M«. 10134. Zaterdas 4 Maart. A0.1893. feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (gon- en feestdagen, uitgegeven. Tweede Blad. Feuilleton. CEEN VERTROUWEN. I Vervolg ummeziide). LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per S meenden.,77 f 1.19. Franco per post1.40. AfsonderL^ke Hommers..0.05. PRIJS DXR ADVERTENTliN Via 1a fl.M. Ud.r. rtgti w ft. 17J. Grootor* IMm uu pluUrnimt*. Voor b*l lUMm boün 4. aM wordt ft.H bmkMi Leideii, 3 Maart. Morgen, Zaterdag, zal vanwege de Afdeeling „Architectura" van den „Haagschen Kunstkring" eene interessante tentoonstelling worden geopend. Zeeuwsche bouwkunst levert de stof en deze stof is zeer ryk; het is dan ook wel de moeite waard deze tentoonstelling te gaan bezichtigen, want er is veel, dat hoogst interessant is en zeer weinig bekend. Yooral uit vroeger eeuwen zijn er belang wekkende teekeningen. Ge kunt hier zien, wat Middelburg geweest is in z(jn bloeitijd; hoe Vere eene havenstad was, waar groote driemasters voor anker lagenwat al kastee- len er in vroeger tyd in Zeeland warendie grillige Zeeuwsche vlag, met haren rooden leeuw, staande op een met roode banen door sneden goud-geel veld, was eens de standaard van eene ryke provincie. Indien deze tentoon stelling in den smaak valt van het publiek, zullen alle provinciën hunne beurt kragen: eene gewichtige bydrage tot de kennis van de kunst geschiedenis van ons vaderland. Men ondersteune deze goede zaak door een talrijk bezoek! Door den Raad der gemeente Zoeter - woude is, ingaande 1 April a. s., benoemd tot verloskundige met de armenpraktijk be last, op eene jaarwedde van f 300, mej. C. J. Kooy, laatst wonende te Oegstgeest, vroeger te Zoeter woud e. De minister van binnenlandsche zaken heeft samengesteld do commission, welke in 1893 zullen belast zijn met het afnemen der examens ter verkrijging der akte van bekwaam heid, bedoeld in art. 56 onder a der wet tot regeling van het lager onderwijs. Yoor Zuid- Holland is die samenstelling aldus: a. lid en voorzitter: de schoolopziener in het district Dordrecht; b. leden: de schoolopzieners in het district Rotterdam en in do arrondisse menten: Vlaardingen, Dordrecht en Gorkum; c. leden plaatsvervangersde schoolopzieners in het district 's Gravenhage en in de arron dissementen 's-Gravenhage, Delft, Rotterdam (Noordelijk), Rotterdam (Zuidelijk), Gouda en Schiedam. De commissie der koninklijke subsidiën voor jeugdige kunstschilders heeft beslist, dat gedurende één jaar subsidiën zullen worden verleend aan de heeren M. Schildt, H. Ellens, "W. F. Yaarzen Morel, K. Yan Leeuwen, J. Zon, H. O. Van Thol, en aan de dames M. Heijermans en A. Rujjsch. De Regeering heeft aan de Tweede Kamer de volgende wijzigingen voorgesteld op de wet van 1872, tot voorziening tegen besmettelijke ziekten. Ten eerste wordt (in art. 16) den burge meester opgedragen, om van de verplichte kennisgeving, door den geneeskundige, die een lijder aan Aziatische cholera of pokken waarneemt, hem binnen 24 uren te doen, onverwijld een afschrift te doen toekomen aan den geneeskundigen ambtenaar. (Thans bestaat de mogelijkheid, dat die ambtenaar, op grond van de geneeskundige wetten, eerst den derden dag na het ziektegeval kennis krijgt). Ten 2de wil de Regeering doen vervallen de wekeljjksche bekendmaking van het cijfer der in elke gemeente aan cholera overledenen in de Staatscourant. Zjj is van oordeel, dat de bepalingen van de art. 21 en 24 der wet genoegzame waarborgen