maals plooien, totdat hy na eon paar jaar
tijd zal zyn geworden „een ploert", zooals
de schrijvers hun held laten verkondigen.
Ziedaar het geheelIk heb het stuk zelf,
de strekking onzedelijk genoemd, walgelijk
bovendien noem ik het ton tooneele brengen
van de moeder en den broeder van het ver
leide meisjo, zooals de auteurs deze beide
figuron hebben geschetst.
Do moedor is vol bewondering voor do
dochter, die zoovele rijke en aanzicniyko
heeren aan zich heeft verbonden, die in eene
soort van hooge vereering, van extase haar
kind tooroept: „God, Lize, waar hob je die
weer opgeloopen?". En do broodor maakt op
eene schande)ijko wijze van den val zijner
r.uster gebruik, door haren amants zooveel
mogelijk gold af to troggelen.
Het spel verdient over hot algemeen den
bijzonderen lof. Niet dikwijls valt ons hot
voorrecht to beurt mevrouw Van Kerckhoven-
Jonkers in eeno zoo omvangrijke rol te zier.
cplroden als gistoravond.
Bepaald jammer, want z\j is op het oogen-
blik ongetwijfeld eene der besto actrices,
waarop ons land kan bogonzij is eone
tragedionne vol kracht, vol gemoedsuiting;
zij heeft hare stom niet to doen hooren,om
den toeschouwer baar hartzeer, haar ziele-
lydon te openbaren; zü spreekt met haar
gelaat, mot hare oogen; haar „slille spel"
was dan ook gisteravond, evonals altijd, ver
rukkelijk schoon; het meest bewonderden
v. y haar in de eerste acto bü het afschoid-
nomen van den man, dien zij zoo innig,
innig liefhad. Eerst die angst, die vreeze en
later die wanhoop, als hy haar alles, alles
had verteld, was waar, volkomen natuurlijk.
Kranig stond do hoer Tartaud als Fritz
Langner haar tor zijde; liet was of haar
spel hem bezielde, hem krachten schonk. Er
was warmte en gloed in hunne dialogen;
beiden sleepten den toeschouwer met zich
inodo; ze deden hem hun ongeluk, hunno
zielefolteringon zelf ondervinden, zelf govoelen.
Met do opvatting van den heer D. Haspels
als don rentenier Langner, vader van Fritz,
kan ik my niet best veroenigen.
Deze had eeno zekere bonhommie aan zyne
rol gegeven; zyne creatie was ietwaf die van
•een burgerlijken Joris Goodbloed, die menig
maal den lachlust wist op te wekken.
„Un liommo, qui fait rire, no 6e fait pas
respecter," zegt het Fransche spreekwoord
en dan waren gezegden als„by al het
respect, dat Ik voor u koester," of „ik heb
me nu al zoo lang door u laten ringelooren",
door den zoon don vader toeg-yvoegd, zeker
in strqd met het door den heer Haspels go-
geven type.
De heer Van Eysden gaf eene uitstekend
geslaagde teokening van den deugniet, den
panier percé, die zich niot schaamt op de
allerliederiyk6te wyze party to trokkon van
den val zynor zustor.
Mej. Alida Klein, als Mellanie, do wettige
vrouw van Fritz Langner, vertolkte mees-
teriyk do plagende, sarrende vrouw: hare
woorden waren inderdaad scherp, sarcastisch.
Ook de ovorige rollen werden naar behooren
vorvuldMovrouw FaassonVan Velzon ver
gat echter zich van mantel on hood te ont
doen op hot oogonblik, dat zü aan een diner
zou gaan aanzitten.
De conclusie derhalve: een slecht stuk,
meestoriyk gespoeld.
Het aardig biyspel „Dokteros en Mode
maker," waarmede do avond besloton word,
kwam door het geestig, opgewekt spel van
mevrouw Van Eysdon en don heer Tartaud
volkomen tot zyn recht. Mf L. H.
De nieuwe Kieswetten.
I.
Het afdeelings-verslag der Tweede Kamer
ovor de kieswetten is verschonen. By de
algomoeno boschouwingen waren sommige
lodon van oordeel, dat de regeling zooals die
voorkomt in de add. artikelen nog wel wat
kon blyvon gelden; er waren er ook, die hot
godane voorstel bedenkeiyk achtten in oen
tyd van regentschap, omdat het gevaren van
politieken en socialen aard kon mot zich
brengen, welke bewering echter hiermee werd
bestroden, dat juist in zulk oen tyd het alge
meon vertrouwen moest worden versterkt.
Velen vonden, dat de indiening te vroeg
kwam, midden in de vierjarige periode, waar
door andere zaken onafgedaan moesten biy ven,
wat alleen te verklaren zou zyn als do regeering
do Kamer daartoe moreel onbovoegd oordeelde,
wat eehtor by de troonrede gebleken was
niet het goval te zyn.
