A0.1893. Beze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Don- en feestdagen, uitgegeven. Eerste Blad. CONTROLE. N<\ 10166. 1 oud erda sï 13 April. AGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maandenf 1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 1—6 regels f 1.05. Iedero regel meer /"0,17|. Grootore lettere naar plaatsruimte. Voor het incasséeren buiten do stad wordt ƒ0.10 berekend. t nummer bestaat uit TWEE Bladen. li. Mvorens de a*n het slot van het vorig kei gestelde vraag te beantwoorden, willen eerst eens zien of reclame op zichzelvë geoorloofd is. Het antwoord op deze g moet. m. i. geheel afhangen van den d der reclame. Er bestaat eene reclame, ke er op gericht is om. de menschen een voor de oogen to draaien; welke zich genoegt met groote, luidklinkende woorden, araan de daden niet beantwoordenwelke in één woord voordoet juist tegenover- eló aan hetgeen zty werkelijk is. Deze ame is ontegenzeglijk ongeoorloofd. Er is mwel ook eene geoorloofde reclame; hier- ir verstaan wij de pogingen van oen af en eerlijk man, die zich de achting en vertrouwen zoekt waardig te maken door lyke, prijzenswaardige handelingen, door uwe plichtsbetrachting, door het leveren goede waar, door het maken van goed k enz.en wanneer zoo iemand dan door aste en geoorloofde middelen de aandacht zichzelven, of op zijne waren, of op zijn zoekt te vestigen, kan hem dit door and euvel worden geduid, in nu in een gegeven geval ook de con- 1 v£m een vertrouwd persoon als een ast en geoorloofd middel dienst doen? r zeker. Het kan toch zijn dat het publiek r vertrouwen stolt in de eerlijkheid of kennis van een ander persoon dan in van den ondernemer of uitvoerder der zelve. Tegen het uitoefenen van con- door den persoon, die het vertrouwen het publiek heeft, bestaat dus volstrekt n bezwaar, en is een zeer zeker geoorloofd lame-middel. Mits, en hierop komt hot mits de ondernemer of uitvoerder der zelve geen handelingen doet in strijd de meening en den wil van dengene, niet de controle belast is, en hy er dus op uit is, de controle op eene of arulere 9 te ontduiken. Zulk eene handelwijze is ir niet geoorloofd; wat zij wèl-is, zal ik de meening van don lezer overlaten. In j geval toch gebruikt de ondernemer of j erder der zaak den naam van den per- j met de coutröle belast, valschelyk als uithangbord, en maakt van dit uithangbord een scherm, waarachter 'min eerlijke hande lingen kunnen worden gepleegd. Eene derge lijke handëlwijze te qualificeeren, daartoe zal ik mij Diet laten verleiden. De bedrijver van die handelingen moet toch eerstens zyn ge weten, indien hy daarmede nog voorzien is, geweld aandoen, en bovendien stelt hy de eer en den goeden naam van den controleur in groot gevaar. Het publiek toch, zoo licht geneigd een oordeel, en liefst een hard oordeel, te vellen, zal met den bedryver ook den controleur be schuldigen, öf van plichtverzuim, of zelfs van medeplichtigheid. Ik bedoel nl. het publiek, dat zonder kennis van zaken oordeeld, öf zich uit eigenbelang of persoonlyke neigingen party stelt, öf wangunstig is op den goeden naam van don betrokken persoon. De meer ontwikkelde, de onpartijdige, de eerlyke wacht zich wel voorloopig een dorgelyk veroordee- lend vonnis te vellen, hy doet niet mode in het algemeene, ongemotiveerde marktge schreeuw; de steeds rammelende, schreeu wende, op schandalen beluste menigte evenwel oordeelt en daarmede uit. Zy is niet gewond zich rekenschap te geven van hare woorden en daden, zy rekent niet niet het feit dat een eerlyk man ook door valsche, scheeve voorstellingen, door dubbelzinnigheden, door kwetsende zinspelingen gegriefd kan worden, en zoo zy er al mede rekent, schept zy er juist een duivelsch vermaak in. Het onheil, door den bedryver van ongeoorloofde hande lingen veroorzaakt, is dus werkelyk niet ge ring te schatten. Hoe moet nu de houding van don controleur zijn, die zich eventueel in een dergelijk geval geplaatst ziet, die, ofschoon zich van geen enkele oneerlyke handeling bewust, toch de giftige pylen van den laster op zich ziet afgeschoten? In het bewustzijn zyn plicht als monsch en als lid der maatschappij naar be lmoren vervuld te hebben, kan zyne houding niet anders zijn dan kalm en waardig, terwyl hy gerust zich blootstelt aan de „.Soitenhieben" en schampschoten der lasteraars, wel wetende dat hunne gift pylen, ofschoon hem pijn ver oorzakende, hem niet doodelijk zullen wonden, en den schutters zelven in het aangezicht zullen terugvliegen. Hy kan zich verder troos ten mot de