LEIDSCÏÏ
DAGBLAD.
N°. iö273.
Maandag 21 Augustus.
A0.1833.
Qeze €ou: znt wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Tweede Blad
Feuilleton.
PRIJS DEZER COURANT:
Toor Leiden per 3 xnaanden1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIÈN:
Van 16 regels 1.05. Iedere regel meer fQ.Y1\.
Grootoro lctiere naar plaatsruimte. Voor het
incassoeren buiten de stad wordt ƒ0.05 berekend.
Leideti, U) Augustus.
Met 1 Oct. a. s. worden ISO jongens van
de Kweekschool voor Zeevaart te Leiden overge
plaatst aan boord van Hr. Ms. opleidingsschip
„Admiraal Vari "Wassenaer", te Amsterdam.
Naar men verwacht, zal nog dit jaar
het groote inundatie- en communicatiekanaal
te Haarlemmermeer gereed komen, wat voor
de welvaart dezer gemeente van zeer veel
belang is.
Geref. Kerken. Beroepen is te Bodegrave
(tweede maal) de heer J. Breukolaar, te
Nijmegen, die bedankt heeft voor Alkmaar.
Naar het „H. Dagbl." verneemt, is de toe
stand van de prinses Von Wied, die 11. Zaterdag
te „Segenhaus" het ongeluk had te vallen en
den linkerarm aan het polsgewricht te breken,
bevredigend. De pijnen, welke ten gevolge van
het zetten van den arm en het aanleggen van
het gipsverband ontstonden, zpn verminderd
en de nachten rustiger, zoodat er hoop be
staat dat de prinses over eenige weken geheel
hersteld zal z(jn-
In de zomervergadering van den Genees
kundigen Raad voor Friesland en Groningen
was o. a. een voorstel ingekomen van dr.
Baart de la Faille, uit Leeuwarden, luidende:
„De Geneeskundige Raad spreke zich uit over
het gebruik van ruw |js met het oog op het
cholera gevaar."
De inleider (by afwezigheid van den heer
De la Faille, de inspecteur) zeide o. a.
Men fcan aannemen dat in het ys tien pro
cent bacteriën in levenden toestand aanwezig
z(jn van die, welke voorkwamen in het water,
waarvan het ys afkomstig is. Nu zyn de mee
ningen nog verdeeld over de levensvatbaarheid
van bacteriën in ys, maar dit kan men wel aan
nemen, dat de typhus-bacillen b\1 zeer lage
temperatuur levensvatbaar blijven. In elk geval
levert ijs, afkomstig van besmet water, in
voedingsmiddelen en dranken gebruikt, gevaar
op, en daarom zou 6preker aan het voorstel
van dr. De la Faille die uitbreiding willen
geven, dat daarin niet alleen van cholera-
gevaar werd gesprsken.
Na eersige discuscie werd do volgende motie
aangenomen
„Besmet drinkwater wordt niet zuiver door
bevriezing; het gebraik van hot daaruit ver
kregen ys, in voedingsmiddelen of dranken,
kan dus even gevaanl-yk zyn als het gebruik
van het water zelf.
De vergadering besloot vervolgens, op voor
stel van den voorzitter, deze waarschuwing
te doen opnemen aan het hoofd van enkele
te Leeuwarden en te Groningen verschonende
bladen.
De raad van den geneesheer, die, op eene
vraag hoe het gevaar van besmetting door
liet gebruik van ys te voorkomen was, ant
woordde: gebruik uw ys nooit anders dan
gekookt, deze raad behoudt dus nog altyd
zyne waarde.
De off. van gez. der 2de kl. by de zee
macht I. J. Van den Berg, uit Oost-Indië in
Nederland teruggekeerd, is op non-activiteit
gesteld.
Bij beschikking van den Minister van
"Waterstaat, Handel en Nijverheid is, met
1 Sept. 1893, den opzichter van den Ryks-
waterstaat der 2de kl. J. B. J. Loeff, op
zyn verzoek, wegens lichaamsgebreken, eervol
ontslag uit 's R|jks dienst verleend, behoudens
aanspraak op pensioen.
