Burgerlijke Stand.
ft
Persoverzicht.
De Volksbanier schrijft:
Dat de poli tie-agent en monigon Zon- en
feestdag zien voorbijgaan, waarop zij, door
den dienst gebonden, geen deel aan do gods
dienstoefeningen kunnen nemen, is te be
grijpen, en ieder, in wiens hart de vonken
van het dierbaarste, wat de mensch bezit,
niet uitgedoofd zijn, zal dit betreurendoch
waar de plicht roept, moet gehoorzaamd
worden. Maar óóne zaak, die door alle Katho
lieken met vreugde zal worden begroet, kan,
zonder stoornis in den dienst te veroorzaken,
in het leven worden geroepen, nl. her verge
makkelijken van de vervulling der Paascli
plichten.
Ieder, die met onzen II. godsdienst be
kend is, begrijpt hoe moeilijk het voor de
agenten is, hieraan te voldoen. Na 48 uren
in dienst te zijn geweest, op straat vertoefd,
bij een brand geassisteerd of tusschen eeno
vechtpartij verkeerd te hebben, verlaten zij
des morgens te acht uren het bureau, om
den volgenden dag op hetzelfde uur weder
present te zijn. Commentaar is overbodig.
En dat zij bij hunne Israölietische collega's,
aan wie op Joodsche feestdagen vrijstelling
van dienst verleend wordt, achterstaan, js
in hot oog vallend. Wij vertrouwen dat de
burgemeester, overtuigd van het teere van
dit vraagstuk, bevelen zal geven, waardoor
de Katholieke agenten hetero gelegenheid
zullen bekomen, hunne door de Kerk streng
geboden Paaschplichton te kunnen
waarnemen.
Onder het opschrift „Het begin van het einde"
schrijft de gepensionneerde hoofdofficier van
hot Ned.-Ind. leger de heer K. H. O. Van
Bennekom in do Arnhemsche Crt.
Met het meeste gevoel van smart en
schaamte schrijf ik bovenstaande woorden^
Wie zou niet ontstemd raken, wanneer qo
Atjeh-berichten steeds blijken geven, dat do
Regeering in twintigjaren niets geleerd
heeft! Thans vermelden de dagbladen woder
het ongelooflijke feit, dat de Radja van Pasagan
vergut ning bekomen heeft om 50 Martini-
Henri-geweren in te voerenOfschoon wy er
aan gewend zijn, dat ten opzichte van den
Atjeh-krijg do allerzonderlingste wendingen
gemaakt en de vreemdste toestanden geschapen
worden, vind ik de bovenbedoelde vergunning
waarby onze aartsvijanden van uitstekende
repeteergeweren worden voorzien toch wat
al te sterk. Menigeen zal, evenals ik, met
huivering en onrust bevangen worden. Laat
ons hopen, dat het slechts een voorbarig be
richt geweest is, hetwelk do couranten mede
deelden
Over Kaloet heb ik tot nu too, na de ver
melding van Hoolbooms heldendaad, gezwegen.
Ik vermeende dat, hoe minder men aanvals
plannen in het openbaar besprak, hoe beter
zulks was, omdat de vjjand ze toch vroeg
genoog verneomt. Ik rekende er stellig op,
dat weldra de tijding ons zou verrassen, dat
Kaloot vernield was. Nu de wetenschap, ook
ten opzichte der brisante middelen,zulke
geduchte vorderingen heeft gemaakt, dacht
ik zekor, dat onze artillerie en genie 's vyands
versterking wol zouden weten te vernielen,
zonder dat er woder stroomen kostbaar bloed
geplengd moesten woiden bij de bestorming
van met doodsverachting verdedigde, bijna on
doordringbare bamboedoerieheggen.
De artillerie schijnt echter in dezen ramp
zaligen krijg óf te weinig gebezigd te worden
of niet op de hoogte te zijn van hare taak.
Het weekblad Nederlanddo buitengewoon
ongunstige maatschappelijke stelling der b o-
1 a s t i n g-k 1 e r k e n ter sprake brengend,
zegt o. a.
