10242. Donderdag 13 .Juli- A*. 1893.
feze igourant wordt dagelijks, met uitzondering
van &on- en feestdagen, uitgegeven.
Tweede Blad.
Leideu, 12 Jnll.
Feuilleton.
De wraak eener vrouw.
LEIDSCH jgg DAGBLAD.
m H
m Hi
3 aai:
93.
elsjd
ins.
F1UB DEZER COURANT:
LiHw per t Buodnf
p«r port140.
kderl^pM Nomm*»..*
PBUB DXB ADYEBTZOiTDbr:
1—4 rofrts ƒ1.05. Ioder* r«§*l meer 0.r«v|.
Cvootoro lettere iut pUeUroinrU. Vw h-tf
ƒ4.14 1
Uitil
maken. (181)
Men schryft ons heden uit 's-Gravenhage
Ter herdenking aan het beroemde gevecht
bij het forceeren van de straat van Simono
seki in de Japansche wateren door onze ma
rine, had de held van Simonoseki, de vice-
admiraal jhr. E. De Casembroot, gisteren,
den dag, waarop vóór 30 jaren het roemrijk
wapenfeit gebeurde, de nog in leven zijnde
officieren van de .Medusa", het schip, waar
over hjj in die dagen bevel voerde, aan een
vriendschappelijk maai in het .Hotel Paulez"
genoodigd.
Menig hartelijk woord, betrekking hebbende
op het feit, dat men herdacht, werd door de
oude dapperen aan tafel gewisseld en onder
grooten bijval werd aan de Koninginnen een
toost gebracht, welke per draad aan Hare
Majesteiten werd verzonden.
Ook op het welzijn van den Duitschen
keizer werd een glas geledigd en tevens Zijner
Majesteit een telegram gezonden waarin dank
werd betuigd voor de hoogst vereerende woor
den door Hem in 1891 tegen den vice-admiraal
gesproken, toen deze namens de Koninginnen
Zjjne Majesteit te gemoet reisde tot IJmuiden
om Hem op Nederlandschen bodem welkom
te heeten.
Van Hare Majesteit de Koningin-Regentes
werd in antwoord op de Haar aangeboden
lieilwenschen ontvangen het volgend telegram
„De Koningin-Regentes draagt rny op Uwe
Excellentie en Uwe feestgenooten zeer te
bedanken voor do buide, gebracht aan HH. MM.
d» Koningin en de Koningin-Regentes, en voor
de wensehen, daarbij geuit. H. M. hoopt, dat
het hun, die 30 jaar geleden het roemvol
gevecht in de straat van Simonoseki bij
woonden en die de herinnering aan het
wapenfeit thans feestelijk herdenken, moge
welgaan. De secretaris van H. M.De Ranitz."
Van de keizer van Duitschland werd een
voor de feestgenooten zeer vleiend antwoord
ontvangen, waarin Z. M. den wensch uitte
dat de goede gehechtheid van de Marine aan
het Oranje huis steeds zal voortduren en dat
de geest van mannen als De Ruyter in het
nageslacht zal blijven voortleven tot heil van
het Vaderland.
De Koninklijke Vereeniging „HetEereteeken
voor belangrijke krijgsverrichtingen" bracht
na het diner haren eere voorzitter, den vice-
admiraal jbr. De Casembroot, eene serenade.
In den stoet, welke voorafgegaan werd
door de muziek der jagers, bevonden zich
het bestuur en de leden der Vereeniging met
het vaandel.
Omstreeks negen uren begaf men zich van
het Café Lujjben, Papenstraat, naar het huis
van den vice-admiraal op de Mauritskade.
Daar werden het „Wien Neerlandsch Bloed"
en „'Wilhelmus" gespeeld, waarna jhr. De
Casembroot de leden in eenige hartelijke
woorden toesprak. Spr. uitte den wensch,
dat de Vereeniging zich steeds in bloei zou
mogen verheugen en het jongere geslacht
een voorbeeld nemen zou aan de ouderen,
die daar voor hem stonden geschaard, en het
dierbaar Vorstenhuis steeds zulke trouwe
zonen als zjj waren, waarop het kon rekenen,
zou bezitten.
