Burgerlijke Stand. BUITENLAND. Fronki*}jk. In Parys was gisteren natuurlijk aller be langstelling gericht op de interpellatie- Millevoye. In den loop van don morgen bleek reeds buiten de Kamer, dat de zekerheid van den heer Millevoye omtrent de gevolgen der aan gekondigde onthullingen aan het afnemen was. De ministerraad wees ieder voorafgaand onderhoud met den interpellant af en was eenstemmig tot het besluit gekomen, geen debat over gestolen documenten, al worden deze als bewijsstukken voorgesteld, te aan vaarden. Verwonderlijk rustig bleef ook de hou ding van den heer Clómenceau, geheel in overeenstemming met de verklaring van zy:i orgaan, de „Justice". De moor ernstige groote bladen, die voor het grootste gedeelte hunne instemming in de executie van den heei Clómenceau by do Kamerzitting van Maan dag betuigd hadden, toonden thans weinig medewerking aan don door de „Cocarde" en den heer Millevoye aangebonden stryd te willen verleenen. De Kamerzitting werd onder een grooten toevloed van belangstellenden geopend. Reeds des morgens om tien uren werd or queue gemaakt aan de deur van het Palais Bourbon. De heer Clómenceau zat op zyne gewono plaats en was uiteriyk zeer kalm. Alle minis ters waren aanwezig. De heer Millevoye vroeg aan den president van den ministerraad, waar Cornelius Herz is, hoe het met zyne gezondheid staat on welke maatregelen de regeering heeft ge nomen om zyne uitlevering to verkrygen. De minister-president Bupuy antwoorddo dat Herz nog steeds ziek ligt te Bourne mouth en volgens de opinie der Fransche guneeslieeren, niet vervoerd kan worden. De heer Millevoye zeide dat Engeland er aan gedacht heeft, directen invloed op do Fransche politiek uit te oefenen door middel van geheimen, welke in haar bezit zyn. Maar ernstiger is het feit, dat de politieke agent van Engeland, nl. do heer Clómenceau, in de Karatr zitting heeft; dat deze agent eischte dat Corsica zou afgestaan worden, en dat hy er toe medewerkte om Frankryk van zyne rechten op Egypte te doen afzien. De voorzitter merkte op, dat or sprake is v. ji eeD© vraag en niet van esnointerpellatie. De mfflister-presiö01: i Dup r.y v«rao-.:A; vu heer Millevoye zyne aanvraag te. :itc no'uucn van eene interpellatie to formuleeren. De heer Millevoye diende daarop een schrif telijk verzoek voor oene interpellatie in. De heer Pourquery de Boisserin heeft even eens verlof gevraagd de regeering te inter- pelleeren over: lo. de uitlevering van Cor nelius Herz, 2o. de stukken welke men beweort van de Engelsche ambassade gestolen te heb ben en 3o. over Arton. De minister-president Dupuy antwoordde dat de aanvraag tot uitlevering van Herz zal doorgezet worden tot er gevolg aan is gege gevenwat Arton betreft, al het mogelyke i6 gedaan om hem in handen te krygen, en er wordt nog steeds naar hem gezocht. Het is do vaste wil der regoering, deze beide quaestiën tot een goed einde te brongen. (Toejuichingen.) Wat de documenten betreft, welke aan het Engelsche gezantschap zouden ontstolen zyn, de regeering kent hare plich ten: zy kan niet officieel kennis nemen van, noch staat maken op documenten van dezen aard, welke door diefstal zyn verkregen. Maar do regeering had het recht zich bezig te houden met de vraag, op welke wyze dtze papieren onderzocht konden worden, en welke