Zaterdag W Juni.
A°. 1893.
i§eze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
OOM BORNS.
N«. 10220.
LEIDSCÏÏ
DAGBLAD.
PRIJ8 DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maeaienf l.lf.
Franco per poet..1.40.
Afzondcrlyic Nammera0.05.
PRIJS DER ADVERTENTLÉN:
Tan 1regelt ƒ1.05. Icdero regel meer ƒ0.171»
Qrootere lottere naar plaatsruimte. Toor h«l
inc&sseeren buiten de sud wordt ƒ0.10 berekend.
Officieel© Kennisgevingeu.
Bargtmeeeter en Wetboudora der gemeente Lei
den, ontyangen hebbende eene circulaire vsn
don Commia.-arie der Koningin in de proviocie Zuid-
Uolland, y&n 12 Januari j.lhondende nitnoodiging
om, door het aansporen der ingezetenen tot mild
dadigheid, zooveel mogelijk het welslagen te be
vorderen der jaarl^kacho Collecte, welke ten gevolge
van Zijner Majeeteite dispositie, van 16 November
1820, No. 81, door de ListrictacommiBaio tot aan
moediging en ondersteuning van den Gewapenden
dienet in de Nedorlan^en, zal worden gehouden,
brongen tor algomoene kennis dat, ingevolge hot
verlangen van gemelde Commissie, de genoemde
Collecte zal goscbioden, door daartoe gemachtigde
personen, mot gesloten bussen, op Maandag en
Dinsdag, 19 en 20 Jnni aanstaande, aanvangende
morgens te negen nren, aan de huizen der inge
zetenen, wien verzocht wordt op do uitreiking hunner
liefdegiften orde te stellen. Burgemeester en Wet-
Louders, gaarno voldoonde aan het verlangen, in
gemelde circulaire vervat, noodigen do iDgezt tonen
dezer gemeente dringOBd uit, door ontekrompene
bijdragen krachtdadig mede te werken tot de onder-
tteuniDg der instelling, welke zy zoozeer behoeft,
maar goloovcn tevens dat do bestemming van de
opbrengst dier Colleoto reeds eene goede uitkomst
verzekeren voor ieder rechtgeaard Nederlander,
die in de geschiedenis van zijn eigen land geen
vreemde iug is, allo verdere aansporing overbodig
maakt.
Het fonds, tot instandhouding waarvan die gelden
worden ingezameld, strekt toch niet slechts in hot
belang der verminkten en infirmen van den gedenk-
waardigen oa beslissondon slag by Waterloo (eon
dwaalbegrip, dat by yelen heerscht), neen, onge-
lnkkigon van iederen stryd, waarin ons vaderland
gewikkeld was en nog is, ondervinden het steeds,
dat te hunnen behoeve een blijvend liefdewerk ia
gestichtstryders van den Belgisonen veldtocht,
handhavers onzer macht in Oost- on West-Indische
bezittingen, voteranen van 40 Jarigen dienst, genieten
nu reeds, of hebben alth&ne bet vooruitzicht ie
genieten, van hetgeen hunne landgenooten hebben
weggelegd on thans nog afzonderen tot leniging
hunner smarten, tot ondersteuning van hunnen go-
brokkigen ouderdom.
Do Nedorlandsche soldaat wete het, dat, zoo bij
werkelijk in en door den dienst infirm is geworden,
er een fonds bestaat, mot bet doel om door toelage,
boven en behalve zijn pensioen, zijn ongeluk te ver
zachten maar het Nederlandeche volk zy er dan
ook, door dankbare belangstelling gedroDgen, ge
dachtig aan die ondersteuning met moer mildheid
te vorleonen, opdat het fonds aan al die billijke
aanvragen voldoe en do lijst der sollicitanten niet
nog een aanzienlijk getal blijve aanwyzen, tot be
schaming van den tijdgenoot, die aan het werk,
eenmaal zoo krachtig aangovangen, slechts niet
slappe handen voortbouwt.
Moge de goede uitslag dezer inzameling, waarvan
Burgemeester en Wethouders zich reeds vooraf
overtuigd houden, hot doen zien, dat deze roepstem
niet tevergeefs ook tot Leidens ingozetonen werd
gebracht
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, DE KANTER, Burgemeester.
