N°. 10198 Dinsdafi: J23 Mei. A0.1893. feze (jourant wordt dagelijks, met uitzondering van <gon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 20 Mei. Feiiilleton. TWEE VOOR ÉÉN. LEIDSCH DAGBLA FRIJ8 DEZER COURANT: To«r L«id©ci per 8 auunden.f Lit. Franco per post1.40. Afzonderlijk» Nommers0.06. PRIJS DER AD VERTENT IËN Tan 1—f regela f 1.06. Iedere regel nseer f 0.17|. Orootere lettert naar plaatsruimte. Voor het tecasseeren buiten de atad wordt ƒ0.05 berekend. Derde Blad. Huldebetoon aan Willem III. Te 's-Gravenhage is gisteravond door eenige warme Oranje-vrienden, mannen uit het volk, eene vergadering belegd, om te bespreken op welke wyze hun denkbeeld: een blijvend aandenken aan wijlen Koning Willem III te stichten, zou kunnen worden verwezenlijkt. Er waren een dertigtal personen versche nen, die allen de presentielijst teekenden. Eén der heeren van het voorloopig Comité, die als voorzitter optrad, zeide in een inleidend woord, dat het Comité zich had gevormd om den eersten, stoot te geven aan het plan om een standbeeld op te richten, ter eere van wijlen den Koning en. daardoor, te toonen dat het volk zijne mannen eert. Z. M. mocht daarop alleszins aanspraak maken, groöt als de Koning' was als vrede-vorst, die met zorg het land heeft geregeerd. Zouden wij nu Hem, den laatsten mannelyken telg uit het Huis van Oranje, dat eeuwen met land en volk ver bonden is, goene eer bewijzen? Had Hij in onze geëerbiedigde Koningin aan Nederland een dierbaar pand achtergelaten, dubbel plicht was het daarom die lieveling door het op richten van een standbeeld, Haren Vader ge wijd, te toonen, dat nog duizenden harten voor Haar en Nederland kloppen. Onder de leus „voor God, Vaderland en Oraüje" moest daarom een zichtbaar teeken getuigenis af leggen van de liefde en voreering, welke do natie voor haren Koning had. Met een „leve de Koninginleve het Vader land!" besloot spreker zijn inleidend woord, waarop een daverend bravo de kleine ver gaderzaal vervulde. Uit eene nadere toelichting bleek voorts dat het doel was dit voorloopig comité te ver vangen door eene blyvendo commissie en in middels van gedachten te wisselen over de middelen hoe te komen tot een plan om den Koning een standbeeld zijner waardig op te richten. Daarvoor riep de voorzitter de voor lichting der aanwezigen in. Eén dezer opperde al dadelijk het denkbeeld het gedenkteoken te plaatsen op hét Konings plein, dat met zijne omgeving, de Rogentesse- laan, oene zoo eigenaardige plek voor dit huldeblijk zou zijn. Reeds dadelijk stelde hij voor het nationaal doel f 200 beschikbaar, terwijl hjj tevens eene teekening van den plattegrond voor hot monument aan. het voor loopig comité aanbood. Van de zijde van het comité werd al dadelijk erkend, en door teekenen van bijval werd hiermede ingestemd, dat aan het hoofd van deze zaak mannen van invloed in de maat schappij moesten staan. Alsnu werd de gelegenheid geopend om over het denkbeeld van gedachten te wisseleD. Reeds dadelijk werd daarvan gebruikt gemaakt door iemand, wiens beschouwingen, ineeren- deels vreemd aan de zaak, waarvoor men hier was saamgekomen, geen twijfel lieten aan de beginselen, welke hy voorstond, en aan het doel, waarmede hjj hier verschenen was. Toen hjj dan ook te ver ging en woorden 6prak, die in dezen kTing diepe en luide verontwaardiging wokten, achtte de voor zitter zich verplicht hom tot de orde te roepen en tevens onder heb oog te brengen,, dat de