LEÏDSCH N«, 10132 onderdak 3 Maart. A«. 1893. fezs (gou.ra.nt wordt dagelijks, met uitzondering van (gpn- en feestdagen, uitgegeven. - Eerste Blad. Feuilleton. GEEN VERTROUWEN. DAGBLAD. PRIJS DEZER COURJLNT: foor L«id«a p«r ma^od»»f 1.19. fr&noo per post1.40. liaanferqjko Mommen4-04 PRIJS D£3 ADVRRTENTrfiN: Tea I—ref«U ƒ1.06. Iedere resel meer 0.17| Grooier» lettere uu pl**uraicu£*. Toor inoeeeeeTee bailee de etui wordt ƒ0.06 UrtluA Dit iiomnier bestaat. uit TWEE Bladen. Leiden, I Maart. Bij de Leidsche Spaarbank werd in de maand Febr. ingelegd 55,573.277» terug betaald ƒ58,421.0572, terwijl zyn afgegeven 133 nieuwe en geheel afgelost 87 boekjes. Het gezamenlijk tegoed der 9535 deelhebbers bedroeg op uit. Januari ƒ1,710,119.40. Bij den heer A. H. Adriani alhier is verschenen: „3'/a maand Fabriek-arbeidster, oene practische studie door mevr. Minna Wettetéin—Adelt". „Paul Göhre, de schrijver van ..Drei Monato Fabnkarbeiter und Handwerksbursche", heeft mij in myir streven den weg gewezen," zoo lezen we in het Voorwoord„hem dank ik mijn idee, hij was mijn pionier. Zoodra mijn plan gerijpt was, als arbeidster ouder de arbeidsters te leven, zette ik my aan het werk om hot uit te voerenIk heb, in tegenstelling mot Paul Göhre, in vier fabrieken van ver schillenden aard gewerkt, benevens in eene fabriek op het land, ten einde ook daar èn de fabrieksarbeiders èn de huis industrie te leeren kennen." Na eene korte inleiding worden in eon 15-tal hoofdstukken besproken: do matei iëele positie der arbeidsters, voeding en kleeding, arbeid, beroepen en verleden, zedelijke toestanden, spaarzaamheid en eerlijkheid, het huwelijk, de posirie der meisjes, domicilie en verzeke ring, woningen en slaapplaatsen, godsdienst, sociaal democratie en de vrouwenquaestie, 1 uitspanningen, huisindustrie, werkeloosheid en ten alotte eenige opmerkingen en eindbe schouwingen ton beste gegeven. Zeer lezenswaardig is dit boekje. Ontegen zeglijk behoorde er moed tot eigen onderzoek, dat de schrijfster niet geschroomd heeft, en toch erkent zij„Het was een geluk, dat ik het in de eerste fabriek zoo goed trof, want indien ik geweten had wat ik op de andere fabrieken aan gemeenheid en ruwheid op den koop toe moest nemen, had ik toeh misschien nog mijn vaandel verlaten." Hoe grooter en zwaarder de arbeid was, boe ruwer ook de lieden waren, en vele dingen, door de schrijfster in de spinnerijen gezien en gehoord, had zü te voren niet voor mogelijk gehouden. Hoe goed is het, dat er zijn, die de fabrieks- wereld uit eigen aanschouwing willen leeren kennen! Dat men proftteere van hetgeen met zooveol zelfverloochening werd volvoerd en in deze dagen van strijd zich vertrouwd make met de waarheid, zooals eene Minna "Wettstein, een Paul Göhre ons ze openbaren j Bij de Tweede Kamer is ingekomen een adres van mr. G. H. Bötz, commies-griffier der Kamer, houdende verzoek hem een eervol ontslag uit die betrekking te verleenen, zoo mogeljjk met ingang van 15 Maart a. s. Ingediend zijn twee wetsontwerpen, het eene tot wijziging der wet tot wering van besmet ting door uit zee aankomende schepen, het andero tot wijziging der wet ter voorziening tegen besmettelijke ziekten. Het verslag is gereed van de commissie van voorbereiding voor het wetsontwerp op het faillissement en de surséance van betaling. Naar de