JE* ériovenicht.
De Delflsche Courant bevat eene berekening
van hetgeen het onderwijs zal kosten als het
plan wordt verwezenlijkt dat'de bon.d van
sociaaldemocratische onderwijzers
onlangs heeft bekend gemaakt, met een leer
tijd van 4 -15 jaar, kleine klassen (ten hoogste
24 kinderen), jaarwedde van f 1000 f 2500,
toelagen voor opleiding enz. Het eindcijfer dier
berekening is.... 65 millioen 'sjaars, nog
zonder do kosten van toezicht enz.
„Wanneer de inrichting van andero onder
werpen der Staatsbemoeiing in den sociaal-
democratischon Staat op denzelfden voet wordt
ingericht, inzonderheid die betreffende den
arbeid", zegt de D. Cl., „dan zal men moeten
erkennen, dat eene organisatie volgens die
beginselen misschien zeer voortreffelijk kan
wezen, maar uit een geldelijk oogpunt toch
wol aan eenige bedenking onderhevig is."
Eenigen tijd geleden, zegt de Baagsche
Courantwerd door den chef van dienst der
Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoor
wegen een schrijven gericht aan hare stations
chefs, waarin werd gelast, „dat aan ministers,
bisschoppen, generaals, enz. voor zoover de
dienst dit toelaat, op hun verlangen afzon-
deriyko coupés in den trein worden
gereserveerd."
't Schijnt echter dat deze order niet tot
alle chefs en conducteurs is doorgedrongen
want toon onlangs een opporofficier zich per
Staatsspoor naar eene andere stad wilde be
geven en een afzonderlijke coupé verlangde,
weigerde de conducteur dit; en of de officier
al verzekerde, generaal te zijn, het besliste
antwoord was: generaal of korporaal, hier is
plaats en hier zult u plaats moeten nemen.
Om aan de aanschrijving naar behooren
govolg te kunnen geven, zouden de stations
chefs dan ook eigenlyk albums dienen te
hebben met de portretten van de ministers,
bisschoppen, generaals, enz., tenzij men
dit „enz.", naar behooren, zoo uitgebreid
opvat, dat zooveel mogelijk iedereen de be
doelde gelegenheid moet hebben, dus als een
votum tegon het volproppen van coupés on
overdreven schrielheid met 't rollend materiöel.
Een zijner Haagscho correspondenten schrijft
aan hot Dagblad voor Nederland
Ge schijnt nogal op uw gemak te zijn na
de beslissing der Kamer over de behandeling
der kieswet-ontworpen. Nu, ik was
dat ook. Het antwoord van den Minister op
het voorloopig verslag had gebracht wat ik
van Tak vorwachtte.
En do voornaamsto liberale bladen schenen
er tamelijk wel vrede mode to bubben. Na
die vorschynselen zag ik in don spoed dei-
Kamer een gunstig teoken. Datza kje mar
cheert wel, dacht ik. Maar heden b n ik beter
ingelicht. Ik had buiten den waard ^erokend,
buiten het conservatisme der liberale rechter
zijde. Ik kan u verzekeren, dat de kansen
dor kiesrecht-ontwerpen slechter staan dan
ze ooit hebben gestaan. Al de pogingen der
liberalon, om hot onderling eens to worden,
hebben schipbreuk geleden. Do beide fraction,
rechter- en linkerzijde, staan scherper tegen-
ovor elkaar dan ooit te voren, en aan de
scheuring ontbreekt haast niets meor. De
conservatieven waren niet te overtuigen. Zy
zullen met eene reeks van amendementen
komen, die de kiesbevoegdheid op geheel
nieuwe grondslagen zullen vestigen met zóó
ingrijpende wijziging, dat oen nieuw sectie-
onderzoek zou noodig worden. Toen in de
zitting van Vrijdag do heer Mackay dit
vooruitzicht ons opende, baardo hot ons weinig
verwondering. Maar van de zijde der liberalen
was m(j dat ondenkbaar. En toch het is zoo,
let wel, ik zog: het is zoo. Van die z(jde
komt principiöel verzet.