De Enquête-Commissio keoft menigen werk
gever trachten onder het oog to brengen, dat
hy wat meer moest doen voor zijne werklieden.
Jammer, dat zij ook niet do Regeering eens
voor zich heeft kunnen laten verschijnen.
Het zou niet meer dan billijk zijn geweest.
Gelijke monniken gelijke kappen.
Als dat zoo is, dan had althans den minister
van financiën wol eens eene kap mogen worden
opgozet, zooals aan eenige werkgevers werd
geschonken. Er zal toch kwalijk oen werk
gever kunnen gevonden worden, die de werk
lieden, de voor hem onmisbare werklieden,
erger behandelt dan de minister van finan
ciön doet.
De klerken hebben lang gewacht cn gehoopt.
Zy hebben een bond opgericht.
Doch aan geduldig wachten op hot betrachten
van billijkheid komt een eind, vooral wan
neer men al wachtende steeds een zwaard
boven het hoofd ziet hangen werkloosheid
en gebreken nu en dan zulk een zwaard
ziet neerkomen op iemands hoofd.
Het vertrouwen op de Regeering is niet
groot meer.
Men zoekt elders hulp.
Ten behotve van een ondersteuningsfonds
worden door den bond van klerken bijdragen
gevraagd aan de boven hen gesteldo rijks
ambtenaren.
Mocht dat niet baten, dan zal men zich
genoodzaakt zien, zich te wendon tot hetpu-
bliok, wat echter zeer noode zou geschieden.
Moet het daartoe komen?
Wat zou men wel zeggen, als do rijke
fabrikant, die millioenen verdient, enkele
honderden der voor hem werkende personen
bij uitzondering en in treurige tegenstelling
met andere dienaren zóó behandelt, dat zy
de publieke liefdadigheid mouten inroepen?
Zal de Regeering haren plicht gaan be
trachten
Ja, als het publiek eens kon worden wakker
geschud
Dat zou misschien helpen.
Maar als zoo iets niet gebeurt dan ziet
het er treurig uit.
Vielen die arme klerken maar onder do
arbeiders werklieden in de gebruikelijke
beteekenis
Wie weet, hoe do publieke opinio zich aan
hen zou laten gelegen liggen!
Doch 't zijn maarklerken
En derzulkon belangen schijnen nog niet
aan do orde te zyn!
Over de kiesrechtontwerpen mogen
we nog het zwijgen niet bewaren.
In de Prov. Qronirger Crt. wordt eene
korte beschouwing gewijd aan hot verslag
der Tweede Kamer nopens die ontwerpen. In
drie hoofdpunten splitst het blad de opmer
kingen en wel: lo. de omvang der regeling;
2o. hare bestaanbaarheid met de grondwet;
3o. hare gevolgen.
Wat het eorste punt betreft, blijft de redactie
by de reeds dadel yk door haar uitgesproken
meening, dat ook de gemeenteraadsverkiezingen
by deze gelegenheid behooren te worden ge
regeld on de Kamers althans bekend dionen te
zijn met de voornemens der regeering in deze.
Het tweede punt, de bestaanbaarheid met
de grondwet, weegt blijkbaar by haar niet
zwaar. Tegenover do bedenkingen van som
migen o. a. van den heer Levy stelt zy
de opvatting van vele anderen. Trouwens, dat
de ontwerpen op de zo klip zullen stranden,
is niet te verwachten, ook niet blijkens het
verslag.
Het derde punt is ook in het oog van do
Prov. Gr. Crt. blijkbaar het meest belangrijke.
Zy wyst op de vele hooggaande bedenkingen,
tegen de voorgedragen regeling aangevoerd.
Zelfs wordt de vraag opgeworpen, of de grond
slagen onzer staatkundige en maatschappelijke
instellingen, of de constitutioneele monarchie
en het eigendomsrecht op den duur tegen de
gevolgen der uitbreiding bestand zullen zijn!
Het heeft in de afdeelingen - naar 't blad
doet opmerken niet ontbroken aan protesten
van „vele andere leden" tegen dit pessimisme.
