Nieuwe onthullingen omtrent flfecrbosch. (.einoujfd IV i e u ws. ken schryft ons heden uit Den Haag: In de Noordstraat was het gisteravond wederom zeer woelig. Langs de Zuid-Hol- land8che Bierbrouwerij, waar (zie elders in dit blad) den vorigen avond eveneens volks- oploopen waren voorgekomen, trokken troepen jongens, schreeuwende en scheldende op enkele beambten van de brouwerij. Later op den avond groeiden deze troepjes aan en van 9 tot 11 uren was het rond do fabriek zwart van de menschen. Eene zeer sterke politiemacht, onder com mando van inspecteurs, bewoog zich onder de menigte. De agenten moesten herhaaldelijk charges maken om de fabriek tegen het volk te beschermen. De politie kon echter niet beletten dat ook nu weder enkele ruiten werden ingeworpen, meestal door jongens, die achteraan stonden. Een ijzeren kogel snorde rakelings langs het hoofd van een politie-agent en verbrijzelde de spiegelruit van oen winkel naast de brouwerij. De hoofdcommissaris, de heer Van Scherm beek, was ook in de straat aanwezig. De man, die Maandag-avond van een be ambte der brouwerij klappen zou hebben gokrogen, omdat hij hot terrein der fabriek niet wilde verlaten, moet onder geneeskun dige behandeling zijn en zyn werk niet kunnen verrichten. To halfvier g i s t e r n a m i d d a g i s te Amsterdam brand ontstaan in de tweede Dacosta8traat. Een huis is afgebrand, twee zijn uitgebrand. Alle drie waren onbewoond en juist afgetimmerd. Te halfv(jf was men den brand meester. Don vorigen avond omstreeks halfnegen had aldaar een brand plaats in het raanufac- turen-magazyn van den heer Grootehuis, Dapperstraat, hook Commelinstraat. De brand ontstond door het ongemerkt in brand raken van een uitgestald kleedingstuk. De brandweer, die spoedig op do plaats aanwezig was, was den brand in den tijd van nog geen half uur volkomen meester. Om drie uren in den ochtend brak die echter weer uit, waarschijnlijk doordien er wat aan het smeulen was gebleven. De brand weer kwam weder en bluschte andermaal den brand, welke reeds eon dreigend aanzien had gekregen, voorgoed. In verband met den toenemenden aanvoer van Russische landverhuizers is door den minister van justitie aan de procureurs generaal, fungeerende directeuren van politie, ondor verwijzing naar vroegere circulaires, eene missive gericht, waarin, met het oog opdien toevoer en de vrees voor eene besmettelijke ziekte, is bepaald, dat alleen dan, wanneer Russische landverhuizors zijn voorzien van vervoerbiljetten naar de Vereenigd3 Staten van Noord-Amorika met de Nedei landsch- Amerikaansche Stoomvaartmaatschappij te Rotterdam, zy kunnen worden toegelaten; zoo niet, dan behooron zy aan de grens te worden teruggewezen of onmiddellijk langs denzelfden weg waarlangs z(j gekomen z\jn te worden uitgeleid. Deze landverhuizers moeten bovendien voorzien zijn van voldoendo middelen om de enkele dagon, die zy te Rottordam vertoeven, in hun onderhoud te kunnen voorzien. In deze missive zegt de minister, dat volgens ingekomen berichten, binnen enkele weken nog ongeveer 50,000 dezor lieden aan de grenzen van ons land te wachten zjjn. Gistermiddag had te Rotterdam eene con ferentie plaats tusschen den inspecteur van hot geneeskundig staatstoezicht en den burge meester, met. het doel te beraadslagen over de maatregelen, tegenover het stoomschip „Sandal", uit Koningsbergen gekomen, te nemen. Onder do equipage van genoemd schip heerschen nl. de zwarto pokken. Het schip zelf ligt voorloopig in quarantaine te Maassluis. Blijkens de berichten uit Nieuw-York neemt de Amerikaansche overheid strenge maat regelen om do Russische landverhuizors te woren, die men poogt binnen te smokkelen. Daaronder waren er 37 die uit Argentinië naar Liverpool waren teruggekeerd. Een Fransch boterhandelaar, de heer Levigoureux, is tot 3 maanden gevangenis straf en 8000 ir. boete veroordeeld, omdat by raar Engeland uitgevoerde boter met margarine vervalscht had. De „City ofPekin", welke Zondag te San-Francisco binnenliep, bracht do tyding, dat. volgens