N-, 10215. IVfaandag 12 Juni. A*. 1893. feze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Tweede Blad. Leiden, 10 Juni. Feuilleton. Een paar uur Notaris. LEIDSCH DAGBLAD. PB IJS DEZER COURANT: T«#r LeicUn p*r S maandenf 1.19. France per poet1.40. Afaenderlgke Nommera9.09. PRIJS DEE ADVBHTHNTIÊN Tu 16 ragels ƒ1.05. Iedere regel meer f O.lTf. Okeetere letters naar plaatsruimte. Voor het iaoaeneeren buiten de atad wordt ƒ0.10 berekend. In eene der bovenzalen van „Café Suisse," alhier, werd gisteravond eene algemeene leden vergadering gehouden van de afdeeling Leiden van den Algemeenen Nederlandsehen Vrede- bond. De vergadering was niet druk bezocht. De werkzaamheden bestonden in de eerste plaats in de verkiezing van een definitief bestuur. Het resultaat was dat met algemeene stemmen de heer mr. M. d'Aumerie tot voor zitter werd gekozenvoor de andere bostuurs- plaatsen werden aangewezen de heoren mr. I S. Jules Enthoven, mr. J. C. Van der Lip, D. J. Van Aalst en H. A. Van Rossum. Ir, de tweede plaats was aan de orde de vraag of de afdeeling Leiden zou adviseeren b|j het hoofdbestuur tot het houden eener algemeene vergadering. Aangezien men een parig van oordeel was, dat men stappen moest doen om de contributie te doen verlagen en het streven van den Bond over het algemeen meer populair te maken, werd er besloten dienaangaande in bevestigenden zin te ant woorden. Na de benoeming der afgevaardigden voor eene zoodanige eventueels vergadering werd de vorgadering gesloten. De gemeenteraadsleden, die dit jaar hier ter stede moeten aftreden, zyn de heeren F. A. Verster van Wulverhorst, prof. mr. S. J. Fockema Andreae, prof. dr. T. Zaayer, dr. G. Zaalberg, J. J. Van Masijk Huyser van Reenen, A. Koetser, C. C. Tieleman, dr. T. W. Van Lidth de Jeude en mr. E. De Vries. Als wethouders zijn aan de beurt van af treding de heeren H. C. Juta en dr. M. C. Dek- huyzen. Door den minister van binnenlandsche zaken is voor het tijdvak van 1- Juli 1893 tot en met 30 Juni 1895 benoemd tot in wonend apotheker in het ziekenhuis aan de Rijks-universiteit te Leiden, de heer 6 Ton Bosch. F. A. Men schrijft ons heden uit Warmond: De muziekvereeniging „Harmonie van Warmond" zal dit jaar den dag herdenken, waarop z(j vóór 25 jaren werd opgericht. Door het bestuur dier Vereeniging is besloten dien dag niet onopgemerkt te moeten laten voorbijgaan, maar dien integendeel met zeer veel luister te herdenken, waartoe het in staat is gesteld door milde bijdragen van de leden. De feestelijkheden zullen plaats hebben op Maandag 17 en Dinsdag 18 Juli a. s. en be staan den eersten dag in het geven van een groot Harmonie-concert, door de feestvierende Vereeniging, en den tweeden dag door het houden van een groot Muziekfeest, waarvoor reeds vele vereenigingen van elders hare medewerking hebben toegezegd. De feestelijkheden zullen plaats hebben op het prachtige buitenverblijf van den hoogge boren heer Leopold Graaf Van Limburg Stirum van Warmond, die een gedeelte daarvan aan het bestuur onzer Muziekvereeniging daartoe welwillend heeft afgestaan. Voor die gelegenheid is door den directeur der Vereeniging (de heer J. Oostelaar) een marsch gecomponeerd, welke door de geza menlijke muziekvereenigingen op het plein voor het kasteel, op den huize Warmond, zaj worden uitgevoerd, voorafgegaan door het Wilhelmus (oude toonzetting). Aan ieder der deelnemende muziekvereeni gingen zal na afloop eene prachtige herinne ringsmedaille, prijkende