Een driewerf „hoezee" weerklonk, vermengd
met de fanfares van de muziek. Het bestuur
der Vereeniging werd de eerewijn aangeboden,
waarna men eenige malen voor het huis
defileerde en vervolgens den terugweg aannam.
Naar wij vernemen, worden door den Staat
onderhandelingen gevoerd met de Exploitatie-
maatschappij omtrent het overnemen der exploi
tatie door het Rijk. (IV. Bred. Cl.)
Het stoomschip „Prins Willem I", van
West-IndiS naar Amsterdam, passeerde 11
Juli Ouessant; de „Anchises", van Amsterdam
via Liverpool naar Java, is 10 Juli te Liver
pool aangekomen; de „Kanzier", van Hamburg
en Amsterdam naar Oost-Afrika, is 10 Juli
Port-Said gepasseerd; de „Minerva" vertrok
11 Juli van Stettin naar Amsterdam; de
„Ondine" vertrok 12 Juli van Cuxhaven naar
Amsterdamde „Semarang", van Rotterdam
naar Java, is 12 Juli te Port-Said aangekomen.
Gemengd Nlenvra.
Door den Rijksveldwachter Krab,
uit Rynsburg, is proces-verbaal opgemaakt
tegen C. S., gewezen dienstbode te Rynsburg,
ter zake van verschillende oplichtingen, hier
te Leiden door haar gepleegd. By verschillende
ingezetenen heeft zy door allerlei leugenach
tige praatjes geld weten los te krygen. Zy
was met Mei j.l. pas uit de Ryks-werkinrich-
ting te Oegstgeest ontslagen. Zy is voort
vluchtig.
De genoemde veldwachter uit Rynsburg en
een ryksveldwachter uit Oegstgeest (Vos)
hebben zich in deze zaak zeer verdienstelyk
gemaakt. Dezen hebben alles na- en opgespoord.
Gisteravond omstreeks halfelf
ontstond te Amsterdam een felle brand in
eene oude, leogstaande villa aan het einde
van het Zandpad. De donkere lucht kleurde
zich hel rood boven het Vondelpark en dui
zenden menschen stroomden toe om te zien
wat hiervan de oorzaak was.
De brandweer was in grooten getale spoedig
ter plaatse. Haar arbeid was echter zeer moei-
lijk, daar op het heele pad geen water tot
blussching te krygen was. Men moest de
slangen leggen door het park naar een der
vyvers. Toen daarop ééne handspuit 3de k!.,
twee stoomspulton en eene Vecht-kraan hunne
stralen richtten in den gloed, was die spoedig
gedoofd. Op dat late uur was er een erg ge
drang in het voorste deel van het Vondel
park, want ver in den omtrek had men de
vlammen gezien.
Het huis brandde geheel uit.
Een jongetje van vier jaar kreeg
gistermorgen op de Nassaukade te Amsterdam
al spelende een knikker in de keel. Dadelyk
begaf hy zich huiswaarts, maar zakte onder
weg inéén. Een dokter, die door een der om
standers gehaald was, kon slechts den dood
constateeren.
Eene goede vangst. Men meldt
uit Beverwyk: De politie slaagde er gister
morgen ongeveer halftien in, de hand te
leggen op drie beruchte personages, die
Beverwyk onder zyne inwoners mag rekenen.
G. v. d. K., P. Ten B. en K. De G. waren
ongeveer 9 uren (dus op klaarlichten dag)
bozig, uit het graanpakhuis van den heer
Hooyer drie zakken haver te vervoeren, toen
zy by dat werk plotseling werden verrast
door een bezoek van den eigenaar. Alle drie
zetten het op een loopen, doch in minder
dan geen tyd was de politie hun op 't spoor.
In den loop van den dag werden twee der
deugnieten naar de gevangenis te Haarlem
overgebracht.
Uit Ees meldt men aan de „Asser
Ct." nog:
Omtrent het gruwzame feit, alhier deze
week voorgevallen, vernemen wy thans nog
dat de vermoorde Rika AVenning door haren
vader gowaarschuwd was om, wanneer zy
alleen thuis was, de deuren goed to sluiten.