15 Juni 1893. E. KIST, Secretaris.
Burgemeester en Wethouders van Leiden,
Gezien de circulaire van den Btaitsraad Gouver-
Doar van Zuid-Holland van den 21sten Augustus 1881
(Provinciaalblad No. 1-0),
Brengen tor algomoene kennis, dat ter voldoening
aan bet koninklijk beslnit van den ls*en dier maaDd
No. 72, de Dankdag of Godedienstige viering der
I ovcrwinni' g van Waterloo d.tmaal op Zondag den
I 18den dezer maand zal worden gehoudon.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
i Leiden, DE KANTER, Burgemeester.
15 Juni 1893. E. KIST, Secretaris.
Burgemeester en Wethouders van Leiden
Gezien art. 8, lsto alinea, dor wet van den 2den
Juni 1875 (Staatsblad No. 95), tot regeling van bet
toezioht bij het oprichten van inrichtingen, welke
gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken;
BreDgen bij deze ter algemeene kennis dat door hen
op heden vergunning is verleend aan J. H. VAN
DER MEER en rechtverkrijgenden tot het opriohten
van eene sla oh te ry in het perceel Haarlemmer
straat No. 187.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, DE KANTER, Burgemeeeter.
15 Juni 1S93. E. KIST, Secretarie.
Leiden, 16 Jnni.
Door de geneeskundige staatscommissie
alhier is heden tot arts bevorderd de heor
H. J. De Witt.
Aan de universiteit alhier is met goed
gevolg afgelegd het candidaats-examen in do
genoeskunde door de hoeren J. A. L. Heenk
en E. S. J. M. A. Fraser, hot aanvullings
examen in de dier- en delfstof kunde en het
theoretisch apothekers examen door den heer
A. C. Huysser; het eerste natuurkundig
examen door den heer H. L. E. Van den Berg
en het doctoraal examen in de rechtsweten
schap door de hoeren C. A. De la Parra en
A. J. Cnoop Koopmans.
De drie groepen van de „Vrijzinnige
Kiesvereeniging" alhier zullen a. s. Woensdag
avond elk afzonderlijk vergaderen ter bespre
king van candidaten voor den gemeenteraad,
ten gevolge van het periodiek aftreden der
reods door ons vermelde negen heerenF. A.
Verster van Wulverhorst, mr. S. J. Fockema
Andreae, dr. T. Zaayer, dr. G. Zaalberg, J. J.
Van Masyk Huyser van Reenen, A. Koetser,
C. C. Tieleman, dr. T. W. Van Lidth de Jeudo
en mr. E. De Vries.
De „Maatschappij der Nedorlandsche
Letterkunde" verloor in het afgeloopen ver-
eenigingsjaar in 't geheel 20 leden door den
dood (17 binnenlandsche, 2 buitenlandsche en
één eerelid, prof. De Vries).
3ij acclamatie word o. a. besloten, om uit
de beschikbare renten van het fonds te be
stemmen: lo. eene som van f 250 voor de
voorbereiding eener nieuwe uitgave van de
„Teuthonista" van Van der Schueren, en 2o.
eene som van f 150 voor het nemen vaneen
afschrift van de volledige werken van Cornells
Everaert, Vlaamsch blijspeldichter uit de 16de
eeuw, waarvan het eonig bekende hand
schrift berust in de koninklijke bibliotheek
te Brussel.
Do heer G. De Jager, sedert 1853 hoofd
eener openbare school te Bodegrave, heeft
tegen 17 October ais zoodanig zijn eervol
ontslag gevraagd.
Ned.-Horvormde Kerk. Bedankt voor
het beroep te Frederiksoord door den heer
H. Schuttevaer, candidaat te Leiden.
Geref. Kerk. Beroepente Mijdrecht,
J. Koning, te Leiderdorp, cand. aan de Vrije
Universiteit.
HH. MM. de Koninginnen, die heden uit
Flims vertrekken, hebben in de laatste dagen
nog eenige toeren gemaakt, o. a. naar Thusis,
ter bezichtiging van do Viamala, zijnde het
begin van den weg naar Cbiavenna en ook
over Hang on Versam langs de diepe bedding
van den Rijn en terug naar Reichenau.
H. M. de Koningin geniet eene uitstekende
gezondheid en ziet er by zon der goed uit.
Voor de benoeming van Dijkgraaf van
Delfland zjjn gekozen tot lsten candidaat mr.
Van dor Mandele, bij tweedo stemming, met
11 van de 21 stemmen. De heer Reuvens,
aftredend dijkgraaf, verkreeg 9 stemmen;
2den candidaat mr. Bjjleveld, met 12 stem
men 3den candidaat jhr. Beelaerts van Blok
land, met 12 stemmen.
De gouverneur van de residentie, luitenant-
generaal Van Helden, inspecteur der cava
lerie, is gisteren met verlof naar Zwitserland
vertrokken.
