Persoyeriicht.
Het weekblad Schuttevaer, hoofdorgaan der
schippersvereniging van dien naam, bevat
eene beschouwing over afschaffing van
tolheffingopdescheepvaartkanalen
Het blad wijst op de onbekrompen wijze,
waarop er voorzien is in de behoefte aan
een deugdelijken verkeersweg voor Amster
dam naar den Boven-Rijn. Kort en recht van
richting, ruim van breedte en diepte-afme
tingen met betrekkelijk weinig 6luizen en
hruggen, doch deze allen van flinke door-
vaartwijdte en lengte, waardoor schepen van
hot grootste op de rivieren voorkomende
laadvermogen zonder bezwaar tot Amsterdam
kunnen afladen, heeft het Merwedekaoaal
groote verdienste en levert het aan Amster
dam zooveel doenlijk dezelfde voordeelen op
als de benedenrivieren aan Rotterdam bieden.
Ook door de doorvoering van het beginsel
van vrije vaart, zonder heffing van kanaal
en doorvaartrechten, op het Merwedekanaal,
is aan het verlangen van den Amsterdamschen
handel naar eene behandeling, zooveel doenlijk
op gelijken voet als voor Rotterdam, door de
regeering op loffelijke wijze tegemoet gekomen.
Zal en moet het hierbij blijven, vraagt
Schuttevaerof moot het beginsel van vrije
vaart verder doorgevoerd worden op de overige
kanalen onder 's Rijks beheer? En ook op
die ondor particulier beheer?
Er is een streven, hier meer, elders min
der, merkbaar, ontegenzeglijk tot opheffing
van alle tollen, zoowel op de verkeerswegen
te land als op onze watorwogon rustende. Die
opheffing moet tot groote voordeelen leiden
voor velen van hen, welke voortdurend en
geregeld verplicht zijn gebruik te maken van
deze verkeerswegen, waarop tal van heffingen
van verschillenden aard en krachtens verschil
lend oorspronkelijk recht zijn gevestigd;
maar hot valt niet te ontkennen, dat deze
heffingen niet met willekeur aan derden belang
hebbenden zullen zijn op te leggen en dat dus
eene vorplaatsing van lasten zal moeten plaats
grijpen, welker uitgebreidheid niet te overzien
is en waarvoor het moeilijk wezen moet eene
juiste en billijke regeling te treffen, welke ten
minste schade is voor velen der oude en nieuwe
betrokkenen. Niet alle kanalen zijn rijks-eigen
dom of eigendom eener machtige tot opoffering
bereid zijnde gemeenschap; van velen toch
behoort het boheer of de min of meer bekende
(gevestigde) eigendom toe, krachtens oude deels
betwistbare rechten, aan uiteenloopenae be
sturen met en nevens particulieren.
Waar het Rijk het beginsel tot vrijmaking
mot opheffing doch verplaatsing van
lasten voor een belangrijk gedeelte op zijne
kanalen zonder groote moeite kan doorvoeren,
moet dit ontegenzeglijk bezwaarlijk vallen
•voor tal van andero eigenaars en besturen,
welke geene gelogonheid hebben aan te wijzen
tot voorziening in een jaarlijks terugkeerend
tekort, terwijl toch van hon niet zoo gemak
kelijk de verplichting zal af te wentelen zijn
tot behoorlijke doeltreffende instandhouding
der bestaande gemeenschap. Want slechts wei
nig binnenvaarten of kanalen zullen in ods
land zijn aan te wijzen, waar maar eeniger-
mate verwaarloozing van den bestaanden toe
stand voor do scheopvaart van weinig hinder
•te achten is. Als voorbeeld, dat tot waar
schuwing strekken kan, wijst Schuttevaer op
het bezwaar, dat uit verwaarloozing van de
Keulsche vaart zou voortvloeien in het geval
eener belangrijke stromming op het Merwede
kanaal door aanvaring onderling of door be
schadiging van een der groote kunstwerken.
