N°. 10181. A0. 1893, fez» fëourant wordt dagelijks, met uitzondering van igon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TIER Bladen. Vierde Blad. Leiden, 29 April. Feuilleton. TWEE VOOR ÉÉN. Maandag 1 Mei. LEIDSCH PRIJB DEZER COURANT: foor Loldea per 8 f 1.16. franco per post1*40. Uzoriderljjïe Nommeri0.05- PRIJS DER AD VERTENT IÜN T*n 1—8 regel» ƒ1.05» Iedere regel meer /"0.17J. Grootere l6tter» naar plaatsruimte. Voor bet ktcansecron buiten de etad wordt f0 06 berekend. Heden is aan de universiteit alhier met goed gevolg afgelegd het candidaats examen in de klassieke letteren door den heer P. C. Molhuyson. De Raad der gemeente Leiden zal Don derdag 4 Hei a. s. eene vergadering houden. Gisteravond werd in het Nutsgebouw door de Lsidsche afdeeling dor Hollandsche Maat schappij van Fraaie Kunsten en Wetenschap- pon haren leden de derde sohée aa geboden. Drie jeugdige leerlingen van do „Tooneel- school" hadden hiervoor hunne welwillonde medewerking aangeboden. Het talrijk opgekomen publiek gaf telkens op de meost ondubbelzinnige wijze te kennen hoezeer het deze welwillendheid op prijs stelde, hoezeer het de talenten dezer toekomstige dienaren van Thalia waardeerde. Het eerst worden wjj vergast op „De Ziende," van J. J. Cremer, door den heer H. Teune ten beste gegeven. Deze jonge kunstenaar bezit eene heldere, buigzame stem en eene bewonderenswaardige mimiek. Het ooljjko, schalksche, verliefdo Geldersche boertje word dan ook uitstekend getypeerd. In den aanvang had bjj niettemin iets minder vast kunnon spreken. Nog meer bewonderden wjj bom in „Grootvader," van A. J. De Buil. Het typeoren, het verpersoonlijken van den grijsaard bi) de wieg van zijn kleinkind, is voor een nog jongen man eeno bij uitstek moeilijke taak. Glansrijk heeft hjj die moei lijkheid overwonnen. Zoowel in actie als in dictie gaf hjj zijn model weer, geheel waar, geheel overeenkomstig natuur en werkelijkheid. Mej. Gertrude Faassen reciteerde krachtig, met bezieling „Gitana", van Marie Boddaert, en het bekonde „Van een Koningsdochter", van Hélène Swarth, terwijl zü aan het ge voelvolle uiting gaf in „Met z'n achten", van Nic. Beote. „Het allerdroefste" en „Zjjn zonde", beiden van Holène Swarth, werden eveneens met sentiment ten gehoore gebracht door mej. Caroline Van Dommelen. Hot tafereel uit den „Gijsbrecht van Aemstel", waarin Badoloch haren echtgenoot haren verschrikkelijken droom mededeelt, gaf aan deze jeugdige debutante gelegenheid om haar dramatisch talent, hare forsche zeggings kracht, te doen bewondeion. Het tooneelstukje „Vóór het diner", van mevrouw B. M., werd door het jeugdig trio met veel opgewekthoid, met een bepaalde entrain en verve gespeeld. Gaarne sluiten wjj ons dan ook aan bjj de woorden van den voorzitter dezer afdeeling, prof. dr. J. Ten Brink, waarin hij den jeug digen executanten dank zeide voor hun steun, hulde bracht aan hun leermeester en hun eene schitterende toekomst voorspelde. In den schouwburg alhier wordt Maan dag avond a. s. opgevoerd: „Dora Kromer," oorspronkelijk drama in vier bedrijven door Herman Heyormans Jr. Die voorstelling zal eene buitengewone zijn, want ze geschiedt ook hier ter benefice van mevrouw Van Kerck- hoven-Jonkers. Den inhoud van het stuk, waaromtrent het oordeol in de pers nogal uiteenloopt., daarlatende, willen we toch vol doen aan het verzoek om mede te deelen