De roei wedstrijd vau „Holland ia".
Tegen heden waren op den Ryn b\1 's Mole-
naarebrug de nationale roeiwedstrij-ion door
bovengenoemde Vereeniging uitgeschreven,
waarvoor zich 23 mededingers hadden aange
meld. Aan deelneming ontbrak het dus niet.
Daarentegen had de wedstrijd heden met
zeer ongunstig weder te kampen. Do eerst
droge en warme, vervolgens regenachtige
dagen dezer week, werden thans opgevolgd
door een stormachtigen dag, nu on dan ge
paard gaande met stortbuien of afgewisseld
door krachtige rukwinden.
Dat een on ander op alles een ongunstigen
invloed moest uitoefenen, spreekt vanzelf.
Toch werd bosloton den wedstryd te doen
doorgaan.
De uitslag daarvan, voor zoover by het
ter perse gaan van ons nommer bekend, is
als volgt:
Vierriems-gieken. Ingesohroven„Noreus",
van Amsterdam, en „Amstel", van Amsterdam.
Prys: 5 vorguld-zilveren medailles, behaald
door „Nereus" in 9 min. 34 sec.
Premie: 6 zilveren medailles, niet uit
gereikt.
Tweeriems-gieken. (Juniores). 1ste afdee-
ling, ingeschreven: „Daventria", van Deventer,
„Amstel", van Amsterdam, „Njord", van
Leiden, en Willem III", van Amsterdam.
Tweede afdeeling, ingeschreven: „Deutsche
Turn- und Ruder-Verein," van Rotterdam,
„De Hoop", van Arasterdam, „Hot Spaarne",
van Haarlem, en „Nerous", van Amstordam.
Prys: 3 verguld-zilveren medailles,behaald
door „Daventria" in 16 min. 49J/5 sec.
PremieEen kunstvoorwerp voor den stuur
man en iederen roeier, behaald door „Njord"
in 17 min. 93/5 sec.
De „Deutsche Turn und Ruder-Verein" legde
<lo baan af in 19 min. 144/s sec. en de „Am-
stel" in 18 min. 28 sec.
Single Sculling Oulriggefe. Ingeschreven:
„De Hoop", van Amsterdam, „Neptunus",
van Amsterdam, en „Nerc-us", van Amsterdam.
Prys: Een verguld-zilveren medaille, behaald
door „Neptunus" (geroeid door den heer Ooms)
in 8 min. 322/3 sec.
Gemeenteraad van Voorschoten.
Vergadering van Dmderdag 22 Jnnides
avonds te- holfaclit.
Tegenwoordig do voorzitter en de heeren
Steereveld, Hooymans, Do Bruin, Van Kempen
en v. d. Steen, leden.
Afwezig do hoeren dr. v. d. Horn v. d. Bos
met en Schoor zonder kennisgeving
lo. Wordt vastgesteld een besluit tot af-
en ovorschryving op do bogrooting dienst 1892
tot een bedrag van ƒ23.305.
2o. Komt in behandeling do oprichting van
een telegraafkantoor.
De voorzitter loost voor oen brief van den
directeur-generaal der posteryon en tel -graphic,
waarin deze o. a. mededeelt dat hot bestaande
postkantoor alleen door verbouwing voordon
telegraafdienst geschikt gemaakt zou kunnen
worden, dat de kosten dozer vorbouwing door
het Ryk niet kunnen worden gedragen en ook
niet kunnen leidon tot verhooging van de thans
door den postdienst betaalde huursom. Do
voorzitter deelt mede, naar aanleiding van dezen
brief, aan den eigenaar van de voor don post
dienst gebruikt wordende lokaliteit te hebben
gevraagd of hy geneigd zou zyn die lokaliteit
uit te bouwen volgens het door den directeur-
generaal aangegeven plan, en zoo ja, onder
welke voorwaarden. De heer IJperlaan heeft
daarop geantwoord, dat hy onder de volgende
voorwaarden tot verbouw bereid was. De kosten
ad f 950 moeten hem worden vergoed en de
huurtermyn, welke op 1 Mei 1896 eindigt,
moet worden verlengd tot 1 Mei 1910.
