N°. 10162. Zaterdag S -Vpi il. A0.1893. <Deze 'Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit noramer bestaat uit TWEE Vladen. Eerste Blad. Leiden, 7 April. Feuilleton. Een Rembrandt en een üou. LEIDSCÏÏ DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Toor Leiden per 3 maanden1.10. Franco per peet Afzonderlijke Nommers 1.40. 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Tan 1C regels f 1.05. Iedere regel meer/"0.17J. Gi ootere Jetieve naar plaatsruimte. Voor hei incasseeren Imite» de etad eordt /"0.10 berekend. Nadat in de gemeenteraadszitting van gister- amiddag de verordening betreffende de ver zekering van werklieden tegen ongelukken, na de hier en daar aangebrachte wijzigingen, In haar geheel met aigemeene stemmen was aangenomen, werd door den Voorzitter, bet het oog op het gevorderde uur, voorge steld om de ontwerp verordeningen op de keuring van vleesch, enz. tot eene volgende ergadering aan te houden, hetgeen door liet eene gedeelte der vergadering met applaus werd begroet, doch waartegen enkelen ver arden ook deze zaak thans liever af doen. Besloten werd échter haar aan te houden, waarop de openbare zitting werd gesloten en 'werd overgegaan tot eene vergadering met gesloten deuren. In den aanvang der vergadering was dooi den Voorzitter medegedeeld dat aan de met 1 Mei a. s. eervol ontslagen stadswerklieden J. Bertram, N. Heusden en C. De Bidder pensioen is toegekend, als: aan J. Bertram tot een bedrag van/'277.33 's jaars wegens 70-jarigen ouderdom en in en door den dienst ontstane gebreken en eene bezoldiging van f 4ld "ejaars; aan N. Heusden tot een bedrag van f 220 wegens meer dan 65-jarigen ouderdom, een •diensttijd van meer dan 40 jaren en eene bezoldiging van f39O 'sjaars; aan C. De Ridder tot een bedrag van 227.25 wegens meer dan 65-jarigen ouder- I dom, eon diensttijd van 37'/# 'aar en eene bezoldiging van ƒ360. Verder waren ingekomen: Verzoeken van J. Beumer, te Sassenheim, S. Thore, te Leiden, en J. L. Van Leeuwen, te Zoeterwoude, om vrijstelling van de be taling van Bohoolgeld voor de gemeentelijke kweekschool voor onderwijzers en onder wijzeressen. Een adres van dr. D. A.. H. Van Eek, houdende verzoek om benoemd te worden -tot leeraar in de klassieke talen aan bet Gymnasium. Verzoeken van G. A. C. Aenmey, J. Heemskerk en P. Bernard, om by eventueele invoering van vleeschkeuring tot keurmees ters te worden aangesteld. Een verzoek van P.. Fuik om keldergaten te doen maken voor het perceel aan den Nieu wen Rijn, hoek Uiterstegracht, No. 87 (waar omtrent in de zitting van gisteren bereids gunstig werd beschikt). Eon verzoek van het bestuur van het Genootschap „Mathesis Scientiarum Geni- trix" om het kosteloos gebruik van do lokalen der Gehoorzaal voor de tentoonstelling van teekeningen op 24 tot en met 29 April a. s., op wolk verzoek mede reeds dadelijk, op voorstel van den Voorzitter, eene gunstige beslissing werd genomen. Be andere 6tukken werden gesteld in banden van B. en Ws. Nog werd medegedeeld dat het voornemen bestaat om in de volgende vergadering aan de orde te stellen het vooretel omtrent de verbouwing van het schoollokaal in de Brande- wjjnsteeg. De luit, ter zee 2dé kl. E. VanAssum en do off. van adm. 2de kl. W. Nanning, uit Oost-Indió in Nederland teruggekeerd, zijn op non-activiteit gesteld. De minister van binnenlandsche zaken heeft ingesteld eene commissie van