X* ersoverKioht* Uit de residentie wordt aan de Tijd ge schreven Vooral nu in don laateten tyd van alle kanton het bevorderen van de Zondags rust besproken wordt en de middelen ter vorkryging daarvan worden gezocht, bleek meermalen dat het particulier initiatief niet alléën in staat is tot het bereiken van die ru6t, maar Staat on Gemeentebesturen moeten medewerken. Van veel zyden kan men ook eene richting ten goede opmerken, zoowol by den Staat als in verscheidene gemeenten, doch enkele, waaronder de residentie behoort, maken hierop eene schitterende uit zondering, zouden de voorstanders (tegen standers van Zondagsrust) van de beperkte Zondagsrust zoggen. "VVat toch is de reden, dat de residentie mot den vinger moet worden aangewezen, die zich zoo vorstelyk behoordo to gedragen in hot bevorderen van den wensch, door de publieke opinie uitgosproken? Laten wy slechts onkelo motieven noemen en aan anderen overlaten, raeor op te geven. B9ginnon wy met het onbeantwoord laten van het adres, door den R K. Volksbond reeds in do maand December 1892 ingezonden naar aan leiding van eene door genoemden BoDd ge houden vergadering, gecombineerd met ver schillende voreenigmgen, tor behandeling van do Zondagsrust in het algemeen, maar voor de bakkers in het byzonder. Een groot half jaar is, meont een ieder, toch niet een te kort tydsbestek, om een adros to beantwoorden, gezonden door een Bond, die het gezag niet alleen erkent, maar stount. Mopperaars kan men de leden niet noemen, wanneer hun geduld ten einde is en beweerd wordt: de gemeente werkt niet mee aan de belangen van ons, die zich ordelyk gedragen. Mogen wy het bovenstaande, op zyn zachtst genomen, eene onbeleefdheid noemen, eene orgerlyke zaak was hot voor iodoren Zondagvierder, op Zondag 28 Mei 11. de gemeenteschool in do Roggeveenstraat passeerendo, daar den ganschen dag te zien schoonmaken, wat onzos inziens moest worden belet. Valt dit misschien buiten de Zondagswet van 1815, omdat do werkzaamheden binnenshuis waren, het was voor het publiek van bulten af te aanschouwen; alloon reeds hot water, dat over d n domdorpel naar buiten stroomde, was voldoende om te doen zien wat or gebeurde. Bovendien, aangenomen dat er gewerkt was zonder dat het publiek dit had gezien, was hot dim te verdedigen? Het past niemand, maar het minst gemeente ambtenaren, om op Zondag scholen te laten schoonmaken; daarvoor dienen toch de Zaterdag-middag en de vacantie. Treffend is het vorschil tusscbcn de eene gemeente en de andere. Utrecht bijv. kan aan de residentie tot voorbeeld gestold worden. Och, of men eindeiyk eens begreep, niet slechts de noodzakelykheid van de Zon dagsrust tot heiliging van den mensch, maar ook het nut daarvan voor de maatschappe- lyke verhoudingen 1 Aan den Limburger Koerier schryft „Artisan" naar aanleiding dor op maatschappeiyk gebied betreurde toestanden o. a. Twee middelen kunnon myns Inziens wel eenigszins heipon, om eene spaak in het verkeerd rollend wiel te steken en 't in zyne dolle vaart iets of wat tegen to houden. Op de eerste plaatsgedeolteiyke afschaffing of inkorting van het krediet en vermindering der gelegenheden tot dolle on overdreven gold- verkwi8ting. De eerzame ambachtsman had groot gelyk, toen hy het krediet aanwees als eene aller ongelukkigste uitvinding, die van don eenon kant do koopwoodo in de hand werkt en van den andoren kant 't den gowonen man on- mogeiyk maakt, op oerlyke wyze handel te dry ven of het eene of andere ambacht uit te oefenen. Duideiyk genoog word deze zaak in zyn briefje uiteongezeter dient maar ge- haDdeld te worden. Dit nu is de plicht van Bonden on Voreeniglngen, die slechts een door tastend besluit te nomen hebben, om in dit opzicht c^ne omwenteling ten goede teweeg te brengen. Waarom zou het b. v. niet mogelyk zyn, dat de ambachtslieden van eene zelfde soort en plaats de overeenkomst sluiten, om voort aan hunne goederen allóón u contant of hoogstens met drie maanden krediet te ver- koopen? In den beginne zal de