een gerucht te Nagasaki, oen Fransch oorlogsschip op de kust van China iu de lucht zou zyn gevlogen. Ten gevolge van de ontploffiug zouden zeventien menschon het leven hebben verloren en een dorp zijn afgebrand. Een nieuw schandaal op til. De „Cocarde" te Parys bevatte gisteravond de volgende mededeeling, welke door haren hoofdredacteur eeteekend is: Hoogverraad. De zitting van gisteren was slechts een "voorspel van een reeks ont hullingen van buitengewonon ernst, welke binnenkort voor de rechtbank en in de pers zullen gedaan worden. Myne vrienden en ik hebben van eene regeering gestolen of doen stolen een aantal documenten die uit een vaderlandslievend Fransch oogpunt van bui tengewoon belang zyn. "Wy erkennen dat wy voor het hof van assises kunnen worden ge daagd, want wy hebben iets gedaan golyk- staande met het openbreken van een brand kast. Doch wy hebben dat gedaan voor hot vaderland. Dit zal men weldra gewaarworden, (w. get. Edouard Doucret.) Toon onlangs door verschillende bladen de bekende brochure over Neerbosch werd bespro ken, trachtten ze uit eente zetten, waarom zy aan de voornaamste beschuldigingen van de beide schryvers niet zooveel gewicht meenden te moeten hechten, terwyi do onjuistheden van sommige hunner voornaamste beschuldi gingen werden aangetoond. Eóne beschuldiging was echter van z<5ó ernstigen aard, dat men vond, dat daarvan do waarheid of onwaarheid in het openbaar zoo spoedig mogelyk moest worden uitge maakt, onverschillig wie de personen zyn mogen, die deze beschuldiging hebben geuit; het gold zware mishandeling on een geval zelfs van mishandeling met doodelyken afloop. Thans wordt evenwol door een oud-ver pleegde van Neerboscb, den heer E. Kwast, in „De Ochtendbode" diezolfde beschuldiging herhaald en worden nieuwe gevallen genoemd van zware mishandeling, welke zelfs door den heer of mevrouw Van 't Lindenhout por- soonlyk moeten zyn volvoerd. Aan den heer Van 't L. wjjt de schryver den dood van een vriend, aan mevrouw Van 't L. die van zyne eigon zuster. Het wordt nu ernst mot de beschuldigingen. Onlangs schreef een yverig voorstander van Neerbosch, de hoer Roosmale Nepveu, dat de oud-verpleegden moesten worden gehoord. Hot optreden van eon oud-verpleegde, die zich beklaagt over mishandelingen, welke hy zelf ondervond, en over mishandelingen, waarin by de oorzaak ziet van het ovorlyden van zyne zustor, zal dan ook in de oogen van velen aan de quaestie een heel ander karakter geven. Namen wy uit do brochure van den heer Van Deth stukken over, ook aan de woorden van den heer Kwast behoort de meest moge- lyke ruchtbaarheid gegeven te worden. Daaraan is hot volgende ontleend: Over de ligging wordt niet geklaagd, al hoewel er 's zomers in de hoeken van de ledikanten „wantjes" zaten. Wat het eten betreft, verklaart schryver er in zyn tyd „altyd nog wel een bos wortelen" by te hebben gelust, en dat het tekort dikwyis moest worden aangevuld door diefstal. Zyne zuster, die nog in Neerbosch wordt vorpleegd, zegt echter, dat 't in don laatsten tyd beter is geworden. Onder de harde waarheden in de brochure rangschikt schryver echter „de geeseling in 't Godshuis," waarvan hy met namen en toenamen een paar staaltjes geeft, toegepast op hemzelven, drie zyner kameraads en zyne zuster. Wy laten ze hier belde volgen. Aan leiding tot de eerste strafoefening was het erkende feit, dat de jongens appelen hadden gestolen uit de provisiekamer. De afstraffing, waarvoor de godsdienstoefening werd ge schorst, had plaats in de kerk voor den preek stoel, door den heer Van 't Lindenhout in eigen persoon. „Het eerste wat wy doen moesten," schryft de oud-verpleegde Kwast, „was de broek uit trekken, en dan begon de geeseling in den waren zin van 't woord. Het eerste werd Abram Koster op de bank gelegd en door vier van 't holpend personeel aan handen en voeten vastgehoudenop eeno onmenschelyke manier werd hy net zoolang geslagen, dat hy riep: „Van 't Lindenhout, sla my nu maar heelemaal dood." Gelukkig was hy flink en