wat de „N. Rott. Crt." zegt omtrent het spol zelf, toon het stuk te Rotterdam was opge voerd, bij welke gelegenheid mevr. Jonkers een schat van bloemen en andoro kostbare geschenken ten doel vielen: „Gespeeld is het stuk uitmuntend. Vooral de heer D. Haspels had, in de rol van Karei Kremor, gelogenheid gevonden voor eene vol maakte creatie. Mevrouw Van Kerckhoven Jonkers speelde niet alleen met haar gowon9 talont, maar speelde, wellicht onder den blijden indruk van haar feest, gemakkelijker dan anders» De heer Tartaud maakte van de rol des luitenants wat er van te maken is. Met bijzonder veel genoegen volgden wij ook don heer Henri De Vries in zijne rol van n6»f, zoowel in het 3de als in hot 4de bedrijf. De heor J. Haspels gaf den dokter zooals die wezen moest, de heer Faassen den dominee het geheele gezelschap speelde met entrain, en de heer J. Hooft had de oor onder zoo eene goede stemming te debuteeren." Bjj de Leidsche Spaarhank werd in de maand April ingelegd f 48,041.45'/j, terug betaald ƒ55,513.25, terwijl zijn afgegeven 74 nieuwe en geheel afgelost 79 boekjes. Het gezamenlijk tegoed dor 9562 deelhebbers bedroeg op uit. April f 1,770,352.86. Heden heeft in het „Hotel den Ouden Doelen", te 's-Gravenhage, het gastmaal plaats, hetwelk door jhr. mr. G. J. Th. Beelaerts van Blokland, als gezant van de republiek Transvaal bij verschillende Hoven, ook bjj dat in Nederland, wordt gegeven tereerevan do herkiezing van president Krüger. Het diner bestaat uit 60 couvorts. O. a. zijn verschillende ministers, diplomaten en voorzitters van hooge Staatslichamen, ook de president van do Tweedo Kamer, genoodigd. Het stoomschip „Amstordam" arriveerde 28 April van Rotterdam te Nieuw York; de „Prins Alexander", van Batavia naar Amster dam, vertrok 29 April van .Colombo; de „Prinses Sophie", van Amsterdam naar Bata via, arriveerde 29 April to Padang; de „Schie dam", van Baltimore naar Amsterdam, pas- seerdo 29 April Scilly. Gcmongd Nlenwvs. Als hier ter stede nog altijd te doen gebruikelijk is, wordt ook dit jaar de Mei-maand wederom op de gewone wjjze „ingeluid", ofschoon dan ook niet op den laatsten April, met het oog op het feit, dat het alsdan Zondag is, maar op den voorlaat- sten en alzoo hedenavond, beginnende te zes uren. Carillon-spel en fontein-springen lokken dan steeds velen naar de Vischmarkt, ter op luistering van en deelneming aan do vreed zame Leidsche betooging ter eere van de Meimaand. In hot nieuwe carillon-jaar, den avond der inluiding aanvangende, zal het klokkenspel op den Stadhuistoren voor het heelslag doen hooren een thema uit de „ZauberfKite" van W. A. Mozartvoor het halfslag„Wij reizen om te loeren" (uit het Noderlandsch Lieder boek) van Peter Benoit, voor carillon gearran geerd door den stads-klokkenist, den heer H. R. T. Van Leeuwen. Een geweldige brand is gister- namiddag te Rotterdam even vóór halftwee uitgebroken in het lompen- en beenderen- pakhuis van do firma S. E. Cohen en Co., in de Ivipstraat. Ontzettend waren de von kenregen en de rookkolommen, welke zich terstond na het uitbreken verspreidden en in zuidwestelijke richting over do stad heen trokken. Het pakhuis, waarin do brand was ontstaan, bestaat uit vier verdiepingen en staat overi gens nagenoeg op zichzelf, uitgenomen dat eenige huisjes tot halverwege de 2de verdie ping er tegen aan leunen. Van dit pakhuis, hetwelk