Men zou anders, om van eone betere regeling
der levende strydkraebten niet eens te spreken,
die de regeoring gaandeweg verschovon had,
de herziening van het belastingstelsel ten
einde hebben kunnen brengon, terwyl ook
van eene afdoende voorziening dergemeento-
flnanciön de urgentie had behooren to worden
erkend.
Vele leden denkon cr echter anders over en
hadden van dezen minister niot anders ver
wacht dan dat hij zyine voorstellen zou indienen.
Afgekeurd werd. dat do kiesrechtregeling
voor de gemeente tot later wordt verschovon,
en met do regeling van do provinciale ver
kiezingen moest eene nieuwe indeeling der
provinciale kiesdistricten gepaard gaan.
Volon hadden bozwaar tegen uitstel van
do regeling van het gemeentelyk kiosrecht
iot na herziening van do gemeentewet.
Wegens het ontbreken van die regeling,
maakte een lid bezwaar verder aanhetafdee-
lings-onderzoek dool te nomen; verklaarden
eonigo leden reeds nu, zonder gelyktydige rege
ling van het gemeentelyke kiesrecht, tegen de
kieswetten to zullen stommen; terwijl vele
andere leden naar do voornomens dor regeering
vroegen omtrent plaatselyk kiesrecht en de
taak der gemeentebesturen.
De door de regeering gevolgde gedragslyn
vond ook vele verdedigers, die, in de vorwy'zing
naar do gemeentewet, nog geen grond tot
afkeuring zagen.
Vry algemeen werd geklaagd over de onvol
doende toelichting dor voorstellen.
De regeorings-voordracht werd door vele
leden bestreden als niet overeen te brengon
met de bepalingen der Grondwet. T<j dier zake
heeft de hoer Levy oone nota ingezonden. De
bezwaren betroffen o. a. de vraag, of do Grond
wet algemeen kiesrecht veroorlooft. Verschel-
dono loden zagen in de voorstellen do strekking
tot invoering van een beperkt algemeen kies
recht.
De voorgestelde konteekonon van geschikt
heid en welstand ontmoetten tal van bezwaren.
Het feit van niet-bedoeling wilde men allerminst
beschouwen als eon kenteekon van maat-
schappclyken wolstand.
Daartegenover werd betoogd, dat do Grond
wet den wetgever onbeperkte vryhoid liet in
de kouze van kenteokenen van geschiktheid
en welstand.
Uit de verschillendo tegen-argumenten werd
de conclusie getrokken, dat het voorstel noch
mot den geest noch mot do lettor der Grondwet
in stryd is. Men kwam op tegen het belommeren
eoner goodo wetteiyke regeling, togen allerlei
grondwetteiyke bezwaren, waardoor ook jaren
lang de pacificatie op onderwys-gebied was
verhinderd.
Vele leden achtten uitbreiding der uitsluitin
gen, buiten die van do Grondwet, niet geoor
loofd, vooral niet de uitsluiting van personen,
die hunr.o belasting niet voldaan hebben.
Andere leden achtten, by gebrek van een
verbod, den wetgever geheel vry. Grondwettige
bozwaron werden nog ingebracht tegen het
zonder stemming als verkozon beschouwen
van den oenig-gestelden candidaat, tegon het
verplichten van hot stellen van candidaten
en togen de algehoole schorsing van het kies
recht voor militairen beneden den rang van
officier.
Behalve die bedenkingen van grondwette-
ïykon aard, werden togen do hoofdbeginselen
der voordracht ook velerlei andere, den
aard en de strekking daarvan betreffende,
bezwaren geopperd. Verscheidene leden oor
deeldon thans reeds eone nieuwo regeling van
het kiesrecht noch noodig, noch wenschelyk,
na de sterke uitbreiding, die het in 1887 had
ondergaan, en omdat de belangen der minder-
gegoede klassen ook in dozo Kamer verde
digers gevonden hebben.
Gemengd Nieiovn.
Door de to dezer stede bestaande
schaakclub „J. F. Heemskerk" wordt in het
cafó „Die Porto von Clove" alhier een schaak-
wedstryd gehouden, waaraan ook door niet-
loden van elders kan worden deelgenomen.
Verleden week begonnen, werd het concours
gisteravond voortgezet, waarby hot nog niet
tot eone beslissing kwam.
De heor J. F. Heomskork, uit Den Haag,
verloor 2 partyen aan den heer Van Rhyn,
uit Katwyk, en do hoer Van Rhyn, uit Leiden,
verloor 2 partyen aan jonkheer Van Foreost,
uit Amsterdam, terwyl de heer Knoch, uit
Leiden, 2 partyen verloor aan den heer Vyzo-
laar, uit Leiden.