Haagsche correspondent van „De Amsterdammer" verneemt, is het gewij zigde ontwerp der bedrijfs- en beroepsbetasting gereed, en eene geheel nieuwe memorie van toelichting daaraan toegevoegd. Zy zou morgen, Donderdag, aan de leden der Tweedo Kamer worden aangeboden, terwijl het voornemen bestaat do invoering op 1 Augustus a. s. vast te stellen. Do heer Geertsema, die gisteren de zitting van de Tweede Kamer niet bijwoonde, is reeds sinds geruimen tijd ernstig ongesteld. Ofschoon zijn toestand gunstiger wordt, is er toch nog weinig uitzicht, dat hy in den eersten tijd zijne werkzaamheden zal kunnen hervatten. De heer Cremer, die tot herstel van gezond heid in het Zuiden vertoeft, wordt eerstdaags in de residentio terugverwacht. In den ouderdom van 54 jaren is te 's-Gravenliage overleden de heer J. M. Van "Woerden, hoofdcommies by hot departement van financiën. Donderdag 2 Maart zal H. M. de Koningin- Regentes de voorstelling der Fransche Opera te 's-Gravenbage weder bijwonen. By die gelegenheid zal worden opgevoerd „Le Capi- taine noir". Tot leeraar in de staatsinrichting aan de H. B.-S. le Winschoten is benoemd de heer mr. Dv H. Bosch, advocaat en procureur aldaar. Voor burgemeester van Haarlem wordt genoemd jhr. mr. J. W. G. Boreel van Hoge- landen, lid der Tweede Kamer voor het district Beverwijk. Naar gemeld wordt, zal de première van C. Van der Linden's „Leicens ontzet" bij de Hollandsche Opefa op 4, uiterlijk op 11 Maart plaats hebben. Naar het „D. v. N." verneemt, zijn er door particulieren te Amsterdam plannen ont worpen om een entrepot te stichten in het westelijk deel der stad. De bedoeliDg is de gemeente van de verplichting te ontheffen tot het maken van een eigen entrepotdok. De ontwerpers meenen dat de terreinen van het Prinseneiland, enz., aan het tegenwoordig Westerdok daartoe eene geschikte gelegenheid aanbieden. Reeds moet eene conferentie over deze aangelegenheid met enkele autoriteiten gehoudon zyn. Worden de plannen weldra, gelijk to verwachten is, publiek, dan zal de grooto quaestie of de vestiging van de handels inrichtingen in hot Weston van de stad ook nu, na de voltooiing, volbouwing en be schutting van de Handelskade, moet plaats hebben, weder aan de orde komen. Te Dordrecht is overleden mr. J. J. De Reus, tot voor weinige dagen president van de arrond-rechtbank, vroeger wethouder dier gemeente. De overledene bereikte den ouderdom van 65 jaren. Er heoft zich te Amsterdam een nieuw tooneelgezelschap gevormd, dat onder leiding zal komen van de heeren Loraan Clirispyn. Te beginnen met 1" September a. s. zal het gezelschap optreden in de groote zaal van „Volksvlijt" en wel des Maandags, Woensdags, Zaterdags en Zondags. Maandag avonds zullen steeds volksstukken worden gespeeld. Minstens een paar maal 's maands zal eene „model- voorstelling" in de kleino zaal van het Paleis worden gegeven. Do op te voeren stukken zullen vooraf door eene commissie van letter kundigen worden beoordeeld. De heer Chrispijti treedt op als directeur regisseur. By den uitgever den heer J. B. Wolters, te Groningen, verscheen „Aanschouwings- lessen," door Kath. Leopold, onderwijzeres te Groningen. Do schrijfster geeft daarin eenige volledig uitgewerkte aanschouwingslessen in druk, waarmede zeker menig pasbeginnend onderwijzer of onderwijzeres voordeel zal kunnen doen. De minister van oorlog brengt ter kennis van belanghebbenden, dat tegen 4 April a. s. een twintigtal zonen van militairen op de Pupillenschool te Nieuwersluis kan worden geplaatst. Nadere bijzonderheden bevat de „Sts. Ct." Door den minister van koloniën zijn de juffrouwen H. W. Pilger, J. C. Van der Staay, H. S. Lorey en M. H. Marda gesteld ter be schikking van den Gouv.