De leden van de Eerste Kamer der Staten-
Generaal boden gisteren hunnen voorzitter,
den heer Van Naamen van Eemnes, een
banket aan in het „H&tel de l'Europe", te
'6-Gravenhage, waaraan ook deelnamen de
president van de Tweede Kamer, de griffier
der Tweede Kamer, de commies-griffier van de
Eerste en de oudste in rang zijnde commies
griffier der andere Kamer.
De heer Viruly heeft, als oudste lid, den
eersten dronk gewijd aan H. M. de Koningin
en de heer Six heeft een toost ingesteld op
den gast, den heer Van Naamen van
Eemnes.
Ook de vroegere president, de heer Van
Eysinga, werd aan dezen disch gehuldigd, ter
wijl op de griffiers een glas werd geledigd
door den heer Rahusen, voor wiens woorden de
commies-griffier mr. Zillesen dank betuigde.
De griffier der Eerste Kamer was ver
hinderd aan den maaltijd deel te nemen.
De belangrijkste beslissing, welke giste
ren door den gemeenteraad te Rotterdam
werd genomen, had betrekking op het voor
stel om over te gaan tot bet maken van
eene installatie tot het voortbrengen van
electriciteït voor beweegkracht en verlichting.
Dit voorstel is gisternamiddag, nadat ver
schillende onderzoeken door de technici dei-
gemeente waren voorafgegaan, met groote
meerderheid (26 tegen 6 stemmen) aange
nomen.
Gemengd VUaw»
Ook heden deed de voor den dag
gehaalde sproeiwagon weder do ronde door
onze gemeente, iets, dat vooral b\j oene hitte
als thans, gevoegd bij eene zeer groote droogte,
onmisbaar is. By de Hoogewoerdsbrug had
dit watervoertuig oenig oponthoud, doordien
een zjjner wielen vastgeraakte in den vijand
van zoo menig rijtuig: een tramrail.
Voor den kosteloozen cursus in
houtslöjd, welke van 2-4 Juli tot 12 Aug. te
Leiden zal worden gehouden (ondor leiding
van den heer P. T. v. d. Meulen, uit Den Haag),
hebben zich ruim 70 deelnemers aangemeld,
van welke er 50 zullen worden toegelaten.
Als assistenten van den heer v. d. Meulen
zullen optreden de heeren P. Voerman Pz., te
's Gravenhage, en J. Van Bladel, te Lelden,
die beidon reeds ongeveer een jaar aan eene
fabriek te Leiden les in houtslOjd hebben ge
geven.
Het Openbaar Ministerie by het
gerechtshof te 's-Gravenhage eischte gisteren
bevestiging van het vonnis dor Haagsche recht
bank, waarbij J- Van M. tot 2 maanden gevan
genisstraf is veroordeeld wegensJiet toebren
gen van een messteek aan zekeren v. d. K.,
bij gelegenheid van eene vechtpartij te Rijns
burg, ontstaan ten gevolge van hetinwerpen-
der ruiten eener pastorie door iemand, die
alzoo de vijandelijke gezindheid wilde open
baren, welke er tusschen twee kerkelijke
partijen bestond.
Mr. L. H. J. Lamberts Hurrelbrinck, uit
Leiden, meende dat beklaagde moest worden
vrijgesproken op grond dat een der getuigen
verklaard heeft het feit bodreven te hebben,
waarvoor bekl. terechtstond.
Het naar aanleiding daarvan heden opnieuw
gehouden getuigenverhoor had pleiter niet in
deze zijne meening verzwakt, hoewel het
O. M. van oordeel was dat beklaagdes schuld
bewezen is.
R. V.wonende aandeMiening
te Zoeterwoude, verdacht, zooals men weet,
van brandstichting, zal den 29sten dezer
maand terechtstaan voor de Haagsche recht
bank. Te Zoeterwoude weet men mede te
eelen dat de verdachte nu berouwvol erkent
10.)
Wy vinden den goneesheer op den dag,
waarop Warnaart hem bezocht heeft, in zyne
studeerkamer, die hem tevens tot woonver
trek diende, naW hy zoo juist van zijne
gewono morgenvisitos is thuisgekomen. Borns
is bij hem. Hy heeft dezen by zich op het
tweede ontbyt gevraagd, op een vet koud
kippetje met sherry; en terwyl hy de flesch
ontkurkt on het edele nat in de glazen schenkt,
is Borns bezig zyne vaardigheid te toonen in
het ontleden van de gebraden kip.
