N«. 10283 Maandag 7 Augustus. A«. 1893. (Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Kijkexxki. Leiden, 5 Augustus Feuilleton. Gewonnen en verloren. DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden por 8 maanden1.10. Franco per post1.40. Afzonderlyko Nomraera0.05. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1G regels 1-05. Iedere regel moer/"0.17j. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incassecren buiten de stad wordt ƒ0.05 berekend. Tweede Blad. Aan de Abonné's daarop, wordt by dit nommer verzonden No. 46 van Kikeriki. De voordracht ter benoeming van oen penningmeester voor den Zuidplaspolder, onder Waddingsveen, van wijlen den heer Van Houweninge, bestaat uit de heeren P. L. Laurusso en G. Yan Dort Kroon, beiden van Waddingsveen. By het Staatsspoor zyn benoemd tot stationschefs de hh.H. Muller, te Wester voort; A. Lefeber, te Alfen-Oudshoorn, en J. A. Provoost, te Breukelen. Prins Heinrich van Pruisen, broeder des Duitschen keizers, wordt in den avond van 13 dezer te Scheveningen verwacht en zal den 15den 's avonds weer vertrekken. Zyne gemalin en zyn jeugdige zoon zullen nog tot 20 dezer te Scheveningen vertoeven. De groothertog van Saksen-Weimar ving gisteren zyne badkuur te Scheveningen aan. Heden wordt de groothertog op Het Loo verwacht. Z K. H. biyft déjeuneeren en vertrekt te vyf uren. De koning en de koningin van Saksen komen Maandag te één uur déjeuneeren en dineeren op Het Loo. HH. MM. vertrekken des avonds met den trein van 8 u. 20 min. naar Duitschland. De koning van Saksen schonk gisteren by het eindigen van zyne badkuur eene fraaie doekspeld met diamanten aan den badmeester, den heer W. Hogervorst. De badknecht Willem Yan der Toorn, die den koning bij het baden behulpzaam was, ontving uit handen van Z. M. een groot kruis van massief goud. De koning gelastte zyn bediende in zyne tegenwoordigheid het kruis op de borst van den badknecht te hechten. Het behoeft niet te worden verzekerd, dat Willem Van der Toorn trotsch op zyne onder scheiding is. De koning van Saksen maakte Donderdag eene wandeling van Scheveningen naar Kat wijk langs het strand. Met de stoomtram en den spoortrein keerde de vorst naar Sche veningen terug. De Raad van Voogdy over H. M. Wil- helmina, koningin der Nederlanden, ingesteld by do wet van den 14den September 1888 (Stsbl. 150), maakt in do Staatscourant van heden bekend vooreerst, dat jhr. mr. J. JE. A. Van Panhuys, vice-president van den Raad van State, en, als zoodanig, krachtens art. 2, laatsle lid, der aangehaalde wet, van rechtsweg© lid van den Raad van Voogdy, den eed, voorgeschreven in art. 4, laatste lid dier wet, in 's Raads vergadering van 2 dezer in handen van den waarnemenden voorzitter heeft afgelegd en daarna heeft zitting genomen ten andere, dat de Raad, in verband met art. 9, 1ste lid, der voornoemde wet, in dezelfde vergadering, uit zyn midden tot voorzitter heeft benoemd mr. W. baron Van Goltstein. De Staatscourant van heden bevat een koninklyk besluit van 20 Juli jl. (Stsbl. 117), tot nadere wijziging van het koninklyk be sluit van 29 Aug. 1883 (Stsbl. 133), houdende vaststelling van nieuwe regelen omtrent de benoembaarheid en uitzending van rechterlyko en administratieve ambtenaren voor den dienst in Nederlandsch-Indiö. Het groot ambtenaarsexamen voor gemelden dienst, naar de bepalingen, voorkomende in laatstgenoemd koninklyk besluit, zooals die zyn gewijzigd by de kon. besluiten van 24 Oct. 1889 en 16 April 1892, zal nog slechts afge nomen worden in 1894 en 1895 en alleen van hen, die in Nederland ten genoegen van den minister van koloniën en in Ned.-Indiö ten genoegen van den gouv.-genoraal bewyzon, dat zy zich voor het examen reeds hadden voorbereid voordat in 1893 de gelegenheid werd gegeven om het af te leggen. Naar aanleiding van bovengenoemd besluit van 20 Juli jl. heeft de minister van koloniën een nieuw reglement met programma vastge steld. Ook dit stuk is in de Staatscourant van heden opgenomen. Uit eene mededeeling in „De Standaard" biykt dat op 1 Januari 1873 ons land telde 300 christeiyke scholenthans zyn daar on geveer 250 scholen bijgekomenop 1 Januari van dit jaar was haar aantal 546. Op deze scholen wordt aan 89,297 leerlin gen christelijk onderwys gegeven, en jaarlyks wordt daarvoor door hen, die de school met den bijbel steunen, de som van ƒ1,340,000 vry willig saamgebracht. Het rijkssubsidie be draagt 446,500. De Staatscourant van 4 dezer bevat het reisrapport