Voor het Rijk kan dan ook het doorvoeren
der vrije vaart op alle rykskanalen, hoeveel
ook voor dit streven te zeggen zij, niet eene
zaak geacht worden, welke slechts op een
voudige wijze bij machtspreuk en bij enkele
wetsbepaling is vast te stellen, 's Rijks belang
brengt mode bestaande belangen te eerbiedi
gen en geeno schade en verwarring in het
leven te roepen tegen het algemeen belang.
Eet beginsel, dat voor bewezen diensten ver
goeding kan worden gevergd, mag ook van
kracht wezen op het gebruik van tal van
kanalon, waar de inrichting en het onder
houd van een uitgebreid stel kunstwerken
noodzakelijk zijn voor geregelde uitoefoning
der scheepvaart. Waar het dikwijls ondoenlijk
moet geacht worden door de te heffen
rechten als het ware dokking van gemaakte
kosten voor aanleg en onderhoud te vinden,
is hot zeker niet onbillijk eene matige heffing
ter tegemoetkoming in de gemaakte onkoston
te behouden. Slechts dim, wanneer op gegronde
wijze kan aangetoond worden, dat eene grooto
verlaging (ntbt altijd algeheele opheffing) der
rechten moet leiden tot ontwikkeling der
algemeene welvaart, kan worden vastgesteld,
dat de te nemen doortastende maatregel op
zijne plaats zij, de opofferingen dienen te
geschieden en de lasten op de schouders van
anderen, niet direct belanghebbenden, kunnen
worden gelegd. In dit opzicht zij men niet
te angstvallig, maar men stelle niet iedor
kanaal en niet iedere plaats op gelijke lijn
bij deze beschouwing. Geleidelijkweg zal
blijken welke gemeenschapswegen van min
of meer drukkende heffingen dienen te worden
ontheven of verlicht.
Aan de Tyjd wordt uit de provincie Noord
Brabant geschreven:
Herhaalde malen reeds werd er op gewezen
hoe men van regeeringswege erop uit schijn c
te zjjn, de hoofdstad der provincie eene zoo
genaamde ville morte te maken.
Vooral hebben we hier het oog op hetgeen
met het garnizoen reeds heeft plaats gehad
en in de toekomst nog kan geschieden.
Zoo behoort o. a. de provinciale adjudant
in de hoofdplaats der provincie te wonen, doch
op verzoek werd door den minister van oorlog
aan den tegenwoordigen zoowel als aan don
vorig6n titularis vergunning verleend, te Breda
te wonen.
Wat de vriendjes al niet vermogen
Onze tegenwoordige provinciale adjudant
woont alzoo niet in Den Bosch, maar te Breda.
Ja, daar moest hij volgens het door hem
gedaan verzoek wonen, maar daar komt
niets van, want volgens genomen informatie
woont die heer te Teteringen, bij Breda, ten
einde de Bredasche lusten, doch niet zijne
lasten te dragen. De dienstbrieven uit Den
Haag worden, natuurlijk, aan den provinci
alen adjudant te Breda geadresseerd en door
dezen dan ook aan het postkantoor aldaar
afgehaald.
Wij vragen echter, of de minister zulk een
officier niet moest gebieden, te Breda, of nog
liever te 's-Bosch, te verblijven, daar uit de
thans door hem gevolgde methode maar al
te duidelijk blijkt, dat hij zich toch niet houdt
aan de beschikking, waarbij hem vergunning
werd verleend, niet te 's-Bosch te wonen,
zoodat het alleszins oorbaar zou zijn, die be
schikking eenvoudig in to trekken.
De Haagscho koutor dor Prov. Gr. Courant
schrijft dat hij, een der Westersche wijzen
in Den Haag ontmoetende, die op het punt
stond zijn zwaren plicht als volksvertegen
woordiger te gaan vervullen, dezen vroeg:
„Wel, hoe staan de zaken?"
„Dat is 't ware woord", antwoordde hij,
„de zaken gaan niet, maar staan. Do
amendementen-lawine is van dien aard, dat
hot ontwerp dor bedrijfsbelasting er bijna
onder bedolven is."
