I* ©^overzicht»
Hog altijd vliegen de pennen over hot
papier om artikelen te doen worden, wolke
in verband staan met de aanhangige wets
ontwerpen tot uitbreiding van het
kiesrecht.
Zoo wordt in het Vaderland verbazing te
kennen gegeven over de klacht van overvallen,
overrompelen, smoren der vrye discussie en
spoort hot blad hen, die Taks kiesrecht niet
willen, aan toch eindelijk eens te zeggen wat zij
wél willen. „Zeg ons, welk kiesrecht gy aanbe
veelt als het best denkbare, dat rechtmatige
wenschen bevredigt en eene goede vertegen
woordiging waarborgt. Maar haast u! Straks
overvalt u het Voorloopig Verslag dan komt
de Memorie van Antwoord u overrompelen;
vervolgens kunt gy niet tot adem komen by
het hameren van de voorzitters der Kamers;
eindeiyk ontzinkt het noodlottige „Staatsblad"
aan uwe verraste vingeren! Verbeeld u, dat
gy dan den volgenden dag eens wakker wordt
met het: „Eureka!" op de lippen!
Het. zou iets zyn om, het voorbeeld van
wyien Archimedes omkeerende, in het water
te springen.
Gy hadt uw vaderland kunnen redden, maar
hot zou te laat zyn
En Öaarom haast ui"
Het Haagscks Dagblad noemt het een
dwazen eisch, die van ministeriëele zyde aan
do tegenstanders van de aanhangige kies
rechtregeling gesteld wordt, om mot eeno
andere regeling voor den dag te komen.
„Dwazer kan het wel niet. Met hetzelfde
recht had men van de bestryders der belas
tingplannon Pierson kunnen vorderen, dat zy
tegenover die ontwerpen andere moesten
stellen.
Heeft men indertyd vraagt het blad
van hen, die zich niet konden vereenigen met
de Schoolwet-Mackay, verlangd, dat zy eene
andere Schoolwetherziening zouden ter tafel
brengen
De voorstellen oener Regeering behooren
op zichzelven te worden beoordeeld. De groote
vraag, wolke daarby alles-bebeerschend moet
wezon, is deze: Wordt door de aan de orde
gestelde voordracht het nationaal belang be
vorderd?
Voldoet liet wetsvoorstel aan die voor
waarde niet, dan mag het niet worden aan
genomen.
Zoodra do meerderheid der Volksvertegen
woordiging van meening blykt, dat do voor
gedragen Wet, die verandering brengt in eene
bestaande, niet kan gerekend worden in het
belang dos volks te zyn, dan maakt zy daar
door natuurlyk implicite') uit, dat de Wet,
die nog werkt, beter is dan liet ontwerp,
hetwelk men in hare plaats tut Wet wil
verheffen.
Van oen zich moeten onderwerpen aanbot
ontwerp-Tak, omdat er nog goene andere
regeling werd voorgesteld, is volstrekt geen
sprake on ovenmin kan men beweren: er
moet zeer spoedig verandering komen, want
de Kiesrechtregeling van '87 is geheel
onbruikbaar.
Waar de Kamer er niet voor terugdeinst
om zoo diop, als zy doed, te tasten in do
bours der natie, daar kan niet worden aange
nomen, dat zy den grondslag van haar be
staan zoo gehool verwerpelijk acht. Pericu-
lum in mora®) voor Kiesrechthervorming
bestaat er dus niet. De bestryding van de
Kieswet-Tak wordt, waar liare strekking ver-
derfelyk wordt geacht voor de toekomst van
Natie en Vorstenhuis, een vaderlandslievende
plicht.
Door do mannen der Liberale Unie
wordt groote pressie op do Tweede Kamer
gebezigd om haar tot de aanneming der
Kieswet-Tak te dwingon; het stembusmos
voor zoover dat door de Unie wordt gehan
teerd - wordt haar op de keel gezet. Van
zulk een schrikbewind mag echter in het
vrye Nederland geen sprake wezen. Niet het
Unie-votum, maar do uitspraak van verstand
en gowoten moet de stom van iederen libe
ralen afgevaardigde beheerschon.
