Vrijdag 7 >V T>**ü-
A». 1893.
(£)eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Tweede Blad.
Feuilleton.
Een Rembrandt en een l)ou.
No. 10161
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per S maanden1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Yan 16 regels ƒ1.05. Iedere regel meer ƒ0.171.
Grootere letters naar plaatsruimte. Yoor het
incasseeren buiten de stad wordt ƒ0.10 berekend.
Gomer.gd Nieuws.
De hoor Domela Nieuwenhuis,
die te Roermond eene redevoering zou houden,
is onverlichter zake vertrokken. Het publiek,
dat de vergadering bezocht, maakte hem door
het zingen van nationale en anti-socialistische
liederen het spreken onmogelijk. De kapitein
der marechaussees liet ten slotte de zaal ont
ruimen. Bij het vertrek naar het station werd
do heer Nieuwenhuis door eene talrijke volks
menigte vergezeld, die tot aan het vertrek
van don trein voortdurend nationale liederen
aanhief.
In de Zevenwouden (Fr.) hebben
tijdens do Paaschdagen op verschillende plaat
sen bosch- en heidebranden gewoed, welke
met groote inspanning gebluscht werden. Dit
verschijnsel doet zich elk jaar voor, als we
een droog voorjaar hebben. De jongens gaan
op die dagen eieren zoeken en steken ten
slotte een vuurtje aan, dat natuurlijk ineens
eeno geheele oppervlakte beslaat en sneller
dan de wind zich verbreidt. Vooral in de ge
meente Opsterland heeft een groote heide
brand gewoed. Het vuur besloeg vele hectaren
en met veel moeite word men tegen den avond
hot vuur meester. Ook in en by het bekende
Oranje-woud werden branden gebluscht.
De gevangenen in het tuchthuis
St.-Michel, te Rome, kwamen Zondag uit onte
vredenheid over hot voedsel en de bewaarders
in opstand. Zy sloegen de ruiten en meubelen
stuk, braken de deuren door en staken daarna
de stroozakken hunner bedden in brand.
De troepen slaagden er in de orde te her
stellen. De directeur der govangonis werd
licht door een steen gekwetst.
Het nieuwe Fransche ministerie-
Dupuy is het dertigste sinds den val van het
tweede keizerrijk in 1870.
Het tegenwoordig kabinet-Gladstone is even
eens hot dertigste, dat Engeland sedert het
begin dezer eeuw, nl. 17 Maart 1801, gehad
heeft.
Hieruit volgt, dat een Engelsch ministerie
ruim viermaal zoo lang leeft als een Fransch.
Ofschoon er zoo weinig mogelijk
over wordt gesproken, zegt de "Weener corres
pondent der „Daily News", kan niet worden
betwyfeld dat de cholera zich weder vertoont.
Een geneesheer, die uit "Weenen naar Zuid
oostelijk Hongarije was gezonden, vond dat
de cholera zich over een groot district had
verspreid en vooral te Peterwardein hevig was.
j Te Zalucze en Kudrynce, in Galicië, was de
I cholera uit Rusland overgebracht. Beide plaat
sen zijn geïsoleerd, om te beletten dat de in
woners de besmetting verspreiden.
Verder schrijft de „Times": De vrees, dat
in deze lente de cholera zich weder zou ver-
toonen, is bewaarheid. Gedurende de twee
laatste weken zyn er 70 sterfgevallen voor
gekomen in de Fransche kustplaats Lorient.
De Fransche overheid heeft ouder gewoonte
getracht het bestaan der ziekte geheim te
houden, doch ditmaal tevergeefs. De epidemie
schijnt zich uit te breiden. Op zijn minst 300
gevallen moeten er te Lorient zijn geweest,
welke stad trouwens reeds gebleken is door
den erbarmelyken staat van den gezondheids
dienst oen vruchtbaar centrum voor typhus
te z(jn. De „Times" spreekt de vrees uit, dat
de cholera zich zal voortplanten langs de zee
oevers tot de Oostzee, en spoort aan tot ver
dubbelde waakzaamheid.
RECIiAMBS.
IN EEN GEZOND LICHAAM WOONT
EENE GEZONDE ZIEL.