„En gaat de Kieswet nog den 12den
Juli?"
„Wil ik je eens wat zoggen
„Nu!"
„Er zal vermoedelijk in dezen zomer of in
het najaar niets van komen. Minister Pierson
smacht er naar, om het complement van zijn
belasting-stelsel, de herziening van het per
soneel, onder de oogen van deze Kamer te
brengen en met haar af te doen. Dit zou niet
kunnen, wanneer do Kieswet in Juli behan
deld wierd. Dan toch zou vermoedelijk de
Eerste Kamer die in October onder de oogen
zien, en van de behandeling van eenig ge
wichtig onderwerp zou dan met deze Kamer
geen sprake meer kunnen zijn. Nu schijnt
de hardwerkende belasting-hervormer met
zijne herziening van het personeol reeds zóó
ver te zijn, dat deze in het begin van het
nieuwe zittingjaar aan de Kamer zou kunnen
worden voorgezet. Dergelijke regeling van
werkzaamheden lacht vermoedelijk den mees
ten bijzonder toe. Men schuift dan handig
de Kieswet tot in het voorjaar van 1894 ter
zijde, en wel om eene zeer aannemelijke en
ernstige redon, en geeft het Kabinet tevens
de gelegenheid het geheele belastingstelsel
te hervormen
„Maar zal minister Tak zijne Kieswet aldus
laten uitstellen?"
„Om de genoemde reden is het mogelijk",
zei mijn vriend en wipte de Kamer in.
Ge ziet het, waarde lezers! De Kieswet
moest er weer bij. Maar, schrik niet, we zullen
u niet vermoeien en vervelen met uittreksels
uit het legio artikelen, dat aan die wet nog
stoeds wordt gewijdwe zullen uwe aandacht
niet vragen voor m r. Van H o u t e n's be
zwaren togen de Kieswet, noch voor het-
goen de bladen weer tc zeggen hebben om
trent mr. Van Houten's gevoelens en be
denkingen, ontwikkeld in de Middelburgsclie
Courant.
Wat die Kieswet raakt, alleen voor heden
nog het onderstaande.
Dat mag zeker nog wel!
In de Standaard lezen weJ u 1 i of
0 ctober?
De Voorzitter der Tweede Kamer heeft
laten doorschemeren, dat hij de Kieswet
nog in Juli aan de orde wilde stellen.
Andere stommen zijn opgegaan voor de bo-
handeling in October.
Ook wij zouden aan het laatste de voor
keur geven.
Het in orde brengen van de nieuwe kiezers
lijsten vordert tijd en mag niet met over
haasting geschieden.
Maar stel al, dat de lijsten, zoo men in Juli
doorworkte, tijdig genoeg voor oeno stembus
van December gereed kwamen, daarom is de
actie in het volk nog niet zoo spoedig ge
organiseerd en geregeld.
Eene uitbreiding als nu te komen staat,
vereischt eene geheele reorganisatie van onze
Kiesvereenigingen, en een gewijzigd optreden
van de Pers.
Dit nu moet voorbereid door de actie in de
publieke opinie, en deze gaat lang niet zoo
snel, als men in menig redactiebureel zich
voorstelt.
Vooral ten platten lande dringt zulk eene
actie slochts zeer vanlieverlee door, en het
aanhouden van de agitatie tot October komt
ons daarom niet ongezond, maar veeleer nood
zakelijk voor.
Waar dan nog bijkomt, dat de heete dagen
van Juli al zeer ongeschikt zijn voor oen debat,
dat reeds uit zichzelf tamelijk heet en heftig
zal zijn.
We geven toe, dat, gaat de wet pas in
October door, de oogst van October tot Juni
op parlementair gebied schraal zal zijn.
Maar dit bezwaar is voor ons niet over
wegend.
Waar de parlementaire actie eigenlijk reeds
meer dan een dozijn jaren verlamd was, heelt
het al zeer weinig te beduiden, of de nor
male actie drie maanden vroeger of later
begint.
