va J. Van Maurik Jr. tot het kleinood van dor avond. De talryko, soms ondeugende geestigheden wekten veel hilariteit. De bevolking dor gemeente Benthuizen telde op den .Sisten December 1891: 665 zielen, zijnde 356 mannen en 309 vrouwen. In 1892 werden geboren 17 kinderen, 9 m. en 8 vr. Binnen de gemeente vestigden zich 17 m. en 2L vr., samen 38 personen. Door vertrok verminderde de bevolking met 20 m. en 26 vr,, alzoo met 46 personen; zoodat er eene vermeerdering was van 6 m. en 3 vr., «amen 9 personen, en het cyfor der bevolking op 31 Dec. 1892 aanwees: 362 m. en 312 vr., totaal 674 zielen. Nu het nieuw aangelegde Koningsplein te 'e-Gravenhage zyne voltooiing nadert, gaat inon de plannon overwegen, waarnaar in dit schoone stadsgedeelte een standbeeld voor w(jlon koning Willem III zal verrijzen. In „De Tijd" is opgenomen een uit treksel van een particulier schrijven, dat handelt over de „kruiswegstatie" (de 12de), <3oor den hoer Jan Brom, te Utrecht, in de kapel van hot gymnasium te Katwijk a. d. Rijn geplaatst. Op hot oordeel van don brief schrijver stolde inzonder hoogen prijs, omdat hij hom kende als een zeer ontwikkeld kun stenaar en kunstvriend. Hot luidt aldus „Met niet weinig woorden heb ik u over de kapel aldaar gesprokon in dozen langen briof. Zy heeft dan ook mijne onverdeelde goedkeuring. Niet dat men niet sierlijker en rijker bouwen kan of kostbaarder altaren enz. maken, maar de harmonie van het ge heel is n. m. i. nog zelden zoo goed bereikt. Een woord nog over de nieuwe statio. Ik stem volkomon in met het woord van een Duitschon kunstenaar, dien ik by myn bo- zoek toevallig daar aantrof. „De figuren zyn schoon, en do gekruiste is „müsterhaft." Ik acht het geheel een stuk werk, dat ik in zyn soort en ge weet, ik heb veel gezien nooit of nergens beter zag; dat, naar myne moening, gerust mag en moet geplaatst worden naast de beste kunstdryfwerken van vroeger en later. Dit laatste geldt niet de om- of irfiysting. Dezo is niet af. Daar wenschte ik, wol geen verbreeding in dien zin, dat ze massiever wordt, maar iets op de wyze als dit aan het hooger geplaatste baldakyn van den H. Aloysius zoo sierlyk ter zyde is go- werkt, - een filet of baguette b. v., dat de bladeren van do lyst aaneensnoert, waardoor eene verbroeding jour zou ontstaan, zonder in het massieve te kunnen vallen, 't Blad werk zelf is niet genoeg afgewerkt. Het houten kruisje valt te veel weg. Hot moet gevangen, geiyst in het koper ofweet ik hot? maar zóó komt het niet uit zooals het hoort, 't Is of de omiysting zegtDe kun stenaar had er genoeg van, hy was 't moe. „Hoogst gelukkig en dankbaar is de wyze van ophangon tegen den pyler op eene draperie niet geschilderd, maar echt iets hoog antieks, dat tevens getuigt hoezeer men do waardo van het kunststuk begrypt. Nu do volgendo staties. Het beginnen raag moeiiyk geweest zyn, overgelukkig is men geslaagd, maar zoo iets moot nog dertienmaal, 't Is meer gebeurd, dat het vervolg niet beant woordde aan het eerste hoofdstuk. Geloof my, dio kunstenaar heeft een groot werk op zich genomen, vry wat moeilyker naar myn oordeel dan zyn heoriyk Ostensorium van de Parkstraat. Toont deze statio, dat hy er voor berekend is, wat kunstzin en techniek betreft, do voltooiing moge hem stompolen tot koning op zyn kunstgebied. En gy weet wat een wij toch eene groote bevrediging by de ge dachte, dat wy daardoor zulk een uitnemend kunsrenaar een wezenlyken dienst hebben kunnen bewyzen." Na dit gesprek werd Mr. "William uitge- noodigd om aan het ontbyt deel te nemen, waartoe hy mot genoegen bereid was en na afioop waarvan hy op de hartelykste wyze afscheid nam van de grafelyko familie. Men had hem vele aanbevelingsbrieven naar Parys aangeboden en hem tevens de verzekering gegeven, dat hy er op rekenen kon in de hoofdstad van Frankryk eeno eer volle ontvangst te zullen erlangen. Maar de kunstenaar wees onder dankbetuiging dit aanbod af. De reis had door het avontuur, dat by in Calais had moeten beleven, alle bekoorlykheid voor hem verloren. Inderdaad voer hy op denzelfden dag nog weer naar Dover terug en