met het wapen dezer gemeente, worden uitgereikt, terwijl door bet bestuur der Vereeniging twee zilveren lauwerkransen beschikbaar zijn gesteld, en wel een voor Harmonie- en een voor Fanfare- vereenigingen, namelijk voor die vereeniging, welke zich, volgens een uit Jde directeuren der deelnemende vereenigingen bestaande jury, op muzikaal gebied het meest heeft onder scheiden. Met 1 September a. s. moeten als gemeenteraadsleden te Bodegrave aftreden de heeren D. Meurs, W. P. Brunt, W. Van der Gie8en en A. Moons. Slot.) Ze bracht hem evenwel met een zacht lijntje den anderen kant op, wat niet belette dat hij telkens iets had aan- of op te merken, wanneer hij een agent passeerde. Mot drinken en wandelen van waggelen kon bjj Janus, die 'em koud lustte, rog geen sprake zyn was de tijd gevorderd tot over tienen en Jans dacht er ernstig aan, met oen omwegje naar huis terug tekeeren. Dat was bij broerlief aar. eens doovenmans deur geklopt! „'kZel je wel netjes thuisbrengen, hoor'. Laat dat maar gerust an myn over, maar niet voor elleven! Kom! Daar gunter is nog zoo'n fijne zaak; daar gaan we een afzak kertje nemen 1" En alweer zaton ze met eon glaasje voor zich, van alle kanten begluurd door de aan wezigen. Daar trad een deftig heer binnen, gekleed in een keurig fantasiekostuum, en plaatste zich aan een tafeltje naast ons tweetal. In het eerst negeerde h(j de luitjes nagenoeg geheel, doch een volgend oogenblik nam al zjjno aandacht in beslag voor Janus, die in den roes van zijn geluk, tot grooto ergernis van Jans, zijn mond te laag zocht en dien tengevolge een kunstmatigen waterval te voorschijn riep, welks schuim bruisend en schuimend over jas, broek en tafel woelde. „Wat een stommeling ben je nou!" klonk het verwijtend van Jans' lippen. „Hó, hé'. Een toontje zakken! Kan ik 't helpen, dat dat ding zoo glad is as een aal, zeg?" De fantasie-heer, ik bedoel: de heer in fantasie, die intusschen het tweetal aandachtig had opgenomon, zette hoe langer hoe grooter oogen op. „Wat is dat nou?" mompelde hij. „Myn jas? Ja,'t ljjdt geen twijfel! Neen mair! Zoo is 't niet te verwonderen, dat ik er een kwartier lang naar gezocht heb, zonder hém te vinden! En mijn hoed ook al? Dan heb ik met een gemeenen dief te doenl Laat ik nou voorzichtig wezen En zich lot Janus wendende, zeido hij: ,'t Is jammer, vriend! 'tMeeste nog van de jas!" En tegelijk stond by by hem, schynbaar om 't ongeluk te overzien, in werkelijkheid om zich zekerheid van zyne gissing te ver schaffen. „Dank je, meheer! voor je belangstelling Maar der is niks an verbeurd, 'k trek morgen maar weer een andere an! Een notaris zit niet om een jassie verlegen, hoor! Maar kom neem zievonplè een slokje voor mijn reke ning voor den schrik!" Hadde Janus geweten, dat mynheer Ver meulen zelf in vleesch en been daar voor hem was gezeten, hjj had de brutaliteit niet zoo ver durven dryven. „Aangenomen, maat!" sprak notaris Ver meulen, die behagen in de grap begon te scheppen, o 1 als ik het wel heb, heb ik de eer notaris Vermeulen te spreken! Dat doet me genoegen; aangename kennismaking!" Herhaalde malen kreeg Janus een stootje tegen zyn elleboog, of een stomp tegen zyne kriieén van de zyde van Jans; nochtans: de nieuwbakken notaris liet zich de eer welge vallen natuurlyk niet de eer van gestompt te worden en klonk en dronk met den vreemden heer, dat het een aard had. „Zeg, Jans! Spreek ook is een spreek. Men schryft uit 's-Gravenhage: Op