A®. 1393.
Tweede Blad.
F" euilleton.
TWEE VOOR ÉÉN.
N°. 10206
Doiiflerclag 1 Juni.
EIDSOH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
H Voor Leiden per 3 maanden1.10.
fJ Franco per poet1.40.
I Afzci.derlijke Nommera0.05.
i§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER AD VERTENT IÊN:
Van 16 regels ƒ1.05. Iedere regel meer ƒ0.17}.
Grootere lettere naar plaatsruimte. Voor het
incasseeren buiten de stad wordt ƒ0.10 berekend.
Abonnement per week.
Abor.nés, dis gebruik willen maken van
deze gemakkelijke betaling, zpn daartoe Shans
in de gelegonheid, aangezien heden, ?.I Mei,
het kwartaal eindigt.
I Men betaio aan den looper, die het Dagblad
Bezorg het bedrag ad f 1.10 van het alge-
loopen kwartaal; men hoeft dan iederen
■aandag-avond slechts 9 Gents te betalen.
De immmers, deze week verschijnende, ont-
taigt men gratis.
Leiden, 31 Mei.
Do sergeant-majoor Klesser, van de 2de
■orap. Mo bat. 4de re?, inf., die onlangs met
woldoor.:-n uitslag het examen voor adjudant-
Hnderol'jcier heeft afgelegd, wordt op 1 Juni
■èange3ield tot dien graad en wel bij het 4de
bat. van het regiment alhier.
I "Wegens het voor een buitenconcert on
gunstig weder is de muziekuitvoering, welke
Bisteron door het stafmuziekcorps van het
'tide regiment infanterie in den tuin van
- ËZomeizötg" zou worden gegeven, niet door-
.'•«egaan. maar uitgesteld.
I Er bestaat gelegenheid tot verzending
•Cer correspondentie naar Nieuw-York door
•middel van het stoomschip „Edam", van
[otterdam vertrekkende. Ten po6tkantore
ilhier moeten do brieven enz. uiterltfk morgon-
phtend om 7.30 (7.50 stadstijd) bezorgd z(jn.
Do wfo'ze van verzending behoort duidelijk
ip het adres vermeld te worden.
Uitslag van het litorarisch-mathematisch
examen to Arnhem. Opgeroepen 7 candidaton.
^Toegelaten 2, de heeren H. N. Van der Hoyden,
te Leiden, en M. Hofsté, te Amsterdam.
-Bi) beschikking van den minister van
binnenl. zaken van 30 Mei, afd. Onderwijs,
is bepaald dat de commission, die in 1893
worden belast met het afnemen der examens
in do vreemde talen, waarvan de programma's
zijn vastgesteld by Koninklijk besluit van 14
Oct. 1834 voor zooveel betreft de dezon zomer
te houden examens, zitting zullen houden:
voor de Franscho taal, voor hot mondeling
gedeelte to 's Hage, voor het schriftelijk ge
deelte op nader aan to wijzen plaatsen, voor
de Hoogduitsche taal, zoowel voor het mon
deling als voor hot schriftelijk gedeelte te
*s Gravenhago en voor de Engelsche taal, voor
het mondeling gedeelte te 's-Gravenhage en
voor het schriftelijk gedeelte op nader aan te
wijzen plaatsen.
Tot lid en voorzitter van de commissie
voor de Fransche taal is benoemd prof. dr.
A. G. Van Hamel, te Groningen, en tot leden
plaatsvervangers o. a. de heeren E. Th. Borlé
en P. Werkman te Leiden.
Tot lid en voorzitter van de commissie
voor de Hoogduitsche taal prof. dr. B. Symons,
to Groningen, en tot lid o. a. de heer H. H.
Breuning te Leiden.
Tot lid en voorzitter van de commissie
voor de Engelsche taal prof. jhr. dr. B. H.
C. K. Van der "Wijck te Utrecht.
By do in het hoofdkiesdistrict Gouda
gehouden verkiezing voor een lid der Tweede
Kamer werden uitgebracht 2209 geldige
stemmen, zoodat de volstrekte meerderheid
was 1105.
Uitgebracht waren op de heeren J. N. Bas-
tert (kath.) 815, Valette 712 en A. Brummel-
kamp, van Groningen, (anti rev.), 675 stem
men, zoodat tusschen de beide eerstgenoem-
den eene herstemming moet plaats hebben.
