N°. 10209 Aiaaüda»; 5 Jj11"* A0.1893. feu (jouraat wordt dagelijks, met üitxoaderiag van (goa- ea feestdagen, uitgegeven. V om 1—^4 rag*]» f 1.05. Iedere regel meer f0.17|, Grootere Jetter» but plaaUrnimU. Toor ket taetaseerea kuiten de eUd wordt ƒ0.03 berekend. Derde Blad. Kikeriki. Leiden, 3 Juni. Feuilleton. TWEE VOOR ÉÉN. LEIDSCI DAÖBLAD. FBUB DEZER COURANT: Mr bUn per S mwadenf 1.11. Pmdm per pott1.40. Afroadw4Ql« Nommers0.05. PBIJS DUB ADVBRTENTIÉN Aan de Abonné's daarop, wordt by dit noaiKier verzonden No. 37 van Kikeriki. Door de ingelanden van den Noordeind en Geerpolder onder Ter-Aar is benoemd tot schout van die polders de heer W. F. Visser, te Ter-Aar, in de plaats van den hoer G. J. Kempenaar, die niet meer voor eene herbe noeming in aanmerking wenschte.' te komen terwijl laatstgenoemde is benoemd tot polder meester, ter voorziening in de vacature van N. De Boer, overleden, voor afd. Noordeind, en de heer W. Koest Cz. is herbenoemd tot poldermeester van de afdeeling Geer. Door de benoeming van eerstgenoemde tot schout, moet alsnog eene verkiezing plaats hebben van een poldermeester voor afdeeling Noordeind. By gelegenheid van het 30ste. Chrt Nat. Zendingsfeest, dat Woensdag 5 Juli op Velzer- beek, in de onmiddellijke nabijheid van hot station Velzen, zal worden gehouden, zal dr. J. Th. De Visser, predikant te Amsterdam, de openingsrede, en dr. A. W. Bronsveld, u;t Utrecht, de slotrede houden. Evang.-Luth. Kerk. Benoemd: tot hoogleeraar aan het Ev.-Luth. Seminarium, dr. "VV. Erandt, te Berlyn. De zes en-twintigste vergadering der Ev.- Luth. Synode is gisteren op gebruikelyke wyze gesloten. Te Haarlem is overleden de heer P. H. Donck, hoofd der Ryks Leerschool aan de Ged. Vc-ldersgracht, welke betrekking hy sinds het jaar 1862 met yver en zorg heeft bekleed. De geneeskundige staatscommissie te Amsterdam bevorderde tot arts de heeren V. Gravestein, C. Pino en S. Sanders. De min. van binnenl. zaken, gezien het kon. besluit van 26 Mei 1893, tot benoeming der commissie, in 1893 belast met het afnemen van het Staats-examen ter verkryging van een getuigschrift van bekwaamheid voor de studie aan eene Universiteit, heeft bepaald dat dit examen zal worden afgenomen te 's Graven- hage op 13, 14, 15, 17, 18, 19, 20, 21, 22, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 31 Juli en 1, 2 en 3 Aug. a. s. Door eenige belangstellenden in de dra matische kunst te Amsterdam werd de Kon. Ver. „Het Ned. Tooneel" uitgenoodigd om als pachteresse op te treden van den nieuwge- j bouwden Stadsschouwburg aldaar, behoudens onderverpachting aan eene zoo mogelyk Ned. Opera-combinatie. De schouwburg vereeniging, mot het beheer van den nieuwen schouwburg belast, gaf ook aan de exploitatie door „Het Ned. Tooneel" de voorkeur en deze verklaarde zich bereid de taak aanvankelijk voor 3 jaren op zich to nemen, mits het door een waarborgfonds van minstens f 40,000 (over de driejaren) verzekerd was tegen de eventualiteiten, welke altyd aan zulk eene exploitatie verbondon zyn. Thans worden pogingen godaan om dat waarborgfonds van minstens f 40,000 en hoog stens f 60,000 bijeen to krygen. in aandeelen van f 500; elk aandeelhouder zal daarvoor het recht verkrygen op eene vaste plaats voor de avonden, dat hy den schouwburg bezoekt. Het stoomschip „Prinses Amalia," van Batavia naar Amsterdam, arriveerde 2 Juni te Aden; de „Bundesrath," van Hamburgen Amsterdam naar OostAfiika, arriveerde 1 Juni te Lissabon; de „Didam" arriveerde 2 Juni van Nieuw-York te Rotterdam; de „Edam," van Rotterdam naar Nieuw-York, is 2 Juni "Wight gepasseerd. By koninklyk besluit is benoemd tot lid in den Raad van Nedeil.