Persoverilcht De Middelburgsche Courant schryft o. a. „Het liberale lid der Eerste Kamer voor Zeeland, jhr. rar. W. Six, is gevallen. Met 20 stemmen ie, gelyk men weet, ge kozen de oud-rhinibl'.r van financiën jhr. mr. K. A. Godin do Beaufort', anti-revolutionnair. Op den heor Six waren 17 stemmen uit gebracht. Men heeft van nnti-liberale zyde gebruik gemaakt van do afwezigheid van eenige libe rale leden der Provinciale Staten om zich zulk eene goedkoops overwinning te verschaffen. Maar 9terk keuren wy af de houding van die liberalen, die door hunne afwezigheid den val van jhr. mr. Six hebben mogelijk gemaakt. Zyn er voor hun wegblijven ernstige redenen geweest, daw zwfigen wjj. Maar zoo niet: dan hadden wil van hen verlangd, dat zy op hun post waren. Het is te hopen dat de heeren J. A. Bolle, De Smidt, Van der Lek de Clercq, Van Deinse en Van Uye Pieterse zich tegenover de libe rale kiezers in hun district voldoende zullen knnnen rechtvaardigen over dit gemis van activiteit en r udigheid ter wille der party, die hun oen begeerden zetel heeft verschaft 1" Mr. L. Haffmans, lid der Tweede Kamer, door sommigen geheeten het „snaakscbe, grappige of komische Kamerlid," die, zooals trouwens genoegzaam bekend is, het Ven- loosch Weekblad redigeert, heft een klaaglied aan op de arme bezittende klasse. Hy schryft: „Gy hebt het tegenwoordig zwaar te ver antwoorden. Natuur en wetgever schynen tegen u samen te spannen. De natuur door de aanhoudende droogte; de wetgever door de vermogens en bedryfsbelastingen. Beide deze nieuwe belastingen strekken tot ontlas ting van don kiemen man, en dit is hunne verdienste. Mn kon echter de mingegoeden niet ontlasten zonder de meergegoeden zwaar der te belaster.. Nu heeft men bewuerd, dat dit de reden was waarom de mingegoeden niet ontlast werden. „De meergegoeden (zeide men) kiezen de leden der Kamer en dezen zorgen natuurlijk alleen voor hunne kiezers". Dit praatje hour.nu op. De door censuskiezers gekozen Kamer heeft het bewijs geleverd, dat zjj er niet tegen opziet de meergegoeden zwaarder te belasten, ten einde de mingegoeden te kunnen ontlasten. Van deze zelf executie wordt echter gu-no notitie genomen. Geen volksman en j hebben er toch by do vleet geen en'-.^en volksman vak het in, de met-bezitten*klasse geluk te wonschon dat zy ontlast is en nog veel minder do Kamer te pry zen, dat zy daartoe besloten hoeft, 't Is alsof er niets gebomd ware. Onbegrypelykj eenige grief van belang, welke mon tegen de door censusk izers ge kozen Kamers had, is hersteld en toch biyft de machtspreuk „Zonder algemeen kiesrecht geene blyvendo verbetering" wat zy was: het motief der kieswet. Alsof de heor Tak vreesde, dat h publiek tot bezinning zou komen en begrepen dat de kieswet hare reden van bestaan heelt verloren, moet die er nog dezen zomer, in het heetst der heote dagen, worden doorgedreven. Arme bezittende klasseAl doet uwe Kamer al wat het kabinet van haar verlangt, er is by dat kabinet gcene genade voor u noch voor haar. Er aan moet gy en zy; daartoe is een maal besloten en aan dit besluit is niets te veranderen. Tak biyft onverzoenlyk. De wree daard heeft gezworen, de niet-bezittende klasse baas over u te uiaken en by zal het doen „al zou hy d' oppurgoön met d'onderaardsche mengen." 't Is thans mode, alleen met de niet bezit tende klasse medelyden te hebben en velen zullen verbaasd staan, dat iemand het waagt, van de „arme" bezittende klasse te spreken. En toch is ook deze te beklagen. Vooral onder een ministerie, dat tot leus scbynt te hebben „De bezittende klasse, zietdaar den vyand." „Onmogelijk! (hoor ik u hier uitroepen.) Dit kan de leus van het kabinet Tienhoven- Tak niet wezen, want 't is immers de leus der sociaal-domocraten en gy zult toch wel niet Waarde vriend, hoor m\j eerst aan en zeg dan zelf, of het niet allen schyn heeft, dat het zoo is geiyk ik zeg. In twee tempo's wil het kabinet de bezit tende klasse uitkleeden. Het eerste tempo is reeds voorby. Daarin zijn, onder leiding van Pierson, de belastingen op hot vermogen en op het bedryf tot stand gekomen, welke beide de meergegoeden zóó gevoelig treffen, dat velen zullen