gevolgtrekkingen er uit te maken waren. De kennisneming daarvan kan alleen aan de rech- teriyko macht worden opgedragen, en de in structie is reeds geopend. De regeering heeft haien plicht gedaan door te weigeren kennis te nemen van deze documenten en door ze am de justitie over te leveren. De heer Clómenceau eischte dat het volle licht over de zaak zal opgaan en sommeerde Millevoye het bewys to leveren, dat hy hot land verraden heoft. De heer Millevoyet Ik zal myn requisitoir hervatten en aantoonen dat Clómenceau de medeplichtige is van een oplichter. Een be woner van het eiland Mauritius, die zich wilde wreken op Clómenceau en Engeland, hoeft ons de bewezen geleverd. Door diefstal is men de stukken of do afschriften daarvan machtig geworden. Voor de echtheid dezer papieren sta ik in en allo gevolgen daar van aanvaard ik. Spr. toonde een brief van 2 April 1893. De voorzitter bracht hem in herinnering, dat de internationale beleefdheidsvermen moe ten geëerbiedigd worden. De minister van buitenl. zaken Develle schuift alle verantwoordelykheid van zich en protesteert tegen het voorlezen der brieven. Baron De Marsay verlangde dat de Kamer in geheime zitting overging. De voorzitter wilde dit alleen toestaan als een desbetreffend voorstel door twintig leden ingediend werd. De heer Millevoye hervatte de voorlezing van den brief, en noemde eenigo Franschen, o. a. Rochefort, Burdeau, Laurent, die gold van Engeland zouden ontvangen hebben, Cló menceau zelf niet minder dan 20,000 pd. sr. De minister-president Develle meende dar. de heer Millevoye het slachtoffer is van eene treurige mystificatie. Hy had dit dadeiyk gezegd. De heer Burdeau verlangde dat alle stuk ken op de tribune zouden voorgelezen worden, en dat de heer Millevoye zich nader zou ver klaren. De heer Millevoye ging voort met het voor lezen o. a. van het afschrift, der correspon dentie, welke tusschen den oud-minister Ribot en den Khedive zou gevoerd zyn. (Levendige beweging.) Uit andere stukken weer moest blyken, dat de regeering wist, dat Arton ergens aan de Middellandscho Zee verbiyf hield. Voorts haalde hy het meliniet-proces, den staatsgreep in Servië en de onlusten in België er by. De heer Dóroulède stond daarna van zyne zitplaats op en verklaarde dat hy zyn ontslag nam als afgevaardigde. De heer Maujean stelde de volgende motie voor: „De Kamer, hare vorachting uitsprekende over de schandelijke en belachelyke laster praatjes, en betreurende dat men 's lands tyd met ydele discussion heeft laten verloren gaan, gaat over tot de orde van den dag." De heer Clómenceau steunde deze motie. Hy bezwoer de Kamer om, zoo zy nog twyfel mocht koesteren, het te zeggen. (Toejuichingen.) De opgewondenheid steeg ten top. De heer Millevoye kondigde eindeiyk ook aan, dat hy eveneens zyn ontslag als afgevaardigde nam. De motie Maujean werd met 389 tegen 4 stemmen aangenomen. De „Indépendance Beige" van hedenmorgen deelt ten opzichte van deze „zaak Clómenceau" in noofu'zaak veler m sen in;*, ca: gedreigde or.tnaihüffen, w&Lie ao.i ee mi-».:re inter pellatie- Millevoye vooratgingen, niu<. «n-ers dan als eene „fanfaronnade" met hot oog op de verkiezingen beschouwd mogen worden. Bulgarije. De „Svoboda" bevat het verhaal eener misdaad, welke te Sofia ontdekt werd. De personen, hierin