Valt de Kieswet-Tak, dan zal, dit spreekt
vanzelf, de Kiesrecht-quaestie aan de orde
blyven Hare oplossing, in nationalon zin,
zal dan echter mogeiyk worden gemaakt.
Mr. L. Haffmans constateert in het Venloosch
Weekblad de volgende feiten als gevolgen,
welke het indienen der Kieswet reeds gehad
Onvoorwaardelijk; stilzwijgend.
AU© uitijlQl ie govaarlijk.
heeft: 1. Scheuring der liberale party. 2» De
radicalen en sociaal-democraten overmoedig
gemaakt, die zoo vast rekenen op de aan
neming der kieswet, dat zy reeds manoeu
vreeren met hunne nieuwe kiezers die zy
nog niet hebben. 8. Do meest verklaarde
tegenstanders bondgenooten gemaakt. „Wie
had gedacht, „gaat hy voort," dat de pers van
N y g h ooit óóne lyn zou trekken met do
Katholieken, die zy zoo lange jaren stelsel
matig verguisd heeft? En toch, dit doet zy
op hot oogenblik. Men weet niet meer hoe
men het heeft. De Katholieken in éón schuitje
met Uilenspiegel en de Nieuwe Rotterdamsche
Courant I Omnia jam fiunt, fieri
quae posse negabam.
De gemeenscbappelyke afkeer van algemeen
kiesrecht lieeft deze antipoden vereenigd. In
myn dossier vind ik nummers van de N. RCl.,
om my te inspireeren. Waartoe een mensch
niet komen kan! Dit is het meest verrassenoe
der gevolgen. In de vierde en laatste plaats
is tydelyk althans alle partyverschil in de
Kamer op non-activiteit gesteld. Het eenig
schibboleth is thansVóór of tegen algemeen
kiesrecht! Alle andere vraagstukken slapen
voorloopig.
Zoodanig bouleversement brengt alleen het
indienen van dit wetsontwerp teweeg. Men
kan zich nu een denkbeeld vormen, hoe ont
zettend in werking de wet zou zyn, werdzy
ongewyzigd aangenomen. Daarmee gaat alles
het onderste boven."
Het Centrum merkt naar aanleiding van
het onraiddoliyk hierboven slaande op:
De Katholieken in één schuitje met Uilen
spiegel en de Nieuwe Rotterdam-schc Courant
het is heel aardig voorgesteld.
De vraag is nu maar, of de Katholieken
niet eenige reden hebben zich ongerust te
maken over zulk gezelschap.
En dit te meer, daar niet enkel „afkeer
van algemeen kiesrecht" een aantal Katholie
ken in het schuitje van Uilenspiegel en N. R.
Ct. heeft gebracht.
De inspiratie van de N. R. Ct. schynt ook
by andere gelegenheden te hebben gewerkt,
o. a. by do bestryding van het „monster
verbond."
Terecht mag de heer Haffmans uitroepen:
waartoo een mensch al niet komen kan!
Het Handelsblad ziet in de verkiezing to
Rotterdam in geenen deele de beteekenis van
eene vyandige houding tegenover de aanhan
gige regeling, de overwinning van eene con
servatieve kliek. Met een beroep op het artikel
van den heer Yan Gilse in de Vragen des Tvjds
van November, verbaast het Hbl. zich er over,
hoe men ten aanzien van die voordrachten
dezen in de Tweede Kamer den rechten man
op de rechte plaats kon achten. De slotsom
zyner beschouwingen over de beide kentee-
kenen, die de Grondwet eischt, dat de kieswet
bevatten moet voor de toepassing van het
stemrecht, gaf de heer Van G. in deze woor
den: „De eisch van hot bezit der kennis van
lezen en schrijven om tot kiezer geschikt
geacht te kunnen worden, is onredeiyk en
onrechtvaardig; onwaar en dwaas bovendien
is het beweren, dat wie niet van eene wel
dadigheidsinstelling of een burgerlyk armbe
stuur onderstand geniet, daardoor zou toonen
in eigen onderhoud en in dat van zyn huis
gezin te voorzien."
Niet ernstig gemeenddoor de Grond
wet verboden bespotteiyk onrede
lijk onrechtvaardig onwaardwaas.
