N°. 101S5. Donderdaft 1® Mei. A0.1893. <§eze (Qourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Tweede Blad. Leiden, 17 Mei. Feuilleton. TWEE VOOR ÉÉN. LEIDSCÏÏ DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: ▼oor Leiden per S maanden.....ƒ1.10. Franco per post1.40. Afcondorlgke Nommers0.00. PRIJS DER ADVERTENTIÊN: ▼aa 1—6 regelt ƒ1.05. Iedere regel meer ƒ0.171. Grootere lettere naar plaatsruimte. Yoor hot incaeseeren buiten de etad wordt ƒ0.10 berekend. Hedenmiddag werd op de begraafplaats aan _de Groenesteeg ter aarde besteld het stoffe lijk overschot van wijlen mr. M. H. A. Lis man, in leven voorzitter der Gemeent-com missie van het Ned -Herv. Kerkgenootschap alhier. Vertegenwoordigers van de verschillende kerkelijke colleges, beambten, vrienden en verdere belangstellenden hadden zich op het kerkhof vereenigd alvorens de lijkstoet, be staande uit den rouw wagen en vyf volg- rytuigen, daar aankwam. Toen de met drie kransen en palmtakken, waarvan één der kleinkinderen „aan hun lieven grootvader", bedekte lijkkist boven de groeve was geplaatst, trad allereerst ds. S. H. J. De Wolff uit den kring naar voren, om èn als vriend èn uit naam van den Ker- keraad hulde te brengen aan den man, die steeds met ijver en toewijding de hem toe vertrouwde belangen had behartigd, aan den man, van wien naar waarheid was getuigd geworden dat hij zich kenmerkte door een nobel karakter. Mocbt er gedurende do vele jaren dat hy deel uitmaakte van de Gemeente commissie, wat den uiterlyken eeredienst betrof nu en dan verschil van meening tus- schen spr. en den overledene hebben bestaan, meestal werd dit weer op bevredigende wijze opgelost; maar zeker is dat Lisman het Evangelie, waarop hy bouwde, liefhad. Het verlies, dat wegens dit afsterven door de gemeente wordt geleden, is dan ook groot, en de droefheid van de oenige dochter, den schoonzoon en de kleinkinderen niet minder- Een groote zegen is het echter geweest en een troost bovendien dat zy zulk een vader tot op zyn 76 jarigen loeftyd hebben mogen bezitten. Die troost en do nagedachtonis aan hom, sterke hen! Als secretaris van do Gemeente commissie wydde daarna do heer A. E. Van Kempen eenige woorden van waardeering aan den overledene, wiens vele verdiensten hy in het licht stelde, zoomede hoe men hem heeft leeren kennen in zyne onkreukbare trouw en liefde, hoe zijne welwillendheid aan den dag kwam in elke vergadering, welke er gehouden werd gedurende de 44 jaren, dat hy zitting had in de commissie, welke hij de laatste 15 jaren als voorzitter leidde. Bij die hem kenden zal hy in dankbare herinnering blij ven; vooral ook bij de achterblijvende familie leden, tot wie spreker ten slotto eveneens eenige woorden van troost richtte. Nadat vervolgens bloemen op de kist waren gestrooid, zeide de schoonzoon, do heer H. C. Juta, den aanwezigen vertegenwoordigers van verschillende colleges, vrienden en anderen deelnemenden, die zoowel van hier als elders te dezer plaatse waren opgekomen, dank voor hunne belangstelling en bewyzen van toe genegenheid jegens den overledene^ en gaf hy de verzekering, dat de woorden, door de beide vorige heeren gesproken, hem diep hadden getroffen en door hem aan zijne echtgenoote zullen worden overgebracht, bij wie ze in onuitwischbaar aandenken zullen blijven. Daarna werd het stoffelijk overschot in de groeve nedergelaten en keerde de dooden- akker