Dien raad niet vergetende, heeft zy misschien
een emmer water gehaald of iets anders go-
daan, waarop zy door W. in hare woning is
overrompeld. Eene eikenhouten pin, welke
boven de deurklink werd gestoken, lag niet
op de gewone bergplaats, maar in de keukei 1,
zoodat z(j deze heeft willen gebruiken. Eei
van Rika's klompen werd stuk op de gevét
gevonden, hetgeen het vermoeden eener wor
steling versterkt. De vingerhoed, dien zy by(
het naaien heeft gebruikt of willen gebruiken J
is nog om haren vinger gevonden. Een eet-1
lepel lag mede buiten de deur en was zeer
verbogen. Hoe die er gekomen is, weet
men niet.
Omtrent de vorwonding vernemen wy, dat
elk der toegebrachte schoten op zichzelf zo»
zwaar getroffen had, dat elk afzonderlyk den
dood ten gevolge zoude hebben gehad.
De knechtvanden 1 andbouwer
D. P., onder de gemeente Dinteloord, kreeg
gisteren een zóó hevigen slag van een paard
tegen den buik, dat men voor zyn leven vreest.
Een kind in de wieg spelende
met eene slang. Eenigen tyd geledon hoorde
de vrouw van iemand uit Koondroon, in
Australië, die haar zoontje van 18 maanden
in zyne wieg had te slapen gelegd, het kind
in een schaterlach uitbarsten. Zy treedt on-
middellyk de kamer binnen, waarin het kind
zich alleen bevindt, en vindt het in zyne wieg,
doch met het hoofd er buiten hangend en
trachtend iets te grypen. Zy ziet niets, ont
dekt niets, maar lang niet op haar gemak,
daar haar man niet thuis is, neemt zy den
knaap uit de wieg en verlaat zy bet vertrek.
Het kind houdt daama op mot zyn geheim
zinnig gelach. Weinige oogenblikken later
keert de moeder weder in de kamer om de
zuigflesch te halen, die zy vergeten heeft en die
tot hare groote verwondering geheel ledig is.
Terzelfder tyd trelt een vreemd geluid, ver
oorzaakt door het vallen van iets uit de wieg,
haar oor; ontsteld deinst ze terug voor een»
slang van enorme afmeting, waarvan zy met
moeite de woedende beten kan ontwyken.
Gelukkig kwam juist de echtgenoot thuis,
die er in slaagde het afschuwelyke dier te
dooden, dat eene lengte had van ongeveer 5-
voet. In tegenwoordigheid van de slang In
bracht, begon het kind plotseling luid t»
lachen, zyne armpjes naar het ondier uit
strekkend, alsof het er mede spelen wilde.
Dat bracht don ouders de vroegere zonder
linge en onverklaarbare vroolykheid van het
kind in herinnering en thans was die opge
helderd.
Sedert lang speelde het kind met het ver
schrikkelijk ondier, dat de wieg dikwyie be
zocht, aangetrokken door de natuurlyke-
warmte van het kind en de melk in de
zuigflesch.
15.)
Hy schrikte echter onwillekeurig en wendde
haastig het hoofd om, zonder de lachende
groeten zyner vrienden te bemerken, want
het eerste wat hy zag, waren de schitterende
zwarte oogen van Panna, die hem schenen
te willen doorboren. Zy was thans zeer op
gewonden; haar hart klopte geweldig en hare
wenkbrauwen trokken zich dreigend samen.
De verschyning van den graaf had een groot
deel van hare troostende illusies verstoord.
Zy had er zich eene onbestemde voor
stelling van gemaakt, dat de schuldige
in een onteerend gevangenispak, misschien
wel met handboeien of ketens aan de voeten,
zou worden binnengebracht en deemoedig,
gebroken, tusschen twee soldaten, met de
bajonet op het geweer zou nederzitten. In
de plaats daarvan zag zy den graaf, zooals
zy gewoon was hem te zien: keurig in het
zwart gekleed, zorgvuldig geschoren en ge
kapt, met welgedane wangen en lachenden
mond, het hoofd omboog en vry rondziende,
zonder iets in zyne houding van een armen
zondaar, die onder eene zware beschuldiging
gebukt gaat, in één woord ook hier zoowel
als in zyn dorp volkomenmeneer de graaf.
