI. Wassing, echtg. en 1 kind, luit. ter zee 2de kl. jhr. O. T. L. Holmberg do Bockfelt, 3de commies ros.-kantoor te Palembang F. H. E. Van Waarden- burg, do hoeren Y. D. B. Buisman, echtg. en 8 kind., H. F. Van Beek en 1 kind, W. Grimm en 1 kind, O. B. Menning genaamd Muller, F. J. Fabra, benevens Hr. Ms. troepen on schepelingen. UITLOTINGEN. 5 pCt. Russische aandoelon van 1866 a ZR. 100 trekking van 13 Sept. 1893, betaalbaar 13 December 1893. Serie 1321 nr. 19 Z.R. 200,000; s. 13254 n. 50 ZR. 75,000; s. 14700 n. 11 ZR. 40,000; s. 113 n. 37 ZR. 25,000; s 4383 n. 34, s. 1534 n. 17, s. 11658 n. 8, ZR. 10,000; s. 9462 n. 10, s. 14814 n. 10, s. 6077 n. 50, s. 6115 n. 11, s. 5658 n. 28 Z.R. 8000; s. 11036 n. 14, s. C150 n. 39, s. 927 n. 44, s. 10038 n. 22, s. 975 n. 17, s. 4210 n. 39, s. 4147 n. 39, s. 10670 n. 33, ZR 5000; s. 2337 n. 24, s. 17154 n. 24, s. 2358 n. 28, s. 2803 n. 35, s. 4551 n. 30, s. 14838 n. 1, s. 8481 n. 20, s. 7369 n. 28, s. 15308 n. 21, s. 19731 n. 12. e. 12086 n. 44, s. 2608 n. 20, s. 12033 n. 12, s. 10375 n. 32, s. 15191 n. 26, o. 16682 n. 27, s. 19369 n. 26, s. 1147 n. 20, s. 18811 n. 20, s. 5064 n. 36, ZR. 1000. ALFEN. Bevallen: A. De KDijff, geb. Van Dam, D. Overleden: C. Van Biel, eohtg. v. G. Maas, 74 j., (te Alkemade). A. Gort, 7 j.( (wonendo te Hoogeveen). O. Van Wmkel, Z. 3 m. HAZERSWOUDE. Bevallen: A. Bogaards, geb. Van Dorp, D. E. M. Monkon, geb. Van Velzen, Z. J. P. Oppelaar. geb. Roest, D. Overleden: Os. Vertegaal, echtg. v. Q. Steen- voorden, 65. Een levenloos aangeg. kind van P. Pijeaker en A. M. v. d. Haas. J. Harkes, Z. 4 j. Gehuwd: G. Dorrepaal, jm. 31 j., en N. Van den Akker, jd. 22 j. HILLEGOM. Geboren: Anna Elisabeth, D. v. L. v. Til en E. Stigter. Jarig, Z. v. W. Kooy en J Visser. JobanDa, D. v. E. H. A. Granneman en F. O. Maaskant. Franciscus Gerardns, Z. v. J. F. Lommerse en M. Staats. Jan Hendrik, Z. v. J. F. W. Oexeman en A. M. Evendik. Overleden: Willem Smit 6 w. Johannes Wilhelmus Stassen, 5 w. LEIDERDORP. Bevallen: A. M. Meijer, geb. Scheepers, Z. A. v. Haastrecht, geb. Selier, Z. G. Do Roode, geb. Warnaar Z. D De Vroed, gob. Scharloo, D. A. A. Nijsson, geb. Holtman, D. S. E. Landwehr, geb. Pluytor, D. D. J. Van der Laakon, geb. De Sauvage, Z. A. Groenondijk, gob. Goedhart, D. M. W. P. Crama, geb. Laman, D. Overleden: A. Korenhof. D. 2 w. J. Van Leeuwen, echtg. v. H. Stam, 46 j. A. A. Nielsen D. 7 j. P. A. v. d. Bosch, Z. 10 m. J. Ver hoef, D. 2 m. J. v. Tol, D, 14 m. Gehuwd: J. LavoD, 23 j. on C. Stikkelorum, 21 j. C. Noorlandor, 26 j. on A. 8. Do Leen, 24 j. NOORDWIJK. Go boren: Johanna, D. v. P. v. d. Niet on M. v. d. Bent. Catharioa Maria, D. v. W. Vink en M. C. Caspers. Catharina, D. v. A. Van Du n en J. Van der Doijl. Adrianus Hcn- drikus, Z. v. J. Homan en C. Van der Plas. Jacobus Johannes, Z. v. Th. Hoogeveen en C. Van Eeden. Agnes Margaretha Maria, D. v. A. Van Rbijn on A. Arnzon. Johannes, Z. v. G. Augustinus on A. Smit. Gehuwd: P. Th. Rielmeyer, 24 j., en G. Vliot Vlieland, wed. v. J. C. Viuk. O. Bamhoorn, 28 j., en H. Plug, 27 j. 19.) De raadsheer Born echter, die in de ves tibule stond en deze kleine manoeuvre van de oudere dame opgemerkt had, wilde haar daarvoor bestraffen. „Arnold!" riep hy zijn beschermeling toe, zóó luid, dat de barones het hooren moest, „er is alweer eene treurmare; uw leermeester, ons beider vriend, de oude organist Frank, is in de kerk van de trap naar het orgel gevallen." „H\j heeft zich toch niet bezeerd?" „Zelfs zeer ernstig; men zegt dat hij zijne armen en beenen gebroken heeft." „Lieve HemelWanneer is dat ongeluk gebeurd?" „'tWerd mij zoo juist verteld." „Dan moet ik er