initiatief van een drietal heeren, leden van „Eigen Hulp", was hier eene vergadering belegd van leden dier Vereeniging, om te overleggen wat er zou kunnen worden gedaan om de stelselmatige uitsluiting van leden van „E. H." by verkiezingen te doen eindigen. De vergadering, welke druk bezocht was, werd geleid door den heer F. E. L. A. Abel, die uitvoerig de aanleiding tot deze samen komst uiteenzette en constateerde wat ook later van andere zyde bevestigd werd dat noch het hoofdbestuur noch eenig ander be stuur van „Eigen Hulp" ten deze had willen optreden, omdat steeds vooropgestaan had dat de Vereeniging „E. H." buiten de politiek moest blyven, maar dat niets kon beletten dat leden van die Vereeniging te zamen kwamen, om, noodgedrongen, ten gevolge van het boycotsysteem der kiesvereenigingen, ge- meenschappelyk te beraden over de middelen, om aan dat onrecht een einde te maken. Het bleek dat een groot getal leden bewy- zen van instemming bad gegeven en nog meer te wachten waren. Door de drie byeenroepers werd nu, nadat van de instemming der vergadering bleek om krachtig op te treden, een voorstel gedaan om nog niet te besluiten tot oprichting eener kiesvereeniging, maar daarmede te wachten tot dezen winter, doch wel als vergadering van gelykgestemden op de quaestie van „E. H.", drie candidaten voor den gemeenteraad te proclameerenleden van „E. H.", en wel een voor de vervulling van de open plaats, ten gevolge van den dood van den heer Scheltus en twee andere, een van liberale, oen ander van anti-liberale richting, op de lyst der 13 aftredenden, ten einde aldus een biyk te geven, dat de politiek buiten spel blyft en de coöpe- rators vrijheid hebben om naar hunne richting een van de twee laatstgenoemden te kiezen, terwyl dan allen gezameniyk den derden coéperator voor de nieuwe vacature zouden kunnen kiezen. Dit voorstel werd in zoover geamendeerd, dat voorloopig besloten werd zich te bepalen tot de keuze van een candidaat voor de 14de plaats, ten einde te kunnen afwachten of in de candidateniysten der overige kiesvereeni gingen namen van leden van „E. H." voor komen, die kunnen worden overgenomen. Daarop is een candidaat gekozen, die echter nog niet over de candidatuur was gepolst, zoodat hy nog niet als zoodanig kon worden geproclameerd. In het „Hotel des Indes" te 's-Gravenhage is aangekomen Z.Exc. de heer Michel George- vitch, buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister van het koninkrijk Servië te Parys, Brussel en 's-Gravenhage. De gezant komt kennisgeven van de aanvaarding van het koninkiyk gezag door koning Alexander van Servië. De Geneeskundige Staatscommissie te Amsterdam bevorderde tot arts de heeren J. Weisenborn, A. De Oude en D. Blok, en liet toe tot het 1ste gedeelte de heeren R. H. A. Van Dortmond, M. P. Schutte en P. J. Korver. Naar men zegt, zou de minister van waterstaat zooveel bezwaar hebben tegen den bouw van een nieuw administratiegebouw van de Staatsspoorwegen te Utrecht (naast het bestaande), waarvoor na zooveel moeite de grond van de gemeente Utrecht was ge kocht en waarvoor de voorbereidende plannen en maatregelen reeds waren aangevangen, dat Diet slechts dezen zomer niet, maar waar- schynlyk zelfs in 't geheel niet tot dien bouw zal worden overgegaan. Intusschen vereischt het gerucht nog nadere bevestiging. Hoewel de juiste dag, waarop mgr. Rinal- dini, tot dusver internuntius te 's Graven- hage, ons land zal verlaten, nog niet is