Een nieuw kwartaal e i-o vei'/icti Nog ovon de beroeps- en bedrijfabe- a [ncion het gerucbt waarheid bovat, zegt de Amhcms'.he Courant, dat do minister van financiën naar aanleiding van hot Voorloopig Verslag bot wetsontwerp botrekkelfik de b drijf» on beroepsbelasting aan eeno algeheels omwerking .8 gaan onderwerpen, dan heeft do ministo! oen verstaudig cn goed besluit gen men, nt hot ingediend wetsontwerp kan ba zulk eene omwerking met anders dan winnen. Hot maakt het oude sprookwoord waar, dat haastige spoed zelden goed iswant het denkbeeld, dat de nieuwe belasting reeds den eersten klei 1803 in working zou kunnen komen - wat wij terstond eene illusie hebben genoemd - heeft inderdaad tot eene over haasting geleld, die -zichtbare sporen in onder- scheidone artikelen heeft achtergelaten. Door den Haigschen briefschrijver van de Zutfrnsclu C' t worden in zijn jongsten brief enkele opmerkingen over het ontwerp dos ministers gemaakt, voor een goed deel de quaestie van de vrijstelling van hot landbouw bedrijf betieffendo. Citeeren wfi bet slot van zijn brief, dat aldus luidt: Genoeg om te doen zien lioevele en we.ke moeilijke quarslies nog oplossing vorderen. Van invoking mtt 1 Mei kan dus geen sprake zijn, en er is zelfs voel voor te zeg- gon om nu de Invoering niet voor 1 Mei 1894 to doen plaats hobben, omdat de amb tenaren van do registratie thans mot werk overladen zijn voor de invoering van de ver mogeiisbelaeling cn dus in do eerste maan den geen tijd zullen hebben hun ambtgenoo- ten van do directe belastingen de noodigo gogevens to verschaffen voor de invoering der bedrijfsbelasting. Dat de invoering der vermogensbelasting met 1 Mei 1893 doorgaat, is zekor. Do nieuwe inspecteurs zijn reeds aangestelddo wet op do Middelen is er reeds op ingericht; hot zou thans feitelijk onmogi lyk zijn de invoermg nog uit te stel len, want dan zou er in hotfiiianti oio rader werk ci ie schromelijke verwarring ontstaan Ritmeester j h r. Van de P o 11 is nog steeds de aanloiding tot veol geschrijf- Do ponsionneering van dien adjudant van H. M-, waai eon heelen tijd do bevordering bU de cavalerie op moest wachten, schijnt eene v'roeselük ingewikkelde geschiedenis te zijn gewenst. Volgens anciënniteit kwam hij in aaninc-king voor bevordering, doch ten ge volge van de aanneming van hot amendement- Van Kerkwijk was liet onmogoUi; hom als majoor bü hot militaire huis te laten. Zooals hot Haagsche Dagblad, dat van di quaeslie oen hoofdartikel heeft weton te m-ken, dezer dagen uitrekende, heeft de heer Van Kerkwijk met dit amendement het heil van den Staat aanmerkelijk geschaad. De Ilaagsche correspondent van -.e Amiter- damn r weet thans de heele geschiedenis dezer ponsionneering in kleuren en geuren op te disschen. Hij is zoo beleefd de oer van deze benoe ming - risis voor oen groot gedeelte te geven aan do Ttlegraaf. Nauwelijks bad minister lak, die, zooals een rechtgeaard minister betaamt, aan zijn ontbijt natuurlijk altijd het dagelijks ver schijnend ochtendblad verslindt, daarin name- lnk gelezen, dat de ritmeester Van de Poll tot majoor zou bevordeid worden en worden goplaatst te Araorsfoort, of hU belegde onmid dellijk een ministerraad om zijn ambtgenoot Seyffacut or op to wijzen, dat dit met kon, volgenzijne eigen verklaring in de Kamer, dat deze officier ongeschikt was om weder bi) den troep te dienen. Dientengevolge moest er eone nieuwo rege- ling gezocht worden, welke ten slotte daarin heelt ocstaan, dat jhr. v. d. Poll gepension- neerd is mot don rang van majoor en met toekenning van het pensioen, daaraan ver bonden Nu dit echter, zegt de Amsterdammer, in slrp mot de pensioonwet, daar zulk een pensio alleen behoort to wordon verleend, wannt uion in en door den dienst lichamelijk ongo- li at is geworden om in het leger te blijven dienen. Volgens den correspondent spreekt „de Witte" er dan schande van, en verwacht men, dat de regeering over deze zaak door een van do Kamerloden om inlichting zal worden govraaird. Meteen komt nog eone anderebenoemings- quaesiie ter sprake, die betreffende