N'. 10116 Zaterdag 11 Februui'i. A°. 1893. PRIJö DEZER COURANT: Deze £ourant wordt dagelijks, met uitzondering van (gfin- en (feestdagen, uitgegeven. prijs Dia adtektentixn Eerste Blad. H. M. de Koningin-Regentes, vergezeld door hare hofdame Van Burmania, baronesse Rengers, was aan het station om hare zuster te ontvangen en begroette haar aldaar op de meest hartelijke wijze. ▼oor L«ideo ptr t dModcaf 1.10. FrftDco per font1.40. Aisooderlgi* Nom mora0.05. ▼m» 1—6 regela ƒ105. Ieder* regel tb eer Orooter* lettere neer plaeUmimte. Toer bet toOM—eren b tuten de »ud wordt f 0.06 be rek eed. Dit itominer bextasit uit TWEE Bladen. Leiden, 10 Februari. Door de alhier zitting houdende geneeskun dige staatscommissie is heden tot arts bevor derd de heer H. C. Van der Lee. Mochten wy onlangs mededeelen dat de Leidsche Maatschappij van Weldadigheid een legaat van ƒ200 ontving van w^len mej. Egbertina Van den Berg, overleden ten huize van den heer P. I. De Fremery, thans kun nen wy vermelden dat zij bovendien aan de „Vereeniging tot verzorging van kleine kin deren" eene som van 100 heeft vermaakt. De waardige overledene, die, zooals reeds vermeld werd, tot der. minder gegoeden stand belkoorde, heeft daardoor oen nieuw bewijs gegeven van hare sympathie voor de instel lingen, hier ter stede bestaande in het belang onzer behoeftige stadgenooten, en anderen een voorbeeld gegeven, dat zeker ook bij meer- gegoeden navolging zal vinden. Door den minister van binnenl. zaken is, met ingang van 1 April 1893, op zijn ver zoek, eervol ontslag verleend aan dr. E. A. Klobbie, als assistent voor de natuurkunde aan de Ryks-universiteit te Leiden. Door den heer L. G. A. graaf Van Limburg Stirum is eervol ontslag gevraagd als ont vanger der gemeente Wassenaar. Per Hollandsche Spoor van 10 u. 07 m. kwam hedon-ochtend H. K. H. de Prinses van Bentheim, begeleid van eene hofdame, in de residentie aan. Voorts waren aan het station ter ontvangst de opperkamerheer van H. M. de Koningin en waarnemend grootmeester van H. M. de Koningin Regentes graaf Schimmelpenninck van Nyenhuis; de generaal-majoor Van Hel den, als gouverneur der residentie; de kamer heer ridder Huijssen van Kattendijke en de plaatselijke commandant kolonel Verspijck. Na eenigen tijd in de gereserveerde wacht kamer lste kl. vertoefd te hebben, begaf H. M. zich een oogenblik vóór aankomst van den trein naar de uitgangstunnel, die in zeer korten tijd - daar het bericht van de aankomst per Holl. Spoor eerst zeer onver wacht en laat was ontvangen voor de ont vangst in orde was gebracht. Na de begroeiing tusschen de beide zusters werden graaf Schimmelpenninck v. Njjenhuis en generaal Van Helden door H. M. do Koningin-Regentos aan H. K. H. voorgesteld. De Regentes geleidde hare zuster in een open rijtuig naar het Paleis in het Noordeinde. Te 'a-Gravenhage is overleden de heer J. Haremaker, ridder der Militaire Willems orde, kapitein lui tenant-ter-zee. Geboren te Modemblik 22 Mei 1843, begon hij zijne loopbaan bij de marine op 1 October 1858 als adelborst ode klasse en diende sedert 10 Mei 1S89 in zijn tegenwoordigon rang. Deze hoofdofficier der zeemacht was, toen hij hier te lande in actieven dienst stond, o. a. geplaatst bij het corps torpedisten; als lsto officier aan boord van het wachtschip te Willemsoord; belast met het bevel over de instructie brik „Castor" en later over de stoom- kanonneerboot „Havik" en commandant van het fregat „Evertsen". Ook was hem opgedragen het verrichten van werkzaamheden voor de zeemilitie. Bij de zeemacht in Oost-Indië, alwaar hy o. a. het