-Gen. van Ned.-Indië, om te worden benoemd lot hulponderwijzeres by het openbaar lager onderwijs voor Euro peanen ea met dezen gelijkgestelden in Ned.-Indië. Te Maastricht is in den ouderdom van 71 jaren overleden de heer F. X. Iiutten, pastoor deken van Maastricht, ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw, eere-kamer- heer en huisprelaat van don Paus, enz. De overledene was om zijne humaniteit alge meen geacht en bemind. De kapitein der infanterie van het leger in Ned.-Indië G. H. Slot, mot verlof in Europa, heeft den wensch te kennen gegeven 's lands dienst met pensioen te verlaten. Voor de betrekking van onderwijzeres op Curacao hobben zich bij den betrokken inspecteur van onderwijs twaalf candidaten aangemeld. Het stoomschip „Maasdam," van Rotter dam naar Nieuw-York, passeerde 26 Febr. Lizard; de „Prins Alexander," van Amster dam naar Batavia, passeerde den 26sten Febr. Kaap Del Armi; de „Prinses Sophie," van Batavia naar Amsterdam, passeerde 25 Febr. Kaap Rocca; de „Sarpedon," van Batavia en Singaporo naar Amsterdam, passeerde 26 Febr. Wight; de „Soenda," van Amsterdam naar Batavia^ passeerde 25 Febr. Porim; de „Ard- joeno," van Rotterdam naar Batavia, passeerde 27 Febr. Perimde „Gelderland," van Java naar Rotterdam, vertrok 27 Febr. van Aden de „Reichstag", van Hamburg en Amsterdam- naar Oost-Afrika, passeerde 26 Febr. Suez; de „Oranje-Nassau" arriveerde 27 Febr. van West-Indië te Nieuw-York. Bij koninklijk besluit is de generaal- majoor op non-activiteit jhr. L. J. Van Teylingen, laatstelijk van den grooten staf, op pensioen gesteld en het bedrag van bet pensioen be paald op ƒ2700 'sjaars. Benoemd tot commissaris van politie te Roermond H. A. Meisenhofen, inspecteur van politie te Maastricht. Benoemd by het wapen der cavalerie, bij het 2de reg. huzaren, tot lsten luit., de 2de luit. F. L. De Voogt, van het 3de reg. huzaren. Benoemd tot werktuigkundig ingenieur bij de directie der artillerie-inrichtingen, de heer J. J. R. De Wetstein Pfister, werktuigkundig ingenieur, wonende te 's-Gravenhage. Benoemd tot bediende bij het ykkantoor te Leiden, H. Vorst Benoemd tot ontv. der dir. bel. en ace. te Bodegrave c. a., M. E. Van Lidth de Jeude, thans ontv. der dir. bel., invoerr. en acc. te Ommen c. a. •15.) Alexander gaf gevolg aan de vriendelijke uilisoodiging en de knaap ging met zijn arbeid voort. Hy schikte en sorteerde oude munten en scheen ze van stof of aarde te reinigen. „Wat hebt gij daar toch, m\jn jongen?" vroeg hem de baron, die eene wyle toe gezien had. ,-Oude munten", antwoordde de knaap, „v/elke hier pas in den omtrek gevonden zyn. De boer, die ze in zyn stuk land vond, gaf ze my, omdat hy weet dat ik eene ver zameling heb." Alexander trad naderbij. „Maar dat zijn prachtige Romeinsche mun ten", zeide hy, d9 geldstukken opmerkzaam beschouwende, „en hier aan liet daglicht ge komen? Dat is eene zeldzame vondst." „Nietwaar?" zeido de knaap trotsch, „en nu