betrokken, zyn een sergeant- majoor van het leger, zyne vrouw en zuster een masseerder uit een badgesticht en zyne zuster, twee gendarmen, een Turk en twee zigeuners. Naar het schynt, had de sergeant- majoor voor een paar maanden 2000 fr. ge leend van den masseerder en hem hiervoor een bon gegeven. De leener had reeds herhaaldeiyk zyn geld teruggevraagd en ein- deiyk had de sergeant-majoor aan zijn aan dringen toegegeven en hem verzocht den vol genden dag met zyne zuster by hom te komen eten, om dan samen de zaak te regelen. Het aanbod werd aangenomen en den volgenden dag gingen de masseerder en zyne zuster, op hun Zondags gekleed, naar het huis van den sergeant-majoor. Onderweg ontmoetten zy een Turk, die by hen inwoonde en die hun vroeg waar zy heen gingen. De man antwoorddo dat zy naar den sergeant majoor gingen, om hun geld terug te halen. Zy koerden 's avonds en ook do volgende dagen niet terug, waarop de Turk aangifte deod van die verdwyning, by de politie. Er werd eeno wacht gezet aan de woning van den sergeant-majoor en aan die van den masseer der. Eiudeiyk, na een zorgvuldig onderzoek, werd do sergeant majoor en zyne familie aangehouden. De vrouw legde spoedig volle dige bekentenis af. Na den maaltyd had de sergeant-majoor, geholpen door twee gendar men, waarvan de een de beminde zyner zuster was, den masseerder en zyne zuster vermoord en van alles wat zy by zich had den beroofd. De bon der 2000 fr. werd natuuriyk vernietigd; de ïyken werden in een diep hol begraven, dat eenige dagen te voren door een paar zigeuners in hunne woning gegraven was. Het hol werd daarna zorgvuldig verborgen onder meubelen en ander gerief. Al de deelnemers aan die vreeseiyke' misdaad zyn thans aangehouden. Een der gendarmen vergozelde Stambouloff en Beltcheff op het oogonblik, dat de laatste vermoord werd. De zustor van den sergeant-majoor was vroeger meid in het paleis van den vorst en zy werd daar weggezonden wegens talrijke ontvreemdingen. Toen men haar aanhield, vond mon in hare kist nog een gouden horloge, dat aan eene der eeredames van de prinses Clémentine had behoord. De sergeant- majoor had 3600 fr. in de spaarbank en wordt verdacht twee zyner bloedverwanten, die onder geheimzinnige omstandigheden stierven, vermoord te hebben. Geheel Sofia is in opschudding over d.e dubbele misdaad. Oemeng4 Nieuwe, Men schryft aan de „Haarl. Ct.": Het besluit der Staten van Friesland van 17 November 1892 verbiedt „het beryden der spoorstaven van een tramweg met een voer tuig, niet tot de onderneming van den tram weg behoorende." Werd er niets meer ge zegd, dan was de zaak in ordemaar nu is er bygevoegd: „en voorzien van óón of meer tot het ryden langs de spoorstaven ingerichte wielbanden." Dus, zoo redeneert het arglistig menschengeslacht, zyn die wielbanden niet tot het ryden op de spoorstaven ingericht, dan gaan we weer onzen kostelyken gang. En zoo doen zede wielbanden worden zoo wat rondgeslagen en dan leert de onder vinding, dat het ook best rydt, want dan is er al heel weinig wryving. De anarchist Methöfer is door de Haarlemsche rechtbank van rechtsvervol ging ontslagen, omdat van de volzinnen zyner rede, waarvoor hy terechtstond, de eerste eene eenvoudige verklaring is voor wat de anarchisten denken, terwyl do volzinnen, sub 2o. tot 4o. ten