tot aan den Vogelenzang doorloopt, waron alle verdiepingen en het benedenge deelte gevuld met goederen. Eene moeitevolle en gevaarlijke taak bad de brandweer. De brand ontstond in het schaftuur op de vierde verdieping, waar zich op dat oogenblik niemand bevond, doordat de daar werkende lieden op de lagere verdieping zaten te eten. Het personeel werkvolk in het pakhuis, onge veer 12 man sterk, wist tijdig to ontkomen en zag nog dat de urand zich van verdieping tot verdieping mededeelde, hetgeen bevorderd werd door een aantal openstaande en onder elkander in iedere verdieping aangebrachte luiken. De opstal is verzekerd Ijj de brandverzo- keringmaatschappij „Imperial"; de goederen zijn, naar men verneemt, niet verzekerd. Te ruim 4 uren is er een muur ingezakt van het in brand staande pakhuis en terecht gekomen op het plat van een aangrenzend pand. Eerst tegen den avond kon men een over zicht verkrijgen van de groote schade. Van het lompenpakhuis staat nog slechts één muur; de overige zjjn geheel of gedeeltelijk ingestort, terwjjl doordien dit instorten grooteudoels buitenwaarts plaats vond, de omliggende per- ceelen schade bekomen hebben, hot meest pand No. 55 aan de Kipstraat, waarvan enkele raamkozijnen, door den val van oen der muren, uit do voegen gewrongen zijn. Een ongeveer 3 meter breed plaatsje tusschen dat pand en het verbrande pakhuis gelegon, is tot de 1ste verdieping geheel met puin gevuld. Eveneens is eene daarnaast loopende gang daarmede gevuld. Het geheel vertoont eene grootsche ruïne. Door het instorten der muren werd de brandondo massa gedekt door puin, balken en een gedeelto van het half verbrande dak, wat de blusscbing zeer belemmerde en oorzaak is dat de goederen in het benedengedeelte lustig doorbranden of smeulen. Een verpestende lucht der smeulende lompen werd tot ver in den omtrek waargenomen. Tusschen halfzes en halfzeven rukten de 11 handbrandspuiten, welke water hebben gegeven, achtereenvolgens in, de verdere blussching en het nat houden aan twee stoom spuiten overlatende. Deze stoomspuiten hebben tot laat in den avond water moeten geven. Eene is er ingerukt, terwijl de andere gedurende den nacht ter plaatse bleef. Ook zijn er eenige slangen op de waterleiding geschroefd, om,f onder toezicht van hoofden der brandweer, zoo noodig de puinhoopen nat te houden. Wanneer met het opruimen van het puin begonnen wordt, zal er eerst van geheele blussching sprake kunnen zijn. Eenige aan grenzende pandjes zijn door de bewoners ontruimd. (N. R. C.) Te Oostwoud is een 2 jarig meisje in eene pan met heete melk gevallen en aan de gevolgen gestorven. 32.) De medepassagiers.hm I wie, vooral welke gelieven, bekreunen zich ooit om vreemde lingen, zjjn meest allen Hollanders, die door Fransch, Duitsch of Engelsch te spreken, hunne nationaliteit trachten te verloochenen, om mekaar uit de voeten to blijven. Alsof hunne manie van zjjn en doen en de uit spraak der vreemde talen nog daargelaten, toch niet verraderlijk is! Dit onderwerp geeft Herder heelwat stof tot scherts, waarnaar Nanda met niet weinig genot luistert. Elk woord is immers cénig, tintelend van vernuft Niet zijn hoofd alleen meer, maar zjjne geheele kloeke gestalte wordt omstraald met de aureool der liefde. Zjjne stem, zijn zui ver Hollandsch, zijne gebaren, tot zijn oog opslag toe, 't is' alles éénig. En die man hoort haar toe en