haastte zich om spoedig mogelyk in zyn eigen huis in Chiswick, terug te komen. „Hoe nu, William?" zeide zyne vrouw ten koning is. In ieder geval, voor nem is het „in magnis voluisse sat est" niet geschreven Door het Hoofdbestuur der Maatschappy tot bevordering der Bouwkunst is een ver zoek gericht aan den Gemeenteraad van Amsterdam om bij de voordracht tot reorga nisatie van de afdeeling publieke werken, alsnog meer scherpe bepalingen te maken, waardoor voorgoed worde voorkomen, dat do technische arabtenaron der gemeente werk voor particulieren maken. Nu dit vraagstuk weer e6iis aan de orde is, zou hot, naar do meening van hot bouw kundig weekblad „Architectural zaak zyn, oene beweging uit te lokken tegen het werken voor particulieren van ambtenaren in 't algemoen. Ora nog niet to sproken van andere ge in oen ten in ons land, waar men dezelfde toestanden aantreft, gelooven we, aldus ver volgt genoemd blad, te mogen conetateeren, dat de concurrentie, den architecten door rijksambtenaren aangedaan, van veel grooter omvang is, dan van alle gemeente ambtenaren samen. De tyden zyn er niet naar om dergeiyko toestanden langer zonder protest te doen voortduren. Waar, zooals tegenwoordig, door het grootste deel van d.9 particuliere bouw meesters, de malaise in het bouwvak even zwaar gevoeld wordt aio door de duizenden werklooze ambachtslieden, die in gewone tyden onder hunne directie werkzaam zyn daar behoort de overheid gewezen te worden op het bestaan van mistoestanden, die den een golegenheid geven dubbele inkomsten te maken en den ander tot werkloosheid doemen. Dat het in 't leven roepen van bedoelde verbodsbepalingen uit een oogpunt van mora liteit en biliykheid dringend noodig is, behoeft wel niet in den breede uiteengezet. Ieder begrypt, dat een ambtenaar op vast trakte ment, al bedraagt dit nog zoo weinig, een sprong vóór heeft op den particulieren bouw meester, wiens praktyk zyno oenige bron van inkomsten vormt. De ambtenaar kan zich met minder honorarium tovreden stellen, ge stound als hy is door zyne vaste inkomsten uit ryks- of gemeente-schatkist, welke door de belastingbetalende burgery waartoe ook dogenon behooron, die dupe worden van zyne concurrentie worden opgebracht. Men zou dezo bovoorrechten met eenig recht gesub- sidiöerde architecten kunnen noemen. Het kan ook voor ryk of gemeente niet onverschillig zyn op welke wyze de dienst doende ambtenaren kun tyd besteden. Het is zoor wel mogoiyk, dat de moesten van hen over genoegzamen vryen tyd te beschikken hebben, om dien op eene of andere wyze productief te maken, doch wy gelooven, dat het ontwerpon en uitvoeren van bouwwerken geene zaken zyn, die men in zyno snipper uurtjes behandelt. Dergeiyk werk vraagt den geheelen persoon en het ïydt dus geen twyfel of in de moeste gevallen zullen de belangen van ryk of gemeente niet naar behooren behartigd worden, wanneer de respectieve ambtenaren het hoofd vol hebben met andere, voor hen veel belangrykor zakon. - De onderscheidene congressen te Chicago zullen gewyd zyn aan opvoeding, letterkunde en muziek. Hot „World's Educational Con gress" zal van 25 tot en met 28 Juli vergaderen. De heer L. Gerhardt, directour der Ryks- normaallessen te Utrocht, is ook uitgenoodigd om aan dit congres deel te nemen, terwyl liy evontueel zal optreden als een der hono raire vice-presidenten, en wel van het depar tement „Opleiding van Ondorwyzers." hoogste verbaasd over de onverwachte terug komst. van haren echtgenoot. „Hebt ge uw plan om na3r Parys te gaan weer laton varen „Ja, lieve Jano. De duivel halo die ver- wenschte spionnenvrees by de Franschon!" En nu verhaalde hy haar, wat hem over komen was, met uitzondering van datgene, wat hy beloofd had te zullen verzwygen. Spoedig daarna vervaardigde by eene sati- rioke gravure: „Do poort van Calais en het Engelsche rundvleeschgebraad." Door dezo merkwaardige caricatuur wreekte hy zich op do Franschen. Aan den linkerkant van de schildery heeft hy zichzelf voorgesteld, hoe hy bezig is de poort af te teekenen en daarby door den Franschen soldaat be trapt wordt. Onder de vele