weer tot zyne stille rust terug. Het bestuur der Leidsche Fabrieksschool, bestaande uit de heeren dr. D. Do Loos, mr. H. L. Drucker, A. L. De Sturler, A. E. Van Kempen, Karei Van Wonson en J A. Van Dyk, mocht by het einde van het eerste schooljaar met tevredenheid op den afgelegden weg terugzien. Mannelijke en vrouwelijke leerlin gen werden afzonderlijk onderwezen: de eersten onder de leiding van de heeren P. T. Van der Meulen en C. Huge, in zoogenaamde huisvlijt (slöjd), de laatsten onder de leiding van mejuffrouw M. J. Sparnaay in vrouwe lijke handwerken. Voor beide categorieën werd de gelegenheid om het lezen, schrijven en rekenen, in verband met den verrichten ar beid, to onderhouden, geopend en dankhaar gebruikt. Over de vlyt en opgewektheid der leerlin gen by werkzaamheden, welke eerst na het sluiten der fabrieken begonnen konden wor den, stonden de bezoekers vaak verbaasd. Zeker heeft de Fabrieksschool reods veel gedaan, om zin voor orde en huiselijkheid aan te kweeken. Ongeveer 30 jongens en 50 meisjes nemen aan het onderwys deel. Moge deze inrichting zich in do toenemende belangstelling onzer stadgenooton blyven ver heugen! Door commissarissen van het gemeente lijk muziekcorps te Haarlem is een verzoek tot den Raad aldaar gericht om in don ver volge voor dat corps oen jaarlyksch krediet toe te staan van ten hoogste f 10,000, in plaats van de thans gegeven wordende jaarlyksche subsidie tot eon gelyk bedrag. Door het af sluiten van eenige voordeelige engagementen is het laatste niet meer noodig. Daar de over eenkomsten met de ledon van het corps op 1 Juli moeten zijn vernieuwd, wordt verzocht, nog vóór dien tyd eene beslissing te mogen erlangen. Kiesrechthervorming. De Memorie van Antwoord omtrent de ontwerpen tot kiesrechthervorming is ver schenen. Het stuk is 50 pagina's groot, zonder de by lagen, bevattende tal van statistieke opgaven, terwyl de verschillende wyzigingen, in de ontwerpen gebracht, in gewyzigde wets ontwerpen zyn opgenomen. Uit het ontwerp tot regoling van de kies bevoegdheid i6 vervallen de bepaling, dat by bestuursmaatregelen de vorm der aanvraag om op de kiezersiysten te worden geplaatst, en de wijze van inlevering zal worden ge regeld. Do Regeering stelt thans voor de daartoe strekkendo bepalingen in de wet zelve op te nemen en wel in het ontwerp, dat de uitoefening van het kiesrecht regelt. Daarin is alsnu bepaald, dat de aanvraag wordt ge schreven in een door den Gemeenteraad daar toe aangewezen, voor het publiek toeganke lijk lokaal, onder toezicht van een, daartoe door het gemeentebestuur aangewezen amb tenaar, en op een daartoe door bet gemeente bestuur verstrekt blad papier, overeenkomstig met een aan de wet gehecht model B. Tevens wordt in een nieuw artikel bepaald, dat by algemeenen maatregel van bestuur voorschriften zullen worden gegeven omtrent de inrichting van het lokaal en omtrent de orde by de inleverijg der aanvragen. In art. 5 is vervallen de uitsluiting van het kiesrecht voor hen, die den verechuldigden aanslag in 's Ryks directe belasting niet hebben voldaan. Dientengevolge is ook art. 9 (aitsluiting van het kiesrecht voor de Provin ciale Staten voor hen, die de provinciale be lasting niet hebben gekweten) vervallen. De inwerkingtreding der wet is voorgesteld op 1 Jan. 1891, zoodat de nieuwe verkiezingen voor de Tweede Kamer in Mei of Juni 1894 kunnen plaats vinden. By