En die zoo schryft, had gokozen moeten wor
den om de ongewijzigde aanneming der kies
wet-ontwerpen te bevorderen! Door welken
tour de force zou dat mogeiyk wezen? Zie
hier de oplossing van het raadsel! Ter wille
van de groote vermeerdering van het aantal
kiezers, die de regeeringsvoordracht ons be
looft, zou de heer Van Gilse bereid zyn over
al die bezwaren heen te stappen.
Maar hot Hbl. is van oordeel, dat het hier
geldt een grondwettelyken eisch, en aan zulk
een eisch moet voldaan worden. De Grond
wet is de Grondwet. Aan hare bepalingen
moet eene ruime, eene vryzinnige, maar tevens
eene trouwe en eerlyke uitlegging worden
gegeven. Dat is ook de opvatting geweest
van de Rotterdamsche liberalen, die aan de
zyde van den heer Plate stonden. Geen con
servatieve geest, geene vyandelyke houding
tegenover de strekking van de regeerings-
ontwerpen, geen verzet tegen eene groote uit
breiding van het kiesrecht, tegen het kies-
Er gebeuron dingen, welke ik nimmer mogelijk
geaoht had.
recht der werklieden, die inderdaad geregeld
in hun eigen onderhoud voorzien.
Maar alleen het streven om door overleg
met de regeering het groote werk, volgens
de eischen der Grondwet, te doen Blagen.
Moge de uitslag der Rotterdamsche verkiezing
daartoe bydragen!
In antwoord op bovenstaand artikel van
hot Handelsblad verklaart Q. N. in dat blad
dat hier de eigeniyke beteekenis der verkie
zing van den heer Plate wordt miskend. Het
mag niet verbloemd of verheeld worden, dat
Plate candidaat gesteld is, omdat men hem
op het punt van de kieswet voor anti-
ministeriöel kende en voor homogeen mt>t
de kleine minderheid in de „L. U.", die zich
tegen de kieswet verklaarde. Scherper un
tegeiyk behoudender had niemand gesproken
in de vergadering van „Vooruitgang", ter be
handeling van het praeadvies der „L. U." Wat
baat het, dat ook Plate in 't algemeen
wel voor uitbreiding van kiesrecht is: zyne
eigen verklaring „uitbreiding wil ieder" ont
neemt daaraan alle waarde. Het was niet de
vraag of men uitbreiding in 't algemeen wil.
Die wil ieder. Het was ue vraag of men
deze kieswet in hoofdzaak onveranderd
wil aannemen. En met het oog op die vraag
is de keuze van dezen bestryder der kieswet
naar volle waarheid eene uitdaging genoemd.
Het Hbl. teekent hierby aan, dat het zich by
de beoordeeling der Rotterd. verkiezing ge
houden heeft aan 'fc geen by het stellen der
candidatuur in de kiesvereeniging „Vooruit
gang" is gesproken. Men heeft toen duiieiyk
doen uitkomen, dat die candidatuur niet
eeno anti-ministeriëele beteekenis had, maar
juist de bedoeling om door het gemeen over
leg met de regeering de kiesrechtregeling te
doen slagen. Dat geene reactie tegen de „L. U."
bedoeld werd, bleek uit het talryk en krach
tig protest tegen do bewering alsof de voor
standers van den candidaat Plate en deze
zelf het kiesrecht der werklieden niet wilden.
Het weekblad Nederland behandelt de vraag,
waarom er zooveel belasting ontdoken
wordt.
De redenen van ontduiking zyn zoovelen.
Vooreerst geleek vroeger de belastingheffing
maar al te veel op een vijand, die voor zichzel
ven nam wat hy kry'gen kon. Wol wordt thans
alleen belasting geheven ten nutte van het
algemeen, maar de onde meening leeft nog
voort, en men is niet overtuigd dat de
opgebrachte gelden steeds met de noodige
zuinigheid worden besteed. Dan is men van
de biliykheid der heffingen, ook by hare toe
passing, niet algemeen overtuigd. Dat zyn
algemeen© redenen waarom „menigeen, die
de kas van zyn buurman voor geen cent zou
willen benadeelen, ten eigen voordeel, er niet
het minst bezwaar in ziet, vele centen te ont
houden aan de algemeene kas, aan de kas,
waarin hy in zekeren zin een aandeel heeft."