Na loting spoelde de heer Van Rhyn (Kat-
wyk) met jonkheer Van Forcest (Amsterdam).
Do eerste party daarvan verloor jhr. Van
Foreost. Mot het oog op hot gevorderde uur
werd de tweede party echter niet geheel ten
einde gebracht. Deze zal waarschynlyk door
jhr. Van Foroest worden gewonnen. In dat
geval zal door deze beide schakers nog oene
party gespeeld moeten worden.
Do verliezer van dio partyen zal dan nog
moeten kampen met den heer Vyzelaar (Leidqn).
Daarna kiygt men den wedstryd om prys
of premie.
De partyen werden door vclo belangstel
lenden gevolgd.
Terwyl die partyen gespoeld worden, hield
Je heer Heemskerk een sultumultaan party
logen 13 spelers. Er werden or 11 doorhem
gewonnen en 1 verloor hy aan den lieer
Kidderhof (Loiden), terwyl by remise werd
met don heer J. Fles Jr. (Leiden).
De heeren Heemskerk en Van Foreest
worden onder de beste schaakspelers hier te
Jan do gerekend. Dat de heer Van Rbyn (Kat
wijk) niettemin 2 partyen van den heer Heems
kerk en roeds éóue party van jhr. Van Fo
reest won, getuigt dus wel dat genoemde heer,
inet den heer Vyzelaar, dio insgelijks nog is
aangebleven, onder de schaakspelers óók
eeno voorname plaats innemen, althans geeno
te miskennen tegenpartyen zyn.
De volgende week Maandag wordt do wed
strijd voortgezet.
Uit Rynsburg wordt nader ge
meld dat sedeit de verkiezing verleden wec-k
voor een lid van den gemoenteraad, de
spanning tusschen do doleei enden, die ver
loren, en do hervormden, die met de katho
lieken wonnen, grooter dan ooit was.
Eeno brigade van 12 ryks veld wachters
zorgde voor do rust, hotgeon voor de op
gewonden gemoederen bepaald noodzake-
Jyk was.
Naar men verneemt, heeft do burgemeester
proces verbaal opgemaakt tegen do redactie
van een in den vorm oener courant verspreid
verkiezingsbiljot, waarin hy belasterd on zyn
gezag ondermynd zou zyn.
Later is hot er wat rustiger geworden.
De gomooderon schynen weer te kalmeeren.
De werkman, die gisterochtend
by het breken van een 6teigor in do Daendol-
straat te 'a Gravenhago ernstige kneuzingen
bekwam on moer dood dan levend in het
ziekenhuis word opgenomen, is in den avond
aldaar overleden.
Do politie te Schevoningen heoft
proce3-verbaal opgemaakt tegen een man, die
oen hond in eone rioolkolk gestopt liad, om
het dier op die wyze het loven te benemen.
Te Gouda heeft zich een geval
van choleia voorgedaan by oen 14-jarigen
jongen, werkzaam op de Goudsche machinale
garenspinnery. Tel.)
De 3do Kamer der arrondisse-
ments rechtbank te Amsterdam, geen opruien-
don zin kunnende vinden in de door Hendrik
Visser op 19 Jan. jl. op den N.-Z. Voor
burgwal aldaar tot de menigte gesproken
woorden: „gooft men ons geon brood, dan
nomon wy de Beurs", heeft heden bokl. van
alle rechtsvervolging ontslagen.
Do Amsterdamsche brandweer
schynt de welverdiende rust niet te mogen
genieten.
Dezen nacht te kwart voor drieën werdzy
wederom opgeroepen voor een uitslaanden
brand in do St.-Jansstraat.
Op dat oogenblik toch had een voorby-
ganger brand ontdekt in den winkel van den
heer Hammekool, handelaar in worst, boter,
reuzel, enz.
De door hot vet gevoede vlam sloeg drei
gend naar buiten, blaakte de gevels aan de
ovorzydo on zette ook do bovenverdieping in
brand. Gelukkig hadden de bovenbewoners
nog tyd om zich te redden. Ook de buren
verlieten terstond hunne woningen.
De brandweer was met behulp van twoo
slangen der Vechtleiding hot vuur spoedig
meester.
Hot benedenhuis is geheel, het bovenhuis
gcdoeltelyk uitgebrand.
De oorzaak van den brand is onbekend.
De winkelier, die niet in zyn winkel, maar
op eone naburigo gracht woont, kan zich niet
voorstellen hoe de brand is ontstaan.
De hevigheid, waarmede de vlammen ter
stond uitbarstten, doet vermoeden dat het
vuur reeds lang gesmeuld had.
Vorder bluschto de. brand woor twee kleine bin
nenbranden Palmgracht -1 en Marnixkade 112.