-Indiö mr. W. A. Engelbrecht, thans directeur van justitie te Batavia. De heer F. S. Stibbe, arts, benoemd en aangesteld tot off. van gez. der 2de kl. by het personeel van den geneeskundigen dienst van het leger in Ned.-Indié. Bonoemd tot vice-president van den Raad van Nederl.-Indié de heer W. P. Grooneveldt, thans lid in dien Raad. Met ingang van 1 Mei 1893, aan G. J. F. P., zich ook schryvende W. J. F. P. Lanzing, gewezen ontvanger der directe belastingen en accijnzen, een pensioen verleend van /"1574 'sjaars. Goedgekeurd dat de Gouv. Gen. van Ned.- Indié den heer R. C. Kroesen, vice-president van den Raad van Ned.-Indié, op zyn verzoek, wegens ziekte, eervol van zyne betrekking heeft ontheven. De kapt.-luit. ter zee A. G. Ellis, met den 16den Juni a. s., eervol ontheven van het bevel over Hr. Ms. torpedo instructieschip „Marnix," en bedoeld bevel alsdan opgedragen aan den luit. ter zee 1ste kl. J. Wentholt. Goedgekeurd dat aan den heer J. M. De Kempenaor, burgemeester van de gemeente Voorschoten, en aan jhr. mr. L. A. S J. De Milly van Heiden Reinestein, burgemeester der gemeente Zuidlaren, eervol ontslag is verleend als secretaris hunnGr gemeente. Goedgekeurdlo. dat de heer W. Van Eek, burgemeester der gemeente Zwartsluis, is be noemd tot secretaris dier gemeente; 2o. dat de heer J. P. Kleinschmit, burgemeester der gemeente Schalkwijk en Tuil en 't Waal en secretaris van eerstgenoemde gemeente, is benoemd tot secr. der gem. Tuil en 't Waal. Jhr. T. R. J. B. Van Grotenhuis van Onstein, benoemd tot burgemeester der gemeente Vin- keveen. Benoemd tot rechter plaatsvervanger in de arrond. rechtbank te Amsterdam mr. F. A. Eggers, advocaat en procureur aldaar. Aan mr. J. Van Eik Jz., op zyn daartoe gedaan verzoek, met ingang van 8 Juni a. s., eervol ontslag verleend als vice president der arrond. rechtbank te Amsterdam, met dank betuiging voor de door hem in rechterlijke betrekkingen bewezen diensten en is benoemd tot vice president der arrond.-rechtbank te Amsterdam mr. Ph. W. Scholten, thans rechter in dat college. Gemengd Nleuwv. Do Leidsche kappers- en barbiers- vereeniging „Hulp en Vriendschap" behoort ook al niet meer tot de jongste vereenigingen, want zy heeft nu reeds haar 12,/2-jarig be staan gevierd. De president, die de daartoe belegde feest- vergadering opende, bracht den leden en geïntroduceerden in herinnering wie de oprich ters er van waren, hoe de vereeniging vooruit was gegaan. Niet alleen werd het ziekengeld van 70 cents op een guldon por dag gebracht, maar ook de hulp bij ziekte werd veel ver beterd, terwijl do contributie dezelfde bleef. Tevens werd er een vakdepöt opgericht, waar ook niet leden gebruik van kunnen maken. De vereeniging was aangesloten aan den Barbiers- on Kappers-Bond in Amsterdam, wat voor de vereeniging niet de gewonschte resul taten afwierp, en had met Januari 11. eer.e vakschool opgericht, welke het bestuur veel opoffering had gekost, maar hot hoopte dat deze beloond zou worden door de goede vruchton, welke men er van verwacht. Nadat