laste gelegd, wel is waar een beslist opruiend karakter dragen, maar daarin niet wordt opgeruid tot een bepaald feit, dat, zoo het werd uitgevoerd, strafbaar zou zyn. De feestgaven by ge1egonheid van het jaarfeest aan de Weesinrichting te Neerbosch (op Woensdag 14 Juni) hebben ruim f 2000 bedragen, welke som door nog vorder ingekomen giften tot ƒ3000 geklom men is. In de jongste Raadszitting dor gemeente 's-Hertogenbosch beerschte eene by- zondore opgewondenheid. By het debat over het voorstel van 't plan van geldleening a f 150,000 voor 't bestuur der kweekschool, hielden zich een zestal leden, met den wethouder Van der Steen aan 't hoofd, buiten stemming, terwyl zy van hunne weinige ingenomenheid met het voorstel deden blyken. Eenigo oogenblikken later was de benoeming van een raadslid in het college van Regenten over de Godshuizen en der algemeeno armen aan de orde, en werd weder van dezelfde zyde de vraag gedaan of de benoeming niet kon worden aangehouden tot Jnli a. s., na de ge meenteraadsverkiezingen. By den voorzitter bestond hiertegen bezwaar en 't voorstel, om dadelyk tot benoeming over te gaan, werd aangenomen, weder met 6 stemmen tegen. Daarna had volgens de „'s-Hert. Ct." het volgende plaats: Het lid mr. Alfons Van Ryckevorsel zegt tot het lid Meuweae: „Kom, Meuwese, laten we gaanl" De leden mr. Alfons Van Ryckevorsel, Meuwese, Bolsius en Van der Steen verlaten de vergadering. Het lid mr. Tilman vindt deze gedraging onbetameiyk tegenover den raad en den voorzitter. Het lid jhr. mr. Van Meeuwen„het is schande!" Het lid mr. Tilman„en nog wel de wet houder, iemand, die de wet moet houden." „Het lid dr. Roosenburg: „'t is medewet- houder well'' Er bleven nog elf leden over, die daarop den heer Lutkie tot lid kozen. Aan hot station Wolvega, waar do brievenzak uit den Hollandschen morgen sneltrein geworpen wordt, is deze zak onder den trein geraakt. De couranten werden ge heel vernield, de brieven kwamen er over het geheel beter af. Toen Dinsdag-avond een 7-jarig knaapje van B. K. te Apeldoorn nog niet uit de school was thuisgekomen, werd men ongerust en ging zoeken. Eerst diep in den nacht vond men hot kind, maar, helaasdood. Blykbaar had het gespeeld op een hoop boom stammen, was er tusschen gegleden en be klemd geraakt en had zoo den dood gevonden. By den internationalen zeï wedstryd to Antwerpen is de groote prjj „Challenge cup Antwerpia", beh&ald do< het Antwerpsche jacht „Lincoln" van Arno Engelshet deod de vaart naar Bath en teru in 6 u.f 9 min., 42 sec. De „Zwerver", E. Kol, te Amsterdam (de overwinnaar den wedstryd van verleden jaar), kwam h tweede aandat jacht volbracht den toet in 6 u., 18 min., 2 sec. By het tweede nummer, de „Challeng Sculdis", was do eerste „Masaniello", va Claessens. By het derde nummer won de „Zwerva den prys. „Isis", van L. Hoyack, te Amste dam, was 2de„Stella", van Vos van Hag stein. 