DSCH DAGBLAD. N°. 10187 Aa. 1GS3. (Deze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. -erde Blad. Feuilleton. TWEE VOOR ÉÉN. 35 urüiiüau S 3Jtei. PRIJS DBSJ Voor Leiden per 3 ma; Franco por poet., A Wonderlijke Nommore.> PiER COURANT: inden1.10. 1.40. 0.06. PRUS DDR AD VERTEN TIÉN: Van 10 regels ƒ1.05. Iedere regel meer /"0.17|. Grootero lettere nuar plaatsruimte. Voor bet incasecörën buiten do stad wordt /"0.10 berekend. D Leideu, 6 Mei. jr Fransche mail ontvingen wy de riasch© bladen van 5 7 April, alsmede ^„DeliCrt." van 5 en 8 April. Onze correspondent te Oegstgeest meldt ons nader het volgende: In het cafe „Zomerlust" aan den Stations weg had de vergadering plaats, welke ten doel had de plannen te bespreken betreffende de feestviering ter herdenking van den dag, waarop vóór 40 jaren de heer H. D. Terwee in de plaats van wylen jbr. mr. C. A. T. Geveis tot burgemeester der gemeente Oegstgeest werd benoemd. Een groot aantal personen, hiertoe door den Raad uitgenoodigd, gaf hieraan gehoor, terwyl voorts nog meer personen uit de ver schillende gedeelten der gemeente zyn uit genoodigd deel te willen uitmaken van de commissie ter bespreking van verdere plannen. De commissie stelt zich voor de collecte in de gemeente te houden op Maandag 8 Mei a. s., tusschen 10 en 4 uren, zoodat personen, die op dat tydstip mochten afwezig zyn, hunne bijdragen hiervoor vooraf kunnen af zonderen. Nadat te voren reeds besproken was aan dat foest een volksfeest te verbinden, word hiertoe besloten. Dat volksfeest, hetwelk zal worden opgeluisterd door muziek, zal bestaan in mastklimmen.hardloopen,touwtje-springen, tonnetje steken, biggetje-vangon, enz enz., terwijl er ook nog eene ringryderij zal worden gehouden. Het is te hopen dat dit feest good moge slagen en door goed weder zal begunstigd worden. Daardoor uitgelokt, zullen zeker vele personen dien dag naar de gemeente Oegst geest stroomen. Examens L. O. 's-Hage, 5 Mei. Toegelaten de damesJ. M. M. De Groot, van Voorschoten, en P. C. A. Geerts, van Leiden. De inschrijving voor de schutterij voor de gomeente Oegstgoest zal plaats hebben op Vrijdag 26 Mei a. s., tusschen 10 en 2 uren. Benoemd is tot onderwijzer aan de Chr. school te Rinsumageest (Fr.) de heer H. Sliep, te Hazerswoudo. De vereeniging „Moed, Beleid en Trouw te Amsterdam, heeft haar verslag over 1892 het licht doen zien. Met overgroote tlank- baarheid wordt melding gemaakt van eene gift van ƒ1000 van- H. M. de Koningin. Voorts bericht het 't een en ander van hare werk zaamheden. De pogingen om ridders dor Mili taire Willemsorde aan eene hun passende betrekking te helpen, stuiten aan de eene zyde af dikwijls op mindere geschiktheid der ridders hetzy ten gevolge van hoogen leef tijd, minder goode gezondheid of gemis aan gunstige aanbevelingen aan de andere zyde op vaak hooge eischen in verband met weinig loon, waarbij blijkbaar wel eens door de werk gevers gespeculeerd wordt op de inkomsten, die de betrokkenen door pensioen en ridder- soldjj genieten. De financiën verkeeren in niet ongunstigen toestand. Op 1 Jan. bleef in kas f 3412.42. Wil de Vereeniging echter haren nuttigen werkkring uitbreiden, dan is meerdere toe neming der geldmiddelen zeer gewenscht. Op last van H. M. de Koningin- Weduwe, Regentes,brengt de referendaris, tijdelijk belast met het beheer van het Kabinet der Koningin, ter algemeene kennis, dat, gedurende H.D. verblyf in het