En nu, dat wetend, moet ik bekennen, dat
slechts mijne wenschon hot waren, die my
iets anders doden verwachten. Nog maar acht
dagen is het artikel oud, dat Van Houten
met de driestar in de Middelburgsche schreef,
on waarin by ronduit zeide togen Tak's
ontwerpon „overwegende bedenkingen" te
hebbeneen artikel zóó anti ministeriöel, dat
het de breuk zou vormen tusschon schrijver
en rodactie. En nu moosten wy geheel ver
goten zijn, wat Van Houten thans be-
teekent in do liberale party, vergeten ook
dat Beaufort mot hein in het bureau der
liberale club zit, om voorby te zien, dat Van
H o u ten's artikel niets anders en niets minder
is dan de uitspraak der liberale rechterzyde.
Do uitspraak is: ovtrwegende bedenkingen.
Men weet wat dit zeggen wil.
Wat de houding van Tak zal zyn, is voor
niemand twyfelachtig meer. Het antwoord op
het voorloopig verslag is duideiyk: goone
principiëele concession. Bovendien, Tak is er
de man niet naar, om zich politiek onmogo-
lyk te maken. Hy zal dus aan de grondslagen
der ontwerpen niets laten afbreken. En het
wordt dus meer dan waarscbyniyk, dat wy
in Augustus voor eene crisis staan.
En dan?
Natuuriyk allereerst afscheiding der liberale
linkerzyde. Deze echter vormt geene meerder
heid. De overbiyvende liberalen evenmin. De
Katholieken ook niet. Ergoeen nieuw minis
terie Heemskerk?
Ondenkbaar. Dus: ontbinding.
üy zult zeggen: dat is wel wat ver vooruit
geredeneerd. Maar ik vraag u wat er anders
mogeiyk is. Waar ik de zekerheid heb van
hetgeen er omgaat in de liberale party, de
zekerheid, dat een sterke groep de uitbreiding
der voorstellen T a k ver van zich wegwerpt
als eene radicale dwaasheidwaar Tak bekend
staat als een man uit één stuk, geen politieke
seiiacheraar, iemand, die zich gerugsteund
weet door de groote meerderheid des volks,
do groote meerderheid ook der liberale party
die lang niet zóó conservatief is als hare afge
vaardigden daar is niets anders mogeiyk.
Nu begrypt men ook waarom Handelsblad
en Vaderland zoo woinig ingenomen waren
met de beslissing tot de behandeling in Juli.
Zy wisten wel, dat in zóó korten tyd de
verbroedering derbroederen niet moge-
ïyic is.
We staan voor de laatste acte van hot
drama: De zelfmoord der liberale party.
Een later bericht aan hetzelfde blad luidt:
De liberale Kamerclub zal opnieuw verga-
deron. Do spanning tusschon de beide deelen
der party is eer toe- dan afgenomen. Misschien
zal thans de geheimhouding, die in de vorige
vergadering was opgelegd, worden opgeheven."
Uit Wolvega wordt aan het maandblad
Boa$ gemeld: „In dit voorjaar verliest de
Gereformeerde Kerk alhier, welker ledental
555 bedraagt, ongeveer 100 leden, waarvan
een groot deel naar Noord-Amorika gaat. Het
is to bejammeren, dat zulke energieke personen
ons verlaten en wy met verlamde liberalisten
en hun socialistischen nasleep blyven zitten."
De Oetuige zegt naar aanleiding daarvan:
„Zio, dat is de wondeplek der landver
huizing. Op den duur wordt ons volk er
slechter door. Wie moet, hy ga met onze
beste wenschen; maar vereenigingen, welke
zich ten doel stellen het Calvinistisch deel
van ons volk naar den vreemde to leiden,
hebben onze sympathie niet.