invoering van zulk een« nieuwigheid misschien gepaard g van met eenige moeilykhedenmisschien zullen ook dan evenals nu eenige on- maatschappeiyko burgers worden aangetroffen, die don vreemdeling boven den landsman etelloD, doch gaandeweg zal men ook deze moeilykheden overwinnen en zal de heolo zaak ten goede keeren. Dat men aanpakkol Hier in Limburg vooral, waar, volgens de getuigenis van vakmannen, juist ten gevolge van het krediet, zoo weinig solide zaken wordeo aangetroffen. En nu ons tweede middel: het tegengaan en zooveel mogelyk afschaffen van die over tollige gelegenheden tot geldverkwisting. Het zyn de grooten, de aanvoerders, de regelings commissies van feesten en allerlei zotte aardigheden, die hier de groote schuld op hunne schouders ladenmeer dan de kleinen, die om zoo te zeggen gedwongen worden van de al te schoone gelegenheid gebruik te maken. Do grooten moesten In- zion, dat op den ingeslagen weg geen heil, gosii voorspood te vinden is, en verstandig genoeg zyn, om de buitensporigheden af te schaffen en de uitspanningen te verminderen. Het zyn de grooten, die door hun over dreven vertoon en hun onnoodigen opschik de minderen aanjagen tot govaariyke onte vredenheid. Zy moeten beginnen, 't eenvou diger aan te leggen. Het zyn de nieuwsbladen, die door hunne gnrekteen al te bloemorige relaasjes de massa's doen watertanden en de begeerte naar meer aanwakkeren en levendig houden, en daarom waag ik het, aan alle bladen van goeden wil het voorstel te doen, in dit punt- minder vrygevig te wezen. Allen bekennen wy, dat do tegenwoordige toestand in voel opzichten te wenschen over laat. Ook weet men boel goed waar het hem zit. Too dan, late men dan ook zoo wys on manmoedig wezen, de hand aan den ploeg te slaan on do middelen tot veranderingen aan te pakken Yan hooggeachto zyde ontving het Haagsch Dagblad eene berekening met eene daaruit afgeleide gevolgtrekking welke, als by- drago tot kenschetsing van de „weldaad", door de belasting her vorm ing-Pierson den gegoeden, maar ook den kleinen man be wezen, alleszins ovorweging verdient. Feiten spreken luider en krachtiger dan woorden. „Een groot huishouden uit den eenvoudigen stand verbruikt in de week aan zout l'/i pond of 71/, ons; oen klein huishouden uit don eenvoudigen stand verbruikt in de week aan zout 1 pond of 5 ons; vroeger kostte het zout aan de keet ƒ0.06, in do winkels 0 07; thans kost het zout aan de koot 0.03 in de winkels ƒ0.04; verschil aan de keet ƒ0.03, in do win kels ƒ0.03; dus een groot huishouden betaalde vroe ger aan zout per weok ƒ0.1072 X 52 5.46 'sjaars; thans per week ƒ0.06 X 52 ƒ3.12'sjaars; verschil per week ƒ0.04%, dus ƒ2.34 'sjaars; en een klein huishouden betaalde vroeger aan zout per week ƒ0.07 X 52 ƒ3.64 'sjaars thans per week/"0.04 x 52 ƒ2.08'sjaarrs verschil per week ƒ0.03, dus 1.56'sjaars. Gowooniyk noemt do kleine man hot zout met 11/| of 1 pond tegelyk. Zeep gebruikt de kleine man byna niet. Aan de keet kan men niet minder dan 9 pond krygen. By oen voornaam winkelier, waar een deftig gezin ter markt gaat, kostte hot zout vroeger 7'/i cent de 5 ons, per week 1 kilo, ls 15 cents X 52 ƒ7.80 'sjaars; thans 4 '/a cent de 5 ons> P0r week 1 kilo, is 9 cents X 52 ƒ4.68'sjaars, mindor ƒ3.12. Groene zeep, vroeger 16 cents de 5 ons, per week 5 ons, is 16 cents X 52 8.32 than6 12 cents de 5 ons, per week 5 ons ls 12 cents X 52 ƒ6.24 'sjaars, minderƒ2.08; totaal minder ƒ5.20 'sjaars." Mon kan gerust aannemen, dat een huis houden, hetwelk zooveel aan zout en zeep verbruikt, gemiddeld aan de vermogens- en bedrijfsbelastingen zal betalen ƒ60 'sjaars. Aan zout en zeep geeft het minder uit ƒ5.20, alzoo meerdere uitgaaf ƒ64.80 'sjaars. Die moordore uitgaaf zal ergens op gevonden moeten worden. Is het nu niet meer dan waarschyniyk, vraagt het H. Dagbladdat die gevonden zal worden in minder giften aan armen voor lief dadigheid en in minder koopen en laten wer ken, en zal dit niet moer nadeel aan den kleinen man berokkenen dan dat by voor