Behalve deze algemeene redenen zyn er nog
andere van meer beperkten invlotd. Zoo de
onevenredige hoogte van sommige heffingen,
die daarom worden ontdoken ale by v. het even
redige zegelrecht van onderhandsche huur
contracten. Zoo de moeilykheid om sommige
belastingsommen te berekenen; verkeerde be
palingen dor wet, die soms tot ontduiking
uitlokt door spelingen te laten by waardebe
paling, enz.
Eene zeer gewone ontduiking, door personen,
die van eene buitenlandsche reis terugkomen,
ontstaat zegt de schryver uit een dwaal
begrip.
„Het is eene vry algemeene gewoonte dat
personen, uit het buitenland komende, geen
invoerrecht betalen voor het daar gekochte,
dat zyzelven medebrengen, ofschoon het vol
strekt niet valt onder hetgeen by de wet
van invoerrecht is vrygesteld. Het bedrag
van het verschuldigde is onder de werking
van ons tarief te onbeduidend, om er veel
drukte over te maken, en onze ambtenaren
maken het dan ook don menschen niet lastig.
Doch juist het geringe bedrag doet de vraag
stellen, waarom men er toch zoo op uit is
om de betaling te ontduiken door de ver
klaring, dat men niets heeft aan te geven.
Het motief kan waarlijk niet liggen in den
omslag van aangifte en betaling, want ieder
kan zien hoe eenvoudig het toegaat en hoe
geraakkelyk de Nederlandsche ambtenaren het
maken.
De verklaring is, behalve In de algemeen
geldende oorzaken der ontduiking, te zoeken
in de meening, dat het invoerrecht naar de
bedoeling der wet alleen mag geheven worden
van handelsgoederen, d. w. z. van
goederen, die men invoert met het doel 2.6
te verkoopen, niet van hetgeen men voor
oigen gebruikinvoert. Eene dwaling, doch
eene vry algemeene dwaling."
Ten slotto het volgende:
Het geboart in den jongsten tyd niet zelden,
zegt de Tijd, dat men in socialistische bladen
artikelen en mededeelingen aantreft, welke de
vraag doen stellen, hoe lang zelfs de meest
liberale regeering de absolute vryheid van
drukpers in Nederland zal kunnen handhaven.
Als voorbeeld diene wat Recht voor Allen
ontleent aan de Voorwaarts en met vette
letters afdrukt om er byzonder de aandacht
op te vestigen. Het betreft niet meer of minder
dan „practische wenken, in acht te nemen
tegenover te paard zittende volksmoorde
naars"; met andere woorden: zeer uitvoerige
aanwyzingen, hoe men zich by een volks
oproer en byzonder by een straatgevecht,
tegenover cavalerie te gedragen heeft, met
nauwkeurige aanwyzing der middelen om de
paarden schichtig te maken, om op snelle en
gemakkeiyke manier barricaden op te wer
pen, enz.
Hoe lang nog, vraagt de Tijd, zal het duren
vóór het onkruid tot vollen wasdom zal ge
raken, hetwelk op deze wyze dag aan dag
gezaaid wordt?
KOLONIËN.
BATAVIA, 1016 December. (Vervolg.)
Van de residenten van Ternate en Menad©
zyn de volgende telegrammen ontvangen:
Ternate, 1 December. „Op politiek gebied
niets byzonders.GezoDdheidstoestand koortsig."
Menado, 2 December. „Politieke toestand
gunstig."
Twee in de Jav.-Crt." opgenomen ordon
nantiën, aie met 1 Januari a. s. in werking
treden, bepalen als volgt:
Het bedrag van den accijns op het in-
landsch gedistilleerd op Java en Madura,
thans ingevolge artikel 1 der ordonnantie
van 13 December 1873 (Staatsblad No. 240)
bepaald op veertig gulden per hectoliter van
eene sterkte van vyftig percent, wordt vast
gesteld op vyftig gulden per hectoliter van
eene sterkte van vyftig percent en by andere
hoeveelheid of sterkte naar evenredighoid.