opleveren voor eene gewenschte publiciteit, terwijl de bedoelde bekendmaking, door de samenvoeging van de gemeenten, waar gevallen voorkomen, een zeer onjuist beeld geeft van den stand der ziekte. Eene dergelijke publicatie behoort h. i. in elk geval afhankelijk te zjjn van eene internationale regeling, waarbij de regeeringen der onderscheidene Staten de verplichting op zich nemen, elkander wederkeerig in te lichten omtrent het voorkomen der ziekte in elk land. Ten derde wenscht de Regeering eene be paling in het leven te roepen, waardoor de burgemeester verplicht wordt, om, wanneer hij, bij het heerschen van besmettelijke ziekten, aan het advies van den geneeskun digen ambtenaar geen of geen volledig ge volg geeft, de bezwaren mede te deelen, die hem weerhouden van zijne bevoegdheid ge bruik te maken, maatregelen te nemen of voorschriften te verordenen, die door dezen ambtenaar noodzakelijk worden geacht. Als dan kunnen die bezwaren worden overwogen, kan worden nagegaan, wat tot hunne weg neming ware te veranderen, en, zoo noodig, door de Regeering worden tusschenbeide ge treden. Het vijfde jaarverslag over 1893 van de Vereeniging „Het Buitenland" gewaagt van den aanhoudenden, steeds toenemenden bloei der Vereeniging. De Vereeniging had weder de voldoening, enkele zeer gewenschte aan vragen naar handels-geémployeerden tot zich te zien komen en daarin te kunnen voorzien. Het totaal der uitgaven was f 12,069.09, dat der middelen 10,900.65de jaarrekening sluit dus met een nadeelig saldo van f 1168.44. Door het bedanken van den heer J. E. Scholten, te Groningen, bestaat er eene vaca ture in het bestuur, waarin het bestuur voor- loopig niet wenscht te voorzien. Gemengd Nieuws. Gisteren hadden zich voor de arr.- rechtbank te 's-Gravenhage te verantwoorden drie bengels van jongens, nl. A. d. B., uit Aarlanderveen, C. v. S. en J. v. V., uit Ouds hoorn, die, al klinkt het eenigszins zonder- derling, op den 5den Dec. a. p. te zamen en in vereeniging C. K., een oogensch\jnl\jk flinken kerel ernstig mishandelden, de eerste bekl. door hem met een riem met gesp te slaan, de anderen door hem met de vuist slagen toe te brengen, omdat K. hen uiteen winkel te Oudshoorn gooide, waar de jongens het lastig maakten. De slagen door den eersten bekl. toege bracht schjjnen nogal raak te z(jn geweest, want de mishandelde verklaarde heden dat h\j geheel bedwelmd was en „bloedde als een varken" b(j den eersten klap. Ook een ander persoon was door den eersten bekl. met den riem een slag toegebracht die hem onder het oog trof, zoodat de man zelfs nu nog dat zintuig niet gebruiken kan, hoe wel de dokter, die hem behandelt, hoop geeft dat het oog weer terecht zal komen. Het O. M., wijzende op de groote brutaliteit van deze kwajongens, achtte het zeer wen- scheljjk en noodig hun eene gevoelige straf op te leggen. Het vorderde voor A. d. B. éóne maand en voor C. v. S. en J. v. V., voor ieder 7 dagen gevangenisstraf. Uitspraak over 8 dagen. Voor J. Ch. E. en H. A. K., werklieden te Leiden, die te zamen en in vereeniging op 2 Febr. in het Plantsoen te Leiden hadden gebedeld door aan de huizen aldaar eene collecte met bussen te houden z. g. voor de werkloozen en een aalmoes te vragen, werd door het O. M. 7 dagen hechtenis gevorderd, echter voor J. Gh. E., wegens gelyk feit, 2-maal gepleegd, 2-maal 7 dagen hechtenis en opzending naar een Rijksopvoedingsgesticht voor den tyd van ten hoogste drie jaren. Uitspraak Maandag a. s. Voor