deel heeft van de vermindering van den zout- accyns In de Standaard lezen we omtrent R u s- sische emigranten: In Juni '92 waarschuwden we tegon het gevaar, dat de Russische emigranten oplever den voor het overbrengen van de cholora, die toen reeds in Rusland heerschte. Anderhalve maand later brak de cholora op ODtzettende wyze in Hamburg uit endealge- moene opinie zocht de oorzaak in de Russische emigranten. Dit is later wol betwist; maar de Senaat van Hamburg schynt toch in dio mate de gangbare voorstelling te deelen, dat hy nu reeds goweigerd heeft, na 16 Juni een enkelen emigrant op zyn grondgebied toe te laten. Dit doet opnieuw de vraag ryzen, welke maatregelen onze Regeering denkt te nemen. Nu toch Hamburg gesloten wordt, komt do stroom te breeder over ons land vloeien. Waarom handelt nu Hamburg wèl en ons 1 md niet? Moet dan eerst eene plage als te Hamburg ook over ons komen, eer men wyzer zal worden Men bedenke toch wel, wat we reeds een vorig jaar in herinnering brachten, dat het on mogelyk is zindelykheid te betrachten by het vervoeren van derde-klas-emigranten, die mot een b u m m e 1-treln uit Zuid-Rusland naar hier meer dan eone week onder weg zyn geweest, en opgepropt in de wagens zitten, met al hunne armeiyko plunje by zich. Weer valt ons oog op een gedichtjet In het maandschrift Rosarium toch, orgaan van de vereenigirg „Nos jungunt rosae", komen de volgende regelen voor, by gelegen heid van de tor eere van onze jeugdige Koningin te houden rozententoonstelling te 's Gravenhago op 6, 7, 8 en 9 Juli, gedicht door den hoor E. Laurillard Aan de Koningin. De Hulde eener Koningin. Ik, Roos, de Koningin der bloemen, Ik kom met feest'Jyk blyden zin U met myn hulde en heilgroet tegen, U, N6örlands jonge Koningin Ik wensch U, steeds bemind te wezen, Gelyk ik altyd word bemind 'k Wensch U een lot vol rozegeuren, Op Uw gelaat de rozetint. Daartoe beveel Ik myn onderdanen, Zich steeds te scharen langs Uw baan, Maar nooit de stekols, die ze dragen, Naar Uwe voeten uit te slaan. En bovenal heb 'k dit te wenschen, Dat U, gansch anders dan aan my, Een levensduur van vele jaron Door 's Hemels gunst beschoren zy 1 Do Maatschappy van Letterkunde heeft, gelyk men weet, dit jaar gebruik ge maakt van de gelegenheid, in eene vorige vorgadoring geopend, om ook dames leden te bonoomon. Een 13-tal onzer dames-autours zyn benoemd. De Amst. (hot weekblad) wydt aan dit meldenswaardig feit eene geestige teekening. Prof. Ten Brink stelt de niouw benoemde leden voor. „Tandem bona causa triumphat!" spreekt hy. „Al zyn deze edele jofferen dertien in getal, hun komst spelt geen onheil. Uwe levenskracht, oude heer klinkt het uit zyn mond tot den typischen vertegenwoordiger uit de laatste helft der vorige eeuw de Leidsche Maatschappy werd in 1766 opgericht, die by de komst der dames uit zyn zetel is gerezen. Aan het hoofd der jofferonrey staan do dames Helene Swarth, mevr. v. Wenneskerkon—Junius, mej. Sloot (Melatio van Java) en mej. Yirginie Loveling. Een aardig gedichtje, waarin de dames do revue passeeren, is or by gevoegd: Karig waart ge met uw dank klinkt het, en dan volgt c Doch de ure der voldoening Is gekomen. Niet gemard 1 't Zy voor u geen boetedoening, Maar oen lieflyke verzoening: Druk ze allen aan uw hart! Het laatste nummer van de Spectator geeft eene plaat van de plannen tot oprichting van een standbeeld voor Z. M. Koning Willem III. Aan 't einde van een aantal teekeningen van standbeelden, welke allen nog voor oprichting in aanmerking behooron te komen, ziet men eerst het standbeeld, ge- tv\Jd aan de nagedachtenis van Willem III. De rij begint mot don 6tadhouder-koning Willem III; dan volgen Maurits, Fredorik Hendrik, De Wltt, Huygens, een tal onge- noemden en eindelyk "Willem Hl. „Ieder zyn beurt," luidt liet onderschrift. Oemengd !flenw«» Het laat zich a&hzien dat de Brasem orm eer a. s. Zondag oen aardig schouw spel zal opleveren. Vele personen maken zich reeds gereed oen gozolligen tocht te organi- seeren en de