Do voorzitter zegt dat de Raad omtrent de
tweede voorwaardo niets kan beslissen, aan
gezien hot Ryk de huurder is, en stelt namens
B. en W8. voor hen te machtigen met de
Regeering in overleg te treden omtrent die
voorwaarde.
De heer Van Kempen vindt, hoe gaarno
hy ook een telegraafdienst zou zien tot stand
komen, het denkbeeld van B. en Ws. het best.
Men moet eorst weten wat het Ryk wil en
daarna kan de Raad beslissen.
Met algemeens stommen wordt het voorstel
van B. en Ws. aangenomen.
By de gobruikolyko rondvraag wyst de heer
Van Kempen op de wenschelykheid om de
lincloboomen in do gemeente te doen opsche
ren, aangezien anders voor bestuurders van
ri.tuig.ii wel eens gevaar zou kunnen ontstaan.
De voorzitter geeft do verzekering mot den
meesten spoed maatregelen te zullen nemon
om aan het gegronde verlangen van den heer
Van Kempen te gemoet te komen.
Niets meer aan de orde zynde, wordt de
vergadering gesloten.
Gemengd Nieuw».
Naar wy vernemen, is door de
waakzaamheid van een bestuurslid der ver
eeniging „Vergunning", gevestigd alhier, met
behulp der politie, oen Leidsch distillateur
„aangehaald" wegens het verkoopen van ge
distilleerd zonder de vereisohte „vergunning",
welke handeling ten nadeelo kwam der klein
handelaars in eterken drank.
Togen don aangehaalde wordt proces ver
baal opgemaakt.
Togen twee uren hedennamiddag
oveikwam een man, die met een wagen met
breekbare waar over de Hoogewoerd, naby
de Watersteeg, rood, een ongeval, doordien
zyn wagen voorover tuimelde. Al kreeg do
persoon zelf geen letsel, de inhoud, welke
:n zyn wagen lag, kwam er niet zoo goed
af. Al wat breken kon, was door de voor-
overduikeling stuk. Van enkele voorbygangers
ontving de man ter tegemoetkoming in de
geleden schade een kleinigheidje.
Het is te wenschen dat de inge-
slagen weg van de Bloembollen-vereeniging
te Katwyk aan den Ryn van het wekelyks
houden van de beurs tot verkoop van
droge bloembollen niet in duigen zal vallen.
Het is tot groot gemak van den vorkooper,
om daar on zonder veel moeite zyne waar aan
den man te brengen.
De advertentie, in dit blad voorkomende,
doet zien dat er reeds een begin wordt ge
maakt.
Het gerechtshof te 's-Gravenhage
heeft hoden bevestigd het vonnis der Rotter-
damsche rechtbank, waarby J. In 't V., tuin
dersknecht te Bleiswyk, tot 1 jaar gevangenis
straf is veroordeeld wegens diefstal van geld
en kippen te Waddingsveen.
Nog het een en ander over Neer-
bosch.
De „Tel." ontving een schryven, gedateerd
Neerbosch 21 Juni 1893, en geteekend Elisa
beth Johanna Kwast, blykbaar do zuster van
den inzender in „De Ochtendbode", wiens
artikel wy onlangs gedeeltoiyk overnamen.
Zy schryft:
„Ik weet dat myn zuster in de weesin
richting te Neerbosch niet mishandeld is ge
worden. Myn zuster heeft borstlyden gehad;
voordat zy in het ziekenhuis kwam, had zy
al twee en een half jaar gehoest. In het zie
kenhuis gekomen zijnde, zei de dokter, dat
de toppen der longen waren aangedaan. Na
een jaar ïyden, waarby ik haar steeds heb
mogen oppassen, is zy kalm en rustig heen.
gegaan, na een hartelyk afscheid van mijn
heer en mevrouw Van 't Lindenhout."