En inderdaad, geldt hier niet eenigermate
het woord van Schorer„on redoute l'avonir
paree qu'on idealise le passé?" Menrroestde
toekomst, omdat men het verleden te schoon
kleurt. Is het dan nu alles goud, wat er blinkt
in de richting van ons staatsbestuur? Al wijs
heid, wat wij te zien krijgen van onze kiezers-
keurbende? Al rechtvaardigheid, wat ons te
gemoet treedt uit onze wetgeving en onze
toestanden? Het verslag wijst op de lang
durige handhaving van onevenredig zwaar op
de minvermogenden drukkende belastingen,
op de regeling van het dienstbodencontract,
op het taaie leven der plaatsvervanging als
zoovele bewijzen, dat ook de censuskiezers de
volmaaktheid niet in pacht hebben.
Er zouden er meor zijn bij te brengen.
Maar bovendien: ons komt het voor dat met
betrokking tot do voorgedragen kiesrecht
regeling van toepassing is wat de commissio
voor de grondwetsherziening van 1848 schreef
van do vervanging der getrapte verkiezingen
door de rechtstreekscho: „het is de vraag niet
meer of rechtstreoksche verkiezing de beste
vórm zy, het is de vraag of thans een andere
vorm mogelijk zy."
Geleidelijke ontwikkeling is de tolkens
herhaalde uitroep dor angstigen van aanleg.
En z\j wyzen dan op Engeland. Maar zy ver
geten, dat zyzelven de geleidelijke ontwik
keling hebben onmogelijk gemaakt door haar
tegen te houden, toen het voor haarde recht o
tyd was, en dat zij haar willen nu het voor
haar te laat is. Zy vergeten, dat de geleide
lijke ontwikkeling in Engeland reeds voor een
vierde eeuw is begonnen, terwijl wij in eer.e
halve eeuw niets hebben gedaan. Dat maakt
dat wy thans op eenmaal veel sneller moeten
gaan dan elders noodig was. Maar a qui la
faute
Onopgeloste quaesties laten het staats
bestuur niet met rust. Dat bewijst de kies
rechtuitbreiding van 1887. Daarom moot
thans het kiesrecht worden geregeld voorgoed.
De voorgestelde regeling doet dit en hot is
hare beste aanbeveling. Zy zal ons geenszins
brengen in het beloofde land, maar ons even
min van slechtere conditie maken. En watzy
wèl zal doen, is de kans vermeerderen, dat
de belangen van alle lagen der bevolking
worden in hot oog gevat in gelijke mate.
Als daad van rechtvaardigheid un apaisement
zal zy zonder twijfel de toenadering der ver
schillende maatschappelijke klassen in de hand
werken en do opruiers en vrienden'van klas
senstrijd in hunne beweging verlammen. Wordt
daarmede in den tyd, dien wy beleven, niet
genoeg gewonnen, om het kansspel, dat in
elke uitbreiding op g.-oote schaal is verborgen,
mot gerustheid te wagen? Het afdeelings-
verslag hoeft, aldus besluit het blad, by ons
den stelligen indruk gevestigd, dat op die
vraag het antwoord bevestigend luiden en de
hoofdgedachte van Taks ontwerpen haren
weg naar het Staatsblad vinden zal.
Gemengd Nieuws.
Naar wy vernemen, is sedert
de invoering van het perronkaarten-stelsel aan
het station alhier (20 Februari jl.) retds tegen
twee personen proces-verbaal opgemaakt, om
dat zy zich zonder het thans daartoe noodige
bewys op liet perron hadden bevonden. Weldi a
zal dan ook door den kantonrechter alhier
moeten worden uitgemaakt of de HolJandscbe
IJzeron-iSpoorwogmaatsckappy het recht heelt
tot den door haar ingovoorden maatregel.
Weer een noodlottige brand te
Amsterdam
Niet alleen dat hot aantal branden in den
laatsten tyd te Amsterdam steeds toeneemt,
meer on meer hoort men bok van treurige
ongevallen, wolko daarvan hot gevolg zyn.
Pas heeft de ramp op de Geldersche Kade
het leven gekost aan drie kinderen, terwyl
de moeder ernstig werd verwond, of een
brand met een niet. minder droevigen nasleep
moet worden vormeld.