Toen gisteren te Hoorn het doek, dat
tot dusver het beeld aan de blikken des volks
onttrokken had, viel, vertoonde zich het beeld
van Jan Pietersz. Coen ten voeten uit. Het
doet den ontwerper er van, prof. F. Loenhoff,
leeraar aan de Academie van Beeldende Kun
sten te Amsterdam, die, jammer genoeg, door
sterfgeval in zyne familie niet kon tegen
woordig zyn, alle eer aan, en is door den heer
Marynen, te Breda, meesterlijk gegoten.
Het bronzen beeld stelt Coen voor in de
kleeding van zijn tyd, de linkerhand rustende
op het zwaard, staande op een flink granieten
vierkant voetstuk, waarin de naam „Jan
Pietersz. Coon" en de jaartallen 1587 en 1629,
geboorte- on sterfjaar.
Op het oogonblik der onthulling losten de
in de haven liggende schapen der oorlogs-
marine, de monitor „Tijger", de brikken
„Castor", „Pollux" en „Urania" ondestoom-
kanonneerbooten „Udur" en „Vali" salvo's
uit hunne vuurmonden.
Nadat de geestdrift, welke op het uitspreken
der feestrede volgden was bedaard, droeg de
minister Van Dedem het beeld over aan het
gemeentebestuur van Hoorn, uit welks naam
de burgemeester, de heer A. E. Zimmer
man, hot aanvaardde met de verzekering, dat
men het in eere zou houden en bewaren zoo
veel in hun vermogen is.
Nadat de officiëele plechtigheid der ont
hulling was afgeloopen, begaven de genoodigden
zich naar het stadhuis, waar hun in de fraai
versierde raadszaal een déjeuner werd aan
geboden.
De andere feestvierenden wandelden naar
de Gedempte Turfhaven, waar eene groote
harddraverij door paarden van zessen klaar
hen lang, maar aangenaam bezig hield.
Te zes uren ongeveer was de uitslag be
kend; prijs (ƒ250) „Sador" van don heer D.
J. Florijn, te Rotterdam, 1ste premie (ƒ100)
„Rejected" van den hoer Th. J. Dop, te Hilver
sum, en 2de premie (ƒ50) „Mirka" van den
heer A. De Graaf, te Bussum.
Nadat het druk was geweest in logementen
en herbergen, waar het middagmaal werd ge
bruikt, wandelden allen langs de haven naar
den Karperkuil.
De oorlogsschepen buiten de ree waren
geïllumineerd, mooiq, lijnen van kleine sterre
tjes, togen den horizon, weerkaatst in 't water.
Maar de Karperkuil zag er werkelijk fan
tastisch uit. Honderden raonschen stonden er
onder het zwaar geboomte geschaard, dat het
schilderachtig kolkje omzoomt. En op dat
spiegelgladde water, donker getint door de
bewolkte lucht, dreef eene flotielje van verlichte
vaartuigen, schepen en jachten en gondels en
visschersschuitjes, langs alle mooie lijnen ver
sierd met /ballons en vetpotjes. Een wonder-
spel van licht, boven en op het water, togen
het donkergroen der boomen, nu en dan be
schenen door rood of groen Bengaalsch vuur.
Tegen tien uren begon het vuurwerk op de
scheepstimmerwerf aan den Kuil, en de kron
kelende spiralen van vuur en de kleurige bal-
leijos en de zingende pijlen en vooral natuur
lijk de groote draaiende, sissende, knallende
stukken ontlokten telkens weer aan de vroo-
lyko menigte een „uufhèè!"
Daarop snolden do vreemdelingen naar don
feosttrein, de Hoornaren maakten nog een
dansje in den tuin en liet feest was geëindigd.
Nog dikwijls zullen do bowoners van Hoorn
bij liet zien van Coens beeld aan de aardige
dagen bij de onthulling denken.
In het Statenhuis is eene tentoonstelling
bijeengebracht van voorwerpen, op het tijdperk,
waarin Coen leefde, betrekking hebbende; z\jn
portret en dat van zijne vrouw Eva Menten,
uit Hoorn goboortig, zijn daar te bezichtigen,
en ook Coens zwaard. Deze tentoonstelling
blijft de geheelo week, tot en met Zondag,
nog open.