moest u eens de urn zien, waarin zij lagendie is niet Romeinsch, maar zuiver Germaansch, en myn oom meent daarom dat G^rmuansche stammen do Romeinen beroofd en geplunderd en op die wijze de munten hier gebracht hebben. Want die urn, of wat dat voor een ding is, die is van geheel anderen ooi8prong." „Ik ben ook een verzamelaar", ant woordde de baron„wilt gy my haar eens toonen?" „Gaarne", antwoordde de knaap, spoedig met zyn bezoeker vertrouwd geraakt door die overeenstemming in smaak, „maar ik heb op mijne kamer meer van die dingen, ook een tranen kruikje en verscheidene vazen wilt gij niet liever mede naar boven gaan?" Alexander ging met hem mode en inder daad toonde de kleine oudheidkundige liem aardige oudheden. „Ziet u, voor deze urn hoeft myn oom een console laten maken, omdat zy zoo mooi is", zeide hy, en hield do lamp hooger. opdat de vreemde haar zou komen zien. Alexander trad naderbij, maar week ge troffen eene schrede achtoruit; het licht viel helder op den muur en in zyn schynsel lachte hom Marie's welbekend gelaat in jeugdige schoonheid tegen. Dat was zy, trek voor trek er was geene vergissing mogelijk. Hy rukte den knaap de lamp uit de handen trad nader ja, zy was het, zy en geene andere' „Nu, hoe vindt u de kruik?" aldus ver brak de knaap het zwygen. „Hoe komt a<it portret hier?" vroeg Alexander verwonderd, in plaats van te antwoorden. „O, u beschouwt het portret", sprak de jongen met zichtbaren trots. „Nietwaar, het is schoon", zeide hy, en eene lichte ontroering klonk in de frissche stem; „ik heb haar nooit gekend; het is mfjne moeder." „Als door den bliksem getroffen, trad hy terug; dat was immers niet mogelyk! „Uwe moeder?" herhaalde hij droomend. „Uwe moeder? En hoe heet gy, myn kind?" „Oscar", zeide de knaap, terwyl hy zich gereed maakte, weder naar beneden te gaan, „Oscar Lachmann, zooals myn oom, die my opvoedde. Myn vader was een neef van hem, geloof ik, maar ik weet het niet zeker; oom wordt alt\jd treurig, wanneer hij aan myne moeder denkt, want zy was niet gelukkig, zegt hy." „En hoe heette uwe moeder vóót haar huwelyk?" vroeg weder Alexander, „weet gy bet?'' „Marie Von Rabenau", zeide de knaap, een weinig verwonderd dat een vreemde zooveel belangstelling in zyne familie toonde. Do baron sidderde, zy was het dus! Marie Yon Rabenau heette zy vdörzy gravin Schletlendorf werd. Duizend verwarde ge dachten duizelden hem [door hot lioofdhy geloofde helder te zien en beefde toch weder dat hot een droombeeld was, hetwelk zijr.e fantasie schiep. Marie, het duel, de brief, Paula en haar onschuldig kind, haar vertrek en hare ver latenheid, al deze gedachten bestormden zyn hart met woest geweld, zoodat het bijna bezweek onder het bonzende kloppen. „Hebt gy mjjne moeder misschien gekend?" vroeg de knaap schuchter. „Neen", zeide hy, „maar eene vrouw, die op haar geleek, en het is de herinnering aan haar, myn jongen, die my zoo treft." De knaap zweeg, met den aangeboren tact van het hart, en Alexander bleef aan zijne overpeinzingen overgelaten. Eindeiyk, het mocht acht uren zyn, ver kondigden zweepgeklap en het blaffen van honden den terugkeer van den predikant en Oscar ylde den aankomende te gemoet, om hem behulpzaam te zyn en hem do aankomst van den vreemde te berichten. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1893 | | pagina 1