Stoombootmaatschappy „Do Vol harding" blyft ook niet achter. Niet alleen vertrekt er voor de leden van „Hollandia" en gewone paaeagfers 's morgens te 9 uren eene boot uit het Utrechtsche Veer, maar de maatschappy laat tevens uit de Haven eene boot varen om niet loden, die een genoeglyken dag op het water willen doorbrengen, daartoe in do gelegenheid to stellen. Do prys is niet boog en wie or mot zyne geheele familie van gebruik wil maken, nu, daarvoor zal de di recteur voor toestaan van eenige reductiowel te vinden zyn. Hoe meer zielen, hoe meer vreugd 1 Voorts lezen wy nog in eone dor in dit blad voorkomende advertentiën, dat de leden van „Hollandia" gratis en niet leden tegen oonö kleine vergoeding met hunne vaartuigen heen en terug gesleept kunnen worden. Het is een feit, dat door de richting van den wind óf do Brasemermeer niet gemakkelijk te be reiken is ëf het op tyd thuiskomen kan worden belet. Voor eigenaars van boeiers, sloepen on andore soorten van vaartuigen is dit euvel dus ook uit don weg geruimd, By den veehouder H. Straathof, in den Veenderpolder, gemeente Woubrugge, is onder een koppel vee eene kwaadaardige ziekte uitgebroken, waaraan sedert Zondag jl. reeds drie beesten bezweken zyn, terwyi er nog twee aan ïyden, aan welker behoud met grond gewanhoopt wordt. Volgens het zeggen van den veearts Muya komt de ziekte overeen met do zoogenaamde zenuw-zinkingkoorts by den mensch. Of het nu eene soort van vee- typhus dan wel eene longziekte of eenigö andere kwaal is, schynt nog niet uitgemaakt te zyndoch by elk aangetast dier wordt wel, na oen snel verloop der ziekte, alle hoop op herstel opgegeven. Omtrent het reeds vermelde opstootje te 's-Graven hage deelt het „Vad." het volgende mede: De Noordstraat was Maandag-avond in rep en roer. Omstreeks halfacht had een vader van een jong werkman, die Zaterdag zyn ontslag kreeg van do Zuid Hollandsche Bierbrouwory, zich ten kantore dier brouwery vervoegd om op heldering to vragen over dit feit. Daar de man, die voorgaf don directeur te willen spreken, aan welk verzoek geen gevolg kon worden gegeven, daar deze uit de stad was, blykbaar onder den indruk van sterken drank verkeerde en op berhaaldo aanmaning het terrein niet verlaten wilde, werd hy vry hardhandig buiten het hek gezet. Dit voorval had natuurlek reeds de aandacht getrokken van eenige opgeschoten jongens en wat Maandaghouders, die voor de fabriek bleven staan en wier aantal reeds was toege nomen, toen de in zyne eer gekwetste vader, na andermaal eene hartversterking te hebben genomen, terugkwam om nog eens „verhaal to zoeken." Hy begaf zich weder op het torreln en daar enkelen uit het publiek lust scheden te gevoelon hom te volgen, deed de Duitsche brouwmeester do hekken sluiten. De ver toornde vader gaf inmiddels tegen een deel van het personeel zyn hart lucht en moet zoo wordt althans beweerd den zoon des directeurs gedreigd hebben. De brouwmeester, die nogal driftig schynt uitgevallen, nam toen oen stuk yzer op en bracht er den man een paar zoo govoelige slagen mede toe, dat deze ineenzonk. Buiten weerklonken kreten: „Ze vermoorden hem!" en het gobelgde publiek, dat de mis handeling had gezien, drong op de hekken aan, die echter weerstand boden. De mis handelde man was inmiddels naar de blónen- zyde van hot hek gestrompeld en werd door eenlgen uit het publiek over het hek heen gehaald, doch zonk in de Noordstraat weder ter aarde. Terwyi dit gebeurde, werd van uit het publiek een regen van projectielen gericht op het kantoor en woonhuis van den directeur, waar weldra goene ruit meer heel was, zoodat eene schade van wellicht een paar honderd gulden is aangericht. De politie, die blykbaar laat gewaarschuwd was en botrekkoiyk geruimen tyd noodighad om van de Groenmarkt naar de Noordstraat te komen, moest van den wapenstok gebruik maken, om de menigte te doen uiteengaan. Toch schynen er geone ernstige klappen te zyn uitgedeeld.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1893 | | pagina 6