deskundigen, aan welke wordt opgedragen, do te volgen methoden van onderzoek aandeRykslandbouw- proefstations tot een voorwerp harer studie te maken; benoemd tot lid en voorzitter dier commissie, dr. J. W. Gunning, hoogleeraar aan de Gemeentelijke Universiteit te Amster dam, voorz. van de comm. van toezicht op de Rijk6landbouwproefstationstot ledendr. J. M. Van Bemmelen, hoogleeraar aan de Rijks universiteit te Leidendr. S. Hoogewerff, hoog leeraar aan de Polytechnische school te Delft; den hoogleeraar dr. A. Mayor, directeur van het Rijkslandbouw-proefstation te Wageningen dr. A. F. Holleman, directeur van het Rjjksl proefstation te Groningendr. K. H. M. Van der Zande, directeur van het Rijkel. proef station te Hoorn, en tot adviseerende leden J. Ji. Aber6on, lid der lirma G. J. Krol £r€o., te Zwolle; J. Loupen, lid der firma wed. J. Leupen Zoon, te Haarlembepaald, dat de commissie zitting zal houden te 's-Gravenhage. Betreffende het jongste gevecht in Atjeh ontvangt de „Times" het volgende telegram uit Singapore van 5 April: „Een hevig gevecht is geleverd bij de rivier Tamiang, in Oost-Sumatra, waarbp 40Hollan- j dors gedood of gewond werden. De Hollanders beweren dat zij de overwinning hebben be door oDjuiste berichten over hetgeen in onze I koloniën voorvalt. Vermoedelijk zal dat ook nu wel het geval zijn. De minister van binnenlandsche zaken brengt ter kenni6 van belanghebbenden, dat in de maanden Juni en Juli a. s. aan 'e Rijks Veeartsenijschool te Utrecht gelegenheid zal worden gegeven tot het afleggen van het natuur kundig examen veor aanstaande veeartsen. De dag van aanvang zai nader worden bekend gemaakt. Zy, die tot dat examen wenschen te worden toegelaten, behooren zich scbriftelyk, mits postvrii, vóór 1 Mei a. s. aan te melden bp den directeur van gemelde school. Het stoomschip „Drente", van Batavia naar Rotterdam, passeerde C April Perim; de „Semarang", van Batavia naar Rotterdam, vertrok 6 April van Colombo; de „Schiedam" arriveerde 5 April van Rotterdam te Baltimore de „Soerabaia", van Batavia naar Rotterdam, vertrok 5 April van Port-Saidde „Utrecht van Rotterdam naar Batavia, vertrok 6 April van Port-Said; de „Burgemeester Deri Tex" arriveerde 6 April van Amsterdam te Batavia do „Conrad", van Batavia naar Amsterdam, paseeerde 6 April Perimde „Prins Hendrik", van Batavia naar Amsterdam, passeerde 6 April Gibraltar; de „Umhloti", van Amsterdam naar Kaapetad, passeerde 3 April Madera. De gewone audiëntie van den minister van binnenlandsche zaken zal op Zaterdag 8 April a. s. niet plaats hebben. Bij Koninklijk besluit zyn benoemd tot surnumerair der registratie en domeinen: J. H. A. Evers, te 's-Gravenhage; M. P. Goedhart, te Oldeberkoop; J. Van Praag, te Oudewater A. P. Versluys, te ZevenbergenL. Ruyesenaers, te ZevenbergenH. E. Wiersema, te Roozendaal H. F. Julius, te 's GravenhageJ. T. Roes6ingb, te A6senF. D. H. Bjjl, te Hillegersberg H. W. Van Nes, te Woerden. Benoemd tot kantonrechter te Amsterdam (eerste kanton) mr. P. Taunay, thans kanton rechter te Hoorn. Opnieuw benoemd in zpne tegenwoordige betrekking, by het personeel van den genees kundigen dienst der landmacht, voor een tpd vak van vpf jaren, de reserve officier van gez. der 2de kl. A. N. Van Praag, arts te Amsterdam. i haald, maar do Atjehers verbraken de ver bindingen." Het is bekend dat de „Times", evenals de andere Engelsche bladen, doorgaans