De architect, die zijn tijd neemt, om eerst
zijn plan goed uit te werken en zijn funda
ment zuiver te leggen, laat in den regel nog
vroeger de vlag van de nok waaien dan de
bouwmeester, die zich met zeker ongeduld
overhaast.
Aan het Utrechtsch Dagblad wordt uit Den
Haag gemeld dat, indien aan de Kamer
voorgosteld wordt, de kieswetten in Juli in
behandeling te nemen, een tegenvoorstel zal
worden ingediend om do behandeling tot
Septomber of October uit te stellen; en dat,
naar men verwacht, de groote meerderheid
dan wel met dat contra-voorstel zal meegaan.
KOLONIËN,
BATAVIA, 10-12 Mei. (Vervolg.)
Volgens een bericht uit Solo aan do „Soer.
Crt." zijn alle enclaves van Soerakarta en
Semarang tot gouvernementsland verklaard.
Het opperbestuur heeft goedgevonden
dat ook dit jaar 100,000 pikols gouvernements
Java-koffie in Indië worden verkocht. De
Nederlandsche Handelmaatschappij had gead
viseerd om dit niet te doen met het oog op
den kleinen oogst van nog geen 150,000 pikols,
ten einde de veilingen in Nederland niet al te
klein te doen zijn. Java-Bode
Naar de „Loc." met zekerheid verneemt,
is de uitslag van het onderzoek, door de
regeering ingesteld naar de zaken in Bezoeki
en de bestuurswijze van den resident Do Wit,
deze: dat do tegen hem ingebrachte bezwaren
in hoofdzaak ongegrond zijn bevonden en de
resident blijft gehandhaafd.
Voortdurend staken in den laatsten t\jd
Chineesche en Arabische handelaren, zoo hier
als in de binnenlanden, hunne betalingen,
waardoor aan sommige import-firma's groote
verliezen worden berokkend.
Van den resident van Menado is het
volgende telegram ontvangen, gedagteekend
1 dezer: „Politieke toestand naar wensch.
Berg Lokon (b(j Kakaskassen, afdeeling Menado)
nog aan 't werkendoor ondergeteekende
beklommen, vergezeld van controleur Tondano,
ambtenaar burger!fiken dienst Menado en
verschillende hoofden. Behalve rookkolommen
niets bijzonders bespeurd. Bevolking weder
gerustgesteld."
Een van den resident van Banjoemaas
ontvangen rapport meldt dat in den nacht
van 23 op 24 April jl. in het onderdistrict
Djalegong van het district Kertanegara der
afdeeling Probolingo, op 113 plaatsen aard
stortingen hebben plaats gehad, waardoor
ruim 11 bouws sawah's en ruim 3 bouws
tegalvelden van zes dessa's bedolven geraakten.
De „Atjehsche Courant" van 3 dezer
bevat het volgende:
Te Melaboeh word in den nacht van den
8sten op den 9den April jl. de benting aldaar
beschoten van het Westerstrand.
Patrouilles werden don volgenden morgen
uitgezonden, die den vijand in zjjn pas opge
worpen veldwerk aantastton en hem met een
verlies van 4 dooden en 5 gewonden daaruit
verdreven.
Het veldwerk word daarna geslecht.
Uit Bagoh werd ons gemeld dat de gedei
aldaar, die bewaakt word door volk uit Djolok,
door kwaadwilligen in brand is gestoken, ver»
moedeiyk door het volk van Toekoe Bintara
Pekan.
Yan de Noordkust ontvingon wy het bericht
dat op den 20sten April jl. in tegenwoordigheid
van eenige vorsten van de Noordkust door
den Civiel en Militair Gouverneur te Telok
Semawé de scheopvaartregeling voor do Noord
kust van af Diamantspunt tot aan de kwala
Beratjan, in werking is verklaard onder het
gebulder van 21 kanonschoten.
Heden werd Toekoe Megoi onder het gebulder
van 13 kanonschoten geïnstalleerd als hoeloe-
balang van Gigien.