buitenland, alle aan het adres van H. M. gerichte brieven moeten bezorgd worden aan het Kabinet der Koningin, alwaar voor eene geregelde opzending dier stukken aan H. M. zal worden zorg gedragen. Do generaal van het „Leger des Heils" heeft besloten, dat alle officieren en soldaten van het leger in Europa een dag van gebed en vasten zullen doorbrengen. Dien dag zal, blijkens eene door kolonel W. Elwin Oliphant onderteekende bekendma king in „De Oorlogskreet", in Nederland wor den gehouden op Vrydag 12 Mei a. s. „Het bevel van den generaal" dus schrijft de kolonel „is geheel en al apostolisch. Het nieuw-modisch christendom wijkt al verder en verder af van het gedrag en «de levens wijze der eerste christenen. „Niets was onder de eerste christenen en apostelen zoo algemeen, dan dat zy een zeker deel van hunnen tyd afzonderden om te vas ten en te bidden. Dit was ook hunne gewoonte, indien hunne kerk of gemeente in moeilijkheden verkeerde, of wanneer zy een bijzonder werk ter hand namen." In „De Oorlogskreet" zyn te dezer zake o. a. met vette letters afgedrukt de volgende tekston uit den Bybel: Matth. 17:21, Luk. 2 37b en Markus 2 20b. Door 167 districtspresidenten en districts- bezoekers van „Liefdadigheid naar vermogen" te Amsterdam is aan de Koningin-Regentes een adre6 gericht, waarin zij zeggen, dat hun eerst onlangs, by de invoering van het zoo genaamde Elberfeldsche stelsel, de mate van armoede, welke in Amsterdam heerscht, is gebleken, maar tevens dat de bijdragon van particulieren ten eonenmale onvoldoende zyn om in de onafwijsbare behoeften eener ratio- neele armenzorg te voorzien. Adressanten meenen daarom een krachtig beroep te moeten doen op de medewerking van den Staat, en zy richten derhalve tot H M. hot verzoek eene daartoe noodige wijziging der armenwet in overweging te willen nemen. Aan het slot van hun adres vestigen zy de aandacht van H. M. op de zorg voor verwaar loosde kinderen. Meer dan eens is het hun by de uitoefening hunner werkzaamheid gebleken, dat kinderen, door de ouders op de treurigste wyze verwaarloosd, tot bedelen afgericht en tot allerlei verkeerde praktyk opgeleid worden. Hier staat do goedwillige machteloos; hier moet hy, met gebonden handen, toezien, dat jeugdige schepselen, voor wie toch iets anders is weggelegd, opgroeien tot een leven, waarin ongeluk, ziekte en misdaad elkander zullen opvolgen. Hier is, naar de meening der adres santen, beperking van het ouderlijk gezag dringend noodzakelyk. De lyst der hoogstaangeslagenen in 's Rijks directe belastingen, verkiesbaar tot leden der Eerste Kamer, bevat voor Noord- Brabant 339 namen. De hoogste aanslag is die van den heer A. Jurgens, te Os, met f 2939.84de laagste die van den heer A. B. Van der Steen, te 's-Hertogenbosch, met f 284.97. Tegen do helft van Sopt. dezes jaars is er gelegenheid tot plaatsing van leerlingen aan do Rykskweekscholen voor vroedvrouwen te Amsterdam en te Rotterdam. Belangheb benden worden uitgenoodigd van baar ver langen om geplaatst te worden vóór 15 Juli a. s. schriftelijk kennis te geven aan den voor zitter van den Geneeskundigen Raad van den dienstkring, waarin zy hare woonplaats hebben. Nadere bijzonderheden bevat de „Sts. Crt." van heden. De minister van binnenlandsche zaken maakt bekend dat in Juni en Juli a. s. ge legenheid zal bestaan tot het afleggen van het examen als apothekersbediende. Het zal wor den afgenomen te Utrecht op 3 en te Kampen