uitmunt Gemengd Nieuws. In zake het intercommunaal verkeer onzer gemeente per telephoon valt eene oenigszins gunstiger wending te be- i speuren. Thans hebben zich 27 firma's aan- i gemeld. In den nacht van den 18den op den 19den December jl. gingen eenige Haag- sche jongemannen, vergezeld van oeo paar vrouwepersonen, met een snorder uit toeren naar de omstreken van Leiden. Het nachteiyk uur had de luitjes min of meer kil gemaakt; hier en daar werd aingelegd, en een wippertje hier en een glas bier daar bracht de men3Chen in eene „vroolyke stemming". De gevolgen van het veelvuldig ganleggen bleveu intus- schen niet uit. Met 'een tolbaas op den Leid- schen weg ontstonden moeilykheden en door A. J. v. B., sjouwer to 's-Gravenhage, zou de tolgaarder mishandeld zyn. Deswege had v. B. zich gisteren voor de arrond.-rechtbank te 's-Gravenhage te verant woorden. Hy ontkende alle schuld en beweerde dat een ander den tolbaas met een sleutel zou geslagen hebben. Ondanks herhaalde aanmaniDg varf presi dent en O. M., kon aanvankeiyk niet het minste licht in deze zaak ontstoken worden. Hoewel den getuigen herhaaldelijk gewezen werd op het gewjcht van den eed, bleven allen bij hunne verklaringen, welke geen be paalden persoon dader aanwezen. Ten slotte kwam" als getuige de snorder, die het gezelschap in den bewuste» nacht had gereden. Hy verzocht ontheven te worden van de verplichting om den eed af te leggen en meldde zich als de schuldige aan. De tolbaas was, volgens zyn zeggen, dien nacht niet op zpn post geweest; toen was moeite ontstaan over de betaling van het tolgeld en by eene woordenwisseling had by, de snorder, den man een klap gegeven. Na in Raadkamer te zyn geweest, besliste de rechtbank dat de getuige H. onder eede zou worden gehoord en ook nu bleof hij by zpne verklaring, dat hp en niet debokl. v. B. de mishandeling had gepleegd. De tolbaas en ^yno' vrouw blever. echter bp hunne bewering, dat de bokl. v. B. en niet de snorder H. het feit had gepleegd. Wat nu? Van weerskanten bleef men op zyn stuk staan. Het O. M., waargenomen door mr. Van Buttingha Wichers, woes op de leugenachtige houding, door verschillende personen in deze zaak aangenomen. Do verantwoordelijkheid voor hunne verklaringen aan de getuigen overlatende, én hoewel niet oVertufgd dat de snorder, die zich nu al6 de dader aanmeldde, de mishandeling had gepleegd, achtte ZEAchtb. zich daar, waar twpfel bestond, niet gerech tigd straf voor den bekl. A. J. v. B terequi- reeren en vroeg diens vrijspraak. 4.) Mevrouw Van Cleef bood eerst negentig, daarna honderd dukaten. De styf hoofdige schilder liet zich echter geen enkelen dukaat afdingen. Dus moesten .de zuinige dames ten slotte toch toegeven. Men kwam overeen, dat Dou het portret in het huis der weduwe die rpk in de hoofdstraat der stad, woonde zou schil deren. Ongeveer dertig zittingen zouden wel noo- dig zpn, verklaarde de kunstenaar. Daarna verlieten de dames het atelier. Toen zy vertrokken waren, zei Philippa: „Die Adriana ziet er nogal zuur en onvrien- deiyk uit. Je moet haar portret een weinig flatteeren, anders kan het er waarlyk onmo gelijk goed moe gaan!" „Neen, dat kan niet zpn, lieve Philippa!" riep Dou. „Ik schilder de natuur en goene fantasieën. Elke onware vleieiy is mij een gruwel. Even sierlpk en nauwkeurig en nau vgezet als ik deze schilderp geschilderd heb, zal ik ook juffrouw Adriana schilderen 