In de Van-Wou-straat No. 49 had e9ne
oude vrouw op eene achterkamer der tweede
verdieping gisteravond te ruim halfelf het;
ongeluk eene pètroleumlamp om te stooten.
In een oogwenk stond de geheelo kamer in
brand en voordat het moedertje van den
schrik was bekomen, hadden de vlammen
den weg naar do trap afgesneden.
Daar de rook steeds dikker word, vluchtte
zy naar de voorkamer. In haren doodsangst,
aldus meldt de „Tel.", nam zy een wanhopig
besluit. Zy rukte een raam open on sprong
er uit. Ze kwam neer op een voorbyganger,
die er met den schrik afkwam, en werd
ernstig verwond in eene apotheek binnen
gedragen, van waar ze later per brancard
naar het gasthuis werd vervoerd.
Inmiddels was de brandweer ter plaatse
verschenen. Zy mocht er in slagen het vuur
tot de tweede verdieping te bepeiken, welke
nochtans geheel is uitgebrand. Tuen de spuit
gasten het huis waren binnengedrongen,
waren zy geriiigen van een ontzettend droevig
schouwspel. Op de derdo verdieping boven
de kamer, waar de brand was ontstaan,
vonden zy de lyken van twee mannen, vader
en zoon. Beiden waren gestikt in den van
beneden opstygenden rook. welke zoo onver
wacht on plotseling een einde aan hun leven
had gemaakt.
Terwyl de verkoolde inboedel uit hot raam
werd gesmeten, liep eene vrouw weenend op
straat te zoeken.
Op hare vragen antwoordde men niet of met
een bedenkelyk hoofdschudden. Men had niet
den moed haar te zeggen, welk eene verschrik-
keiyke ramp haar had getroffen.
Man en zoon dood
Omtrent dit ontzettend ongeluk meldt het
„Hbl." het volgende:
Bedoelde tweede verdieping in de Van Wou-
straat werd bewoond door den 27 jarigen
diaraantsiyper G. Eylors, met vrouw en kind,
terwyl een oude man en vrouw dezelfde ver
dieping bewoonden. Eene verdieping lager
woonde de familie S. H. Leesson en geiyk-
stiaats het gezin van den kruier J. Scheffor.
Toen de brand uitbiak, vluchtte de he/
Eylers terstond met vrouw on kindde vrou-
ging met haar kind in do kruierjj, rnaar q
man, die reeds op straat was, besloot
andere bewoners zyner verdieping In het
vaar te gaan. bystaan, hetgeen aanvankel|]
door niemand bemerkt werd. Alleen de oud
vrouw, die geen uitweg wist, vertoonde zij
aan het venster der derdo verdieping.
Een paar voorbygangers riepen haar to
uit het raam te spriDgen en zouden haar
eone deken opvangen. Z\j waagde den sprong
doch kwam met de voeten terecht op bi
kozyn van het tweede bovenhuis, sloeg doo
den schok om en viel bewusteloos naast d
deken op straat, aan het hoofd ernstig gewon
en inwendig gekneusd.
Dadeiyk werd zy naar de naastbyzijnd
apotheek op den hoek van do Van-Wou-stra;
en Stadhouderskade gebracht-, waar zy mi
mede-hulp van twee semi artsen voorloop»
werd verbonden en toen, geiyk hier bove:
vermeld, per raderbaar naar bot Binnen
gasthuis vervoerd.
De brandweer, welke spoedig ter plaats
was, zag by haro komst niet veel meer d2!
zwaren rook.
Den brandwachts, dio hot perceel binnen
gedrongen waren en geene personen gevondei
hadden, wachtte na "de blussching op
zolder een vreeselyk tooneel.
Eylers had zyn menechlievend pogen me
den dood bekocht Met den ouden man w
hy naar boven gevlucht, waarschijn] yk zelf
tot op het dak. Waarom is niet bekend
maar beiden keerden weder naar dun zoldei
terug, waar zy door den zwaren rook stikten,
Hunne lijken, welke zelfs niet geschroeii
waren, werden op zolder by een dakvenstei
gevonden.