op 12 Juni a. s. en volgende dagen. Schrifte lijke aanmelding vóór 20 Mei a. s. te Utrecht by den heer H. L. Verspyck, te Kampen by dr. D. Lubach. De minister van marino brengt lor kennis van belanghebbenden, dat in dit jaar geene studenten in de geneeskunde aan de Neder- landsche universiteiten zullen worden aange nomen om opgeleid te worden tot officier van gezondheid 2de kl. b\i de Koninklijke Nederlandsche Marine. De nationale E»locm. De belangwekkende literatuur over de „volksbloem" is nog lang niet uitgeput. Nicolaas Beets schreef verleden week, dat indien hy zich geroepen voelde voor ons land eene „volksbloem" te kiezen, hy haar zoeken zou op het water. „Zoekon?" vroeg hy. „Neen' "Want wie biedt als vanzelf zich aan om ren zinnebeeld te strekken van een rustig tusschen zyne vele watorstroomen levend en op het zoo ontzagiyk als weldadig element >teeds triom- feerend volk? Wie, dan de in bet slyic van alle zyne binnenwateren gewortelde en, een maal boven gekomene on haren krans ont plooid hebbende, niet weer ondorduikonde, maar op den vloed als op haren eigen troon zetelende, zilveren Waterlelie, met het gouden hart; de grootste, de schoonste, do zinrijkste van al do bloemen, de „Luctor et Emergo", de „Tranquilla in Undis" onzer vaderlandsche flora?" Het „Handelsblad" wil van de Waterlelie echter niets weten. Met eene volks-bloem moet men zich kunnen looien in knoopsgat en op den hoed. En daartoe is de groote waterlelie met haren langen, sappigen steel volkomen ongeschikt. Maar hot blad heeft nog een ander bezwaar: Het noemt de waterlelie „een symbool van het van God gegevon instinct, dat edele zielen, hoe ook omgeven door laagheid en onreinheid, optrekt uit hot slyk naar het licht, naar het heilig blauw van poëzie en godsdienst." De dichterlyke schryver kan er echter het symbool van een strydbaar volk niet in vinden. Niet minder hoog gestemd is het gemoed van een Hagenaar, die in het „Dagblad" het madeliefje aanbeveelt. „Het hart van het madeliefje is Oranje, en de reine, witte, dicht aaneengesloten blaadjes zijn het trouwe Nederlandsche volk, dat met zyne liefde het Oranjehuis krachtig omringt. En het geheole bevallige, frissche bloempje, is dat ook niet het beeld van onze lieve jeugdige Koninginne, is zy zelve niet eene madelieve? Vriendelijk en beminneiyk als z\\ is, bemind door armen en ryken, ja zyzelvo is ons aller madelievel" Ziezoo, nu kan een ander liefhebber weer aantoonen, dat bot madeliefje totaal onge schikt is, b. v. omdat de steel to kort is, en een derde weer eene nieuwe bloern aanpryzen! Zoo biyft do quaestie voorloopiv aan de orde. 40.) Om Nanda genoegen te doen, goeft Herder Vilain eene geïllustreerde beschrijving van hetgeen zy hadden opgevangen, en dit ver hoogt den lachlust niet weinig. „'k Geloof stellig dat „het vee" ons uitlacht, Ka, puur uit afgunst, weet je, dat ze niet zoo roojaal kenne reizen asse wij! Wat-let-me! of ik bestel er nog eenof ijs of broodjes met vleesch, want op reis motte we het rommedom goed hebbe, en m'n maag hangt door dat vroego ete al op één oor!" „'k Geloof dat het geld jou in den zak danst, maar ik zal wel zorgen dat het er niet uitspringt. Tien gulden in een moment te verteren, is genoeg, dunkt me. Zóo ge wonnen, zóó geronnen, ie 't bij jou. Mettertijd verwenscb ik do heele loterij nog." „Nu gaat me oen licht op," duistert Herder, 't Is zeker die tapper, die de honderdduizend heeft getrokken. Ik