Blijkens een telegram van den Gouv.
Gen. van Ned.-Indië, van 18 dezer, wordt
de Gouvernements koffieoogst op Java voor
dit jaar thans geraamd op 103,176 pikols.
Het stoomschip „Menelaus", van Java
naar Amsterdam, vertrok 15 Aug. van Penang
de „Spaarndam", van Rotterdam naar Nieuw-
York, is 18 Aug. Scilly gepasseerd.
Bij koninklijk besluit is pensioen ver
leend ten laste van den Staat aan jhr. rar.
G. Van Suchtelen van de Haere ten bedrage
van ƒ1909 'sjaars.
Aan mr. P. J. G. Van Diggelen, op zijn
verzoek, eervol ontslag verleend als school
opziener in het arrond. Steenwyk.
Met ingang van 1 )ct. a. s., aan F. A.
Toxopeus, op zyn verzoek, eervol ontslag
verleend als burgemeester van Termunten.
Koloniaal Verslag.
De commissie uit de Tweede Kamer, in
welker handen werd gesteld het Koloniaal
Verslag van 1892 betreffende Nederlandsch-
Oost-Indië, heeft daaromtrent rapport uit
gebracht.
Met waardeering wordt geconstateerd, dat
by voortduring wordt gestreefd naargrootere
volledigheid van genoemd verslag. De over
legging van belangrijke rapporten, aan de
Indische Regoering ingediend, kan in menig
opzicht nuttig worden; en de vraag ryst of
op den ingeslagen weg nog niet wat verder
zoude kunnen worden gegaan.
De vraag werd gedaan of by de epenbaar-
i making der oeconomische overzichten alles is
medegedeeld wat de residenten hebben bericht,
dan wel of daaruit gedeelten zyn geschrapt
niet omdat het staatsbelang het eischte, maar
omdat sommige uitdrukkingen het beleid der
Indische Regeering in een minder gunstig
daglicht stelden.
De commissie stelt deze vraag, niet om
eene beschuldiging uit te spreken, maar om
eene opheldering uit te lokken. In het dagblad
„De Telegraaf' van 8 en 9 April (zie „Indische
Gids" van Mei 1893, blz. 840) worden gedetail
leerd de verminkingen aangewezen, welke
een paar der bedoelde overzichten zouden
hebben ondergaan. Wat het rapport van den
resident van Bezoeki betreft, is de quaestie
opgehelderd in byl. B. van het Koloniaal Ver
slag van 1893, waar uitdrukkeiyk is vermeld,
dat het ingeleverd overzicht in zyn geheel
was medegedeeld, dat een afzonderlijk verslag
omtrent de afdeeling Panaroekan by vergissing
te Batavia was achtergebleven; dat stuk
werd nader openbaar gemaakt. Gaarne zou
de commissie nog worden ingelicht nu daar
omtrent twyfel is opgewekt in hoeverre
op de volledige publicatie van het rapport
van den resident van Pasoeroean kan worden
vertrouwd.
JNieuwt*.
Voor de Haagsche rechtbank had
den zich gisteren te verantwoorden F. J. P.
en N. J. Th. O., beiden aldaar, beklaagd in
den nacht van den 12den Juli jl., omstreeks
halltwee, to zamen en in ver. eniging op de
openbare straat, achter de Groote Kerk te
dier stede, met geweld Ch. L. H. een beursje
met geld te hebben ontnomen; P. zou haar
tegen den grond hebben geworpen en den
mond hebben dichtgehouden, terwyl O. haar
in dien tyd het beursje zou hebben ontrold.
De bestolene legde eene verklaring af, ge
heel afwykende met die, voor den rechter
van instructie medegedeeld.
De beklaagden ontkenden het oogmerk
gehad te hebben om de vrouw te bestelen.
Hun eenig doel was geweest om geld terug
te krjjgen, dat hun door de vrouw afhandig
was gemaakt.
Het Openb. Min. achtte evenwel don diefstal
en het gepleegde geweld bewezen en vorderde
voor ieder 3 maanden gevangenisstraf.