sehilderyen en gravures, waarmede hy de muren van zyno woning versierd had, nam voortaan het portret van den ouden rebel, Lord Simon Lovat, eene eereplaats in. Gemengd JVieuws. Drie voldaan. Onlangs was een boor, niet verre van Kaag woonachtig, te Leiden op de veemarkt. Hij kreeg daar onge noegen met een zoogenaamden sjouwerman. Deze begon vreeselyk te schelden, en de boer, een hoogst fatsoonlyk man, ging van de markt af, de Haarlemmerstraat op, naar de boot, orn daarmede huiswaarts te keeren en meteen van dien sjouwer ontslagen te wordon. Doch dat was mis. De man liep met hem mede, du markt af, de Haarlemmerstraat op, razende en scheldende en telkens hem tartende te vochten. De boer, wel in staat zynde den korel met één slag onsohadeiyk te maken, was zoo wys niets te doen. Evenwel, nauwelyks een eind op de Haar lemmerstraat, met den sjouwerman by zieb, komt er eon werkman aan, die dat telkens tarten tot vechten aanhoort. Deze werkman houdt den boer staande en zegt: „Boertje, voor één gulden neem ik het over!" De boer tast in zyn zak en zegt: „Dat'sgoed! DaarI" en reikt hem den gulden over. De werkman steekt den gulden vlug in zyn zak, grypt den schelder, geeft hem links en rechts eene portie oorvygen en slaat er voorts op „van dik hout zaagt men planken, heb ik jou daar" en smyt hem eindelyk op do straat. „Sta nou op", zegt de werkman, „en ga terug naar de markt, de boer is weg en je hebt er nog lang voor geen gulden opgekregen, ik wou, dat ik voor één dub beltje er genoeg werk van had! De man stond op en ging, zonder een enkel woord> terug naar do markt. De boer was in eene zystraat gaan staan, alles zionde en hoorende. „Nog nooit heb ik zooveel genot van één gulden gehad", was alles wat hy lachende zeide en ging bootwaarts. Iets zeldzaamst Twee inwoners van Valkenburg zyn ieder in het bezit van een ryksdaalder uit den tyd van Koning Willem I, met het jaartal 1840. Een der ge lukkige bezitters vertelt daarvan do volgende byzonderheid Van die ryksdaalders werden er 10 geslagen. De zonen van Koning Willem III, de prinsen Willem en Alexander, trachtten dat tiental te verzamelen en kwamen in höt bozit van 7 dier stukken. Zoo zouden er dus nog slechts 3 in do wandeling zyn, en als daarvan nu 2 zich te Valkenburg bevinden, mag zulks zeker wel op zeldzaamheid bogen. Ook zeldzaam? In Wynne's Geschiedenis van het Vaderland, 4de druk, leest men op pag. 356, dat de latere Souvereine Vorst, Willem I, in eene proclamatie van 26 Nov. 1813 nog Willem VI werd gonoemd. Een in gezetene van Valkenburg bezit een penning, welke aan de eene zyde den beeldenaar ver toont van genoemden Oranjevorst met het rondschrift: „Willem VI, p. van Oranje, Sou- verein Vorst der Nederlanden," en aan de keerzydo: „Tot heil des Volks." Men schryft o ns h e t v o 1 g e n d e uit Kaag: Terwyl do nieuwsbladen, o. m. dio uit Am sterdam, op don dag van uitgifte reeds in het Zuiden van ons land en ook in 't hoogo Noorden, o. a. te Groningen, bezorgd worden, zoo gebeurt dit te Kaag eerst den volgenden dag, des namiddags. Dat zulks voor de Kagers, en vooral voor hen, die zaken doen, zeer onaangenaam is, is begrypeiyk. Nog onaangenamer is, wat daardoor deze week gebeurde. Iemand kreeg een brief, waarom hy terstond op reis moe3t, wilde hy een hoogstwaarschynlyk betrekkeiyk belang- ryk geldelyk nadeel voorkomen. De brief was des namiddags bezorgd. Do bedoelde persoon kon thuis blyven, daar er geene gelegenheid was nu meer op tyd zyn doel te bereiken. Het is hoog noodig, dat daarin verandering komt, hetzy door een derden bode te Sassen- heim aan te stellen, hetgeen den bewoners van Sassonheim ook ten goede komt, of aan stelling van een bode alleen voor Kaag. Zóó gaat het toch waarlyk niot langer! By hetregimentgrenadiersen jagers deed zich dezer dagen het volgend incident voor: Golyk reeds werd gemeld, liet do by Koninkiyk besluit van 13 Januari 1893 ge- pensionneerde luitenant-kolonel Scheltus van IJsseldijk van hot corps, de onderofficieren van het door hem gocommandeerde eerste bataljon by elkaar komen om persoonlyk afscheid van hen te nemen. By die