do ver vulling van bet ambt van officior van justitie alhier welke al zeer lang op zich laat wach ten. Daarover hooven wij, Amsterdammers, ons licht ochtor mot in „de Witte" op te steken De heeron daar hoeven mot te den.on, dat wü hier ook niot onze borrelpraatjes hebben, al vinden we ze ook niet zoo belangrijk om or krantcnieuws van te gaan maken. Het is met dat al te b treuren, dat men in Den Haag maar niet tot het inzicht schijnt te kunnen komen, boe noodzakelijk hot is voor zulk gepraat geen tijd te laten. Op „de Witte" mogen dergelijke quaestiee eene onmis bare stof voor conversatie zijn, wanneer ze ook buiten do residentie doordringen, wordt daardoor werkelijk kwaad gesticht. Do Standaard, die bljkbaar niets liever w-nscht dan dat de, zooals zU het noemt „finale" uitbreiding van het kiesrecht voor do Tweede Kamer zoo spoedig mngelfik tot stand kome en alle bedenkingen, dia geopperd wordon, bestrijdt, boeft tbans ook een driestarrotje aan deze quaostle ge- wfid. Haar entre-filet luidt aldus: „Gelijkstelling van het gemeentelijk kies recht met het kiesrecht van de Staten- Gcncraal is onlogisch. Onze gemcontebosturen zijn geeno vertegen woordigende lichamen b(j de overheid, maar zaK-en zijn ze overheid. Zo representooren niet, maar regeeren, cn zjjn bekleed met „souveroiniteit in eigen kring Dit nu maakt voor liet kiesrecht een aan- mcikeiyk verschil. Voor de vertegenwoordiging van een volk kan al het volk zelf opkomon, overmits bet juist om representatie van dat volk te doen is. Maar in een bestuur kiest ge personen, die besturen kunnen, en die geroepen zijn voor eene heel andere taak. Om nu dat dool to bereiken, kunt ge tweeërlei weg inslaan. Ge kunt óf bot rocht van keuzo beperken, óf beperken het recht om to kiezen. By zeer uitgebreid gemeentelyk kiesiecbt dient het recht van keuze beperkt en behoort to worden aangewezon wio al dan niet ondoi do categorie valt van do pursonen, aan wio het bestuur over do gemeente kan wordon toevertrouwd. Of ook, wilt ge het recht van keuzo met beperken, dan behoort het kiesrecht op zulk eone wijze ingericht, dat ge hierin waarborg erlangt voor de kouze van voor het bestuur goschikte personen. Het inslaan van den eersten weg zou het moost natuurlijk wezen. Stuit men daarbij echter op onoverkomeljjko moeilijkheden, dan moot ge bot kiesrocht voor de gemeente wel beperken tol hen, dio bolang hebben bij oen richtig beheer van de gemeente aangelegen heden." Naar aanleiding van dit artikeltje zegt do Tijd o. a.: Blijkbaar begint de Standaard, die do Am sterdamsche toestanden dagelijks voor oogen heeft, to begrijpen, waar het bi) invoering van algemeen kiesrecht, ook voor gemeentelijke verkiezingen, in onze hoofdstad en elders heen zou. Daarom wordt eene onderscheiding gemaakt, die op zichzelvo zeer scherpzinnig is, doch voor de practjjk volstrekt geene waarde hoeft. De Tweede Kamer zou goeno overheid, doch slechts eene vertegenwoordiging b ij de overheid (de kroon en hare ministers), de Gemeenteradon zouden w e 1 overheid wezen. Vandaar beperking van kiesrecht of verkies baarheid niet voor de Tweede Kamer, wèl voor de Gemeenteraden. Aangenomen, dat de Standaard gelijk had en men in staatsrechtelijken zin do Tweede Kaurer geene overheid zou mogen noemen, wat volgt daaruit? - Dat de macht van de Tweede Kamer feitelijk door eone hoogere macht, die der overheid, eng beperkt wordt? Dat de Tweede Kamer in den Staat min- d e r te zeggen hoeft dan de Raad in de ge meente, en dat daarom bi) het vaststellen van de eischen van het kiesrecht en de ver kiesbaarheid voor de Twoedo Kamer minder voorzichtigheid noodig is dan waar het de Gemeenteraden geldt? De Standaard weet wel beter. Een besluit van den Gemeenteraad kan door den Koning worden vernietigd. De ge vallen, waarin de Kroon van dat recht gebruik maakte, zijn niet zoldzaam. Doch welke macht bezit feitelijk de Kroon tegenover eene Tweede Kamer, als deze eene meerdorheid van kiezers in het land achter zieh heeft, en het recht van ontbinding daardoor geheel illusoir is geworden? Ziet de Standaard