De president opende de zitting en liet door
den griffier de aanklacht, die sprak van man
slag door onvoorzichtigheid, zoowel als het
proces-verbaal van de rechterlyke lykschouw,
voorlezen, om daarna over te gaan tot het
verhoor van den aangeklaagde.
Hy richtte tot hem de gebruikelyke vragen
naar naam, ouderdom en zoo meer, op een
beleefden, weiwillenden toon, die Panna's
hart met bitteren wrok vervulde. Dat was
geen verhoor van een moordenaar, maar
slechts comediespel, dat naar aller genoegen
werd afgespeeld.
V.
Thans kwam de president op de eigenlyke
strafzaak en vroeg den aangeklaagde hoe het
voorval zich had toegedragen. Deze vertelde
nu met eenigszins onvaste stem, hoe hy op
den noodlottigen dag in zyne wagenschuur
gegaan was en hier „zyn arbeider" slapende
had gevonden. Hy had hem gewekt en tot
meer vlyt aangespoord; daarop was de ander
zóó ongehoord brutaal en uitdagend gewor
den en had hem met eene yzeren hooivork
zóó ernstig bedreigd, dat de graaf het slechts
aan zyne overhaaste vlucht en zyne tegen
woordigheid van geest, waarmee hy den woe
dende in de schuur opsloot, te danken had
dat hy er heelhuids was afgekomen.
Panna hoorde met groote oogen en open
mond toe; een gloeiende blos bedekte hare
wangen; zy baalde met moeite adem en
hield zich voorovergebogen met beide handen
krampachtig aan de balie vast. Zy kon niet
gelooven dat zy goed verstaan had. Is het
mogeiyk dat iemand zóó kan liegen, tegen
over het zwarte kruisbeeld, de rechters en
de toehoorders? En de aanklager valt hem
niet eens in de rede? En de aarde opent
zich niet om den schaamteloozen leugenaar
te verzwelgen?
De tuinman, die op Panna's gelaat las wat
in haar binnenste omging, legde de hand op
haren arm en fluisterde haar in het o«r;
„Om Godswil, Panna, houd u kalm, be-
heersch uzelve, of, zoo gy dat niet kunt, ga
dan liover heen."
Panna wenkte hem ongeduldig, dat hy
twijgen moest, want de aangeklaagde sprak
verder. Hy vertelde hoe de opgesloten wagen
maker voortdurend had geraasd en met moord
en brandstichting gedreigd, zood.at hy het
voor zyn plicht had gehouden, den gevaar-
ïyken mcnsch in hechtenis te doen nemen.
Om Jen woesteling vrees in te boezomen,
had hy eene revolver laten halen, die hy
meende dat niet geladen was, en deze was
toevallig afgegaan.
„Dat is een leugen, oen ellendig»leugen L"
schreeuwde thans Panna en schudde do. ge
balde vuist tegen den graaf, die verbleekte
en zweeg.
Er ontstond voor het oogenblik eene ver
warring; de toehoorders verdrongen zich om
Panna, die opgesprongen wae,. bd zochten,
haar tot bedaren te brengen en weer plaats,
te doen nemen.
De voorzitter fronste het voorhooSd, en wilde
juist iets zeggen, toon de official hem toe
fluisterde wie de rustverstoorster was. Panna
ging echter voort met roepen
„Gelooft hem niet, hoeren, hy liegt 1 Hy
heeft hem met opzet en zonder aanleiding
doodgeschoten 1"
Zy zou nog meer gezegd hebben, zoo de
president haar niet in de rede waie gevallen
en met luider stemme riep: „Zwyg, onge
lukkige, gy maakt, u aan een zwaar vergryp
schuldig en zoudt verdienen d»t wy u voor
beeldig straften. Wy zullen echter met de
omstandigheden rekening houden en ons ver
genoegen met u uit de zaal te dot-u vor-
wyderen."
I Wordt «erroljjd.j