„Ons land heeft brood genoeg vooralzyne
zonen, als hot maar goed bestuurd wordt."
Ook door ons, zegt de Boodschapperis
meermalen op die schaduwzyde van land.
verhuizing gewezen. De socialisten en andere
ontevredenen blyven; zy mopperen en klagen,
gaan heftig te keer tegen Rogeering en Volks
vertegenwoordiging, die natuuriyk „niets"
doen en ook „niets willen" doen; en zoo
alles verwachtende van den voorzienigheid-
Staat, wordt hun toestand erger en de onte
vredenheid grooter.
Onze Gereformeerden onder de landbouwende
bevolking hebben daarentegen wel wat anders
goleerd.
Zy hebben het bidden geleerd, maar
ook het werken en by geen rechtgeaard
christen komt het op om het heil van hem
en de zynon van den Staat te verwachten;
zei ven hebben zy de handen uit de mouw
te steken. En nu hun arbeid hier te lande
zoo weinig vruchten oplevert, blyven zy niet
by de pakken nederzitten en mopperen en
klagen zy niet, maar wordt door hen dankbaar
gebruik gemaakt van een middel, dat hun
lot kan verbeteren, nl. landverhuizing.
Maar zoo doende wordt het getal goed
gezinde en rustige burgers, die het cement
uitmaken van de natie, met ieder jaar sterk
verminderd.
Zeker is het waar, dat ons land brood
genoeg heeft voor al zyne burgers, mits
echter wit den bodem gehaald wordt wat er
in is.
Indien de mannen van het kapitaal
hun geld staken in vaderlandsche ondor-
nemingon, in plaats van in buitonlandsche
effecten, indien ook het Ryk voorging
om de woeste gronden te ontginnen, om
de zoo uitgestrekte en onnutte plassen
droog te maken we zouden reeds een heel
eind op den goeden weg zyn.
En de landverhuizing, die altyd de beste
klachten wogneemt en alzoo eene ramp in
uitgebreide beteekonis dreigt te worden, werd
dan vanzelve minder.
In het Rottcrdamsch Nieuwsblad lezen we:
Ër zyn in de laatste dagen herhaaldelijk
stemmen opgegaan om dien stroom van
landverhuizers, door het Oosten onaf
gebroken naar onze haven gestuwd, zoo al
niet te keoren, dan toch onschadeiyk te maken.
En inderdaad niet zonder grond.
Mag die begunstiging van onze haven ook
al eenig geldelyk voordeel afwerpen voor
enkele ingezetenen, toch valt het niet te ent-
kennen, dat dit voordeel eene uiterst geringe
premie mag heoten voor het groote gevaar,
waaraan onze stad voortdurend is blootge
steld door hot herbergen der doortrekkende
Oosterlingen.
Wy weten het allen by eigen aanschouwing,
•lat zindelykheid in den regel niet eene hun
ner beste eigenschappen is en dat zy over
het algemeen niet behooren tot het krach
tigste en wel doorvoede gedeelte van hun
volk, zoodat zy onder de gegeven levensom
standigheden eeno groote trefkans bieden voor
allerlei ziekten, waarvan zy wellicht de kiemen
reeds met zich voeren.
Tot dusver liep alles verwonderlyk goed.
Van ernstige ziekten onder hen hoorde men
niet, totdat een tweetal dier lieden, afkomstig
uit Hongarye, door de pokken werd aangetast.
Indordaad mag het nog een geluk by een
ongoluk heeten, dat zy door deze ziekte wer
den bezocht. Pokken komen, al is het ge
lukkig zeer sporadisch, byna elk jaar ook by
ingezetenen onzer gemeento voor en het pu
bliek telt dit niet zoo zwaar.
Maar stel dat zich in stede van pokken
onder die zwervers eenige gevallen voordoen
van cholera, die in het Oosten van Europa
r.og geenszins als geweken is te beschouwen.