De verdediger, mr. M. P. G. Kappeyne van
de Coppello, betwistte dat het wettig en over
tuigend bewys geleverd was, concludeerde
dat vrijspraak moet volgen en verzocht de
onmiddellijke invryheidstelling van beide bekl.
Gistermiddag om halfvier deed de recht
bank reeds einduitspraak.
De beklaagden F. J. P. en N. J. Th. O.
werden vrijgesproken en onmiddellijk invry-
heid gesteld.
Zoomin als de „Haagsche Ct."
[zie Persoverzicht] begrypt het „Vad." waarom
op den verjaardag der Koningin het vuurwerk
te Scheveningen zal worden afgestoken. Het
„Vad." vernam een gerucht, dat het Domein-
bestuur bezwaar zou hebben gemaakt bet
weder in de Maliebaan te doen plaats hebbeD,
wat de redactie ongelooflijk voorkwam. Zij
kan dan ook mededeelen, dat dit gerucht on
gegrond is.
Zoolang de badplaats Scheve
ningen bestaat, werden nooit zooveel zeebaden
genomen als gisteren, nl. 1499.
Gisteren is door een der bad-
knecbts te Scheveningen in de duinen de
portemonnaie met ruim vier gulden gevonden,
welke Donderdag door een jongen uit een
badkoetsje gestoleD werd. Ze lag in den om
trek van de plaats, waar de jongen gevat
werd. De beschuldigde bevindt zich in arrest,
maar biyft ontkennen.
Een Amsterdamsch ingezetene
is het slachtoffer geworden.eener sluwe oplich
terij. Hy schryft het volgende aan het „Hbl."
„My van een rijwiel wenschende te ontdoen,
plaatste ik eene advertentie in het „Handels
blad". Dinsdag-morgen kwam daarop een net
gekleed jongmensch als reflectant vragen het
aangeboden wiel te zien.
„In 't minst geen argwaan koesterende,
vooral ook daardoor, dat het bedoelde jong
mensch gedeeltelik gekleed was in wielryders-
kostuum, met insigne van den Wielrijdersbond
voor zyne pet, liet ik hem op zyn \erzoek de
machine probeeren en een eindweegs wegrijden.
„Om den hoek eener straat verdween by
echter uit het gezicht, ik wachtte een uur
op zyne terugkomst, waarna ik de politie van
het gebeurde in kennis stelde. Tot heden is
het haar nog niet mogen gelukken den sluwcn
oplichter op het spoor te komen; evenmin
ben ik tot nu toe weder in 't bezit van het
my op zoo listige en verregaand brutale wijze
afhandig gemaakte wiel gekomen."
Daar de armoede in de gemeente
Menaldumadeel (Fr.) toeneemt, zal van go-
meentewege te Berlikum een armhuis go-
sticht worden. Van de 10 inschrijvers is
de bouw aan den laagsten inschrijver A. Van
Manden, te Wier, opgedragen voor de som
van f 9864.
Generaal Booth zal Nederland
dit jaar nog eens bezoeken, waarsch|jniyk :n
het midden van October.
lie houiacster ea de detainee.
4.)
Het binnenkomen vac eene nieuwe gaBt
maakte voorloojig een eruie aa^A woorden-
rykheid van de fabrikantsvrouw Waiszholm.
Nauweti'ks draaide de gastvrouw haar den
rug toe, of zy garf de blauwe oogen van haar
rood vollemaansgezicht den bast. die al dadelijk
.op de gordynen vielen.
„Minstens tien jaar achter ia mode' if aar.
waar zou zy ook smaak vaa hebben? De
servetten mochten ooi wel eaas vernieuwd.
Jawel!"
De binnentredende, mevrouw Mittler, eene
lange, magere gestalte, recht als had zy een
elstok ingeslikt, met een tanig gelaat en
rauwe stem, zeide:
„Vergeef mjj, dames, dat ik u heb laten
wachten, maar toen ik de domineesvrouw
in den tuin zag wandelen, dacht ik, dat bet
nog te vroeg was en heb daarom langzamer
geloopen."