Stel nooit tot morgen uit wat heden gedaan
behoort te worden, want bedenk dat orde
't halve werk is en dat Seqüah's genees
middelen eene dokters rekening uithalen. „Ik
bon gezond en gelukkig" is het antwoord van
honderden menschen, die do geneesmiddelen
gebruikt hebben en er baat bij vonden. Zij
genezen niet alle kwalen, doch het is een
erkend feit, dat Prairie flower en sequah-olie
eeno spoedige en standhoudende genezing
bewerkstelligen, in gevallen van Rhoumatiek,
Jicht en vele andere kwalen, dio uit eene
slechte spijsvertering en een zuren toestand
van 't bloed voortspruiten. Seqüah's genees
middelen kunnen verkregen worden bij A. J.
GROEN P.Jzn., Haarlemmerstraat 70, en Ed.
DE RUITER, Hoogewoord 88, en wanneer
gebruikt volgens de aanwijzingen, op ieder
flescbje aanwezig, bewerken zy eene instand
houdende genezing. 2103 25
KOLONIËN.
BATAVIA, 4-7 Maart. (Vervolg.)
Aan de Atjehscho Courant" van den 22sten
Februari is het volgende ontleend:
Evenals Telok Semawé en Poeloe Raya zal
ook Poeloe Way aan de Sabang-baai worden
bezet.
Reeds op den 20sten dezer heeft de gouver-
nementsstoomer „Albatros" de geheele kazer- I
neering, het benoodigdo geschut en munitie j
on een gedeelte van het detachement aldaar
overgebracht, terwyl morgen het andere ge
deelte der bezetting met donzelfden stoomer
naar Sabang zal vertrekken.
Hot detachement, onder commando van don
2den luitenant der infanterie E. C. G. Gysberti
Hodenpyl, heeft eene sterkte aan infanterie van
1 officier, 3 Europeesche en 2 Inlandsche onder
officieren en 70 minderende artillerie is sterk
1 Europeesch onderofficier en 7 minderen,
terwyl voor het administratie beheer den
postcommandant zyn toegevoegd een adjudant
onderofficier kwartiermeester en een soldaat-
schrijver. Het geneeskundig personeel bestaat
uit een officier van gezondheid 2de klasse,
1 Europeesche en 2 Inlandsche minderen en
voor de werkzaamheden in de ziekenzaal en
benting 7 dwangarbeiders.
De benting en 't kampement zyn geheel
geacheveerd, zoodat de troepen by aankomst
onmiddellijk goed onder dak kunnen gebracht
worden.
Door het bezetten van Poeloe Way gaat
dat eiland eene schoone toekomst tegemoet;
de exploitatie van dat voor de scheepvaart
zoo gunstig gelegen eiland zal nu geregeld
kunnen plaats hebben en eene ryke bron wor
den voor 's lands schatkist.
Verleden week trachtten een tweetal ge
wapende sloepen van Hr. Ms. „Merapi" den
Atjehers het visschen naby Kwala Gigin te
beletten en tevens eenige op het strand ge
haalde prauwen door hun vuur te vernielen.
De Atjehers, achter een dyk gezeten, beant
woordden dit vuur krachtig, zoodat onzerzijds
de adelborst dor 1ste klasse G. Den Berger
in den linkerschouder gewond werd. De
„Merapi" zette hierop dadeiyk koers naar
Oleh-leh, waarna de gewonde naar het hospi
taal alhier werd getransporteerd.
In den avond van Maandag op Dinsdag,
20 en 21 dezer, meende do schildwacht te
Kota Pohama een lichtje te bespeuren op de
brug, gelegen in den buitenweg, welke boven-
genoemdon post met Pakan Kroeng Tjoet
verbindt. De commandant, de 1ste luit. Dyk-
stra, werd onmiddellyk gewaarschuwd en
deze rukte weldra uit met een 25 tal bajonet
ten. Op de brug gekomen, za* men daar eeno
groote hoeveelheid wildhout liggen, waaronder
een hoop padiestroo, dat nog smeulde. Door
den gevallen regen was het hout nat gewor
den en vatte geen vlam, zoodat het doel der
Atjehers om de brug in brand te steken ge
heel mislukte.
Van de dappere euveldaders was natuurlijk
geen spoor te zien.
De deserteur Försterman bevindt zich thans
in de benting te Toengkoep, na eene reis ge
maakt te hebben in de XVI moekims, alwaar
hy voorgesteld word aan het bondehoofd
Tongkoo Mat Amin.