Wy nemen, zegt de „Tel.", dit schryven
op ter wille der onpartydigheid, niet omdat
wy er groote beteekenis aan hechten. De
weezen van Neerbosch lezen ons blad waar-
schyniyk niet; het is duideiyk, datdeschryf-
ster zich op verzoek der oiroctle tot ons heeft
gewend, en wy hebben dus niet de zekerheid,
dat ook de inhoud haar niet werd geïnspi
reerd. Het zou wel wreed zyn zulk eene ver
klaring in stryd met de waarheid, betreffende
eene overledene, van dier zuster af te vergen.
Maar dat de directie van Neerbosch niet wreed
is, is juist hetgeen bewezen worden moet.
Van meer belang is een schryven, dat wy
ontvingen van den heer B. K. Korfker, hoold
oener christeiyke school te Zaandam, vroeger
onderwyzor te Neerbosch, die, hoewel erken
nende dat er aanmerkingen tegen de weesin
richting zyn te maken, zich toch ten zeerste
verwondert dat de toestand sedert zyn ver
trek zoo zou zyn veranderd als de heeren
Van Deth en Van Houten dien schetsen. Hy
is or met genoegen werkzaam geweest, daar
het hem toescheen dat de weezen er golukkig
en tevreden waren.
„De Echo" is begonnen brieven te publi
ceeren, die ze van oud verpleegden ontving,
waarin de mededeelingen uit de brochure
worden bevestigd omtrent slechte voeding,
onzindeiykhoid, bevordering van het overerven
\an kwalen, zware mishandoling als straf
voor lichto vergrypen, enz.
Ook „De Ochtendbode" bevatte gisteren
weder een artikel van een oud-verpleegde,
die ook eon geval van mishandeling beschryft
als straf voor een zeer licht vergryp, eigenlyk
geen vorgryp.
In „Haarlem's Dagblad" gaf de heer Janzen
den indruk weer, dien hy verleden jaar by eon
bozoek aan de inrichting keeft ontvangen. Die
indruk was beslist oDgunstigeene gelegenheid
om te baden, ja zelfs om zich te wasschen,
on brak ten eeneridiale; geen plantje of
bloompje streelde het oog; er was niets tot
ontspanning; elko poging der bezoekers om
een glimlachje op die strakke gezichtjes te
roepen, mislukte; het waren levenlooze steen
klompen, kleine menschen, doch geen kindoren,
wezens, „waarin men stelselmatig allen levens
lust verdoofd had, die men door overdreven
godsdionstzin, yzeren tucht en onthouding van
alles wat naar wereldsch genot zwéemt, tot
machine raderen verlaagd had."
Iu de schoollokalen en ook aan de etenstafel
zaten verscheidene jongens mot potten en
meisjes met hoeden op ten bewyze, dat zy
klieren hadden. In do ziekenzaal was de too
stand zóó, dat den heer Jar«zen do tranen in
do oogen werden geperst ©n de dames be
zoeksters hare toevlucht buiten moesten
zoeken. „Een lief meisje van 4 jaren lag
doodziek het hoofdje op den rand der harde
tafel geleund. Dat kind ging sterven ik
zag. ik voelde 't," zegt de heer Janzen, „en
niemand, niemand, die zich om 't arme wicht
bekommerde." Toen den geleider der bezoe
kers op dit hartverscheurende tafereel werd
gewezen, antwoordde deze koel, dat er niet
veel meer aan gedaan kon worden dan ge
daan was.
In de slaapzaal scheen men de bezoekers
voor hot vraagstuk te stellen, hoe men zonder
over de bodden te loopen van het eene eind
der zaal naar het andore kon komen; de
ganscho zaal scheen één groot bed, overdekt
door eene grauwe, reusachtige sprei.