vergadering alleen belegd was voor voorstan ders van het nationale denkbeeld. Toen hy desniettemin dre* wijze van debat- teeren voortzette, vroeg een der belangstel lenden, zich bekend makende als inspecteur van politie, aan den voorzitter of hjj soms wenschte dat bedoelde spreker de vergade ring verliet. Op het toestemmend antwoord, verzocht de inspecteur den opposant beleefd zich te willen verwijderen, aan welke uitnoodiging hij onmiddellijk voldeed. Na afloop van dit incident gaf de voorzitter aan de aanwezigen in overweging om over het plan, zooals hy dit had ontvouwd, nog eens na te denken en dan over eenige weken in eene grootere vergaderzaal met het Comité, inmiddels aangevuld met nog eenige aanhan gers, nader te trachten het denkbeold tever- wezeniyken en zich den steun van invloedryke personen te verzekeren. De vergadering keurde dit goed, waarna een der aanwezigen hulde bracht aan het Comité voor het initiatief, in deze genomen en aan den tact, waarmede zooeven door een der heeren was opgetreden. De bijeenkomst werd hierop gesloten. Het bleek dat zich nog meer geestverwanten van dengeen, die straks op verzoek de zaal had verlaten, onder het gehoor bevonden. Heden is aan de universiteit alhior de heer J. G. Yan Heuven, geboren te Nijmegen, bevorderd tot doctor in de rechtswetenschap, na verdediging van een academisch proefschrift, getiteld: „Het regentschap in verband met de Artt. 196 en 19 van de Grondwet." Aan dezelfde universiteit is met goed gevolg het candidaats-examen ïn de godgeleerdheid, eerste gedeelte, afgelegd door de heeren J. Ten Bruggenkate en C. J. H. Verweys. De heer Warnars, te Leiden, heeft voor het beroep naar de oud-gereformeerde gemeente te Kampen bedankt. De Chr. zangvereeniging „Zingt den Heer", alhier, zal Maandag a. 8., tweeden Pinksterdag, des avonds te halfzes, eene uit voering geven in het kerkgebouw der Ned.- Herv. gem. te Wassenaar. De toegang is vry. De Zouaven-vereeniging „Fidei et Ver- tüti", alhier, zal Woensdag-avond a. s. in de zaal der St.-Jozefsgezellen een feest goven ter eere van het gouden bisschops jubilé van Z. H. Paus Leo XIII. Eene advertentie in dit blad geeft daaromtrent nadere inlichtingen. Examens L. O. 's-Hager 19 Mei. Toegelaten de damesE. J. E. Bos en. W. C. Chr. Kuenen, van Leiden. De luit.-kolonel F. J. Meijer, van het 4de regiment infanterie te Delft, wordt wegens in en door den dienst ontstane lichaamsge breken op pensioen gesteld. De rekening der Delftsche gasfabriek over 1892 sluit met een voordeelig saldo van f 44,405. De Delftsche Raad keurde eene nieuwe verordening goed, regelende de jaarweddden der onderwijzers L. O., eene regeling, welke der gemeente 11,000 zal kosten. In eene algemeene vergadering van den Hooger. Raad zyn benoemd tot leden van het bureau van consultatie jhr. mr. J. C. Reynst en mr. J. Addink, ter vorvanging van mr. G. Van Rossum en mr. J. G. S. Bevers, dio be noemd zyn tot leden van den raad van toezicht en discipline. Naar wy vernemen zegt het „Week blad v. h. Recht" heeft de minister van jus titie aan de centrale commissie voor statistiek opgedragen, advies uit to brengen omtrent de vraag, welko wyzigingen de gerechtelyko statistiek behoort te ondergaan zoowel wat betreft hare inrichting als met betrekking tot den aard van de opgaven en de wyze, waarop de opgaven worden verkregen en verwerkt. De commissie uit de Tweede Kamer, belast met het onderzoek van het beknopt verslag, betreffende