De Koningin-Regentes heeft aan de
Vereoniging „Soerja Soomirat"' f 300 ge
schonken.
De notaris Boelen, te Sidhoardjo, is
\oor drie maanden in zyne betrekking ge
schorst en tot de betaling van eene boete
groot ƒ1000 veroordeeld, naar het schynt,
wegens de uitoefening van zyn ambt buiten
zyn ressort en wel te Soerabaia. Volgens art.
9 van het reglement op het notarisambt is dit
den notarissen verboden.
Door don goaverconj-goneraal van Ned.-Indiö zyn
do volgoado beschikkingen genomon:
Departement van Oorlog. Overgeplaatst: Bij
bet eubsiste teukader te Batavia ter nadere iudeoliDg,
do luit.-kol. plaatselijk commandant te Kota-Badjs>
W. F. Stuttorhoim. Bij bet 10de bat. te Batavia do
kapt. der inf. in garnizoen te Padang Sidempoean
N. H. J. Bi holle. Naar de troepenmacht ter Suma
tra's Woetkust ter nadere indeeling do lt-to luit. bij
bet 10de bat. jbr. D. A. A. Meyer. Bij het plaat
selijk commandement te Magelang, de late luit.-adj.
by bet sabsistentenkader te Batav a E. Krocf; bij
het 2de bat. te Magelang, do kapt. bij het garniz.-bat.
van Palembang P. J. A. Yan Neer.
Ingetrokken: Do averplaateing bij hot 5do
bat. en overgeplaatst bij bot garniz.-bat. van l'alem-
bang, van de kapt. bij hot 2Je bat. te Magelang J.
M. J. L. Du Bois; id. by bet 2de bat., van den
kapt. bij het 5de bat. te Semarang Cb. W. Yan
Suchtelen.
Verleond: Een tweejarig verlof naar Europa
Wegens ziekte, aan den milit. apotheker lete kl. J.
Douwes; wegens vyftion jaren onafgebroken dienst
aan den kapitein der infanterie P. A. Zwcedijk en
aan den ritmeester der cavalerie J. A. baroo Yan
Heerdt; wegens ziok'.o, aan den kapt. F. H. O. F. D.
Van Gemmingen en den laten luit. J. H. P. Van
Aken, beiden van het wapen der inf.
Benoemd: Tot milit.-ambt. der 3do kl., do
mot do waarneming dier betrokking belaste gopasp.
adj.-onderoffic.-scbrijver 2de kl. J. L. H. E. Yan
Coubergb.
Ucpartcmenl van f/arine. Overgeplaatst: Yan
de „Koningin Emma" naar de „Koning der Neder-
lunden," do adelborst late kl. F. Greygbton; van do
„Gedoh" naar de „Bromo," do offic. v. adm. 2de
kl. J. H. M. Nittel.
Familie-berichten uit de Indische bladen.
Verloofd: K. P. Andreas en Ch. S. Claeesens,
Boekaboemi.
Ondertrouwd: Ch. J. G. Witbola Feugen en
Adr. C. Kessler, Meeater-Cornelia,
Getrouwd: E. VorschoofF en A. M. Yan der
Veen, Bandoeng; J. H. Van Duiken en B. Hoorn,
Batavia.
Bevallen: G. f'Do Charon de Saint Germain
Carré, (d.), Tjipinacg (Meeeter-Cornelia); O. J. Lu-
dolpli - Broek (z Batavia.
2.)
Achter hem stond met een somber gezicht
zijne tweede vrouw, die inderdaad zeer goed
als model voor eene Xantippe had kunnen
dionen. Nu eens keek zij haren echtgenoot,
dan weer hot portret aan.
Het scheen wel, dat zy, ondanks haar
groot verdriet over hot finanlióele ongeluk,
hetwelk hare huishouding getroffen en waar
over zy haren man reeds de bitterste verwy-
tingen toegevoegd had, toch in den grond
van beur hart biy was, dat Saskia's portret
verwyderd en verkocht zóu worden.
Daar zy gewoon was, hare spitse tong
den vrijen loop te lateD, wilde zy juist
eenige bittere opmerkingen van stapel laten
loopen, toen zy door hot binnenkomen van
den heer Cornelis Van Knyp daarin ver
hinderd werd.