dadelijk heen." „Dat spreekt vanzelf; ik kom straks ook, stap maar terstond weer in het rijtuig." „Neen, ik zal niet rijden, ik kan er gauw genoeg heenloopen, wanneer ik binnendoor ga; maar Johan moet dadelijk naar de stad ryden en den dokter halen I" „Arnold, ik heb liever niet, dat ge alleen naar het dorp gaat." „En dat waarom niet?" „Omdat men zegt dat Peter, de strooper, nu er niets meer te stroopen valt, de streek onveilig maakt en tegenwoordig op rooven en moorden uitgaat." Nu had de oude heer blijkbaar zijn doel bereikt, want de barones, die zich schijnbaar zoolang met haren sluier beziggehouden had, trok het tamelijk dichte gaas met eene heftige beweging over het gelaat en trad met haastige schreden de vestibule binnen, terwijl Astrea reeds op de bovenste trede der breede trap stond. Maar ook Arnold, die zich voor een oogen- blik had laten afleiden, keerde tot het tegen woordige terug en betreurde het, geen ge- bruik te hebben gemaakt van de enkele minuten, hem geschonken, oin ten minste een blik uit de schoone oogen op te vangen. Met een zucht, dien by niet kon onderdruk ken, reikte hij den raadsheer zwijgend de hand en snelde toen denzelfden weg op, dien de oude heer gisteren gegaan was. Yoor een zeer net, ofschoon eenvoudig huisje in het dorp, door klimop en wilde wijngaardranken in een groen gewaad ge stoken, bleef hu staan en schelde; eene élégant gekleede jonge dame opende de deur, en de blos, die hare wangen kleurde, toen zij hem zag, verried dat z(jno komst haar aangenaam verraste. Vol bljjde verrassing sprak zij zijn naam uit, maar ook zijn gelaat nam eene geheel andere uitdrukking aan, toen hjj, der jonge dame de beide handen toestekend, op den meest hartelyken toon zeido; „Dat noem ik nu nog eerst eens eene ver rassing I Hoe lang zyt gjj reeds hier?" „O, eerst sedert twee dagen!" „Sinds twee dagen en ik wist er niets van?" „Ik heb het niet durven wagen u op te zoeken, het door u geleden verlies uw ondertrouw „Erika, wie is daar?" liet zich eene zwakke mannenstem hooren uit de kamer, waarvan de deur op een kier stond. „Grootvadortje, daar is een zeer aangenaam bezoek, dat zal u bepaald pleizier doen", zeido de jonge dame, terwijl zy hare handen uit die van Arnold trok en hem voorging naar do kamer, waarin een oud man op en tus schen een stapel kussens op een ledikant lag uitgestrekt. „Wat zie ik! Ja, dat is zeker een aange naam bezoek!" riep de oude man verheugd als een oogenblik te voren zijne kleindochter uit. „Wel, lieve hemel, mijnbeer Van Langen, dat is dubbel te appreeiéeren, dat u nog in uw eigen ongeluk, om dat van een ander denkt!" „Jawel, Frank, maar ik kom nu niet hier om over mjjzelven te spreken. Wat kan ik voor u doen, hoe gaat het?" „Och, met mij zal het alles wel gauw weer in orde zijn. Op 't oogenblik voel ik zelfs heel geen pjjn, ik ben maar biy, dat u gekomen zyt! Zie je, Erika, die laat zich door grootheid en rykdom niet verblinden, die zet er geene hooge borst om op; die hecht zich aan de vriendschap en laat zich niet door geluk of ongeluk regeeren." „En wat denkt gij van me?" vroeg Arnold en zag de vriendin zyner jeugd in de oogen. „Ik?" zeide de jonge dame en een lichte blos kleurde hare wangen, „ik geloof ook dat ge oon trouw vriend zyn kunt, maar ik zou het u toch ook niet kwaiyk nomen, wanneer de veranderde omstandigheden, die u nu zoo opeens tot een ryk erfgenaam en den aanstaanden echtgenoot van eene zoo voor name en schoone dame maken, invloed op u hadden uitgeoefend. Grootvader, wat scheelt u, u trekt zoo krampachtig; hebt u pyn?" (Vervolg ommezijde.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1893 | | pagina 5