de vry willige oefeningen in den wapenhandel, thans voor het eerst ingezonden over het jaar 1891/1892, heeft voorgesteld bedoeld verslag voor kennisgeving aan te nemen. Zy heeft echter eenige ep- merkingen gemaakt omtrent de waarde der statistieke gegevens, welke wellicht kunnen bydragen dat volgende verslagen in volledig heid winnen. Zoo achtte zy het wenscbeiyk ter juiste waardeering van het door den minister iDgevoerde stelsel dat voor gemeenten, waar geen garnizoen aanwezig is, afzonder- lyke cyfers omtrent de deelneming en ook omtrent de kosten worden gegeven. Ook meent de commissie, dat de door den minister medegedeelde cyfers geen voldoenden grondslag geven voor het maken van positieve gevolgtrekkingen omtrent het resultaat der oefeningen. Tegenover den Haagschen correspondent van „De Arasterdammer" (zie elders in dit blad) verzekert het „H. Dagblad" ten stelligste, dat de gezondheidstoestand der Koninginnen niets te wenschen overlaat. Het blad deelt nader mede, dat de Koningin- Regent^ vermoedeiyk eerst de volgende maand naar Arolsen zal gaan. Het „Dagblad" acht het op dit oogenblik allerminst passend om zich to verdiepen in de verdere opmerkingen van den correspon dent omtrent hetgeen de Koningin-Regentes zou belet hebben Flims te verlaten, „maar dat voor hare gedragsiyn gewichtige redenen zullen bestaan, die slechts geëerbiedigd dienen te worden, is zeker." Vanwege de ministers van financiën en van justitie zyn aan de burgemeesters ter aanplakking in hunne gemeenten gezonden gedrukte aankondigingen, waarby de aandacht van belanghebbenden wordt gevestigd op de belangrijke vermindering van de kosten der akten van overdracht van onroerend of roerend goed sedert 1 Mei, door het in werking treden van de wet van 27 Sept. 1892. Al de ver minderingen worden in de aankondigingen opgenoemd. De luitenant ter zee 2de kl. L. Hamming, uit Oost Indiö in Nederland teruggekeerd, is op non-activiteit gesteld. De „Sts. Ct." van heden bevat het be sluit van den 5den Mei, waarby aan de „Vereeniging voor Christelyke verzorging van krankzinnigen en zenuwlyders in Nederland", gevestigd te Ede, vergunning wordt verleend het landgoed „Ederoord" aldaar in te richten tot een gesticht voor krankzinnigen. Het stoomschip „Antenor", van Amster dam via Liverpool naar Java, passeerde 19 Mei Gibraltar; de „Batavia", van Java naar Rotterdam, passeerde 19 Mei Suezde „Prins Willem I" arriveerde 19 Mei van West Indiö te Nieuw-York; de „Rotterdam", vanNieuw- York naar Rotterdam, vertrok 19 Mei van Boulogne; de „Soonda", van Batavia naar Amsterdam, passeerde 19 Mei Dungeness. 71) Zy kan die kalmte zelfs niet langer aanzien en treedt weder op haar toe. Woorden heeft zy niet; wie heeft ze in zulke omstandighedenmaar deelneming.o zoo veelZy slaat den arm weder om haar heen, legt het bleeke gezichtje tegen hare borsten kust de kleurlooze lippen. Zy dwingt haar niet, zy vermaant haar zelfs niet naar bed te gaan. Zy weet immers dat geen slaap dien verslagen geest of die vermoeide oogon zal verkwikken en, hoewel zelve schier in«;énzinkend van vermoeidheid, waakt zy toch gaarne met haar. 'tls doodstil. Van daar dat haar blyktdat de logé in het belendend vertrek ook niet slaapt.Zou hy of zy onwillekeurig alles hebben gehoord? Zy houdt die gedachte voor zich, uit vrees, dat ze Nanda zou verontrusten. Wie die gebuur wezen zou, is haar onver schillig. Haverkamp, zoowel als de graaf, en die Herder zelf, waren naar het achtergedeelte van het hotel gebracht. 