om redenen van alge meen belang er tegen op, om, zonder beper king der verkiesbaarheid, het kiosrocht voor do gemeenteraden in handen te stellen dor grooto menigte, nog veel sterker behoorde het blad zich dan te verzetten tegen het verleonen van algemeen kiesrecht voor de Tweede Kamer. Fraaie woorden en spitsvondige redoneerin- gen veranderen niets aan de werkelijkheid. Is eenmaal de kieswet-Tak, niet of slechts op ondergeschikte punten gew^zlgd, er door, dar» wy houden ons er vast van overtuigd zul ion alle fijne distincties van de Standaard niet beletten, dat het kiesrecht voor de Ge meenteraden ook zoo goed als algemeen zal werden. De consequentie zal niet anders toelaten. Immers, het gaat niet aan, personen, die men geschikt en bekwaam genoeg acht om de belangen van den Staat te booordeelen, en wien men op grond van die geschiktheid en bekwaamheid het kiesrecht verleent voor de Tweede Kamer, ongeschikt of onbekwaam te verklaren, om de belangen te beoordeelen van hunno geraeonte en hun deswege de uitoefening van het kiesrecht in engeren kring te ontzeggen. Het G.ntrum zegt van deze artikolen van Standaard en Tijd Hot is de bedoeling van de Tijd, om den Standaard, die schijnt te vrcezen voor plun deraars in onzo gemeenteraden, ook een heil- zamen schrik in to boezemen voor de te wachten staatsroovers in de Twoedo Kamer. Zal het blad hierin slagen? Eenige twijfel is nog wel geoorloofd. Er bestaat intusschen kans, dat het de Tijd zal gelukken zijn tegenstander te over tuigen van de niot zeer groote macht der gemeenteraden als overheid en dan heeft men hier het wonderlijke geval in do pole miek, dat qui gagne.... perd! Het feest van den Paus. In eene particuliere correspondentie uit Rome, dd. 19 Februari, omtront het feest van den Paus, worden aan de „Tel." eenige nadere bijzonderheden gemeld, waaraan we het vol gende ontloonen: Hedenmorgen reeds te halfzeven verliet ik mijne woning om tijdig aanwezig to zijn in de Pieterskerk, waar Z. H. de Paus, zoo als de toegangskaarten vermeldden, zich zou verwaardigen te negen uren do mis te vieren en de aanwezigen te zegenon Wegens den grooten afstand, besloot ik den eersten den besten koetsier aan te roepen, maar de prijzen waren wegens do groote aanvraag verdrie dubbeld, ja verviervoudigd, zoodat ik van inijn voornomen afzag. Ook trams en omni bussen waren reeds op dit vroege morgenuur tot benauwens toe opgepropt. Eindelijk, na oen kwartier gaans, zag ik een priester, dien evenals mij het hooge tarief had afgeschrikt, eon rijtuig woer in den steek laten. Ik 6telde hem voor samen te gaan, daar een last te zamen gedragen gedeeld wordt en zoo gingen w)1 op weg naar het Vaticaan. Nauwelijks waren wij in gesprek, of by bood mi) eene kaart aan, waarmede ik mij onder do polgrims kon rangschikken en eene veel hetero plaats (dat is te zeggen, altijd eene staanplaats) zou hebben dan ik tot nu had. Natuurlek nam ik dat aanbod met graagto aan's mans bedoeling was uitste kend, maar het resultaat van weinig belang, want waar raon zich ook in do onmetelijke kerk bevond, overal was, zooals later bleek, een gedrang, dat niet te beschrijven valt. Het groote plein voor acn beroemdon St.- Pietor, dat menigeen rayncr lezers kemien zal, de waardige voorhal voor «le grootste en waarschijnlijk de schoonste kerk der gansche aarde, was over zijne geheele breedte afgezet door fanteria en bersaglieri: men loopt daar nog op staatsgrond. Ook cara binieri staan geschaard tot aan de kerkdeur. Doch nauwelijks hooft men den drempel der basilica betreden, of pauselijke gendarmen vertoonen zich. Verderop in de kerk zelve eene dubbele r\j der Palatynsche garde met hunne met goud versierdo schako's met roode pluim, het geweer presenteeren deindelijk achter in de kerk om den tabernakel de be kende Zwitsersche garde met hare kleurrijke wapenrokken en witbepluimde helmen. Onder den baldakijn van dezen tabernakel is het hoogaltaar, waar alleen de Paus bij buiten gewone ceremoniën, zooals deze, de mis leest. Het is gebouwd boven het graf van den apostel Petrus. Het geheel