zeggen: „'t Is nu wèl geweest en wy kunnen het er vooreerst mee doen." „Wat? (zegt de heer Tak.) Er vooreerst mee doen Dat zal ik u anders leeren. Pier- son's nieuwe belastingen zyn douceurtjes by hetgeen u te wachten staat." En nu komt het tweede, het leelyke tempo Dit bestaat hierin, dat de bozittende klasse door invoering van het algemeen stemrecht aan de proletariërs wordt overgeleverd, om nog eens dunnetjes over te worden belast. Dat is het wat ik afkeur, wat my doet zog- gun dat do leus van het Kabinet schynt te zyn „De bezittende klasse, zietdaar den vyand." Vindt gy dit te kras, gy zult my toch wol i i ..reven dat het allesbehalve van genegen- huid getuigt, wanneer men de bezittende kindse, na ze overgehaald te hebben zichzelve ie schoren, terstond daarna door anderen laat v i 11 e n." Meer en meer begint er gelet te worden op den toestand der woningen, inzon derheid op dien der arbeidorswoningen. Daarvan hebben wo onlangs ook hior te Leiden een staaltje gezien. Dit onderwerp betreffende, wordt uit de residentie aan de Zutfensclie Courant het volgende geschreven: „Byna tegelykertyd kemt «it Amsterdam, uit Maastricht, uit Roermond en uit 's-Her- logenbosch oen zeilde noodkreet tot ons. Die noodkreet luidt: Ellendig is het gesteld met de woningen der arbeidende klassen reeds veel te lang is verzuimd daarin afdoende verbetering te brengen. Merkwaardig is vooral do beschouwing, die de algemeene rapporteur van den Geneeskundigen R?.ad te 's-Hertogonbosch aan de verslagen en tabel len voor de verschillende gemeenten toevoegt, merkwaardig om den inhoud, die getuigt van diepe verontwaardiging, maar merkwaardig ook om den persoon, die het eindrapport heeft onderteekend. Dr. M. J. Godefroi is een nestor onder de Nedorlandsehe medici, een geleerde, doorkneed in de praktyk en in geheel Neder land bekend en geacht. Welnu, deze medicus schreef reeds in 1873, dus twintig jaar geleden: „In die bedorven holen met hunne de lucht verpestende riolen en goten, waar onmatigheid en vordierlyking schier onbeteugeld heerschen, waar de onrein heid haar toppunt heeft bereikt, daar brengen uitwasemingen van den mensch zeiven en zyne vuile omgeving, miasmen, even kwaad aardig als ze uit de moerassen opstijgen, het bederf in zijne sappen. Neen, waarlyk, het is niet toevallig, dat ziekten en de dood eone bepaalde voorliefde hebben voor enkele klas sen der bevolking, voor geheele straten en stegen, in de overbevolkte gedeelten der groote en kleine steden. Zoo daar geene ziekte- fabrieken aanwezig zyn, men vindt er stellig ziektemagazynen, en in die magazynen een voorraad smetstof, groot genoeg om ook in de betere wyken haren vernietigenden invloed te doen gevoelen." Thans scbryven wy 1893. Wat is er in dien t(jd gedaan om verbetering aan te bren gen? Niets, is het antwoord van den heer Godefroi, ja toch zoo voegt hy er ironisch by er is wel iets gedaan„In tyden, waarin epidemieën heerschten, heeft men van die ellondige verbiy ven de muren laten witten en aan de bewoners frisch stroo uitgedeeld om op te liggen! Dr. Godefroi schat de meerdere sterfte ten gevolge van den woningnood op 20 pet. Van de 100 personen, zoo schryft hy, die daar onder de ongelukkigste omstandigheden jaar op jaar den dood ten prooi vallen, hadden door beter toezicht, enz. minstens 20 voor hunne familie bewaard kunnen blyven en, voegt hy er by: „dat dit niet geschiedt, dat het niet sedert lang geschied is, het strekt tot schande van onze Maat-chappy, tot schande van den Staat, wien toch aan het gezond zyn en het leven zyner burgers zooveel ge legen ligt." Zeker, dat is krasse taal, maar is het wonder, dat do verontwaardiging de overhand krijgt, als men 40 jaren lang altyd dóór tot het nemen van maatregelen om in den onhoud- baren toestand verbetering te brengen, heeft opgewekt en de hooge autoriteiten er nauwe lijks notitie van nemen? Wat baat het u, zoo roept de rapporteur der Regeering toe, of gy al zorgt voor gezonde schoollokalen, voor ruime kazernes, voor I fabrieks-hygiëne, zoo gy u niet laat gelegen liggen aan de woningstoestanden? Bedenk toch, dat niet alleen de volwassen arbeiders in die holen en krotten