gedachte aan twee zeer ware spreekwoorden: „Zoo de waard is, vertrouwt hy zyn gasten", en „Het zyn de slechtste vruchten niet, waaraan de wespen knagen". Ad 4am. De vraag: „Kan eene controle ooit afdoende zyn?" moet stellig ontkennend wor den beantwoord. Elke controle, hoe consciën tieus opgevat en goed gemeend opk, kan ont doken worden. "Wil men voorbeelden, zy zyn legio Er is eene contröle, welke zorgt voor de openbare rust en veiligheid. Wordt evenwel des ondanks toch niet gestolen on gemoord? Wie krygt het daaroy nu evenwel in don zin, de politie van medeplichtigheid in het stelen en moorden te beschuldigen? En zal mqn de politie, die ^lle hulpmiddelen te barer beschikking heeft, altijd met recht en roden van plichtverzuim kunnen beschuldigen? Immers neon; aangezien de ambtenaren der politie ook slechts menschen zyn, die zich noch op volmaaktheid, nöch op onfeilbaar heid, nóch op alwetendheid, nöch op alomtegen woordigheid kunnen beroemen. Er is ocne conti ölè over de inning der be lastingen. Wordt deze intusschen toch wel eens niet ontdoken? Wordt er werkelyk nooit gesmokkeld? Er is- eene contröle over de openbare ge zondheid. Biyven er intusschen geen ellendige toestanden op hygiènisch gebied bestaan? Er is eene contröle over bosmettelyke ziek ten van mensch en vee. Worden de voor schriften evenwol altyd trouw nageleefd? Er is eene contröle ovor de richtige nale ving der drankwet. Ziet men nu nooit een dronken monsch op den openbaren weg? Er is eene contröle, uitgeoefend door-archi tecten en opzichters. Wordt er by het bouwvak nu nooit meer geknoeid? Er is eene voortdurende contröle over ge- vangenhuizen, krankzinnigengestichten en an dere soortgelijke instellingen. Is daar dan alles volkomen in den haak? Is er nooit een gevangene ontsnapt Heeft men het niet zien gebeuren dat zelfs een krankzinnige den met verstand begaafden oppasser wist te ver schalken Er is eene contrölemaar waartoe meer Geen enkele contröle, door gewone menschen- kinderen uitgeoefend, kan en z&l ooit alle ongerechtigheid voorkomen. Zyn daarom nu alle ambtenaren der belastingen of van het genees- en veeartsonykundig Staatstoezicht, alle vleeschkeurders, architecten, opzichters, gevangenbewaarders enz. plichtverzakers of medeplichtigen? Intogendeel, maar zy zyn slechts menschen, en waar zy als mensch hun plicht doden, verdienen zy de achting van alle weidenkenden. Een zeer mensebkundige en ware opmerking is dan-ook te vinden in de Memorie van Toe lichting, behóorende by de „Ontwerp verordo- Peu-illeton. Cincinnati. 3 heer John Symmes droomde des nachts s van een tweede Philadelphia of Boston, zich op zyne bezittingen aan den Ohio ontwikkelen. foor den commandeerenden vaandrig was familie Symmes niet zeer interessant. Eene zekeren leeftijd gekomen dochter en de inals haar man op jaren gekomen mevrouw mes vormden met den rechter de geheele |lie. Diens beide zoons waren reeds ge- jwd on had. nn zich in Pittsburg gevestigd, vaandrig verveelde zich doodelyk onder styve menschen en ging den volgenden gen reeds vroeg uit, om de omgeving eens ^ogenschouw te nemen, ly was haast buiten het dorp. Toen by het laatste blokhuis gekomen was, by voor de deur by den put eene vroli jke gestalte staan. Zy was. evenais hy. it en slank, richtte zich even op en be- .woordde zijn vragenden blik met een paar ïhtigo donkere oogen. utz deinsde terug, doch slechts een oogen- en, merkwaardig, zy deed het/elfde. Daarop werden beiden rood tot over de ooren van spanning en vreugde. „Ellen!" riep do vaandrig. „Henry Lutz!" lispelde do schoone. Geen twijfel, zy kenden elkaar, zy waren speelkameraden geweest! In Lancaster, eene der oudste Pennsylvanische steden, had beider wieg gestaan. Zy waren kinderen van bureD. Henry Lutz, die van goeden huize was en goede aanbevelingen bezat, was voor een paar jaar naar eene militaire school gezonden. Toen hij terugkeerde, was Ellen eene schoone jonkvrouw geworden, met een paar gevaar lijke oogen. Zy scheen echter niet te weten Itoe schoon zy was en kende geene coquèt- terie. Toen zy met hun beiden alleen in den tuin geweest waren, had zy hem zijn kus gaarne teruggegeven en de hand niet uit de zyne getrokken, toen hy afscheid wilde nemen. De noodzakelijkheid, vaarwel to zeg gen, was voor hem plotseling gekomen. Lutz kreeg eene plaats in bet tweede Pennsylva nische regiment en moest naar Philadelphia vertrekken. Hy werd vaandrig; byna twee I .ren gingen voorby, toen mm eene com pagnie ter bescherming der nieuwe volk pi an tingen naar den Ohio