wordt omgeven door 89, steeds brandende, lampen. Met groote moeite baande ik mij een wog tot bij het hoogaltaar. Want de bewering van mijn priester, dat aan de rechterzijde der kerk, waar den pelgrims eeno plaats was aangewezen, meer ruimte zou zijn dan in het linkergodeelte van het middenschip en het kruis, bleek ten eenenroale onjuist te zijn. Men kan zich eenigermate een donkbeeld vormen van 't gedrang, wanneer men be denkt, dat er moer dan tachtigduizend men- schou in de kerk bijeen waren, medegerekend diegenen, welke zonder toegangskaart waren binnengeslopen. Tegen negen uren vulden zich deofficlöele tribunes mot de schitterendste uniformen der hoogwaardigheldsboklooders, hetgeen althans »3enige afleiding gaf aan den gewonen ster veling, die, opgepakt in zulk oen dichten incnschendrom, ternauwernood zijne armen bewegen kon. Eone waro verademing echter was het, toen te halftien oen uitbundig hoera, een onstuimig handgeklap en zakdoekengewuif de naderende komst des Pausen verkondigden. Daar ik in don rechter-zijarm van hot kruis stond, kon ik eerst na geruimen tyd den schitterenden stoet zien. Reeds eenige oogenblikken te voren waren de gardes-nobles in harnas en zilveren helmen met paardenstaarten binnengetreden en hadden zich aan beide zijden van den tabernakel geschaard. Kort daarop werd Z. H. zeer langzaam het middelpad doorgedragen, gevolgd door zijn geheele hof, waarvan vooral de aandacht trokken de kamerheeren in hun elegant zwart fluw9olen kostuum, uit den tyd van Filips II. De Heilige Vader wordt in do portontina gedragen onder een baldakyn en is in een lang wit kleed gehuld, geheel mot goudwerk beslikt. Het hoofd is bedekt met den mijter, tor herinnering aan zyne bisschopswijding (later echter by hot verlaten der kerk draagt hy de tiara). Aan beide zydon de flabtlli of groote waaiers, uit photographieën en tteke ningen wolbekend. Hy beantwoordt rechts en links minzaam met do hand wuivend de meest enthousiaste bewyzen van huldiging, welke een vorst ontvangen kan. De kreten, welke geuit worden, dienen tevons tot protest, zooals„Evviva il Papa Re, il vero Re di Roma e d'Iltalia, il vicario di Gesü Cristo, il pri- gioniere del Valicano", en eindelijk„evviva la Speranza d' Italia". By zjjn vertrek was de opgewondenheid byna nog sterker. Bu de mis, welke zeer kort duurde, wa3 Z. H., zooals de beide vorige malen op Don derdag en Vrydag, geholpen en nu en dan gesteund door eenige dienaren. Het kwam iuU voor, dat hij niet zoo vast van tred was als de vorige maal. Het is trouwens ook niet te verwonderen, dat vermoeienis zich lang zamerhand van hem meester maakt. Na afloop der mis nam de H. Vader een kort oogonblik rust, om daarna weer plaats to nemen in de Sedia gestatoria, die met het zelfde ceremoniöol om het altaar hoen tot aan de statue van den heiligen Andrea by de tribune der vreomde afgezanten werd voortgedragen, waar hy stilhield, om den zegen over de byeengestroomde menigte uit te sproken, men mag byna wel zeggen zooals vroeger, urbi et orbi, toen hy van uit het balkon der Pieterskerk het volk op het plein daarvoor zegende. Na het woord „Amen" rees uit duizende kelen een donderend hoera op, govolgd door de uitroepen, dio ik boven vermeldde. Het scheen, alsof aan 't enthusiasme geen einde zou komen, vooral toen Z. H. zich nogmaals rochts tot de pelgrims wendde en de zegenende hand over hen uitstrekte. Langzaam bewoog de stoet zich naar de hoofddeur, om daar links af te slaan en te verdwynen door de zydeur, waarlangs de Paus zyn paleis weer bereikte. Ook voor ons allen was het tyd om heen te gaan; geheel onder den Indruk der imposante godsdienstoefening kon ik, gekomen aan den drempel der kerk, niet nalaten my nog oens om te wenden, om nog een blik te slaan op den grootschen tempel, waar zoovele duizenden stemmen de grootheid des Heeren hadden verkondigd. van het Leidsch Dagblad begint met 1 Maart a. s. Zij, die zich nu reeds abonneeren, ontvangen de tot dien datum verschijnende nummers gratis.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1893 | | pagina 6