De gastvrouw kreeg eene kleur tot achter
de ooren.
„Ik meendo dat zy ziek was? Zei u dat
ïiet, juffrouw Wendekorn?" schreeuwde
juffrouw Weiszholm. Tot geluk van de ge
plaagde antwoordde juffrouw Mittler op de
boosaardige vraag door droogweg te zeggen
„Als men in zyn tuin loopt te wandelen,
kan men toch niet ziek zyn. Zy zal nog
wel komen."
„Neen, zy komt niet", zei de gastvrouw
bedrukt.
„Ziet u, ziet u wel, juffrouw Mittler, wat
ik u zei? Dan zullen wy maar met de ge;
bakjes beginnen."
,Dat zuilen wy", en juffrouw Mittler nam
er dadelyk twee op haar schoteltje.
Ongelingeling!
De gastvrouw ontving de komende, niet
zonder zorge wat de beide lieve vriendinnen
inmi&lels zouden bespreken.
„In vertrouwen gezegd, de domineesvrouw
beeft zich werkelyk als ziek verontschuldigd."
„Zoo? Daar begrijp ik niets van!" zei juf-
frouw Mittler, zich steil oprichtend en haar
kopje aan de lippen brengend.
„Wel, de zaak is heel eenvoudig! Onder
ons gezegd, ze hebben hevige ruzie gehad
eene scène maar och, wat gaat het ons aan."
„Zeker, wat gaat het ons aan! Maar het
is toch interessant, heel interessant!"
En do elstok beet in baar gebakje en met
den wysvinger van de linkerhand op den
tulband drukkende, voegde zj er by„Veel
te styf, dunkt u ook niet?"
Innig vergenoegd antwoordde de andere
hoonend
„Dat heb ik ook gedacht! Geheel myne
meening. Ja, zoo iets wil geleerd zyn."
Toen de nieuwaangekomene zicli gezet had,
wendden zy zich tot de gastvrouw, zeggende
„Wy bewonderden zooeven uw prachtigen
tulband!" zei de eene.
„Die ziet er zoo heerlyk uit", bevestigde
de andere.
Daarop vroeg men naar de gezondheid van
de vierde, de vrouw van den apotheker Schell-
born, eene kleine, levendige vrouw met spitsen
neus en stekelige oogen.
„Wel", zeide deze met eene schrale, koude
stem, „laat ik de dames niet storen. Ik hoor
tot myne spyt, dat de vrouw van den dominee
ongesteld is geworden. Wat scheelt haar wel
„Och", zeide zy met eene dikke tong, „zy
heeft wellicht wat kou gevaten daarby gaf
ze aan de vraagster een knipoogje.
De gastvrouw zat als op heete kolen. Maar
zy moest zich goed houden, inschenken, noo-
digen, wederom eene nieuwe gast ontvangen
en daarby opgeruimd en onbevangen het ge
sprek trachten te leiden.
Voer de eerste maal in haar leven was
haar het kransje vergald en alszy aan baren
zoon dacht en aan den vriendelyken predi
kant en zyne vrouw, dan kwamen haar de
tranen in de oogen. Alle zoetigheden en lek-
kemyen verhinderden de lieve vriendinnen
niet haar de noodige speldeprikken te geven
en met het onnoozelste gezicht de arme vrouw
te kwellen.
Na de kofiie kwam men aan den tulband
met den wyn en eindelyk sloeg het uur
van vertrek.
Voldaan van alle goede gaven stonden op
eer. gegeven teeken alle dames op; zeven
handen zochten die van de lieve gastvrouw,
zeven hoofden negen en zeven monden spra
ken woorden van dank voor het uitstekend
onthaal. En toen eindelyk de laatste gelukkig
de deur uit was, zonk de brave gastvrouw
op een stoel neder en liet den vryen loop aan
de lang ingehouden tranen.
„My zóo te beschimpen! Wat hakten zy
er op los en wat waren ze beleedigend I"
Zy wierp een blik op de tafel.
Wordt vervolgd.)