Hoo het eten was, kan schry ver niet beslis
sen, maar de reuk stond hem reeds tegen
en aan tafbl heerachte de grootste wanorde,
o. a.doordat de een met oen lepel, de ander
met eene vork er de derde met zyne vingers
at, torwyl de kinderen maar op het eten aan
vielen zonder te bidden.
Toen de heer Janzen, door al deze dingen
gedósfllusioneerd, was vertrokken en onderweg
in gedachten was verzonken, werd hy plotse
ling met een horigen ruk op zyde geslingerd,
„juist bytyds om niet vertrapt te worden
door de hoeven van twee vurige paarden,
gespannen voor oen raet zyde gevoerd rytuig.
In dat rytuig zegt de heer Janzen zat
de heer Van 't Lindenhout, directeur der door
ons bezochto weesinrichting.
In het „Vad." van heden botuigen eenigo
oud-weezen van Neerbosch met name C. Van
den Bosch, F. G. Hitman, C. Postmus, J.
Boezol, G. Heetveld, W. Houtman, J. A.
Houtman, C. C. Gladbeek on J. Baarvlag
hunne ingenomenheid met de inrichting, waar
zij hunne opleiding ontvingen, en hunne
sympathie voor den heer Van 't Lindenhout.
Zij hebben naar Amerika geschreven aan
andere oud weezen om de schryvers der
brochure op verschillende hunner beweringen
van antwoord to dionen.
Ook in de Amsterdamsche bladen spreken
eenige oud-weezen hunne verontwaardiging
uit over de wyze, waarop tegenwoordig door
sommigen over Neerbosch wordt geschreven,
waar zy opvoeding en onderwys hebben ont
vangen. Zy vorklaren kort en goed dat zy
naast God aan den heer Van 't Lindenhout
te danken hebben dat zy zich nu in eene
zelfstandige positie mogen verheugen.
BUITENLAND.
FraukrljU.
In het kort samengevat kan men den
indruk dor Fransche Kamerzitting van Don
derdag niet beter weergeven dan door de
herhaling der banale 6preekwyze: „de berg
heeft een muis gebaard."
Algemeens verwondering heerscht over de
lichtvaardigheid, waarmede de heer Millevoye
van enkele brieven van betwistbaar gewicht
heeft gebruik gemaakt.
De „Figaro" is door den heer Morés in staat
gesteld tot mededeeling der bewysstukken,
waaraan de heer Millevoye en zyne vrienden
de meeste waarde hechtten. Dit zijn een
veertiental brieven en eene afrekening, geda
teerd van April tot Juni 1893 en van de
hand van zekeren Lister, beambte van buiten-
landsche zaken te Londen aan Austin Lee,
oud-beambte van de Engelsche ambassade
te Pary6. Dezo mededeelingen van een onder
geschikt ambtenaar werde.i met den weidschen
titel van officiöele bewysstukken vereerd.
De afrekening, welke de „Figaro" mededeelt,
ware voldoende geweest om den heer Millevoye
in te lichten over do waarde der papieren.
Dit stuk boekt de betaling van verschillondo
sommen aan enkele Fransche staatslieden en
bladen. Hieronder komen voor de Temps",
het „Journal des Débats", do heer Clómenceau
met 20,000 pd. st. en de heer Rochefort,
die in zjjn orgaan steeds in allesbehalve eer
biedige termen van koningin Victoria spreekt,
en3600 pd. st. van de Engelsche regeering
zou hebben ontvaDgen.
Het verdachte van deze combinatie op
zichzelve had den heor Millevoye tot na
denken moeten stemmen. Zeer zeker kwafnen
in de brieven, zegt de „Figaro," uitlatingen
voor, die aanleiding tot minder aangename
vermoedens tegen den heer Clómenceau
konden geven, maar nu heeft dit onhandige
gebruik, dat do heer Millevoye van deze aan
wijzingen maakte, teweeggebracht dat de
lieor Clómenceau weder voor een gedeelte
hersteld is in de achting, welke deze staats
man door zyne betrekkingen raet Horz met
ten onrechte verbeurd had.