"Wat zal dan het gevolg zyn? Wy willen nog
niet eens denken aan eeno verspreiding dier
ziekte, aan eene epidemie, als Hamburg ver
leden jaar te aanschouwen gaf; zelfs by een
sporadisch voorkomen van cholera zullen de
gevolgen ernstig zyn. Het buitenland, dat
door eene treurige ervaring geleerd is, zal
onze haven besmet verklaren en de duizenden,
die met het landverhuizers-vervoer verdiend
werden, zullen niet opwegen tegen de mil-
lioenen, die onze handel direct en indirect zal
schade lyden.
Is het niet zaak van de bevoegde autori
teiten om hieraan gedachtig te zyn?
Wy' hopen, dat het voorkomen der bedoelde
ziektegevallen een prikkel zal zyn, om het
geneeskundig toezicht te verscherpen. Wil
men niet den radicalen maatregel van een
algeheel verbod toepassen, dan neme men
flinke voorzorgen en in 't byzonder belette
men den lieden, dat zy zich, zooals nu go-
beurt, in afwachting hunner inscheping, door
een groot deel der stad verspreiden.
Een streng isolement voor allen zonderonder
scheid en een scherp onderzoek aan de grenzen
is zeker alleszins wenschelyk. Men bedenke
dat het dempen van den put als het kalf
verdronken is, helaas wel veelal gebruikelyk,
maar niet juist aanbevelenswaardig is.
De Standaard vestigde de aandacht op het
gevaar, dat landverhuizers uit Rus
land voor ons land, met het oog op de
cholera kunnen opleveren (zie vorig Pers
overzicht).
De Arnhemsche Crt. teekent hierby aan:
Toen in Hamburg de cholera heorschte, is
beweerd dat die ziekte was aangebracht door
de uitgedreven Russischo Israëlieten. Het
nauwkeurig onderzoek naar de oorzaak heeft
aan het licht gebracht, dat deze slechts te
vinden was in de zorgeloosheid van de over
heid ten aanzien van het drinkwater. Het
water wordt dan ook nog algemeen als de
verspreider der gevreesde ziekte beschouwd,
terwyi omtrent hare overplanting van den
eenen mensch op den anderen tal van voor
beelden, indirecte bewyzen, zyn aangevoerd,
die deze meening weerleggen.
En nu commo si de rien n' était komt
de Standaard op tegen de landverhuizing der
Russische Joden over Nederland, terwyl Ham
burg sinds 15 JcÉii zyn grondgebied voor dien
stroom gesloten heeft.
„Moet dan eerst," vraagt het blad, „eene
plagc als te Hamburg ook over ons komen
eer men wyzer zal worden?"
Dus die arme lieden, die op niet te recht
vaardigen wyze uit hun vaderland verdroven
worden en in andere werelddeelen een bestaan
willen zoeken, moeten ook wy weigeren tyde-
lyk toe te laten, omdat zy in opgepropte
derde-klasse-wagens van bommeltreinen her
waarts komen!
Waariyk, indien het van de reizigers zei ven
afhing, zy zouden ook veel liever in coupés
eerste klasse van sneltreinen de reis afleggen.
Maar zy bezitten niets ter wereld en in plaats
van met christeiyke liefde zich over hen te
ontfèrmen en hen voort te helpen naar hunne
besteraming, wil de Standaard hen weren
misschien wel naar Rusland terugzenden
om de plage, waaraan zy onschuldig zyn.
En dit is de raad van een blad, dat te pas
en te onpas in alles den godsdienst betrekt.
Op het bovenstaande uit de Arnhemsche Crt.
antwoordt de Standaard weer het volgende:
Zeker als welkomstgroet aan de Gerefor
meerden, die de volgende week in Arnhem
vergaderen zullen, schryft de Arnhemsche Crt.
dit (bovenstaande) aan ons adres.
Dit stukje viel ons tegen, gaat de Standaard
voort.