zond. 1 En Ellen? Ja, deze was eensklaps gehuwd. Or zekeren dag, kort nadat Henry Lutz ver trokken was, verscheen een buur, de heer Morton, om heur hand te vragen. Hy was Diet geheel onbemiddeld, een dier stille Iersch-Amerikaansche farmers, by wie noch veel goeds, noch voel slechts te vinden is. Ellen beminde hem nu juist niethy was eigenlijk veel te oud voor haar en zoo stil, zoo phlegraatiek. Maar toen haar vader het haar krachtig aanraadde en er op gewezen had, dat Morton een hoogst fatsoenlijk man was, stemde zij toe. Zy wist zelve niet, hoe het gekomen was; maar zy had hem genomen. In het schemer donker was misschien hier en daar het beeld van haren speelmakker voor haar geestesoog verrezenmaar hy was nog zoo jong en kon nog lang niet aan trouwen denken. Voor eenigen tyd nu had Morton zyne bezittingen in Lancaster verkocht en was met, haar naar CJeves vertiokken. Dat vertelde de jonge vrouw in korte woorden den aandachtig luisterenden vaandrig. Hy ging natuuriyk met haar naar huis en het was beiden, alsof alles nog als vroeger was. Morton was niet thui.s; de vaandrig wachtte drie uren, natuuriyk alleen om hem aan te tri ff en Zy hadden elkaar zooveel te vertellen, en toen Lulz het was middag gewonen - eiii-ieli|k heen ging, zeide zy: ning op het vervoer en de keuring van vee en vleesch en den handel in vleesch in de gemeente Leiden". Ik bedoel de volgende alinea: „Door dit een en ander zal vorcnoe- deiyk wel niet alle misbruik worden gekeord, maar toch beperkt." En toch, niettegenstaande deze zinsnede eene groote waarheid bevat, mag deze, en alle andere contröle, ingeleid met goede be>- doelingen, en uitgevoerd volgens plicht en geweten, op hoogon prijs worden gesteld. Leiden, 12 April. De heer A. Muller, commies der posteryen lste kl. alhier, is by koninkiyk besluit, me; 1 Mei a. s., bevorderd tot hoofdcommies. Do beer A. G. Boekwyt, ambtenaar aan het postkantoor alhier, is nu commies 3de klasse en wordt met bevordering tot commies 2de klasse werkzaam gesteld ten postkantore te Rotterdam. Naar men verneemt, bestaat er gegrond' vooruitzicht dat do Belgische grens nog in deze week voor den invoer van Nederlandsen vee, onder zekere voorwaarden, zal worden opengesteld. Te Enschedee is de oudstry'der van 1830 en 1831 G. J. Grove, een der verdedigers der Citadel van Antwerpen, in den ouderdom van 84 jaren overleden. Hy was versierd met de Citadel-medaille en het Metalen Kruis. De uitslag der verkiezing voor de Prov. Staten in het district Assen is, dat herstem ming moet plaats hebben tusschen de heeren J. Hoogerbrugge, te Smilde, die 073, en den heer M A. D. Jolles, te Assen, die 382 stemmen bekwam. By koninkiyk besluit van 8 dezer (Stsbl. 65) worden verschillende wyzigingen gebracht in het reglement, betreffende de Hoogere Krygsschool, vastgesteld by koninkiyk besluit van 14 Sept. 1891. Zy zyn opgenomen inde Staatscourant van 12 dezer. De Staatscourant van 12 dezer bovat een koninkiyk besluit van 5 dezer (Stebl. 58), tot vaststelling van een reglement voor do Cadet tenschool, om met 1 Mei a. s. in werking te treden. Hot strekt tot uitvoering van art. 48 der wet van 21 Juli 1S9Ü betreffende ue regeling van het militair onderwys by de landmach;, voor zoover daarby de opleiding voor den offi ciersrang en de hoogere vorming van den oliicier zyn betrokken. De gewone audiëntie van den minister van oorlog zal Donderdag 13 April niet plaats hebben. „Wil je al gaan, Henry?" en liet beur hand lang, veel to lang in de zyne rusten. „Ik kom vanmiddag terug 1" antwoordde hy. Zy knikte; het was zoer natuuriyk,dat by terugkwam; zy hadden elkaar nog zooveel te zeggen en hy moest toch kennis inakon met don heer Morton. Lutz gebruikte zyn middagmaal dus zoo spoedig mogelyk en keerde daarna naaf hot huis van Morton terug. De heer Morton was echter juist weer uitgegaan en hy bleef byna tot den avond uit. Den volgenden dag eerst maakte Lutz kennis met Morton, die een zeer onverschillig, styf karakter had. Dit be lette den vaandrig evenwel niet, om ook den volgenden dag weer eene visite te maken. Zoo gingen een paar dagen voorby, welke Lutz met uitzondering der etenstyden, byna geheel by Ellen doorbracht. In het een zame dorpje trok dat natuuriyk de aandacht, doch in hunne onschuld en zorgeloosheid be kommerden beiden zich volstrekt niet daarom. Hy hielp haar in den iuin, haalde water voor haar en zag in de keuken toe, hoe zij hertevieesch voor haren man toebereidde. (Slot volgt.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1893 | | pagina 1