van Hr. Ms. schoener „Zeehond", belast mot het politietoezicht op de zee- visschery op de Noordzee, kruisende van 27 Juni tot 14 Juli 11. Overtredingen werden niet bekend en klachten niet aangebracht, ofschoon een 120-tal visschorsvaartuigen werd gepraaid of voorbygestoemd. Naar aanleiding van tot zyn Departement gerichte vragen om inlichtingen nopens het in werking treden van het nieuwe tarief van inkomende rechten, hetwelk in Duitschland op goederen van Russischen oorsprong wordt toegepast, brengt do minister van buitenl. zaken ter kennis van belanghebbenden dat goederen, welke vóór den 31ston Juli 11. de Russische grenzen gepasseerd waren, nog tegen het vroegere tarief in Duitschland kunnen worden ingevoerd, mits van die omstandigheid op onomstootelyke wyze blyke en bedoelde goederen vóór den lsten Oct. a. s. by de Duitsche douane voor invoer worden aange geven. StsCrl De minister van oorlog heeft toegewezen de levering van 36,000 KG. harde tarwe ten behoeve der garnizoensbakkerij te Deventer aan den heer T. R. Haan, te Groningen, voor ƒ8.13 per HL., wegende minstens 78 KG., en van 12,000 KG. zachte tarwe aan den heer H. H. Van "Waveron, te Hillegom, voor ƒ8.19 per HL., wegende minstens 75 KG. Men schrijft uit Steenwyk: „Op hunne kunstreis door Nederland gaven gistermiddag mej. Jeanne Landré, sopraan- zangeres uit Haarlem, en de heeren Joh. W. Wensink, solo-violist uit Deventer, en J. Gode- froy, organist by do Ned.-Herv. gemeente alhier, eene muziekuitvoering in de Groote Kerk. Men gaf in één woord te genieten door alles wat ten gehoore gebracht werd, toonden de executanten ten volle, dat zy don naam, welke reeds door hen gemaakt is, verdienen en meesters in hun vak zyn". Het stoomschip „Edam" vertrok 3 Aug. van Nieuw-York naar Rotterdam; de „Wer kendam" is 4 Aug. van Rotterdam te Nieuw- York aangekomen; de „Drente", van Rotter dam naar Batavia, arriv. 3 Aug. te Padang. By koninklyk besluit is, met ingang van 6 Aug. a. s., bevorderd tot luit. kolonel, inten dant van het corps mariniers, de kapt.-kwar tiermeester van dat corps J. Allot. K. W. G. baron Van Wassenaer benoemd tot burgemeester der gemeente Nederhomert. Met ingang van 1 Sept. a. s., benoemd tot leeraar aan de Rijks- hoogere burgerschool te Winterswijk G. J. Van Swaay, aldaar. Met ingang van 1 Sept. a. s. benoemd tot leeraar aan do R. H. B-school te Zalt Bommel W. Van der Meulen, aldaar. Pensioenwetten. De Memorie van Antwoord der Regeering aan de Tweede Kamer is verschenen omtrent de ontwerpen tot wyziging der pensioonwetten der burgerlijke ambtenaren, hunne weduwen en weezen. De minister ontkent eene te groote uit breiding aan de ingediende voorstellen te heb ben gegeven. Ter bespoediging eener afdoening heeft hy echtor uit het ontwerp weggelaten de wijzigingen van art. 3, 4, 25 en 26 der pensioenwet voor de ambtenaren als niet absoluut urgent, nl. het vervallen van den eisch, dat gewezen ambtenaren minstens tien jaar als burgeriyk ambtenaar moeten hebben gediend. Door deze herziening zal de aanneming der voorstellen geene noemenswaardige ver hooging voor uitgaven wegens pensioenen ten gevolge hebben. Voor zooveel volgens het oorspronkelijk voorstel aanspraken op pen sioen in het leven worden geroepen ten gunste van -weduwen en weezen, te wier aanzien die aanspraken tot dusver niet bestaan, kunnen de daaruit voortvloeiende meerdere kosten gesteld worden op ongeveer 16,©00 per jaar. Wegens den hoogen leeftyd der belangheb benden, kan dit bedrag snel vermindoren en zal het weldra geheel verdwynen. Verder betoogt de minister dat de pensioen regeling voor de stenographie niet onbillijk is. Wel zullen er misschien termen kunnen be staan ten aanzien van de bureel ambtenaren van den waterstaat om de indiening van een voorstel tot afwijking van den regel in over weging te nemen. Hieromtrent wordt een onderzoek ingesteld. By deze gelegenheid de kortingen op pen sioen te verminderen, zou liggen buiton het kader dezer wijzigingswetten. Ofschoon erkennende dat de wyze, waarop in art. 28 het hooger beroep van belang hebbenden wordt geregeld, niet vry van be denking is, meent de minister dat thans niet kan worden getornd aan eene bepaling, voor pas 3 jaren na veel moeite en stryd opge nomen. Daar sedert eenigen tyd do hand is geslagen aan de voorbereiding der regeling van de administratieve rechtspraak en men ook die aangelegenheid zal moeten aanvatten, ware het ongewenscht eene wyziging voor te stellen,, welke