bestuursmaatregelen kan echter worden geregeld om reeds vooraf gelegenheid te geven tot het doen van aanvraag om op de kiezerslyst te worden geplaatst, t6rwyl verder is voorgesteld om te bepalen om van plaatsen, openvallende in de Tweede Kamer na 1 December 1893, de vervulling eerst te doen geschieden na 15 April 1894, wanneer de nieuwe kiezersiysten zyn vastgesteld. In het wetsontwerp tot regeling van de uitoefening van het kiesrecht wordt nu ook I bepaald dat de aanvraag moet zyn ingericht volgens een model A, aan de wet toegevoegd. In art. 13 wordt aan het Gemeentebestuur, in plaats van aan Burg. on Weth., de beslissing" gegeven omtrent de aanvraag tot plaatsing op do kiezerslyst. In art. 18 is nu bepaald, dat de openbare- kennisgeving van den burgemeester omtrent. de beslissing van den Raad over verzoeken om verbetering op de kiezerslyst moet ge schieden ten spoedigste, uiteriyk op den 8sten dag na de beslissing van dien Raad. In art. 45 is bepaald dat indien het aantal' Raadsleden niet toereikend is om daaruit voorzitters voor alle stembureaux in de ge meente aan te wyzen, de Raad daartoe kan benoemen inwoners in de gemeente, tevens kiezers in het kiesdistrict. Uitdrukkeiyk is bepaald dat door art. 4, 47 en 64 bedooldo strafbare feiten als overtreding kan worden beschouwd, terwyl in een afzon- derlyk artikel is bepaald, dat, waar de dag- teekening, of de laatste dag van een terrayn op oen Zondag vallen mocht, daarvoor de eerstvolgende Maandag in de plaats treedt. Ter verlichting van de werkzaamheden, aan de samenstelling van de kiezersiysten, na de invoering van de nieuwe Kieswet, verbonden, is voorgesteld om hen, die voorkomen op de sedert 25 April 1893 van kracht zynde kiezers iysten, byaldien zy overigens aan de ver- eischten voor kiesbevoegdheid voldoen, door het gemeentebestuur in Januari 1894 op de kiezersiysten te doen plaatsen, zonder dat daartoe hunnerzyds eene aanvrage wordt vereischt. In het wetsontwerp, regelende de benoeming en aftreding der leden van de Eerste en Tweede Kamer, is in art. 6 nu voorgeschreven, dat de aanslag in de verschillende belastingen op de lysten der hoogstaangeslagenen voortaan in ééne totaalsom zullen worden uitgetrokken de afzonderlyke opgaaf der aanslagen in de Vermogensbelasting worden alzoo vermeden en het bedrag daarvan kan nimmer met juist heid uit de lyst worden berekend. Deze wyzi- ging is geschied in overleg met don minister van financiën. In art. 31 is de gewone tyd ter verkiezing van leden der Tweede Kamer bepaald op den eersten Dinsdag der maand Juni. Art. 34 (proclamatie van den gekozen can- didaat) is gewyzigd overeenkomstig de op merkingen van het Voorl. Verslag, terwyl twee nieuwe artikelen zyn toegevoegd omtrent het ontslagnemen door loden der Tweede Kamer en het verlies der vereischten voor dat lidmaatschap. 64) Do toon is zóó zonderling, dat Herder. zich verbyt. „Die Launitz heeft het ding mooi gebei teld, nietwaar?" Kenneiyk was 't hem te doen om Herder, wien 't wel is aan te zien, dat hy niet aan wezig is waar hy staat, een dwaas figuur te doen slaan. Maar hy herstelt zich en zweert hem den bal terug te kaatsen. „'tls nog de vraag of Launitz het ge beiteld heeft", antwoordt hy met vry vaste stem. „U zegt, meneer de secretaris?" „U sch\jnt ietwat hardhoorig te zyn, meneer Von Wienerstein. Ik horbaai daarom: 't is nog de vraag of Launitz het beeld wel „ge