sterk van gestel; hy was 16 jaar oud; nu nummer twee, ook nogal een flinke jongen, die er op dezelfde wyze van langs kroeg; nu kwamen de twee kleine discipelen, beneden II jaar oud. Verscheidene meisjes, die dit alles moesten aanzien, huilden van weStaoed. Het was, of werd de weesvader hoe langer hoe woedender; wy beiden klappertandden, maar dat hielp niets; éón, twee, drie, en ik werd als oen schaap, dat geslacht moest wor den, by handen en voeten op de bank gelegd, en daar begon de derde geeseling. Ik kan u niet zeggen, lezer, in welken toestand ik my bevond, de broek uit, door 4 personen aan handen en voeten vastgehouden, en dan net zoolang slaan, dat er éën van de vier, die my vasthield, moest zeggen: „Van't Linden hout, sla den mageren Kwast niet dood." Kunt gy u deze woorden nog herinneren, B. v. d. Schuur? Ik zou haast zeggen, dat kunt gy niet vergeten. Hoe m.yn vriend Jacob Sinia gegeeseld werd, biykt uit het volgende. Toen wy des avonds naar bed gingen, waren er voel jongens van onze slaapkamer, die onzen rug wilden zien; wy voldeden aan hun verzoek, en ik hoorde zeggen„Nou, het rauwe vleesch komt er by Jacob door;" dit zyn dezelfde woorden. Nu, de arme Jacob is het ook te weten ge komen. Van dien tyd af klaagt hy altyd over pyn in den rug. Het toeval wilde, dat wy beiden een tyd daarna als inlegger op de drukkery kwamen, doch Jacob bleef over pyn in den rug klagen, hy was niet lang op de drukkery, of hy ging naar het zieken" huis en kwynde langzaam aan de tering weg Ik zal niet zeggen, dat Jacob ten gevolge van die geeseling is overleden, maar een duister geheim ging het graf in. Begrypt de lezer nu, waarom er eene atem uit het kille graf tot my sprak: „laffe vriend!" Een tweede geval. Twee van 't helpend personeel zouden naar Amerika vertrekken, het waren Pietje Van der Wal en Ida Zwarts, beiden vroeger weezen. Hare koffers werden eenige weken eerder woggestuurd. Die enkele weken kregen zy van myne zuster eene verschooning ter leen myne zustor kon dit doen, doordat zy van grootmoeder geld had ontvangen en daar ondergoed voor had gekocht, doch hier wist mevrouw Van 't Lindenhout niets van. Nu gebeurde het op een morgen, dat mevrouw zich verbeeldde, dat zij goed uit haar linnenkast mist. Direct had zy vermoeden op Ida en Pietje; dit vermoeden sprak /.y uit tegenover myne zuster; myne zuster nam het voor Ida en Pietje op, en zei tegen mevrouw, dat dit niet waar was, en dat zy het haar geleend had. Nauwelyks had myne zuster deze woorden gesproken, of mevrouw gaf haar een duchtig pak slaag op haar zwakken rug; nu, elkeen van de oud-weezen kent de vleezige handen van mevrouw. De lezer moet weten, dat myne zuster en die twee meisjes by mevrouw dienden. Het slaan had by myne zuster droevige ge volgen; toen eenige oogenblikken daarna de drie meisjes koffie zouden drinken, bleefmyn zuster weg, doch na herhaalde malen roepen kwam zy eindeiyk geheel ontsteld boneden, doch zy liet er niets van uitj; zy huilde en snikte maar. Een uur naderhand kwam Pietje of Ida wie weet ik niet meer op zolder, en tot haar schrik zag zy eenige doeken over een plas bloed liggen; direct vliegt zy naar be noden en weet myn zustej tot de bekentenis te brengen, dat dit bloed van haar was zy had een zware bloedspuwing gehad. Zy Zy was zwak en kon dus zoo iets niet velen. Zy kreeg spoedig de toring en werd naar het ziekenhuis gebrachtdaar word zy liefderyk ver pleegd door haar oigen zuster. Doch de wet van oorzaak en gevolg liet hier ook weder haar recht gelden. Zy teerde langzaam weg en stierf. Arme zuster. Begrypt de lezer nu, waarom er eene stem uit het kille graf tot my riep: „laffebroeder!" Wel terecht zegt heden „De Standaard", dat er een onderzoek moet plaats hebben. Om den scbyn van partydigheid te vermy- den, wil zy, dat er door de verschillende redacties van bladen eeno commissie zal wor den aangewezen. BUITENLAND. Frankrjjk. To Parys was gisteravond in het „Hotel Continental" een groot feestmaal van de repu- blikeinsche rechterzijde. De leider