3de, en „Osiris", van P. Von Rat 4do aankomende. De gezagvoerder van het „Vikin| schip" en zyne mannen zyn juist niet vo( hun genoegen uit. Op zee hebben zy h< peluronde hunne lange reis allesbehalve aai genaam gehad en nu worden zy door <1 Amerikanen met zeor weinig heuschhoid b jegend. Toen kapitein Andersen met vyfz\j& mannen Zondag avond van eene receptie Brooklyn naar huis gingen, werden zy doi een hoop gemeen volk aangevallen. Zy ve dedigden zich krachtdadig tot eenige politi agenten toeschoten en in den blinde mi hunne knuppels rondsloegen, meenende m een gewonen straatoploop te doen te hebbes en ten slotte de zes Zweden gevangennamei Maandag-ochtend voor den rechter gebracb moesten dezen met vyftig anderen opeeng pakt in eene cel zitten, waar het zoo benauw was, dat één hunner flauwviel. De rechti verdaagde de behandeling der zaak oene weel op grond dat een der politie-agenten, die d inhechtenisneming hadden uitgevoerd, vacanti had. De heer Andersen c. s. zyn middelerwj onder borgstelling vrijgelaten. Het aantal werkstakers te Du bedraagt reeds meer dan 10,000. Ook in h< district Teplitz hebben de werklieden va verscheidene mynen hot werk gestaakt. Een meeting is gisteren door de infanterie en cav lerie uiteengedreven. Gilbert, de bekende „dynamiet man", is aan boord van het stoomschi „Chester", waarhy als James Cumminghamo de passagierslyst stond, te Nieuw-York aaEg komen. Hy werd opgewacht door ongevee 100 der voornaamste Ieren uit Nieuw-Yorl Brooklyn, Yersoy City en Philadelphia. In de Portugeesche provinci Minho heeft een no n on weder gewoed.Een vrouw, 4 macro;» n 2 kinderen zyn doe den bliksem gedo,. ALFEN. Bo vallei): N. Kom, gob. Van d( Meer, Z. B. J. Averdieok, «eb. Vlaswinkel, P.- A. Spreij. geb. Yaii Wijk, Z. Ovorledou: 13. Yierbergen, Z. 18 d. AARLANDERYEEN. Bevallen: W. E. Siai geb. Boa, Z. BODEGRAVE. Bevallen: W. Van Leeuue, geb. Van Zwioton, D. J. A. Batelaan, geb. Y» Dam, Z. G. Bierhorst, geb. v. Halen, Z. P Been?, geb. Van Wijk, Z. O. Baelde, geb. Vroege, Z Overleden: J. A. Van D&m, echtg. van F Batelain, 24 j. L. v. d. Panne, 2 j. BOSKOOP. Bevallen: A. Verbij, geb. Nienuen dijk, D. J. F. Boor, geb. Steinvoort-, Z. 8tolkor, geb. Van Vliet, Z. T. Anker, geb. Tal Wynen, D. Ovorloden: O. Verboom, geb. Hesaelmeija 80 J. J. Van der Stam, 92 j. - L. Blcegiu geb. Mulder, 77 j. J. Van Eo, 80 J. HAZER8WOUDE. Bo vallen: M. Van Drie!, gek Do Brntjn, D. Overleden: N. Van Driol, D. 1 d. P. V» der Neut, jm. 24 j. N. Hniaman, Z. 2 m. KOUDEKERK. Bevallen: C. Borreman, geb Dugm, D. J. C. Do Groot geb. Sprokkerieb, D LEIDERDORP. Bevallen: G. Immink, geb v. Klaveren, Z. J. Hoogstraten, geb. Van Bostelei Z. J. Tuijthofl', geb. Balvert, D. J. V» Zandwijk, geb. Nagtc-gaal, D. J. Maas, geb. Yi Rijo, D. A. X. Delfos, geb. Goeje», Z. Overleden: N. A. Do Rniter, D. 3 m. NIEUWKOOP. Bevallen: A. Verlaan, geb. Yi den Helder, Z. M. Th. Do Boog, geb. Kroes meijer Z. Ovorledon: T. J. M. Bote, Z. 2 j. A.Witte bol, echtg. van H. Grevold, 30 j. OUDSHOORN. Bovallen: A. Van der Neet gob. Van Kuilonburg, D. W. Van Eijk, geb. D Graaf Z. REEUWIJK. Bevallen: A. Stouthart, geb.Yer burg, Z. Overloden: F. Van Eijk, 24 j. J. Stouthart ld. J. De Jong, 88 j. Gehnwd: W. De Jong en M. Woudenberg. A Kraan en J. Van Tol. TER-AAR. Bevallen C. J. K. Kroft, geb. Congn D. A. Kelder, geb. Zijn, Z. - P. Heemskerk,geb Gaalswijk, D. Overleden: S. Okkorso, Jd. 47 j. A M Hoogervoret, D. 1 j. F. Angenent, D. 1 m. Gehuwd: Tb. rijper, Jm. 22 j. en A. C. Boel jd. 18 j. WOU BRUGGE. Be ve. 11 enL. Blom, gelStigter Z Overleden: H. J. Senne, Z. 21 m. ZWAMMERDAM Overleden: J. Tgeterm»! Z. 1 XE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1893 | | pagina 6