beiteld" heeft." „Ik begryp u niet." „Hy kan zyn model wel eenvoudig van klei hebben geboetseerd, meneer, of meent u soms dat de beitel zoo maar in 't marmer wordt geslagen?" De toon der vraag klinkt Marianne weder als een wapenkreet en daar zy zich vóór alles als vrederechter wilde opwerpen, haast zy zich den twistappel op te rapen, door voor den graaf, die werkeiyk eenigszins op den neus kykt, te antwoorden: „Hé, meneer, is dit dan zoo niet?" „Neen, zeker niet, mamsel Vilain! Loop ter uwer overtuiging het atelier van een beeldhouwer maar binnen! Neen, ga voor ie aardigheid eens een magazyn in van pleister- afgietsels en vraag dan eens of de eigenaar er de modellen ook zelf maakt. Tien tegen één, dat hy u zal antwoorden „Daar heb ik myn „ouvriers" voor; dat wil zeggen „artisten." De artist heet do ouvrier van den man, die zyne schepping van klei of was vermenigvuldigt." „Maar", valt Vilain ongeloovig in, „dan kan do drukker, om by Gutenberg te blyven, ook den auteur zyn ouvrier noemen." „JuistDe artist levert het model in klei of was. Do ouvrier maakt er een vorm voor en giet uit dien vorm het model van pleister. Dit afgietsel wordt natuurlyk hier en daar bygewerkt. Is dit geschied en 't beeld alzoo zuiver, dan gaat het naar de marmerhouwerij, om, zóóveel malen vergroot, in ruwen vorm gebracht te worden, door wel weer andero werklieden als de gieters, maar die toch van ver niet op ééne ljn zyn te stellen met den artist, den schepper van het beeld van klei, al staat hun beroep weder in geene verge- lyking hoegenaamd met dat van don ambachts man. 't Spreekt echter vanzelf, dat de artist de laatste hand legt aan zyn in hechte stof overgebrachten arbeid." „Ik schaam my over myn onkunde in deze, meneer Herder, en maak u myn compliment over uw wetenschap en dat. „En dat, niettegenstaande ten onzent beeld houwers witte raven zyn en ten uwent velen in aantal." „Schande", herneemt zy. „Wy zien toch zooveel beeldhouwwerk en dat we dan nooit vragen hoe het eigeniyk ontstaat, hoe de kunst eigeniyk wordt beoefend. En ik nog wel, do katholieke, wier kerken zoo ryk aan kun6t zijn." „Denk maar eens aan uw Sainte-Gudule! Maar ik zou 't ook niet weten als ik niet eenigen tyd bevriend was geweest met een beeld houwer, liever met een boetseerder, want zoo moest de titel zyn van den beeldenden kun stenaar. Hy was beeldbouwer van naam, doch den beitel had hy alleen gehanteerd in zyne arme dagen, toen hy de marmorhouwery niet betalen kon." „Ziezoo, dat weet ik alweer", lacht Nanda en zy stoot, als by ongeluk, den secretaris tegen den arm, opdat hy zien zou, hoo druk papa en de graaf het inmiddels hebben gekregen. ,,'kHeb 'em vastgezet en nu koos hy de wyste party, zich te houden of 't gesprek niet hem gold. Moed maar, beste. fluistert hy. Inmiddels hebben beide heeren zich niet alleen van ganscher harte verzoend, maarzy steken nu zelfs den draak met die kleine op welling van nationaliteit, die hunne klim mend goede verhouding zoo onverhoeds had bedreigd. Na een vergeef6ch pogen om kerken en museums te zien, in de eersten was dienst, in do laatsten geen toegang Zondags na één uur, wordt er besloten in het station van alle vermoeienissen uit te rusten en per nachttrein Frankfort - Beriyn naar Eisenach te sporen, om den anderen morgen een toer te maken door het Thüringer Wald. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1893 | | pagina 5