het kantongerecht te 's-Gra- venhage moest zich gisteren verantwoorden een heer uit Middelburg, beklaagd van op Zon dag 29 Januari 11. in den schouwburg te 's Gravenhage, bij gelegenheid van de door de Kon. Vereeniging „Het Nederlandsch Tooneel" gegeven voorstelling „De Fabrieksbaas", de orde te hebben verstoord, doordat hjj weigerde een door hem in de stalles in bezit genomen en door een ander besproken plaats op de daartoe gedane aanmaning te verlaten. De beklaagde was niet verschenen, doch deed van zijn voornemen blijken om, ingeval eene ver oordeeling mocht volgen, daartegen in verzet te komen. De ambtenaar van het Openbaar Ministerie vorderde bij verstek beklaagdes veroordeeling tot f 10 boete, subsidiair 2 dagen hechtenis. De uitspraak is bepaald op over 8 dagen, terwijl de eventueele nieuwe behandeling van de zaak op het verzet van beklaagde zal geschieden over 14 dagen. In dezalen v a n h e t K o n i n k 1 ij k Zoölogisch Botanisch Genootschap te 's-Gra venhage is eene Kunstbloemen-tentoonstelling geopend, welke de aandacht verdient. De tal rijke inzendingen geven een beeld van de inderdaad verbazende hoogte, waarop men het in de nabootsing der natuur gebracht heeft. Aan de rangschikking is door de regelings commissie veel zorg besteed. De catalogus telt 853 nummers. De uitslag van de beoordeelingen zal zoo mogelijk morgen worden bekend gemaakt. Hedennacht omstreeks twee uren ontstond te Amsterdam een kleine binnenbrand op de tweede verdieping van perceel 33 in de St.-Pietersteeg. De bewoonster had nl. een komfoor met vuur onder haren stoel gezet. Deze had vuur gevat en de arme vrouw bekwam daarbij zware verwondingen. De eerste verbanden werden gelegd door de brandweer. Daarop werd de gewonde per bran card naar het gasthuis vervoerd. De brand was zeer spoedig gebluscht. Opnieuw heeft te Berlijn een soldaat op een burger geschoten. De soldaat Heimwarth stond op post en werd beschimpt door een voorbijgangerde soldaat wees hem af, maar de man, die wat veel gedronken had, trachtte Heimwarth een stomp te geven, waarop deze zijn aanrander overmande en in zijn schilderhuis bracht. Toen laadde h(j, overeenkomstig zijn orders, zijn geweer. Opeens echter sprong zijn gevangene uit het schilder huis en liep weg. De soldaat riep driemaal „Halt!" en toen dit zonder gevolg bleef, vuurde hy zijn geweer tweemaal af. B(j het tweede schot viel de vluchteling, hoewel h(j niet getroffen was. De soldaat achterhaalde hem toen en wist hem in de wacht te brengen, echter niet dan nadat h(j nog een duchtigen klap met een stok had ontvangen van zyn aanrander, die de tooneelspeler Schaffer bleek te zyn. Heimwarth werd terstond afgelost. 49.) Haar vader stierf nog vóór haar huwelijk en Hario gaf nu haar kleine erfdeel tot vrij gebruik voor het kind. Eenige jaren geleden zocht Kielsky mü op hy was dringend om geld verlegen. Hij vroeg naar Marie's verblijfplaats, hij wist dat zij haren vader verloren had en dat zy oen klein, bescheiden vermogen van twee tot drieduizend thalers moest geërfd hebben. Ik verschrikte; ik wist dat, wanneer hij de gunstige wending van haar lot vernam, hjj geheel, haar leven haar pijniger, haar bloedzuiger zou zynik had dien mensch in zjjne laagheid maar al te helder doorzien. Ik gaf het vermogen van het kind, om de moeder te redden, en hij nam het en vroeg niet verder; hy geloofde dat ik Marie daar door slechts voor nieuw gevaar wilde be hoeden." „Is het toch mogelijk?" riep Alexander