1" Zoo gezegd, zoo gedaan! De kunstenaar deed al het mogelpke en schiep een waar meesterwerk. Maar hoe meesterlpk de schil- dery op zicbzelve ook was, het voorgestelde onderwerp, de jonge dame namelpk, zag er niet minder dan liefiyk uit, met het harde gezicht en den eigenaardigen hoogmoedigen trek om den mond. Deze uitdrukking was misschien nog inten siever uitgevallen dan zy eigeniyk had moe ten zpn. De oorzaak daarvan waren onge- twpfeld de vele vermoeiende zittingen, welke de slechte zeer langzaam met zyn werk vor derende meester noodig had, die niet bedacht dat eene Jonge dame niet zooveel geduld heeft als een ongevoelige bezemsteel. Dou schilderde zóó nauwgezet, dat hp zelfs eene kleine wrat, welke zich links van Adriana's neus vertoonde, niet vergat. Wel was dezo met slagschaduw bedekt, maar wanneer men een vergrootglas to hulp nam, ontdekte men op de schildery, zeer natuuriyk weergegeven, zelfs de goudgele kleine haartjes, welke gezegde wrat omgaven. Moeder en dochter waren volstrekt niet tevreden met het portret on verborgen hare ergernis niet tegenover den schilder, die daarop met kunstenaarswaardigheid verklaarde dat het portret tot zyne beste werken behoorde. Indien zyne laatgeefsters het niet in ont vangst wilden nemen, was het hem ook goed; lip zou het portret dan publiek ten toonstellen en er stellig een goed betalonden kooper voor vinden. Dat wilden echter de beide verontwaardigde dames in elk geval vermpden. Eene oponlyke tentoonstelling van het portret zou stellig tot allerlei spottemy in de stad aanleiding heb ben gegeven. Daarom betaalde de weduwe, wel is waar met tegenzin, den overeenge komen prps. „Moeder, laten wp het verwenechte portret in het vuur werpen 1" riep Adriana later. Maar tegen zulk een voorstel verzette zich de economische spaarzaamheidszin der ryke weduwe krachtig. „Maar, kind", riep zp, „bedenk dan toch, dat 'net een portret is, hetwelk ons honderd on twintig dukaten kOBtl" „Ik mag er niet naar kyken 1" „Ik ook niet." „Ik heb een goed idee", zei Adriana. „Wy hebben Comeiis beloofd, hem mpn door Dou geschilderd portret te geven. Welnu, hy zal het portret hebben, maar hy zal het nooit zien." „Ik begrpp je niet, kind!" „Hier woont een jonge schilder, die wel niet zoo beroemd is als Dou, maar die eene mpner vriendinnen zeer mooi gepoitretteerd heoft, en dat wol voor slechts drie dukaten. Hij zal mp ook schilderen, natuurlpk zonder wrat. Dan verbergen wy Dou's portrot achter het nieuwe portret." Hare moeder vond dit denkbeeld zoer goed bedacht. Het werd dan ook met bekwamen spoed uitgevoerd. De jonge schilder, wiens naam de nako melingschap niet bereikt heeft, Werd geroe pen en schilderde spoedig Adriana's portret, zeer geflatteerd en lief als een wassen beeld. Hy voegde er ook nog een groenen papegaai aan toe, die op eene witte etang zat en er uitzag, alsof hp opgestopt was. Dit portret werd in de gesneden houten lyst zorg vuldig over Dou's work bevestigd, zóó, dat het werk van den jongen schilder dat van den meester verborg voor eeuwig, naar Adriana meende. Dezo eeuwigheid echter duurde niet zeer lang zy duurdo slechts honderd zes en zestig jaren Nadat do heer Comeiis Van Knijp het ge schenk zyner bruid ontvangen had, ging hy er mee naar Rembrandt, om hom het ver meende nieuwe kunstwork van Dou te laten zien. (Slot votgl.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1893 | | pagina 1