De heer P. B(rooshooft) schryft in „de
Locomotief:"
Algemeen is de voldoening over de schit-
rende overwinning, door onze troepen in het
Tamiangsche behaald, het heldhaftig gedrag
onzer officieren en soldaten, het energiek,
doortastend optreden van kolonel Van de Pol.
Deze hoofdofficier heeft door de verhooging
van ons militair prestige by den Atjeher en
de Maleiers ter Sumatra's Oostkust, welke
van het schitterend wapenfoit een noodzakelijk
gevolg is, den Staat ten zeerste aan zich
verplicht, en de rechtmatige belooning daar
voor zal, naar ik hoop, niet lang uitblijven.
De vraag rijst nu of wy, na dit uitstekende
voorbeeld, ook niet in Groot-Atjeh wakker
moeten worden. De zoo deskundige dr. Snouck
Hurgronje meont dat voor hot fnuiken der
macht van de priesterparty, die eigenlijk den
oorlog gaande houdt, absoluut noodig is het
weer doen gevoelen van ons militair over
wicht. Mogen wij dan nog langer wachten?
Het geldt thans niet het door velen m. i. te
recht onraadzaam en ondoenlyk geachte
heroveren van Groot-Atjeh, het opnieuw be
zetten der stellingen van generaal Van der
Heyden, maar slechts den Atjeher bij iedere
voorkomende gelegenheid klap te geven, allo
brutaliteit te straffen, versterkingen in onze
onmiddellijke nabijheid te vernielen, kortom
hem opnieuw ontzag voor ons in te boezemen.
Na het schitterend bewys, door kol. Van de
Pol geleverd, hoe uitstekendons leger hiertoe
nog in staat is, raag dunkt mjj niet langer
worden gedraald. Of dan echter het opper
bevel te Atjeh in dezelfde handen mag bly ven
Waarom niet kol. v. d. Pol?
Uit Beneden Langkat komen nog steeds
klachten over onveiligheid. De zich in de
Maleisohe kampongs aan de Wampoe-rivier
en in de buurt van den Soengei-Matie ophou
dende vrije Banjareezon, van nature reeds
oen roof- en vechtlustig volkje, zjjn daarvan
hoofdzakelijk do oorzaak.
Niet alleen kunnen de planters geen Javaan
vinden, die brani is als bode naar Tandjong
Poera te gaan en worden alleen Bengaleezen
bereid gevonden hun hachje te wagen, doch
ook aan den jongen boschaanplant wordt vaak
schade toegebracht, doordien zij, herten wil
lende vangen, het bosch in brand steken.
Eene flinke opruiming zou zeer gewenscht
zyn. (Dell-Crt.)
Door den Gouverneur-Gcnoraal van Ned.-Indié
zijn de volgendo beschikkingen genomen:
Civlol Departement. Vertoond: Twee jaar verlof
naar Europa wegens ziekte aan den ond. 2de kl. M.
Maaeeen.
Ontslagon: Op verzoek eervol nit lands dienst
de hulponderwijzeres M. A. Tb. Slors.
Benoemd: Tot hoofdcommies op het residentie
kantoor te Batavia, P. D. Meister; tot onderwijzer
lste kl. de ambtenaar op non-act. W. P. Hillen,
laatetelfik ond. 2de kl.; tot onderwijzer 2de kl. de
ond. 3de kl. A Gerla tot griffier bij den landraad
te Ngawi (Madioom J. F. Van dor Zon Bronwer.
Tij dol ijk. Opgedragen de waarneming der fanc-
tiëQ van advocaat eu procureur bij den Baad van
Justitie te Padaug (S. W.-K.) san den aubstitant-
gr.ffier by gtnoemdeu Raad Mr. E. Zorab.
belast: Met het boboer over het boschdietnet
Semnrang SoerakaiDjokjakarta, do houtvester 3de
kl. E. Tobi Jr., met bet beboer over bet boseh-
diatrict Kedoc BcqC'C BaDjoemas de houtvester 3de
kl. Tb. Hart De Bii'ir.
Verplaatst: Van do kad.t^lrslc bewaring te