"Vrouw Eylers, die wist dat haar man met
haar op straat was geltomen, zocht
overal zonder hem te kunnen vinden. Om
streeks éón uur vervoegde zy zich aan het
Binnengasthuis, waar haar op zeer omzichtige
wyze door een politio-beambte werd medege
deeld, hoe haar man bij zyne poging
redding van een ander was omgekomen.
Gehoel verslagen werd do jammerende vrouw
door de haar vergezellendo buren wegg<
De toestand der naar het gasthuis gebrachte
vrouw wier naam daar nog niet bekend was,
gaf weinig hoop op behoud. Zy was voort
durend bewusteloos.
Do brand zelf was klein van omvang, z<
zelfs, dat ééne Yechtkraan voldoende was om
het vuur te blusschen.
Behalve dezen binnenbrand, bluschte de
brandweer nog drie kleine binnenbranden
Groote Wiltenburgerstraat 38, Czaar Peter
straat 129 en Kleine Kattenburgerstraat 179.
HAARLEMMERMEER. Geboren. Adiian&Oatlit-
riua, D. \an C. Koolhaas en M. ï'ae. Cornelia,Z.
van F. U.thol en M. Plessius. Hendriks, D. vau
K P. Hartman eo D. Van Aken. Jun Willem, Z.
>an A. Schaap en M. Rijlaarsdam. Petrus, Z. via
J. Laugoveld en M. P. Van Bohcmen. Jrd, Z.
van G. Van Leenwon en M. Van Vliet. Arie, Z.
G. Van Tol en C. Kom. Matihijs, Z. van J. A.
Boeser eo A. Van Krimpou. Cornelius Jozcpb,
Z. van P. Van Slaveren c-d C. v. d. Helm. Dirk,
Z. van A. Boesveld en J. B. Bunrman. Aar*.
Johaanes, Z. van J. Witte en J. Den Boef. Simoa
Cornelia, Z. van A. J. Van Helden on A. Vc-rbeek.
Jacoba, D. van M. Lijs en A Va i Merrienboor.
Cornelia, Z. van N. A. Claassen en M. Franken.
Catharina, D. van J. F. Do Vijlden cn J. De Groot.
Johannes Nicolaae, Z. van H. Lieuwes on J. Zevtn-
bu zen.
Ondertrouwd: G. Noor'ooa en Beers.
Gehuwd: C. J. Cornelis-'e eo J. Daim.
Overleden: Cornelia, 3 j.. D. van O. DoHaa«
en C. v. d. Slu's. Maria Alida, 16 m., D. van
P. Kaplijn cn M. Romyo. Wij tapje Smit, 31 j-
wed. van J. Zegstro. Jan, 10 w„ Z. van P. Van
Huizen on A. Verwejj. Ida Catharina Wyntje,
23 J., gehuwd met Jan Westmsss.
Levenloos gebor ne«u kind van J. Roodzsnt an
G. Van der Pol.
VOORSCHOTEN. Geboren: Huberts Geer-
truida Maria. D. vau Petrus Johannee Kuiteme en
Jacobs Maria ltcmcya.
LJ C UTwT KHh TB.
Resultaten der icaameminyen oan de. Gasfabriek.
"WEEK van 26 Febr. 4 Maart.
Data a
Uur
Aantal.
Gem. Eng.
Standi.
26 Februari.
6.7.45
7
16.6
27
6.7.45
8
16.4
28
6.7.45
7
16 2
1 Maart.
6.7.45
8
166
2
6.7.30
7
16.8
3
6.7.30
16.2
4
6.7.45
8
16.4
Ditbeteekent: Wanneer men 6 cubic feet 141-6
liters per uur van zulk verbrandt ui een Sugg'
London-Argar.d-StandaH burner No. 1, met 21 gaatjei,
wordt oeu licht verkregfu. dn t in s'erkte geltjk etaat
mot 1C.G, 1C.4 enz. Stan.bü,rdkd#rsen, w»arvan c-lke
kaars 20 grain* -- 7.8 ^eern-aceti per uur
verbrandt.