Piou hield eene lange rede, waarin hy er op aandrong dat de party zou besluiteu, de republiek aan te nemen. Tevens schotste hy de gedrags- lyn, welke de party by-de aanstaando ver kiezingen te volgen heeft. Het hof vin Siam schynt -geneigd, ge- heele voldoening te geven voof het gebeurde te Keng-Kien en eene geldelyke schadeloos stelling aan de nabestaanden van den ver moorden Franschen commandant Grosburin. Uit Bangkok verneemt de „Times", daj de Fransche lezing van het voorgevallene op de verklaringen van drie Annamieten berust. De regeering heeft, ten gevolge van den grooten afstand, nog geen bericht van de zaak ont vangen, maar acht het onmogeiyk, dat zy zich heeft toegedragen zooals de Franschen het voorstellen. Uit Saigon zyn eenige Fransche oorlogssche pen naar de monding der Mekong vertrokken. België. Toon de gendarmen gisteravond te Hoei ome verboden vergadering van werkstakers uitoendreven, werden zy met steenen gewor pen De gendarmen gaven daarop vuur, waar door verscheidene werkstakers gekwetst wer den. De troepen zyn ontboden. Italië. In de Kamer stelde de minister-president Giolitti gisteren voor het ontwerp tot reor ganisatie dor omissiebanken Zaterdag in behandeling te nemen. Dit werd door de afge vaardigden Di Rudini en Cavalotti bestreden, waarop Giolitti de quaestie van vertrouwen stelde. De Kamer hechtte met zeer groote meer derheid hare goedkeuring aan het voorstel van Giolitti. Telegrammen. LYON, 20 Juni. Een reiziger, die pa3 uit het zuiden van Frankryk was gekomen, is hier plotseling gestorven aan de cholpra. BERN, 20 Juni. Met het oog op de onge regeldheden, welke hier gisteren plaats hadden, heeft de Bondsraad besloten een bataljon infanterie en een eskadron dragonders onder de wapenen t9 roepen. DUX, 20 Juni. Omstreeks 1000 inynwer- kers hebben het werk gestaakt. Eene ver gadering, die zy hiolden, werd ontbonden, daar de overheid goene vergunning verleend had. De politie werd met steenen geworpen en gaf vuur, waarby vele personen gewond werden. De soldaten zyn te hulp goroepen. LEIDEN, 21 Jant. Aan de universiteit alhier is met goed gevolg afgelegd het candidaats-examen in de geneeskunde door den heer A. Schuckink Kool en het tweede natuurkundig examen door den heer H. Van Swaarden; het candidaats- examen in do godgeleerdheid, 1ste gedeelte, door den hoer J. C. Van Ronkel; het eerste natuurkundig examen door den heer "W. C. Kleyn en het candidaats examen in de rechton door do heeren F. C. D. Buddingh en C. Beelaerts van Blokland. Het invitatie-concert, door den heer J. Couvóe Az. onlangs ook den oud-inteeke- naren der jaariyksche „achtzomerconcorten'' aangeboden, heeft tot gevolg gehad dat de eenmaal zoo beroemde Zomerzorg-uitvoeringon, gedurende vele jaren door de kapel der gre nadiers gegeven, niet behoefden te worden gestaakt. Het gemeen teiyk muziekcorps van Haarlem, onder leiding van den luitenant-directeur Cb. P. W. Kriens, opende dan ook gisteravond, na zijne eerste kennismaking, de nieuwe reeks. De tuin was goed bezet en bood weder denzelfden aanblik van vroeger, al had er in do natuur sedert den vorigen avond eene belangryke afkoeling plaats gevonden. Zelfs de wind hinderde niet erg, want in dezen lusthof is men vrywel beschut. Het concert voldeed ook nu uitmuntend. Na menig noramer volgde een luid applaus, wat o. a. vooral het geval was na Donjon's „Rondo" voor kleine fluit, eene solo-party, onder eene doodsche stilte zoo heerlijk, zoo beschaafd, zoo gevoelvol voorgedragen, dat do solist zich als een kunstenaar van den waren stempel deed kennen. Dat hy na de daverende en aanhoudende toejuichingen haar niet herhaalde, zal men hem, wegens de uit gebreidheid on het vermoeiende er van, niet euvel hebben geduid. Trouwens, de leden met hunne dames ont vingen hiervoor ruimschoots vergoeding in de volgende groote fantaisie op motieven van Meyerbeer's opera „rAfricaine", met hare niet minder keurige verschillende solo-p3rtyen, I

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1893 | | pagina 2