spr. de leden en geïntroduceerden had opgewekt om nu net en ordelyk het 12,/o jarig bestaan van de vereeniging te vieren, werd er een feestlied gezongen, waarna de president overging tot het onthullen van een nieuw vaandel, welke plechtigheid gepaard ging met een toepasselijk woord, waarin spr. er op wees hoe nuttig het voor eene ver eeniging is een vaandel te bezitten, want een vaandel is het symbool van de vereeniging. het geeft meer verbroedering. In een gedicht, door spr. zelf gemaakt, las hy voor hoe het vaandel er was gekomen, waarna het doek viel en het vaandel zichtbaar werd. Dat dit ieders goedkeuring wegdroeg, bleek uit het algemeen applaus en do fanfares, welke aan geheven werden, waarna des presidents vrouw het bestuur en de leden gelukwenschte met de schoone banier en hoopte dat de leden er nimmer spyt van zouden hebben zich onder dit vaandel geschaard te hebben. Een prachtigen krans hechtte zy toen aan het vaandel, waarna de president haar en den anderen bestuurdersvrouwen bedankte en de hoop uitsprak, dat haar wensch vervuld zal worden Hy spoorde de leden aan bet vaandel nimmer te verlaten, maar wenschte dat nog meer leden zich er onder scharen zouden, die nu nog veraf bleven van de zinspreuk, welke zoo schittert in dat vaandel. Moge die echter nu ook schitterend in practyk gebracht wor den door de leden! Een klein komediestukje werd opgevoerd, getiteld: „Hy moet er uit en zal er uit". Yan de pauze maakte de president gebruik om den penningmeester, die van de oprich ting af in functie was en dus nu ook als zoodanig zyn koperen feest vierde, met eene korte toespraak namens de vereeniging geluk te wenschen en hom te benoemen tot lid van verdienste, in verband waarmede hem eene zilveren medaille op de borst werd gehecht, waarbij de wensch werd uitgesproken, dat het hem gegeven moge zyn niet alleen voor zyn gezin, maar ook voor de vereeniging nog vele jaren met denzelfden yver en trouwheid werkzaam te blyven. Als bewys van erkentelykheid werd hem bovendien nog een kristallen sigarenhoorn op zilveren voet vereerd, vergezeld gaande van eene kleine oorkonde, waarin het doel en de namen der gevers vermeld staan. Zichtbaar ontroerd dankte de jubilaris voor de wenschen en de geschenken; hy hoopte denzeltden yver te blyven betrachten. Alsnu werd een tweede tooneelst uk je opge voerd, dat, evenals het vorige, goed voldeed. Vervolgens was er nog eene kleine verras sing voor de leden in den vorm van eene lotery en daarna bal, afgewisseld door het zingen van feestliederen. Alles geschiedde zeer goed en ordelyk, duurde tot in den morgen en heeft blykbaar allen zeer voldaan. 100.) Hij verzweeg haar ook niet dat alle ver moedens gevestigd waren op den reiziger in wynen en hy in plaats van naar Leiden terug te keeren naar Bucharest reisde, in de hoop bedoelden commissionnair op te sporen, terwyi hy eindigde haar Mina's brief ter inzage te zenden, om dezen in een gunstig oogenblik Nanda te doen lezen. In een postscriptum beval hy haar aan Haverkamp niet te verontrusten omtrent de vermoedelyke medeplichtigheid van den graaf en hem ook niets te zeggen var. zyne reis r.aar Bucharest. H\j vertrouwt dat de omstandigheden 't wel zóó zouden leiden, dat zy elkander op de tentoonstelling te "Weenen zouden ontmoeten en de terugreis in volkomen herstelde har monie door hun vieren zou