Hot noemen van den heer Rochefort heeft
daarenboven ten gevolge gehad, dat er twee
dracht onder de onruststokers ontstaan is.
Althans om deze reden zegt de heer Dórou-
lèJo zich uit het politiek leven terug to
trekken.
In de „Intransigeant" steekt nu de heer
Rochefort zeer den draak met den ridder der
droevige figuur, Millevoye. De „Autorité",
anders voor geen klein gerucht vervaard,
geeft te kennen, dat do heer Millevoye door
zyn ontslag uit de Kamer zichzelf recht doet,
en b6treurt daarentegen het aftreden van den
heer Déroulère, wiens goede trouw ook na
dit schandaal niet in twyfel getrokken schynt
te mogen worden.
Behalve over Clómenceau en Herz, loopen
de bovenbedoelde brieven over den politieken
toestand van Europa in het algemeen en van
Frankryk in het byzonder. Als een staaltje
van hoogere politiek halen wy 6lechts aan,
dat in den brief van 15 April over de Bel
gische. onlusten gesproken wordt, die de tus-
schenbomst van Duitschland noodig zouden
maken; „als Duitschland eenmaal in België is,
zal het Holland, eene koloniale en maritieme
mogendheid, inslikken". De reeks derbrieveD
wordt besloten met de lyst der Fransche po
litici en journalisten, die door Engeland heeten
omgekocht te zyn.
Het blad drukt de brieven slechts af om
de algemeene nieuwsgierigheid to bevredigen,
maar hecht er overigens geene waarde aan.
Zeer waar zogt do heer Masnard dat hek
gebeurde zeker niet dient om Frankrijks
prestige in het buitenland te verhoogen.
De Londensche correspondent van
„Temps" heeft den heer Lister opgezocht
Dezo haalde de schouders op over de bew*
ring, dat hy de brieven zou geschreve
hebbenhy ontkende dit ten stelligste. 0or
heeft by Clómenceau nooit gezien en nooii
mot hem gecorrespondeerd.
Groot-Britannld.
Hot Lagerhuis beraadslaagde gistoravon
over de motie van den radicalen Schotscb
afgevaardigde dr. Clark, tot het verleene
van Home-Rule aan Schotland.
De minister voor Schotland, sir Geork
Trevelyan, stomde toe dat de vertegenwoo
diging van Schotland in het Parlement ni
voldoende is, en de regeering zal dan O'
de eerste de besto gelegenheid aangrijp
om dien staat van zaken te verhelpen. Yf
de motie Clark betreft, de regeering zal he
behandelen als eene open quaestie, ra
spreker zelf zal vóór do motie stemmen.
De motie werd verworpen met 168 teg
150 stemmen, hetgeen een uitbundig ge.iu
op de banken der unionisten deed ontsta
Art. 4 van het Home-Rule-ontwerp v
Ierland is aangenomon. De verdere discu
over Home-Rule is vervolgene tot "Woen:
uitgesteld.
Onder de kust van Syrié, by Tri
hoeft tydens do manoeuvres eene aanva
plaats gehad tusschen twee oorlogssche
van het Engelsche eskader in de Mid
landsche Zee. Het ramtorenschip „Cara
down" Is met zyn ram in de stuurboord
van het pantsorschip „Victoria" geloopen,
gevolge waarvan dit laatste in 15 min
zonk.
Van de 650 officieren en manschap
die aan boord van de „Victoria" waren, w§
er 255 gered. Onder de omgekomenen
vinden zichde admiraal Tyron, comman
van het eskader, de scheepsprediker, de h
machinist, 1 luitenant en 8 adelborsten.
De „Camperdown" werd sterk besclr
on moet dokken.