vastgesteld, zal hy, naar „De Tyd" verneemt, in elk geval niet later vertrekken dan 20 Juni, ten einde ook te Luxemburg zyne brieven van terugroeping aan den groothertog te overhan digen en tegen het einde dezer maand zyne function als substituut van den kardinaal staatssecretaris te aanvaarden. Drink is uit op de kennismaking Gisteren by het sjouwen op de boot hadden we zulke goeie klare niet! Zie je!" ging hy voort, tot mynheer Vermeulen gewend, „ik bedoel me werkvolk natuurlyk!" „Natuurlyk!" klonk de stem van den heer Vermeulen al3 eene echo. „Zie je!" ging Janus voort, „ik moest der is een oochie op houen voor een goeien kennis van me, voor wie zen rekening het schip vaart." „Ja, ja!" vulde de ander aan, „dat laat zich begrypenMaar neem nou ook eens oen glaasje voor mjjn rekening!" „Neem me niet kwalyk, vrind! Laat mp der nog liever eentje gevenantwoordde Janus. „Je zak is allicht schraalder as de myne!" Notaris Vermeulen bedankte duizendmaal voor 't aanbod en hield zich, alsof hy van plan was te vertrekken. „Wacht nog een ommozientje, zegvoegde Janus hem toe. „As je der niet op tegen heb, brengen we je nog een endje! Ik breng me zus even thuis en dan pikken we samen nog een graantje." Eén, twee, driestond men buiten. „Naar de Mart! Hè, Jans? Sapperloot, wat een lol kan je toch op zoo'n avond hebben!" Maar Jans antwoordde niet. Als die meheer maar geen van de politie is, dacht ze. Of anders was 't een kwartjesvinder, die Janus straks misschien zyn laatsten cent zou af zetten, of liever haar centjes! Want had ze er niet hard voor moeten sjouwen? Daar stond ons drietal voor het welbekende huis. „Nou, man!" zei Janus; „ik breng me zus even binnen en trek een andere ias an; dan ben ik dadelyk weer tot je dienst, hoor!" Nu kon notaris Vermeulen, die begon te begrypen, hoe de vork in den steel zat, zyne zelfbeheersching niet laDger bewaren en barstte uit in een langgerekten schaterlach, die hem waarscbyniyk van des sjouwermans zyde slecht zou bekomen zyn, indien niet tegeiykertyd de deur van binnen geopend en mevrouws gelaat zichtbaar geworden was. „Zoo, Johan!" wendde ze zich verbaasd tot haren echtgenoot; „er wachten nog een paar heeren op je in de spreekkamer. Ze hadden je van 't station zien komen en ze moesten en zouden je sprekendaarom heb ik ze maar laten wachten! En jy, Jans? 't Is al lang elf uur gepasseerd! Maar ze kon niet vorder gaan, want met een bleek, bestorven gelaat staarde Jans naar den heer Vermeulen en dan weer naar Janus, die insgelyks den heer Vermeulen met onver holen verbazing als een spooksel aanstaarde. Toch begreep hij maar ten halve zyn toe stand, beneveld als zyn geest was door 't gebruikte dien avond. Eindelyk kreeg mynheer medelyden met de verlegenheid van Jans, die hy heden voor 't eerst als zyne dienstbode hoorde betitelen. „Breng jy nou je broer maar naar't station, meisje! Laat hem die jas en dien hoed maar houden! Maar breng je hem nog één keer hier in huis, dan brengt hy jou er uit, hoor!" Mét ging de deur toe. - En het eind van de grap Mynheer en mevrouw hadden nog wel eene week lang pret in 't gebeurde. Jans zocht de zaak door ojipassen goed te maken, en Janus, toen hy des anderen daags elf uren den hoed en de jas op don grond voor zyn bed vond liggen, moest by zich- zelven bekennen „'tWas een stomme streek van me,hoor'. Maar: de notaris slacht mpi 't Is een fideele vent!'.'."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1893 | | pagina 5