stoomschip „Madura" commandeerde, heeft hy zich onderscheiden in den oorlog tegen het rijk van Afjeh, ter zake waarvan hy in 1874 benoemd werd tot ridder 4do klasse der Miiitairo Willemsorde. Behalve met deze orde, was hy tevens be giftigd met het ordeteekon van de 4de klasse van OsmaniO. De begrafenis zal met militaire eerbewijzen plaats hebben Maandag a. 8., te 11 uren, van uit het sterfhuis naar do begraafplaats „Eik en-Duinen." Ten aanzien van de miliciens, die dit jaar bjj de cavalerie zullen worden ingedeeld, heeft de minister van oorlog bepaald, dat zooveel mogelijk twee-derden daarvan bestaan moet uit plaatsvervangers en dat het gewicht der manschappen niet meer dan 70 K. G. zal mogen bedragen. De lsto luitenant van het corps pontonniers, J. P. Holtzschue wordt van af 1 April a. gedurende zes maanden gedetacheerd by het lste regiment veld-art. te Utrecht. De heer Legrand, gezant van Frankrijk by ons Hof, zal zich in het begin der volgende week voor korten tijd van Den Haag naar het buitenland begeven, Do gemeenteraad te Delft heeft een eer vol ontslag verleend aan dr. J. W. Lely, con rector van het gymnasium, tegen 1 Sept. a. s. Werd verleden jaar de rechtervleugel van het paleis te Soestdyk aanmerkelijk gerestau reerd, thans zal de linkervleugel worden ver bouwd. Ook in het park zullen eenige veran deringen aangebracht worden. De koninklijke familie wordt echter dozen zomer niet op Soestdyk verwacht. In den gemeenteraad van Rotterdam was gisternamiddag aan de orde liet praead- vies van B. en Ws. in zake de adressen ora afschaffing der kermis. Genoemd praeadvies concludeerde tot afwijzende beschikking, doch op voorstel van den heer Van Gennep werd besloten de beslissing aan te houden en eene commissie van vyf leden te benoemen, om oen onderzoek naar de wenscheiykheid der af- schaffiog in te stellen. De heer v. G. achtte het namelijk noodig feiten te verzamelen, waaruit de nadeelige invloed der kermis kan blijken. Zoowel de voor- als de tegenstanders der afschaffing bepalen zich tot algemeen heden, tot gevoelsargumenten. Vervolgens werd de verordening betref fende do keuring der voedingsmiddelen aan genomen. Men noemt als aanstaand burgemeester van Haarlem den tegenwoordigen burge meester van Groningen, mr. J. N. A. Bucaille. De obligatiehouders van de Studenten sociëteit „Nos Jungit Amieitiae", te Am sterdam, hebben vooreerst do meening uit gesproken, dat de sociëteit in stand moet worden gehouden. In eene volgende verga dering zullen nadere voorstellen, op welke manier dit zou moeten geschieden, in behan deling komen. De minister van financiën brengt ter kennis van belanghebbenden, dat in Maart en April, op nader te bepalen tyd, te Arnhem, een vergelijkend examen zal gehouden worden voor 50 plaatsen als commies der 4de klasse der directe belastingen, invoerrechten en accy'nzen, op eene belooning van 480 's jaars. Nadere byz. bevat de Sts.-Crt. van heden. In tal van dorpen in het Oldambt zyn vergaderingen aangekondigd, om te besluiten tot oprichting van afdeelingen der „Party van Orde". Door een Rotterdammer, die onbekend wenscht to blyven, zyn giften van 2000 geschonken aan do Inrichting voor Doofstom men onderwijs, aan de Wei kinrichting voor hulpbehoevende blinden, aan de Vereeniging tot het verleenen van hulp aan minvermogende ooglyders voor Zuid-Holland, gevestigd te Rotterdam, aan het Sophia Kinderziekenhuis en de Pleegzuster-Vereeniging aldaar, en aan de Nederlandsche Vereeniging tot bescherming van Dieren. Het stoomschip ..Admiral", van Oost- Afrika naar Rotterdam en Hamburg, arriv. 