Het „Utr. Dbl." meldt dat de gemeente
raad van Utrecht morgen, Donderdag, eene ver
gadering zal houden tot behandeling van eene
voordracht van B. en Ws., om te besluiten
tot opheffing van de Bank van Leening.
Deze voordracht is ingediend naar aanieidiDg
j van het door commissarissen van de Bank
van Leening tot den Raad gerichte verzoek,
waarbij, op grond van art. 6 van het regle-
j ment der inrichting, die opheffing wordt aan
gevraagd, wegens het aanzienlijk verlies, op
de exploitatie der Bank geleden, en het gebrek
aan geld om do zaken verder te drijven.
Voorts wordt door B. en Ws. voorgesteld,
dat, ingevolge art. 7 van het reglement, een
liquidateur van de Bank door den Raad zal
worden benoemd.
Blijkens eene opgave in de Staatscourant
van 31 Mei bestond de bevolking van Zuid-
Holland op 1 Januari 1893 uit 482,539 m. en
519,605 vr., totaal 1,002,144, togen 987,341
(475,131 m. en 512,210 vr.) op 1 Januari 1892.
De bevolking der voornaamste gemeenten op
eerstgenoemd tijdstip was: Charlois 10,987;
Delft 30,398, Dordrecht 34,125, Gorkum
11,496, Gouda 20,231, 's-Gravenhage 169,828,
Kralingen 19,349, Leiden 44,198, Rotterdam
222,233, Schiedam 25,280, Sliedrecht 10,242,
Ylaardingen 13,529.
In de Nederlandsche „Staatscourant"
van 31 Mei is overgenomen eene kennisge
ving in de „Staatscourant der Kaapkolonie,"
betreffende de inrichting der verklaring, waar
mede do invoer van planten, bollen on knol
len in die kolonie vergezeld moet gaan.
In den ouderdom van 62 jaren is te
Malang overleden de heer Van Zutphen, oud
resident van Bali en Lombok, ridder in de
orde van den Nederlandschen Leeuw.
Hot stoomschip „Conrad," van Amster
dam naar Batavia, passeerde 27 Mei Gibraltar;
de „Kanzier," van Oost Afrika naar Vlissingen
en Hamburg, arriv. 28 Mei te Marseille; de
„Koningin Emma" vertrok 23 Mei van Singa
pore naar Hamburg; de „Manica", van Amster
dam via Londen naar Kaapstad, passeerde 27
Mei St.-Catherine's Point; de „Prins Willem I'
vertrok 27 Mei van Nieuw-York naar Wost-
IndiO; de „Rotterdam," van Rotterdam naar
Nieuw-York, vertrok 28 Mei van Boulogne
s/M. en passeerde Wightde „Schiedam," van
Amsterdam naar Nieuw-York en Baltimore,
passeerde 27 Mei Scilly; de „Soerabaia," van
Rotterdam naar Java, arriveerde 28 Mei to
Southampton; do „Veendam" vertrok 27 Mei
van Nieuw-York naar Rotterdam do „Batavia",
van Batavia naar Rotterdam, is 29 Mei Gi
braltar gepasseerdde „Prinses Wilhelraina",
van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 29
Mei te Padang; de „Prins Hendrik", van
Amsterdam naar Batavia, vertrok 29 Mei
yan Aden.
i)
Die komst schijnt het geheugen van den
ankier te hulp te komen, -want eensklaps
herinnert hp zich dat niet hjjzelf, maar deze
Herder heeft betaald. En zoo wendt hp zich
tot hem met een zorgloos:
I „Een gekko geschiedenis, vriend! De bank
noot, die je Herder liobt gegeven, draagt een
verdacht nummer."
I „Zoo! U is zeker de graaf Yen Wiener-
stein?" valt de ambtenaar in met e6n scher
pen blik op den verbaasden graaf. „Alzookan
ik terstond overgaan tot het rechtstreeksch
ondervragen van den persoon, van wien de
heer Herder de banknoot heeft ontvangen.
Wil zoo goed zijn te verklaren, hoe die bank
noot u in handen viel?"