Het bedrag van het invoerrecht op gedis
tilleerd wordt voor eiken hectoliter vloeistof,
bevattende 50 liter alcohol by eeno tempera
tuur van 15 graden van den honderddeeligen
thormometer, met tien gulden verhoogd.
Door deu goaverDeor-gen«r«w»l van Nod.-indiö zijn
de Yoigeude beschikkingen genomen:
Civiel Oepartcmcnt. Benoemd: 'lot notaris, tevene
vendumeester te Bandjarmasin (Zuidcr- en Ooator-ald.
van Borneo), H. Tollo< a.
G e u t o 1 dTer beschikking van den Directeur van
JuBtitie om bij bot Dop. van Justitie te worden
werkzaam gesteld M:. M. 8. Korter; van den voor
zitter dor landraden te Bandoeng, TJltjaleugka en
ÖoemedaDg (Preanger-Regentschappen), Mr. J. Th.
Stok: van den voorzitter van den landraad dor Stad
©n Voorsteden van Batavia, mr. W. J. M. Plate
allen ambtenaren voor do rechterlijke macht.
Ontslagen: WegeDS iutrekkiüg hunner betrek
king met 1 Januari 1893 eervol daaruit: de griffiers
b\j do rapata te Balei 8olasa en Iodrapoere aideeling
Painan (Bumatra'a Wostkuet) P. F. Ros; te Ajer
Bangis (Padangscbe Bovenlanden, Sumatra's West
kust) G. E. Van der Hogde; te Kota Nopan en
Moeara Sipongi (Tapanoelie, Sumatra's Westkust) J. R.
Daviee.
Overgeplaatst: bg den Waterstaat en 'a lands
B. O. W. van de rts. Bantam naar de res. Batavia
de opzichter 2do kl. A. Breevoort; van do ren. Batavia
naar de ree. Bantam de opzichter 9do kl. J, Halbiech;
van de res. Bantam naar het gouv. Bomatra's Wett-
kust de opzichter lete kl. P. Lichthart; van de ros.
Banjoemas naar het gouv. Atjeh en Onderhoonpheden,
de opzichter 2de kl. A. G. Don Hartog, ten einde
als eerstaanwezend watoretaatsambteraar op te treden.
Toegevoegd: Aau den chef der 2de vraterstaats-
afdeeling, naar de opnemingen ter verbetering der
bevloei.ng door de Singomertoloiding (res. Banjoemas)
de opzichter 3do kl. H. J. Regeer; naar de op
nemingen ter verbetering der bevloeiing in het noor
delijk godee te «ïcr residentie Tegal de opzichter 1ste
kl. M. DoBk.
Geplaatst: Als hoofdonderwijzer aan de 4do
school te Batavia de benoemde onderwijzer 1ste kl.
A. Schouten.
Herbenoemd: Tot onderwijzer 2d© klasse en
geplaatst als 1st© hulponderwijzer aan de lste school
B. te Batavia de ambtenaar op non-activiteit J. A. A.
Van Gogh.
Verleend: Een tweejarig verlof naar Ei»opa
wegens ziekte aan do bulponderwyzeree bg bet openb.
lager onderwijs voor Europeanen en met dezen ge!gk-
gestelden A. H. J. VrendeDberg.
Ontslagen: Eervol uit zijoo betrekking de ad-
epirant-controleur bij het B. B. op de bezittingen
buiten Java en Madoera H. K. Mannpaesa.
Benoemd: Tot opziener lete kl. bg het Eoeeli-
wezeo op Java en Madoera de opzioner 2de kl. bg
dien tak van dienst W. C. Hegor.
Benoemd: Tot conti, der late kl. A. Meilink,
ambtenaar op non-activiteit, laatstelijk die betrekking
bekleed hebbende, thans tijdelijk belast met dt
waarnemiDg der betrekking van oontr. 2de kl. met
bepa.'ing dat hij geplaatst blyft in de rea. Zuider- en
Oost-er-afd. van Borneo.
Bepaald- Dat geplaatst blijft in het Gouverne
ment Sumatra's Westkust de benoemde adep.-contr.
E. Verbeke.