De toestand van do.i brandwacht Fritz,
die by den brand op Valkenburg ernstige
kwetsuren bekwam, is naar omstandigheden
vry redelyk. Iiy wordt in het Binnengast
huis verpleegd.
Het vermeerderend aantalgang.
insluipers en jassendieven maakt het voor
dienstboden in Amsterdam onontbeorlyk, onbe
leefd en op hunno hoede te zyn. Zy moeten
boodschaploopers, die ze niot kennen, op de
stoep laten wachten en kunnen ze niet in
huis laten.
In de laatste weken werd herhaaldelyk van
diefstallen gehoord, tot zelfs op bovenhuizen toe.
Het „Hol." wyst in deze op het volgende
historische feit:
Een dief sluipt door de gang van oen huis,
welks voorkamers tot kantoor dienen. Hy
ma3kt zich meester van de zes jassen der
kantoorbedienden. De keukenmeid ziet uit de
keukon den diefstal, grflpt met de tang, die
zo in handen heeft, eene gloeiende kool en
loopt don di9f op hare sloffen achterna, roe
rende: „houdt den dief!". Ze loopt zoo snel
dat ze den zwaar beladen dief inhaalt, die den
doodschrik op hotlyf krygt, toen hy eensklaps
zyn haar voelt zongen door de gloeiende kool,
welke do flinke keukenmeid hem in den nek
duwt. Hy liet al de jassen vallen en liep
zoo snol hij kon wog.
De jassen worden heroverd, maar de mis
dadiger ontkwam het, helaas!.ofschoon ge
brandmerkt.
To Ulm werd op een dor wandel
wegen in de onmiddellyke nabyheid der stad
de dochter van den professor Neusz vermoord
en van hare beurs en horloge beroofd. De
daders van dezen moord zyn onbekend.
Do influenza heoft onder de
vorsten een offer godscht. Uit Auckland
komt het bericht, dat koning George I Tubou,
de beheerscher der Tonga-eilanden, aan deze
ziekte is overleden.
BUITENLAND,
Frankrijk.
De heer Jules Ferry heeft gisteren het
voorzitterschap van den Senaat aanvaard iret
de volgende rede:
„Myne heeren en waarde ambtgenooten
„Door my te kiezen onder zoovele mannen,
die alleszins waardig zyn dezen zetel in te
nemen, heeft de Senaat vóór alles een bewys
gegeven van groote en vaderlandlievende
welwillendheid.
„Do Senaat heeft daarmede eon einde ge
maakt aan eeno langdurige beproeving. Hy
heeft uitgemaakt dat partydighoid niet langer
eene plaats zal innemen in onze liberale en
verdraagzame republiek."
De redenaar vorkondigdo daarna den lof van
zyn voorganger, den heer Leroyer, on zeide
daarna o. a.
„Hot is heden byna achttien jaren geleden,
dat wy in dit land, dat naar eeno dofinitieve
regeering reikhalsde, de parlementaire repu
bliek grondvestten. By eene domocratio als de
onze was de proofneming vermetel. Men kan ge
rust zeggen dat zij in do geheelo wereld baars
geiyke niet had gehad. Onze parlementaire
republiek had tegen zich zekero overleverin
gen; zy had te kampen met die diepgewor
telde gowoonte van den Franschen geest, om
hot eenvoudigste als hetbesle to boschouwon.
„De hoofdvoorwaarde voor bet bestaan dier
republiek ligt in de harmonie en niot in den
stryd van de uitvoerende, de wetgevende en
de rechterlyke macht. Die harmonie nu kan
niet bestaan als eone dezer machten zich in
de plaats van eene andere stelt en deze doet
verdwy'nen."
Verder zeido spr. dat men zoo iets niet te
vreezen heeft, daar de Senaat nimmer eene
oorzaak van tweedracht zal zyn.
„Onze republiek," vervolgde hy, „is niet
het werktuig eener bepaalde groep, maar zy
staat voor allon open. Alle mannen, die te
goeder trouw en van goeden wille zyn, kun
nen plaats in haar vinden. En ik durf my
vleien, dat de republikeinen, om die plaats
te verwerven, elkander den oorlog niet zul
len verklaren.
„Door dit te doen, zou men toonen een
slecht inzicht te hebben van de beweging,
welke do groote menigte leidt, eeno beweging,
welke, in spyt van enkele voorvallen en onge
lukken, onverstoorbaar voortgaat, goleiddoor
de hoogste belangen der republiek."
Driewerf herhaalde toejuichingon volgden
op deze rede.
Jules Ferry, do nieuwe voorzitter van den
Senaat, ïykt zeer weinig op den heer Ferry
van 1885 on op de caricaturen, welke van
hom in omloop zyn. Hy draagt tegenwoordig
oen snor en de bekende cotelotten zyn kort
geknipt.
Precies om drie uren deed hy zyne intrede
in de zaal, welke over en over bezet was