toornig, „en zal zulk een schurk ongestraft door de wereld gaan?" „Ikzelf behoef zoo weinig, mijn inkomen stelt my in staat het kind eene goede op voeding te geven", zeide de geestelijke, „maar zeven of acht maanden geleden ontving ik een brief van graaf Schlettendorf, die my den dood zyner gade bekend maakte en my schreef, dat zij hem toevertrouwd had, dat een kind van haar onder mijne bescherming leefde. Hy schonk den knaap tot zyn acht en twintigste jaar eene som van 100 Louis d'or, by een Frankforter bankiershuis op te nemen, en verzocht my verder het kind tot steun en raad te zyn. „Beschouw my als een stervende", schreef by; „ik zoude anders zelf de plaats van vader by het kind van myne dierbare, eeuwig geliefde vrouw vervullen en daarmee be proeven terug te geven wat zy voor myne dochter gedaan heeft." „Ik moet u zeggen dat dit bewys van een edel, vergevend hart my diep getroffen heeft." Alexanders oogen straalden fier. „O, gy weet, gy vermoedt niet, welk een groot hart het was, en ik weet dat, wanneer Marie vertrouwen gehad had, alles goed zou zyn geworden. Geen vertrouwen, ach, ik heb het ondervonden, is de slang, die het paradys der liefde verwoest. Ik ken nu de wenschen en het voornemen van den graaf, zy zyn ook de myne", ging de baron voort; „laat my een vader voor den knaap zyn. Paula zal hem met tranen van vreugde ontvangen als Marie's kind, als eene bede om vergiffenis voor myne schuld en ik zal door zyne tegenwoordigheid er dubbel aan herinnerd worden wat ik te boeten heb." „Neen", zeide de predikant heftig, „den knaap moogt gy my niet ontnemen: wat zoude ik zonder hem beginnen en wat zou Margaretha treuren! Hy moet ook over kor ten tyd toch naar een gymnasium, maar de gedachte aan zyn vacantietyd doet my nu reeds goed. Gy hebt vrouw en kind, wy zyn oud en eenzaam." „Gy hebt gelya", zeide Alexander, „neen, ik zal u geen leed doen, gy hebt ook andere en heiliger rechten dan ik; maar laat my een vriend zyn, een warm beschermer naast u." „Die kan hy nooit te veel hebben", ant woordde de predikant vrooiyk, „en aan u zal hy toegewezen worden, wanneer God my roept." „Maar één genoegen moet gy my doen", zeide Alexander, „laat hem met my gaan, wanneer ik Paula zoek, laat bem mede smee- ken met Marie's oogen, opdat de oude her inneringen ook de oude liefde in haar hart wakker roepen." „Dat mag hy gaarne", zeide de geestelyke, „maar ga nu met my naar beneden en be proef een weinig rust en verkwikking te vinden." Dat was echter niet zoo gemakkeiyk; de overgang van smart tot vreugde was te plot seling, dan dat de gelukkige zich zoo spoedig had kunnen meester worden. Hy was liefsl dadelyk verder gegaan, niettegenstaande storm en duisternis, wanneer de predikant er zich niet beslist tegen verklaard, ja, hem zelfs het rytuig voor dien avond geweigerd had. Daarentegen nam hy volgaarne Alexanders opdracht op zich, met vollen buidel voor de noodiydenden te zorgen en hen met raad en daad by te staan; en hy was er inderdaad nu geschikter voor dan de baron. Oscar werd medegedeeld dat de vreemde heer een innig vriend van zyne overleden moeder geweest was, die hem gaarne op zyne reis wilde medenemen; en de gelu -kige knaap willigde volgaarne in. Den volgenden morgen stond het rytuig ingespannen voor de deur van den geestelyke en onder diens zegewenschen en Margaretha's vreugdetranen reed Alexander met zyn jongen vriend weg.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1893 | | pagina 5