zjj behoort aan dien man.Wat zaligheid doorstroomt haar, als hij haar met zoo'n weisprekenden blik aanziet! Dn hoeveel weet hg te vertellen van elke ruïne, hoeveel legenden geeft hjj haar, haar alleen ten bestel Die slimme secretaris! Dat echt veiliefdo jongmensch Toen hjj te Keulen op een windkussen werd afgezonden, had hjj de gelegenheid waargenomen, om zich een werk met de Rjjn Legenden te koopen en dit bestudeert hjj dos nachts, als hjj toch niet slapen kan, om er haar veel uit te kunnen vertellen. „Wat is 't loven toch heerlijk 1" fluistert zij. „Dezer dagen ten minste", stemt hg toe. „Ik gaf wat, Nanda, als er nimmer een eind aan kwam. Ik dring mo echter op, dat zjj niet eindigen kunnen. Doch, lieve, meent go dat alle reizigers.zie eens rond, naar sommige vervelende tronies, dit met ons eens zjjn?" „Die een reismakker heeft als de mjjne. stellig." „En die er niet zoo een heeft?" „Die moet al 't mooie heelwat minder mooi vinden", lacht zjj. „O, zie toch eens!" Verrassend daagt bet eene schilderachtig deel der Rijnoevers na het andere op, bjj elke wending der boot. Uitroep op uitroep van bewondering ont snapt aan de passagiers, die door „lorgnons" en „binocles" nog meer willc-n zien dan men- schenoogon overzien kunnen. Nanda's be wonderende aanbidding heeft geene woorden meer. Hoe onbeduidend, hoe krachteloos scbgnt haar de taal, om het gevoel naar waarheid te schetson, dat haar doortrilt! Dat zjj, ondanks haar zwjjgcn, niet het minst opgetogen is, dat zg zich niet het minst bevoorrecht acht, onder het aantal be voorrechten, dat Vader Rijn bevaren mag, leest Herder in haar zielvol oog. Do graaf, die zijn gesprek met een tocht genoot voortzet, ziet om. Beiden staren gelukkig niet elkander aan, maar den oever, als bekreunden zjj zich niet om eikaars tegenwoordigheid. Hjj is gerust. Hjj zet zjjn gesprek voort. De oude heer is bovendien „tant soit pou" sauve garde. De oude heer zat met den rug naar hem toe. Daardoor kon hjj niet zien, dat hjj, zoo als van alles, ook „de brui had gegeven" van het uitzicht en in een zaligen dut was. Wat verscheelden hem die bergen, of zg groen, blauw, geel of wel pimpelpaars door 't zonnetje werden gekleurd't was hem alles om 't even. Hjj had slechts zjjn doel voor oogen.'t reservefonds aan te spreken, op zjjne wijzo. Do teedere vader droomt dat de graaf com pagnon is geworden, omdat papa Haverkamp niet scheiden wil van zijn kind... en dat hg met de vereisebte kwartieren had kunnen schipperen tot de koop gesloten was. Jammer dat de etensbel allo bewonderaars, ondanks de kleine werelden met hare appen- dixen, die er wentelen in de respectieve har ten, naar de table d'böte roept. De bankier schrikt op. Teleurgesteld wrjjlt hjj de oogen en bromt in den baard iets, dat Nanda vertaald in een „Hoor jelui dan de bel niet?" De betoovering, waarin zjj verkeert, breekt. Toch heeft zij geen eetlust en dan.toch naar beneden te moeten gaan. Hoe jammer! Want is het salon van den, „Humboldt" ook omljjst met spiegelruiten, toch zit men met den rug naar de eene zijde der schilderachtige oevers en moet de reizigor eten, juist op een tijdstip, dat de vaart zooveel verscheidenheid aanbiedt. De meeste eters maken ook haast. Na het diner wordt do koffie op het dek genoten en onder dat bedrijf menig uiltje geknapt. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1893 | | pagina 13