8 Febr. te Marseille; de „Semarang", van Rotterdam naar Batavia, is 9 Febr. te Port- Saïd aangekomeo met verlies van schroef bladen en moet te Suez dokken om de schade to herstellen; de „Soenda", van Amsterdam naar Batavia, passeerde 9 Febr. Kaap Car- voeiro; de „Sumatra", van Amsterdam naar Batavia, vertrok 9 Febr. van Genua. By koninklijk besluit is, met 1 April a. s., aan mr. G. Kortenbout Van der Sluys, op zfin verzoek, eervol ontslag verleeDd als schoolopz. in het air. Ootmarsum. Een pensioen van 67 verleend aan J., J., A., A. en J. Schagen, kinderen van wylen den postbode K. Schagen en wylen A. Kuiper. Met ingang van 1 April a. s. benoemd tot commies der lelegraphie van de 4dekl.A.A. Van Luyk, H. Barneveld, J. F. Hardeweg, L. F. Witte, W. J. Do Rapper, H. Jonxis, W. F. Van den Berkhof, H. Van den Heuvel, F. M. Roeterink en B. J. Windsant, allen thans telegraphist. Aan mej. C. M. R9ding, geboren te Parijs, veigunning verleend tot het geven van middel baar en lager onderwijs, mits zy overigens aan de daaitoe bij de wet gevorderde ver- eischten voldoet. heziug van dr. «F. Bicmens. „Gellerts leven en werken" was het onder werp, door dr. J. Riemens, van Rotterdam, gekoznn voor de vijfde of op ééne na laatste der Gunning-lezingen, welke gisteravond in de kleine Nutszaal gehouden werd on velen had gelokt tot komen, niettegenstaande het zeer gure weder. Beginnen we allereerst al is het dan ook iu stryd met de gewoonte, welke de totale vermelding van teweeggebrachte indrukken meestal tot het slot doet bewaren mot oven als onze bevinding uit te spreken (afgaande op betgeen we bij het verlaten der zaal, dat nooit zoo bijzonder vlug kan gaan, en in de gang, waar de vreedzame stryd ter bemachti ging van regenschermen bovendien nog tot geduld dwong en gelegenheid tot hooren gaf, opvingen), dat deze lezing bijzonder voldaan heeft en door menigeen, zelfs werd genoemd „de beste" van het vyftal. Spr. begon met de mededeelingen, dat Christian Fürchtegott Gellert den 4den Juli 1715 te Haynichen, bij Freiberg, in het Sak sisch Etsgebergle,werd geborendat zyn vader, die op zyn geboortedag ter eere van dezen vyfden zoon een lindeboom plantte, predikant was en niet dan bekrompen kon leven; dat Christian het eerste onderricht ontving op de stadsschool, en wt»I in den godsdienst; det hij op zijn dertiende jaar de eerste pioeve zijner dichtkunst gaf op den geboortedag zyns vaders, in 1729 op een instituut te Meisser. werd geplaatst en later vertrok naar Leipzig, om daar op de hoogeschool voor het predikantsambt te worden opgeleid. Zijne onoverwinnelijke beschroomdheid belette hem echter dat ambt te bekleeden, bjj werd gou verneur en was in staat later, ondanks zyhe schuchterheid, voorlezingen te houden, welke druk bezocht werden en in 1751 mede aanlei ding gaven tot zijne benoeming tot buitenge woon hoogleeraar in de wijsbegeerte te Leip zig, op eene buitengewoon lage jaarwedde. Spreker deelde Goethe's oordeel mede over diens leermeester Gellert, wees tevens op den grooten invloed, welken deze op de studenten had, waardoor eenmaal zelfs een studenten- oproer voorkomen werd; op denongehuwden staat, waarin hy verkeerde, zonder dat hy vrouwenhater was, en op de vele raadgevingen, welke door hem op verzoek werden gedaan aan vaders en moeders. De vermelding van verschillende ontmoetingen, o. a. met Frederik den Grooten, brachten nu eene aangename afwisseling met den diepen ernst, welke ook in deze lezing niet werd gemist, maar by de andere vier lezingen óf geen oogenblik óf I slechts heel event j m werd verbroken (hetgeen zeer