In de laatste dagen was de welbedaagde
damo uit Arnhem, met zoo'n coket jong mut6je
op, uit den hoek komen schieten, dat we
heusch meenden, dat ze weer op de hoogte was.
Toch is zo het blykbaar niet.
Ze weet niet, dat de Senaat van Hamburg
reeds sinds 15 Juni geen derde klas Russischo
landverhuizers meer op haar gebied toelaat.
Lezen gaat ook niet te best meer; want
nota bene het feit stond gememoreerd in
ons eigen artikel, waarop ze aanviel.
Dus voortaan de fok opl
En wat ons eigen land betreft, zal ze nu
wel gehoord hebben, dat de minister
van justitie zich reods mat deze
1 an d v e r h u iz er a p a s s a g e bemoeid
heeft, en, zy het dan ook voorloopig uit
anderen hoofde, zekere klasse van deze lieden
over do grenzen terugdrijft.
Blykbaar wil de Arnh. dat de Regeering
meer compassie met dezo Russischo Joden,
dan zorg voor hare eigen onderdanen hebbe.
En wie nu aan die dwaasheid niet aan-
wil,dien noemt de Arnhemsche friiet
zeer Christelijk.
Sapienti sat.
IxNGEZONDEN.
Mijnheel' de Redacteur!
Met bevreemding namen wy kennis van een
bericht, voorkomende in het „Leidsch Dagblad"
van Donderdag jl., waarin gesproken wordt over
eene nieuwe veeziekte, die vergeleken wordt
by de „zoogenaamde zenuw-zinkingkoorts va*
den mensch", terwyl iets lager staat dat men
nog onzeker is hier to doen (e hebben met
eene „soort van veetyphus dan wel eeno long
ziekte of eenige andere kwaal" 1
Voorwaar oen vage diagnose, waarvan do
uitwerking niet anders kan zyn dan het ver
wokken van noodelooze ongerustheid. Vooral
het ongemotiveerd gebruiken van veelomvat
tende woorden als „veetyphus"en „longziekte",
schrikbeelden voor den toch reeds zoo ge-
druxten veehouder, achten wy in de gegeven
omstandigheden bedenkolyk.
Wy hebben de bedoelde vyf beesten niet
gezien, doch achten ons verplicht onze ver
wondering uit te drukken, hoe men er toe
kan komen de verschynselen van „zonuw-
zinktngkoorts" met eene longziekte in verband
te brengen, terwyl op het oogenblik dat het
bericht ons bereikte reeds drie koeien ge
storven waren, en men dus ruimschoots in
de gelegenheid was, zich hieromtrent nadere
zekerheid te verschaffen.
Nog deelen wy mede, in de strekon waar
wy praktizeoren dit jaar meermalen een by-
zondere vorm van hersenvlies ontsteking waar
genomen te hebben, waarvan de verschynselen
zóó karakteristiek waren, dat niet de minste
twyfel omtrent aard en zitplaats der ziekte
kon overblyven. Kan dit lyden soms ook hier
worden bedoeld?
Oudshoorn, j 23Junil893. D. A De Jong.
Leiderdorp, j A. v. Leeuwen.
LICHTSTERKTE.
Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek.
Datum.
Uur
Aantal.
Gem. Eng.
Standk.
11
Juni.
8 30
0.45
7
16.6
12
8 30
9 45
8
16.2
13
8.30
9.45
7
16.6
14
m
8.30
9.45
8
16
15
8.30
9.45
7
16.2
IC
8.30
9.46
8
16.4
17
8.30
9.45
8
16.4
Dit beteekent: Wanneer men 5 cubic feet =i 141.6
liters per nur van ruik gae verbrandt in een Sugg's
London-Argand-Standard burner No. 1, met 24 gaatjes,
wordt een licht verkregen, dat in eterkte gel(jk e'.a&t
met 16.6, 16.2 enz. 8tandaardbaareen, waarvan elke
kaars 2C grains 7.8 grammen öpermaoeti per uur
verbrandt.