wellicht binnenkort voor ge heel andere bepalingen zou mooten plaats maken. Overigens zyn in de ontwerpen nog eonige wyzigingen aangebracht. De termijn van inwerkingtreding is nader bepaald op 1 Januari 1891. i.) De witgrijze rotswanden van de Canisfluh schitterden in de felle middagzon. Uit het nauwe dal steeg het doffe ruischen der Bre- genzer Ache op; een zachte wind wiegde de toppen van het donkere woud, dat zich tot aan den groenen zadel der Schnepegg uit strekt. Heldero tonen stegen uit het bosch- ryko dal op. De klokken der spitse parochie kerk van Schnepfau verkondigden den slotzegen. Nu werd het levendig in het eenzame logement „De Ster." Zelfs de witte geit en de bonte kat, die tot nu toe voor hot huis in den warmen zonneschijn geslapen hadden, begonnen zich te bewegen. De vroolijke kellnerin Marie stond van hare plaats by, den haard op en ging bedrijvig heen en weer. Weldra moesten de kerkgan gers den berg opkomen, om naar hunne ver spreide hoeven terug te kedron Daarby ging menigeen even „De Ster" binnen, om een frisschen dronk te nemen. Nadat zy eene reusachtige kruik koelen wyn uit den kelder had gehaald, trok Marie do rooio gordynen voor de smalle vensters der gelagkamer op één na dicht, om het binnendringen der heete zonnestralen te verhinderen. De oude moeder van den waard uit „De Ster", die jaar uit jaar in voor hot vonsker in haren armstoel zat, sloeg het gebedenboek dicht en maakte den rozenkrans van hare magere vingers los. Te zwak, om den berg af te dalen en het Godshuis te bezoeken, placht zy op Zon- en feestdagen hier haar gebed te verrichten. Met het luiden van den slotzegen was ook hare godsdienstoefening afgeloopen. Zy greep naar de kruk en wan kelde naar de deur, om in de keuken toe te zien. Hare zware voetstappen wekten den eenigen gast, die sedert een uur voor zyn rooden Tiroler zat en byna ingesluimerd was. Toni Meindl was een knappe bruine jonkman van ongeveer vyf en twintig jaren, met heldere, verstandige oogen en scherpe trekken, wien de groene hoed met de groote veer voor- treffelyk stond. Verwonderd wreef hy zich do slaperige oogen uitde werkelykheid, die hy om zich I heen zag, klopte niet met wat hy zoo juist gedroomd had. Hy Wad zich weer ttiuis ge zien op de groote, kale hoogvlakte van den Tbannberg, die hy voor drie dagen verlaten had, om een paar stuks vee van zyn vader naar de markt te Bregenz te dryven. Nooit had hy met den terugkeer zooveel haast ge maakt als nu, want sedert hy Vesi kende, was.zyn „thuis" hem eerst recht lief gewor den. Wel was het eenzame dorp Am Lech, waarheen hy alleen des Zondags ter kerk ging, byna twee uren van zyn huis verwyderd, maar sedert Vesi daar in „De Adelaar" als kellnerin fungeerde, was hem de afstand nooit te ver en sedert dien was hy een getrouw bezoeker van elke godsdienstoefening gewor den. Alleen ter wille van zyn vader en de zaken had hy dezen Zondag van haren aan blik afstand moeten doen. Doch nu had althans de droom hem tot bet stille, bescheiden meisje gevoerd, dat zoo weinig van hare geboorteplaats, hare ouders en de huiselyke verhoudingen sprak. Hy wist alleen dat zy uit h6t eenzaam onder de wou den Hohen Ifen gelegen Schénebach gekomen en sedert een jaar in „De Adelaar" in be trekking was. Maar dat bekommerde hem ook weinig; het was hem genoeg dat hare vriendelyke bruine oogen hem van den eersten blik af hartelyk toegelachen hadden en dat eene 'neimelyke genegonheid tusschen hen ontstaan was. Stap voor stap waren zy nader lot elkaar gekomen, zonder het te bemerken, totdat bet eensklaps tot eene bekentenis kwam. En de droom, die Toni's zinnen be goocheld had, had hem Vesi in den witten bruidssluier aan zyne zyde voor het altaar getooverd, de geestelyke hield eene stich- teiyke toespraak, zy wisselden do ringen daar klonken de kerkklokken en de jonge man ontwaakte. „Hoe laat is het?" vroeg hy de kellnerin, die juist kwam vragen, of zy zyne flesch nog eens vullen zou. „Elf uren", zeido zy; „de kerk gaat juist uit." „Dan moet ik maken dat ik verder kom, om vanavond thuis te zyn." „Een viereltje kan het nog wel ïyden", meende Marie glimlachend en nam de flesch, zonder op zyn zwakken tegenstand te letten. „Nu komen de gasten en wordt het hier ge zellig, en misschi*- is er een, die met u één weg uitgaat. Zie, de distelboer komt ook", riep zy, eensklaps het venster uitkykend, „met krommen Matthias, dat kan weer wat worden." Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1893 | | pagina 5