worden onder nomen, om den vyfden hun zoo onwelkomen reisgenoot te vergeten. Marianne wantrouwt hare oogen. Het dui zelt haar. De graaf betrokken en medeplichtig aan dien diefstal! Zy heeft den moed niet er den bankier over aan te spreken, al had Herder haar geene gehoimhouding opgedragen. Zy moet zich- zelve geweld doen om kalm te schynen tegen over Nanda. Deze ontgaat echter hare gejaagdheid, liever de zichtbare verwarring, waarmee zy Herders schryven tracht te versteken. Met een geopenden brief treedt zyzelve op haar toe en met een „lees, o lees!" valt zy haar om den hals. In toenemende ontroering leest Marianne: „Nanda! Indien gy Herder waarlyk lief- hebt, met eene liefde, die de myne voor hem evenaart, maak hem dan gelukkig! Hy ver dient uw vertrouwon, uw geheele hart ten volle. „Wat my betreft, ik zal nimmer de vrouw worden van een ander, maar ook nimmer van hem, dien ik thans als een broeder beschouw. Gy hebt geene zuster, Nanda, ook ik heb er geene. Welnu, laat ons zusters worden, door ons huwelyk met myn broeder. Verheug my met een woord van uwe eigen hand, dat my geruststelt omtrent zyne toekomst, voorzoo- ver die van u afhankelyk is. Mina Verdagen." Marianne, die den ingesloten brief van M.na nog niet had gelezen, gevoelt zich zon derling te moede. De eene pijniyke verrassing stapelt zich op de andere. Pynlyk toch is ook deze, omdat zy inder tijd meneer Haverkamps hart niet weinig verbiyd heeft door de mededeeling, dat Nanda besloten was 's graven vrouw te worden. De brief moet dus op haar een geheel ande ren indruk maken d<m op Nanda, die zich thans overgeeft aan droomen, harer jeugd zoo natuurlyk, en alles vergeet, alsof er geen Von Wienerstein bestaat. Eerst de ernstige vraag harer gezellin „En Von Wienerstein?" doet Nanda van kleur verschieten, zelfs een pfjniyken stryd in haar gemoed ontstaan. Zy heeft immers haren vader beloofd, zich naar zyn wensch te schikken? Ach! Waarom moesten die regels haar zoo gelukkig en toch weder zoo ongelukkig stemmen? Waarom moesten zy, nu de eerste stryd nauwelijks was gestreden, een anderen te voorschijn roepen, die haar wellicht te zwaar zou zyn? Zy zou haro hand aan een ander, aaneen Von Wienerstein zelfs kunnen geven, als haar hart niets rneer te hopen hadzy bad van den man harer keuze kunnen afzien, omdat de rechten van een ander op zyne toewydirg giooter waren dan de hare. Maar hoezeer was alles thans veranderd. Nu was het immers Mina zelve, die haar toeriep „Maak hem toch gelukkig!" En nu stond Von Wienerstein immers tus- schen haar geluk? Maar bovendien scheidde haar daarvan nog do wil haars vaders. „Luister eens, Nan", herneemt Marianne, uit vrees dat de nieuwe schrik hare algeheel© herstelling mocht benadeelen, toen zy in een zenuwachtig snikken uitbarst: „Ik zal papa in uw belang trachten te winnen. Dit moet ik u echter zeggen ik heb zeer goed ge merkt dat het vermogen van Von Wiener stein hem niet ten onpas zal komen, want hy sprak my van kantoorzorgen, die ook door uw huwelyk zouden vervallen. Weet gy niets van Herders geldeiyke middelen?" „Als die maar een weinig gunstig waren, was ik gerust. Ik weet alleen dat hy een goede betrekking heeft, althans een voldoend traktement om met heel weinigjes te be ginnen", sprak zy door hare tranen heen Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1893 | | pagina 7