zedeiyk verwilderen, maar dat ook duizenden en duizenden kin deren door onreinheid en gebrek aan frissche lucht ziek worden en sterven. „Men moet geneesheer zyn," schryft de rapporteur, „om het voorrecht te smaken al het afgryseiyke van den toestand te kunnen beoordeelen. Kinderen, weinige maanden oud, met een gerimpeld gelaat en diepe vouwen in het voorhoofd, in hooge mate vermagerd, geheel het beeld vertoonende van den ouden man, mot over het geheele lichaam gezwollen klieren en dikke buikon gy ontmoet ze daar te gelyk met anderen, die op het bleek, vaalgeel gelaat het kenmerk dragen van slechte sappen en bedorven bloed. Een groot deel dier beklagenswaardige wezentjes sterft gelukkig reeds voordat het perste jaar bereikt is. Die het wat verder brengen, ïyden aan klierziekten, aan verzwe ringen in de weeke deelen zoowel als in de beenderen, aan bloedbederf en wat niet al meer. Ook de inwendige organen blyven niet gespaard. Jarenlang duurt dit ïyden soms vooit, totdat eindelyk. meestal vóór den 20- j irigen leeftyd, de tering, die hier by voor keur hare slachtoffers zoekt, aan hetjammeriyk leven een einde maakt". De heer Godefroi acht ingrypende maatrege len noodig, nl. eene wet om de onteigening van slechte woningen gemakkelyker te maken en ook geldciyke ondersteuning van den Staat, waar het particulier initiatief onvoldoende l.iykt. „Wordt schryft hy dojsvoning van dien aard bevonden, dat zy onbewoonbaar moet worden verklaard, dan ook geene ver betering, geen oplappen meer toegelaten Zy moet zonder genade worden afgebroken. Wil do eigenaar haar opnieuw optrekken, dan moet dit alleen naar vaste voorschiften en onder behooriyk toezicht geschieden. Tot noedzako- lyke herstellingen moet de eigenaar gedwongen kunnen worden. Geeft hy geen gehoor aan hetgeen de ambtenaar, met het toezicht belast, hem heeft opgedragen, dan moet het geschieden vanwege do regeering of door de gemeente, cie zich dan de gemaakte kosten door den eigenaar laat vergoeden. Omtrent het verhuren van arbeiderswoningen moeten gemeentelyke verordeningen worden gemaakt, waarin vooral de bepaling niet mag ontbreken, dat slechts oene matige rente van het voor de woning bestede kapitaal mag worden getrokken. Maakten we in een vorig overzicht melding van een ingezonden stuk in het Handels blad omtrent de lage veepryzon en de duurte van het vleesch by de vleeschhouwers, ook thans zouden we weer zeer veel aangaande die onderworpen kunnen overnemen uit tal van bladen, want de pennen komen op dit punt in drukke werking. Wo zullen ons echter bepalen by de vermel ding van hetgeen het Nieuwsblad v. h. kanton Oosterhout zegt omtrent de duurte van het vleesch. Hot artikel luidt als volgt Mgr. Von Ketteler, de groote bisschop van Mainz, heeft eens gezegd, dat het sociale vraagstuk eene quaestie van de maag was. Dit is veel gezegd, maar er is ook veel waars in. Primo mangiare, dopo philoso- phare, zooals een Italiaansch spreekwoord zegt, eerst eten en dan philosopheerenen indien do kosten der bestryding var. het huishouden te groot worden, wordt het er voor de weinig gegoede gezinnen met alle praatjes ter wereld niet beter op. Wat zien wij op het oogenblik met den prys van het vleesch gebeuren? Nog nooit is het vee zoo goedkoop verkocht. De aan houdende droogte, die gebrek aan voeder ten gevolge had, heeft de boeren en veefokkers gedwongen, de boesten, die zy niet meer konden voeden, van de hand te doen. Letterlyk voor een appel en een ei, want zy maakten van hun vee maar een derde of vierde van den prys, dien zy er zich in gewone tyden voor laten betalen. Nu had iedereen gedacht, dat het vleesch in verhouding zou afgeslagen zyn. Maar jawel, daar komen de slagers over het alge- meon niet van in, zy houden het vleesch op den ouden, hoogen prys. Had men al gedacht en gehoopt, dat de buitengewoon lage pry zen van het vee voor gevolg zouden hebben, dat nu ook de werk man en do kleine burger eens een stukje vleesch zouden kunnen nemen, daar kan niets van komen, zoolang de slagers als by stil- zwygende overeenkomst het vleesch even duur houden. Algemeen hoort men dan ook onze huis moeders mopperen, en niet ten