gelegenheid weigerde de sergeant H.. een van do oudste onderofficieren van het corps, zyn voormaSigen chef de hand te geven, welke hem werd aangeboden; zonder een woord te sproken, ging hy éénvoudig 2 passen achterwaarts. Na oen onderzoek werd bedoel do sergeant nu dezer dagen krachtens art. 16 van het Reglement van Krygstucht- door den corps- commandant gestraft met 14 dagen provoost, om den anderen dag op water en brood, tegen welke straf, naar men verzekert, die onder officier in hooger beroep zal komen by den Krygsraad, omdat hy van meening is zieb niet aan eenig strafbaar feit te hebben seinakHg gemaakt. Voor de Haagscho r o e h-1 b a-n k had zich deze week te verantwoorden de ge wezen commis8ionnaiF in effecten D. P., aldaar, levens redacteur van een door hem uitgegeven fmantiöel blaadje, beklaagd van ten nadeete zijner cliënten geheel of gedeeltoiyk verduisterd en ten eigen bate aangewend te hebben ver schillende effecten, welke by, hetzy in. pro longatie, hetzy ter conversie of wel tot spe culatie, onder zich had. Uit do behandeling van die zaak is geble ken dat de bekl. door allerlei finantiëele ope- ratiën of waaghalseryen met het goed van zyne cliënten zich al meer en meer er in had gowerkt, zoodat hy ton slotte in staat van faillissement was verklaard, zoodat de bek), zelf biykba&r weinig profijt van zyne operatiën heeft genoten. Hoe groot het passief by de faillietverkla ring was, bleek niet, alleen dat eene Amster- damsche firma er ongeveer 34,000 by inschoot. De subst.-officier aar. Pleyto kwam in een uitvoerig requisitoir tot de conclusie: bekl. heeft met gelden van anderen gespeculeerd en, volgens zyne eigen vorklaring, bet eene gat met het andere gestopt, om ten slotte te komen tot een passief van f 140,000, tegenover een actief van f 4000; bekl. heeft zich dus schuldig gemaakt aau verduistering. De eisch was 1 jaar gevangenisstraf. De verdediger, mr. Kappoyne van de Cop- pello, achtte de schuld Diet bewezen. Uitspraak over acht dagen. Het heeft H. M. de K o n i n g i »- Regentos behaagd van do laatste hofjacht aan- de diakonessen inrichting te Utrecht eene ree ten geschenke te zenden. De gestaakte inundatiewerken te Haarlemmermeer worden, indien de winter niet weder invalt, eerstdaags met kïacht voortgezet. Men is dan van plan, om zoowel van da Noord- als van de Zuidzydo uit te beginnen. Te Catania (Sicilië) heefteen duel met den degen plaats gehad tussehen twee advocaten, wegen6 politieke onoenig- heden. Beiden 2yn zóó zwaar gekwetst, dat men voor hun leven vroest. In de rookloos-kruit-fabriek te Kasan, in Rusland, heeft oene ontploffing plaats gehad, waarby drie personen zyn ge dood en velen gewond. Eén werkman werd onder do puinhoopen begraven, maar onge deerd te voorschyn gehaald. Naby Windischgrütz, in do Ska- lismyn, heeft oene ontploffing vier porsonen van het leven beroofd en oen tiental gekwetst, waaronder vyf zeer ernstig. O.-I. MAILDIEXWL.Il" Dagen van verzending uit Loiöon. Yia Amsterdam (Ned. Zeepost) 10 on 24 Febr.; laatste lichting aan het postk. 's nachts 12 u. Via Rotterdam (Ned. Zeepost) 3 en 17 Febr. laatste lichting aan het postk. 'sav. 10.10. Via Genua (Ned. Mail) 7 en 21 Februari; laatste lichting aan het postk. 's av. 5.40. Via Marseille (Nod. Mail) 14 en 28 Februari; laatste lichting aan het postk. 's av. 5.40. Via Marseille (Fransche Mail) 4 en 18 Febr. laatste lichting aan het postk.'s morg. 7.30. Via Brindisi (Engelsche Mail) 10 en 24 Febr. laatste lichting aan het postk. 's nam. 12.45. 5?ed. West-Ini53scïic mail. Naar Suriname (Ned. Guyana): 14 en 28 Febr. over Engeland. Laatste lichting aan het postk. 's morg. 7.30. Naar Suriname (Ned. Guyana): 8 Febr. via St.-Nazaire. Laatsie lichting aan het postk. 'smorg. 7.30. Naar Suriname (Ned. Guyana) 22 Febr. van Amsterdam. Laatste lichting aan hot postk. 's nachts 12 u. Naar Curasao eiken Dinsdag en Zaterdag. Laatste buslichting te 5.40 's avonds. De uren van lichting zijn gerekend naar den spoortyd, dus 20 minuten achter by den plaatselijken tyd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1893 | | pagina 10