'tWas dus zeker een Duitscher of Sakser, en die verstond toch geen Hollandscb. En by die troostryke gedachte zucht zy onwillekeurig „Wie had me voorspeld dat ik mo dielee- lyke taal zoo eigen zou maken om dienzelfden meneer Haverkamp, en dat ik er met die arme Nan zoo'n gesprek in zou voeren!" En zy peinst over velerlei uit het verleden en over de toekomst, terwijl zij met bewon derenswaardig geduld wacht tot Nanda haar zwygen verbreekt of zich zal oprichten. Neen, Marianne was niet harteloos, al werd het door iedereen beweerd. Haar ontbrak slechts de gelegenheid, liefde en deelneming te betoonen. Als de buurman had kunnen zieD, gelyk hy had kunnen hooren, zou ook hy gevraagd hebben: is dat diezelfde Vilain? Toeh was 't gelukkig dat hy niet door het lichte beschot kon zien. Wat hy had gehoord was al meer dan hy kon verdragen. Er is soms een noodlot of eene Voorzie nigheid in 't spel, dat do monschelyke over leggingen aanwendt tot het tegenovergestelde als waartoe ze werden ontworpen. De graaf had rondweg verklaard geene kamer met twee heeren te willen deelen. Mot meneer Haverkamp alleen gaarne, doch niet met dien ander. Daarop had de „Wirth" voor dien anderen meneer nog een klein kamertje gevonden, vlak naast het vertrek der dames. Recht gelukkig zoo in Nanda's buurt te zyn, had Herder geen acht gegeven op de weinig vleiende uitdrukkingen van den graaf, maar was hy den Wirth gevolgd naar bet kamertje en.dientengevolge had hy woord voor woord het gesprek gehoord. Eene pynbank had hem niet gruwzamer kunnen martelen. Hy had het nu en dan willen uitschreeuwen van smart. Met de tan den opeengeklemd, eindeiyk met de hand krampachtig voor den mond gesloten, opdat zyne zielesmart niet hoorbaar zou zyn, had hy daar gestaan, roerloos eerst, maar alras met zóó knikkende knieën, dat by er op was neergezonken en gesnikt had: „Vergiffenis, o Nanda 1 Nanda! Veracht ray niet, u alléén heb ik lief!" O! Waarom was het nacht en geen dag? Dan had by niet geaarzeld, om zich staande voets te verantwoorden en Nanda te bezweren dat zy, zy alleen zyne eenige liefde was.maar 't was nacht. Hy kon, hij mocht zich niet vertoonen. en hy moest haar doen lyden. tot don morgen. En welk een lyden? Zijne eigen ziel werd er door verscheurd. En datzelfde leed.had hy ook Mina bereid Hy houdt den adem in en legt het oor tegen den dunnen wand, maar hy verneemt geen klank meer.Nog hoorde hy die laatste woorden, welke hy had opgevangen en die geuit werden op zoo'n geheel vreemden toon: „Geef op! Of ik veracht u levenslang en zal dat zelfs openlyk bewyzen aan myns vaders vrouw!" Neen.neen.Zyne verzekering.dat zy zyne eenige liefde was.zyne duurste eeden.zouden hem niet terstond recht vaardigen. wol by zyne kleine dwepende Nanda, maar niet by de diep gekrenkte jonge vrouw, die zoo gebiedend sprak. Waarom had hy dien brief niet ver scheurd. dien brief, die Vilain, de Hemel mocht weten hoe, in handen was gekomen? Ha, daarom was zy hem, van 't eerste oogenblik der kennismaking af aan, zoo anti pathiek goweest! Zy zal zyn zakboek hebben gevonden. Zyn zakboek, dat hy gemist had sedert dat verrukkeiyk oogenblikje onder „Zum Rose's" warande, toen beide andere heeren dien Wirth te woord stonden, in zako de besteling van het trio. Dat trio, dat daar door al een aandeel had in zijne huidige verslagenheid. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1893 | | pagina 9