De kunstenaar en de jonge koopman be
groetten elkaar vriendschappeiyk als buren
en goede bekenden.
„Heester Rembrandt, hebt ge tyd voor een
spoedeischend werk?" vroeg Comelis.
„Tyd genoeg, mynheer", antwoordde de
schilder zuchtend. „Men zal my tegenwoordig
waariyk niet met bestellingen overloopen!"
„Het betreft de spoedige vervaardiging van
mijn portret, dat ik rnyne bruid te Leiden op
haren verjaardag wil schenken. Ik heb er
reeds vroeger met u over gesproken gy
verlangdet toen zes en dertig dukaten. Dat is
my te veel, meester! De tyden zfln werkeiyk
zeer slecht; het geld is scbaarsch."
„Het is wel waar, wat gy zegt, mynhcei
En de kunst lijdt armoede; ik althans, want
ik ben geruïneerd. Daarom zal ik het billyker
doen. Wat biedt gij roy voor het werk?"
„Achttien dukaten."
„Accoord, ik ben tevreden."
„En hoespoedig kuntgy het portret leveren?"
„Ik zal or vyf dagen voor noodig hebben."
„Hoeveel zittingen hebt gy noodig?"
Slechts drie."
„Hier, by u?"
„Ja, dat is wel het bestol Met byzondere
gratie van de hoogmogende hoeren commis
sarissen der boedelkamer blyf ik hier nog
veertien dagen wonen. Dan moet ik met
mpne kunst in de eene of andere dompige
zgstraat een onderdak zoeken, waar de huur
woningen goedkoop zyn."
Terwyl hy dit zeide, glimlachte de geniale
schilder zwaarmoedig.
„Het spyt my, dat het u nu zoo slecht
gaat, meester Rembrandt", sprak de jonge
koopman, by' wien een gevoel van medelyden
opkwam, ofschoon hy zich niet bewogen ge
voelde, den kunstenaar een hoogeren prys
toe to zorgen. De familie Van Knyp was
zuinig en hare steeds berekenende spaarzaam
heid weid slechts overtroffen door do nog
grootere der familie Van Cleef te Leiden.
Het portret werd door Rombrandt spoedig
met zyne gewone kunstvaardigheid geschil
derd. Men kan het nog hoden ten dage be
wonderen. Het hangt in do galery van het
Louvre, in de zaal der Nederlandsche meesters,
en is gecatalogisoord als „portret van een
jongen man."
Toon het gereed was, zeide Cornelis tot
den kunstenaar:
„Ik zou gaarne zien, dat myne bruid
Adriana zich eveneens voor my door een
goeden schilder liet portietteeren. Kent gy
misschien te Leiden een aanbevelenswaar-
digen meester?"
„Zeker, mynheer!antwoordde Rembrandt.
„Te Leiden woont Gerard Dou, een vriend
van my en voor vele jaren myn beste leer
ling. Hy zal hot portret vanjuffrouw Adriana
voortreffelyk schilderen, want hy is een waar
kunstenaar."
II.
In do universiteitsstad Leiden doorsnydt
eene gracht, het Steonschuur geheeten, hot
zuidelyk gedeelte der stad. Aan dat kanaal
ligt eene groote uitgestrektheidin den laat-
sten tyd zyn daar eenige tot de universiteit
behoorende gebouwen opgericht.
Vroeger echter verhieven zich daar vele
statige woonhuizen. Deze werden geheel ver
nield door eeno verschrikkelyke ramp, welke
den 12den Januari 1807 plaats vond. In het
kanaal vloog een met kruit geladen schip in
de lucht. De vreoselyke ontploffing verwoestte
byna de geheelo wyk en eenige honderden
menschen verloren er het leven by.
In een aanzieniyk huis aan bet Steen-
schuur woonde en werkte in het jaar 1656
do beroemde schilder Gerard Dou, wiens wel
verdiende roem de eeuwen overleefd heeft.
Hy was de Meissonier van zyn tyd. Zyno
werken waren zóó sierlijk, zuiver en pyniyk
natuurgetrouw, dat de kunstminnaars en ken
ners er reeds by het leven van den kunste
naar zeer hooge pryzen voor betaalden.
Vervolg ommezijde).