„Niets eenvoudiger dan dat", antwoordt de
graaf. „Ik ontving die banknoot in bewaring
van mpn reisgenoot, hier tegenwoordig. Dat
ik van Hollandsch geld geen verstand heb
en er me kwalpk van bedienen kan, bewijze
u dat - mijn kaartje. Zooals u ziet, ben ik
een Oostenrpksch edelman."
„Volgens dit kaartje valt dit niet te betwij
felen. Toch zult u mp veroorloven mijn plicht
te vervullen. U beweert alzoo die banknoot
ontvangen te hebben van meneer uw reisge
noot, den Hollandschen bankier, die aanhou
ding van de nummers heeft verzocht?"
„Juist 1"
„U kunt dit bezworen?"
„Waarom niet?"
„Dan zal heden do bankier mij naar Wies-
baden moeten vergezellen."
„Ik, ik, ik?" herhaalt de bankier verschrikt.
„Ik voor 't gerecht? Maar, meneer! Dan zal
meneer Von Wienerstein zich duidelijker
moeten vorklaren. Want alvorens Brussel lo
verlaten, heb ik myn contanten gewisseld,
omdat mij dit voordeeligor was. Indien mijn
herinnering my niet bedriegt, heb ik goen
enkele banknoot van f 25 meegenomen."
„Dat valt moeilijk overeen te brengen met
de verklaring van meneer Von Wienerstein
en daarom.
„Hoo nu? Maar als ik het u bezweer!"
„Onze eeden zpn van dezelfde kracht",
lachte Von Wienerstein.
„Maar, meneer!"
„Maar, meneer, meent ge dat ik voor de
balie wil terechtstaan om een armzaligo
banknoot?"
„Maar, meneer Von Wienerstein, meent u
dat ik hiertoe kan of zal besluiton u ten
gevalle?"
„Heb ik niet zelf onmiddellijk den raad
gegeven de nummers te doen aanhouden?"
„Maar had ik dien raad niet reeds uitge
voerd voordat hp door u werd uitgesproken
„Maakt u niet driftig, heeren", raadt de
ambtenaar, die beiden ernstig had waar
genomen onder de uitbarsting van hunne
drift, „ülieder verschil van meening doet
niets ter zake. Ziedaar mijn instructie."
Hij reikt den graaf bp deze woorden een
bevel tot inhechtenisneming toe.
„Meneer Herder heeft verklaard de bank
noot rechtstreeks ontvangen te hebben van
don graaf Von Wienerstein en dat wel onder
gotuige van den chef en de directrice van hot
Thuringer Hof in Eisenach. Uit dien hoofde
ben ik eerst te Eisenach afgestapt, om ge
noemde lieden een verhoor to doen onder
gaan. Dit verhoor bevestigde de verzekering
van den heer Herder. En daar ik slechts in
last heb terug te keeren, vergezeld van den
persoon, die de banknoot aan genoemden
heer heeft uitbetaald, kan meneer Haver
kamp gerust hier blijven, mits hij zpn woord
verpandt om Weimar niet te verlaten vóór en
aleer hem daartoe uit Wiesbaden per telegram
vrijheid zal worden verleend."
„Een verwenschte geschiedenis 1 Dat komt
er nu van Waarom me ook gedwongen hem
weg te sturen! Hjj heeft me wel boschouwd
geen stroohalm ooit in den weg gelegd en
gekheid gekheid, dat hp en Nanda 't wel
wisten met elkander. Ik was er toch ook
nog!" mompelt de bankier, met de handen
op den rug heen en weer stappend, terwijl
de graaf eene trotsche houding aanneemt
tegenover den ambtenaar, als hy vraagt:
„Wanneor heeft de rcchlbank zitting?"
„Tweemaal 's weeks."
„Wanneer do eerstvolgende?"
„Morgen."
„Hoe laat?"
„Te tien uren."
„Ik zal zorgen present te zpn."
„In een ander geval zou uw woord my
zeker voldoende wezen, maar in het tegen*
woordige ben ik te stellig belast uw persoon
naar Wiesbaden over to brengen. In uw eigen
belang raad ik u dringend my gedwee te
volgen."
„Ik bevind my hier niet in Pruisen, maar
op onafhankeiyk Saksisch grondgebied, meneer!
Ik heb dus met de Pruisische politie niets uit
te staan."
Wordt verv!ilj't.\