onrechte. Wordt het vee duurder, aldus klagen zy, dan weten de slagers niet gauw genoeg het vleesch op te slaanwordt het goedkooper, dan houden zy zich van den dommen, en al praat je als Brugman en reken je hun voor, dat ze het vleesch wel een dubbeltje per pond konden afslaan en dan nog eene mooie winst maken, het baat je niets. Nu is niet in ons land alleen do prys Van bet vee zoo gedaald; ook in andere landen hebben goiyke oorzaken gelijke gevolgen ge- hal. Ook daar waren de slagers in het begin niet geneigd aan de klachten van bet publiek hot oor te leenen. Ze dachten: praat maar toe, wy trekken allen ééne l(jn,.en dan kunt ge ons niet aan. Lang duurde dit spelletjeI evenwel niet, want verschillende gemeente-I raden besloten er een speldje voor te steken] en zich met de slagers te verstaan. Vooral in Frankryk was deze bewegingl algemeen. To Moulins werd men het van weerszydenl eens, en de slagers stemden er in toe, hunnel pryzen af te slaan. Dit heeft voor den ver-I bruiker het voordeel opgeleverd, dat een half! kilo ossevleesch 15 en scbape- en kalfsl vleesch 10 centimes goedkoopor is geworden! Het publiek was er zeer moe gebaat e» del slagers maakten nog eene mooie winst. De burgemeester van Orleans heeft zichl eveneens met deze quaestie ingelaten, en zyntl onderhandelingen met de slagers hebben heil gewenschte gevolg opgeleverd. Het rundvleescll is er 20 centimes per kilogram afgeslagen. I In andere plaatsen, waar de slagers nie:l tot eene minnelyke schikking geneigd bleken,I hoeft do gemeenteraad hun in ruil daarvoor! eene belasting opgelegd, zoodat ze, zy he;| dan ook onder een andoren vorm, esn gedeeltil van hunne buitensporige winst zullen moetetl dervon. In verschillende steden, ook in Nederland! gaan stemmen op, om coöperatievtl slachteryen op te richten. Het behoeft niet gezegd, dat de uitvoering van dit plan een nekslag zou zyn voor da slagers, ook voor den vervolge. Er wordt tegenwoordig met kracht tegen dj coöperatieve verbruiksvereenigingen gestreden® omdat zy de langzame ondergang zyn varp den winkelstand. Maar nu is het van dezel al eene zeer ondoordachte handelwyze, cal ter wille van een oogenblikkelijk gewin, ziel door het vormen van stille syndicaten dl sympathie van velen te verbeuren in diel gewichtigen stryd, welke nog onlangs zpl echo in do Tweede Kamer vond. Gemengd Nieuw*. Bedonkeljjk blykt in sommin legers het aantal zelfmoorden te zyn. lil Oostenryk is in het leger het aantal zeil moorden grooter dan dat der sterfgeval lel ten gevolge van longontsteking en ingewand» typhus by elkaar. Het aantal bedroog daJ in 1869 85 op de 100,000 man en in laatste 6 jaren gemiddeld 131. In Duitschlar» komen gemiddeld 61 a 67 gevallen op 100,000 man voor, in Italië ongeveer 40. I Wat het Fransche leger betreft, daar mo-l men onderscheid maken tusschen de Afr.l kaansche en de Europeesche troepen by eerstgenoemden is het cyfer 63, by de ande» 29 op de 100,000 man. By de overige legers vermindert het aa:l tal zelfmoorden langzaam. Terwyi in Engeland de meeste zelfmoord» voorkomen onder de soldaten met meer dj 10-jarigen diensttyd, zyn het in andere lege» juist de recruten, die het grootste bedrag levere.» In Juni en Juli komen de meeste ze» moorden voor, in Januari de minste. Do Zigeunerhoofdman Josep» Petermann en zyne vrouw zyn dezer d3g» te Rixdorf gevangengenomen, daar zy word-» beschuldigd een vreemd kind by hun trc» mede te voeren, dat zy gestolen moet» hebben. De Zigeunerbende kampeert tegenwoorcl te Rixdorf in den Karlsgarten. Bezoeke» van den Karlsgarten nu merkten op, date» vierjarig jongetje, dat slechts bekleed met een rooden doek, onophoudelyk schrei» Een der bezoekers ondervroeg het ventje, c» vertelde Hans Fischer te heeten, uit B!aa» te komen en gaarne naar zyne moeder ter» te willen. Toen de Zigeuners bemerkten, dat de.iong» met de bezoekers sprak, trokken zy hem w» en sloegen zy hem. Do politie werd nu vel wittigd en de wagens werden doorzocht. Il Zigeuners weigerden, toen het kind werd» vonden, het uit te leveren en het moest bil met geweld worden ontnomen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1893 | | pagina 2