zeker eene schaduwzijde heeft), en eenige staaltjes van Gellerts mededeelzaamheid wer- don met graagte aangehoord. Boeiend en treffend was sprekers schets van 's dichters einde, den 13den December 1769; door zeer velen werd Gellert betreurd ook werden er standbeelden ter zijner nage dachtenis opgericht, o. a. in zijne geboorte plaats; by de plek van den Inmiddels ge storven lindeboom. Vrij uitvoerig stond spr. vervolgens stil bij Gellerts werken, die, zeide hij, vergeten we dat niet, den stempel van hun tyd dragen. Vele er van zyn nagenoeg vergeten, zooals zijne „Herdersspelen" en „Lustspiele"ook zyn roman „Het leven eener Zweedsche gravin" is meer op den achtergrond geraakt, evenals zijne „Moralische Vorlesungen" en „Mengel schriften". Zyno „Brieven" munten uit door eenvoud en schoonheid van styl. Zijne „Fabelen en Vertellingen", alsmede zijne „Geestelijke liederen en gebeden", zyn het meest bekend. „Weldadigheid", „De twee Nachtwachts", „het Proces" en „de Jongeling" werden door dr. R. voorgedragen, alsmede eenige van Gellerts „Geestelijke liederen", waarvan er 17 van de 54, welke hy dichtte, voorkomen in den ouden Evangelischen Gezangbundel (Gezangen 12, 16, 42, 59, 60, 71, 73, 112, 115, 118, 119, 135, 137, 156, 159, 179, 192), waarvan spreker eenige coupletten op boeiende wyze in herinnering bracht. Nogmaals, te meer omdat het uit boven staand kort overzicht niet voldoende biyken kan; dr. Riemens was gélukkig in zijne keuze van onderwerp en had goed begrepen wie zyno voordracht zouden hooren; hierom moot deze lezing en dr. Gunning ón den hoor ders veel waard zijn geweest. Gemengd Nlouvr». De Hooge Raad deed heden uit- spraak op het beroep in revisie van de Maat schappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen tegen den Staat der Nederlanden, betreffende eene door de Exploitatie-maatschappij gevraag de schadevergoeding op grond dat de Staat heeft afstand gedaan van do door do Spoor wegmaatschappij Almeloo Salzbergen ver schuldigde meerdere vergoeding wegens ge meenschappelijk gebruik van spoorweg stati ons. De Raad achtte het beroep ongegrond en bevestigde mitsdien het op 26 Nov. 1880 in eersten aanleg gewezen arrest, waarbij de vordering der Exploitatie maatschappij is afgewezen. Onlangs werd melding gemaakt van eene quaestie betreflende de vraag, of als een regel moet medetellen het boven aan eene bladzijde van eene akte overgebracht transport der vorige bladzijde. Een notaris in Friesland had bij eene doorhaling in eene door hom verleden akte tot inventarisatio vzn eene nalatenschap vermeld, dat die doorhaling was geschied in den lOden regel der betrekke lijke bladzijde. Hij telde daarby niet als regel mede een bovenaan d6 bladzjjdo overgebracht transport, omdat z. i. alleen elke tot het lichaam der akte behoorende regel als zoodanig moest worden beschouwd. De rechtbank te Leeuwarden was evenwel van meeniDg, dat daardoor een onderscheid werd gemaakt, hetwelk de wet niet kent. Zy beschouwde dus ook het overgebracht transport als een regel en verklaarde den rotaria schuldig aan overtreding van art. 36 der Wet op het Notarisambt, omdat hy niet overeen komstig dat artikel de juiste vermelding ha l gedaan van de doorhaling. In deze zaak werd beden eene beslissing gegeven door den Hoogen Raad. Leze ver- eemgde zich met de meening van don notaris, hoofdzakelyk op grmd dat de wet met de doorhaling alleen het oog heeft op de regels of letters, welke in den eigenlyken zin tot de akte behooren, niet op die, welke op den

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1893 | | pagina 1