heb dat bericht gelezen in hetzelfde „Leidsch Dagblad", dat ons met elkaar in kennis bracht. Kan het waar zjjn, meneer Haverkamp?" „Wei mogelijk." Dit vermoeden veroorzaakt een hartelijken lach, die dor siytersvrouw als spot schijnt te klinken. Althans, zjj vraagt haren wederhelft: „Hoor je dat?" „Ja zeker, maar ik bon doof aan dat oor. Je zoudt wel willen dat ik er op afvloog, hè, als altijd, wanneer je op je „ponteneur" wordt getrapt, maar ik pas er voor. Je snapt me nooit weer zoo." Terwijl hjj aldus gromt, valt haar een denkbeeld in om de buren nog meer in de oogen te steken. Ze opent de tascb, die trouw aan haren arm hing, en krijgt er een bundel papieren uit, met eeft koord omkruist. Herder stoot Nanda aan. Nanda, Vilain! Vilain maakt moneer Haverkamp aandachtig en allen zien haar nu het eene „effect" na het andere ontvouwen, tot zichtbare ergernis van baren man, die haar die ergernis niet alleen in woorden schijnt te verklaren, maar dit ook handtastelijk wit doen, iets, dat zij op haie bourt niet duldt. Althans, hij trekt de handen terug op haar gebiedend „Bljjf af, 't is mjjn, hoor je?" Zoo één, dan watertandt meneer Haver kamp naar do solide stukken, dia hjj met den kennersblik, op een afstand, zelfs tusschen minder solide, opmerkt, al had hij ze, even zoo goed als de anderen met en benevens deze, tegen goed geld iDgeruild. „Denk je dat 'k langer voor gek wil zit ten," valt de sinter nu barsch uit. En hü gaat werkelijk heen. Katharina wordt ongaarne door papa in den stook gelaten. Zjj volgt hem onmiddellijk en daardoor ziet de mama zich wel genood zaakt ijlings de kostbare papieren weder samen te binden en in de tascb te verbergen. Z(j weet heg noch steg en verdwalen in zoo'n Babylon, met eene tasch vol gelds waarde I Hu 1 Zjj huivert alleen van het denkbeeld. Maar dat zjj dien bierbaron en trotscben kop pen respect heeft ingoboezemd, blijkt roede, want, als zjj onwillekeurig bun nog een afscbeidsblik van minachting wil toewerpen, nemen de heeren den hoed voor baar af. XVII. 't Is Horder een waar pak van 't hart, dat de graaf, op hetzelfde oogenblik, dat zjj den hoed aflichten, om het „malle wjjf" voordon gek to houden, zjjn ex-zaakb6Zorger in de verte meent op te merken en zich verwijdert, ter wille van iets, wat hjj dezen nog heeft mee te deelen. Hierdoor is hjj zeker van zijne dame, voor do wandeling door de stad, die nog op het avondprogramma staat. Marianne werpt zich als dame van papa Haverkamp op, die zich maar half scbikt in de omstandigheden. 't Is eerst halfnegen on rood- zoo stil in het eertjjds zoo woelige Wiesbaden, als in een landstedeke. De kolonaden maken denzelfden pjjnljjken indruk als de speelzalen. In stee van vroegere kwistige verlichting, die de even kwistig in getale uitgestalde „objets de luxe" dnbbol verleidelijk doen glinsteren in de oogen van r< uigers, die gaarne eonig aandenken van do vermaarde badplaats meenemen, brandt hit r en ginds slechts eene enkele gaspit. De meeste winkels zjjn gesMen en de Franleins, die, in keurige toilette.; de zaken der respectieve patroons bcharii -eD, en de voorbijgangers met een zeker „air haul au, konden opnemen en te woord 'aan, zelfs als zij het waagden af te ding n van den vasten prjjs, vliegen nu op, in 0- hoop nog te kunnen onderhandelen over d u verkoop van eenig voorwerp, boo klein ooi. (Wordt -volgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1893 | | pagina 9