Alles om ons heen doet ons dadelyk zien,
by wien wy ons bevinden. Groote boeken
kasten, met dubbele ryen gevuld, nemen aan
eene zyde den geheelen wand in. Daar tegen
over slaat eene glazen kast met eene groote
verzameling lichamelyke abnormaliteiten op
sterk water, allen door den dokter zeiven
gedurende zyne veeljarige praktyk voor de
wetenschap bewaard.
Daarnaast in een hoe! een skelet, ge
deeltelijk met een groen kleed omhangen.
Verder eene groote schildery met de anato
mische les van Rembrandt, omgeven door
portretten en silhouetten van Hufoland, Boor-
have, Spinoza, Goethe, Heine, Mendelssohn,
Rousseau en anderen, terwyl bustes van
yEsculaap, Hippocrates, Napoleon I, Bilderdyk
en Frederik den Grooten op de kasten pryken.
Hoewel voor het overige de kamer deftig ge
meubileerd is, heerscht er over 't algemeen
toch eene echt geleerde wanorde, waaraan by
den dokter niets te veranderen valt, wat
moeite Borns zich hieromtrent steeds ook ge
troost, op wiens kamer vanzelf alles in de
puntjes is: geen stofje op het tapyt; geen
verdord blaadje aan de bloempotten; de schil
dery tjes, de vogelkooien, de goudvisebkom, de
opgezette vogels en andere enuisteryen, uit
Indië meegebracht, precies zóó geplaatst, als
men het by iemand verwachten mag, die
van zyn pensioen leeft en weinig of niets
anders te doen heeft dan het goed er van
te nemen.
Onze dokter vertoont met het hooge voor
hoofd, het diepliggende, denkende oog en de
in woeste lokken neerhangende zilvergrijze
haren het echte voorkomen van een geleerde.
Hy is geheel in 't zwart gekleed, draagt
daarby een witten halsdoek met lange slip
pen en vormt over het geheel, watbetuiter-
lyke betreft, een scherp contrast mot zyn
tegenover hem zittenden vriend, die eon op
gezet, rood gelaat heeft, door een net bruin
pruikje gedekt en in wiens kleeding nogal
enkele kleuren voorkomen.
„Je gezondheid, amice!" zegt de dokter,
zyn glas opnemende, om zyn gast het voor
beeld te geven.
„Van hetzelfde", antwoordt Borns, met
hem klinkende: „Sapristy! Dat is een lekker
pittig wyntje! Ik zeg maar altyd, jelui, dok
ters, weet maar wat goed en gezond is. En
hoo kom je zoo ineens aan die vette, mal-
sche kip?"
„Een surprise van vrouw Sneps, de poe
lierster, of liever een bewys van erkentelyk-
heid van een moeder, omdat uk haar kind
van de croup heb mogen genezen."
„Aardig, waariyk zeer aardig", zegt Borns
weder, terwyl hy zich, evenals de ander, de
kip rnet het noodige er by, goed laat smaken.
„Die arme lui, je weet dit misschien 't best,
zyn soms dankbaarder dan de ryke. Maar
wy, menschen, zyn toch eigenlyk zonderlinge
creaturen
„En waarom dit?"
„Omdat het onbekende by ons zoo onbe
mind maakt en ik dzar meedoogenloos, ja,
zelfs met zekeren wreeden lust, het arme
dier vierendeelde en radbraakte, dat wel
licht gisteren nog de sultane favorite was in
den harem, waartoe het behoorde, terwyl ik
den ganschen morgen heb zitten treuren over
den dood van myn wyfjes kanarie."
„Wat, is een van je kanaries overleden?"
„Helaas, ja, ik vond haar van morgen ad
patres in de kooi liggen. Ik kan je niet zeg
gen hoe getroffen ik er door was. Een mensch
kan zich aan alles beohten; ik had haar zeven
jaren en je weet, hoe zy my kende en in
alles verstond."
„Ik condoleer je zeer met je verlies, arme
vriend!" zegt de dokter, met een spotachtig
glimlachje zyn glas weder opheffende, „doch
ik zou niet zoo erg treuren, want haar ledige
plaats kan onmidddellyk weer aangevuld wor
den. Zie, wanneer een dierbaar menscheiyk
pand ons ontvalt, dan richten wy den blik
naar boven en wy verwachten in een leven boven
of buiten het tegenwoordige eene herstelling
van het hier geleden verlies. Maar by het
verlies van een dier, een wezen nameiyk, dat
wy in ons trotsch monopolie van eene ziel
niet willen doen deelen, vinden wij de com
pensatie dichter onder ons boreik.
Wordt vervolgd.)