Persoverzicht.
Getrouw aan de gewoonte, door verreweg
de meesten zeker wel eene goede geheeten
hebben vele bladen bi) de wisseling des
jaars artikelen gewijd aan het achter ons
liggende 1892, voor zoover dat doenlijk is
een blik geslagen in de naaste toekomst, m.
a. w. oudejaarsoverdenkingen en nieuwjaars-
gedachten gegeven; „eerste artikelen",zooals
de Haarleinache Courant zich uitdrukt, „van
eene kortere of langere reeks, aan een overzicht
gewijd van hetgeen in het vervlogen jaar go-
beurd is en beschouwingen over den politieken
toestand; pessimistische en optimistische
uitingen en ontboezemingen over het verleden»1,
het tegenwoordige en over hetgeen in do
toekomst daaruit staat geboren te worden."
Tevens behelsden de meeste dier artikelen,
zoo kunnen we hieraan nog toevoegen, de
beste wenschen voor de lezers, voor ge
meente, land, volk en niet te vergeten voor
onze dierbare Vorstinnen, terwijl een enkel
blad van de gelegenheid profiteerde om zich
bjj voortduring aan te bevelen voor verdoren
krachtigen steun zijner partygenooten, be
lovende natuurlyk in dat geval mede het een
en ander in ruil daarvoor.
Het gaat niet aan van die artikelen in dit
ons overzicht uittreksels te leveren. Onzo
lezers, die den geest der bladen kennen, zullen
zich wel kunnen voorstellen, hoe, al naar
gelang van de richting der couranten, het
oordeel over het verleden, de verwachtingen
voor de toekomst, do opwekking tot handelen,
zeer uiteenloopend moeten zyn.
Werd in ons blad in het laatst van 1892
een aanvang gemaakt met de nieuwe rubriek
Persoverzicht, in 1893 wenschen we
wat die rubriek betreft op dezelfde, nu reeds
genoeg bekende wyze voort te gaan, hopende
en tevens rekenende op veler belangstelling,
waaraan het tot dusverre niet ontbroken
heeft en welke ons ook reeds meermalen
werd getoond.
Beginnen we thans met te vermelden het
slot van een artikel uit de Nieuwe Prov. Qr.
Crtgeschreven naar aanleiding van wat te
Groningen en te Amsterdam is geschied met
studenten in do „Harmonie" en b ij C a i r
welke voorvallen algemeen bekend zyn. Dat
slot luidt:
„De socialisten klagen, dat de justitie eene
klassenjustitie is, en het publieke gezag aar
zelt niet om, waar de rust verstoord wordt,
marechaussees en militie te requireeren.
Maar indien zü, die door opvoeding en be
schaving hooger staan of heeten te staan;
want er is hoog en laag gemeen; indien de
hooggeplaatsten en bevoorrechten doen alsof
orde en wet voor hen niet geldt wat
voorbeeld geeft men dan aan anderen, en wat
zaait men aldus in kritieke dagun als deze
andors dan bitterheid en wrevel?
De maatschappelijke hervorming moet be
ginnen van bovenaf.
Met marechaussees en soldaten jaagt men
voor oen oogenblik een muitenden hoop uit
een. Maar het booze vuur van wrok en
jaloezie on haat bluscht men er niet mee uit
in 't hart.
Daartoe is iets anders noodig; een ander
vuur, van edeler gehalte, dat het stug ge
moed doet smelten, en samenbindt wie door
toomoloos ogoïsme uit elkander dreigen te
•tuiven.
De eerbied voor het Gezag moet beginnen
bij onszelvon. Eerbied voor het Goddelijk
gezag, dat ons leert voor Zijne wet te vreezen.
Daarna eerbied voor het ouderlijk en burger
lijk gezag, en ook in het kleine, oerbied voor
het gezag, dat in eiken kring, van wat aard
ook, orde en regel moest handhaven.
Daarover mag niemand zich heen zetten;
geen studont, omdat hy studeert, peen arbei
der, omdat hy arbeider is, geen hooggeplaatste
omdat hij de macht in handen heeft.
Hier is een „myn en dijn", dat streng
moet gehandhaafd worden, willen we de
maatschappij niet zien ondergaan In ruwheid
en barbaarsche zeden.
Medeburgers, laat ons letten op de teeke
nen der tydent
Laat ons ernstig zoeken naar de oorzaken
van zooveel gisting in de samenleving en met
vaste hand die trachten te verwijderen.
Moedeloosheid betaamt ons niet. Over
moed nog minder. Ernst en kracht! Kloeke,
ernstige kracht, die weet neder te buigen tot
wat zwak is en beproefd, om het to helpen;
die vooral zichzelven niet ontziet in het uit
rukken van don giftigen wortel; en die dan,
vertrouwende op God, uit wien alle Gezag
op aarde vloeit, niet aarzelt de orde hoog te
houden, waar en door wien zij ook wordt
geschonden
In de Tijd lazen we eenige dagen geleden
Dr. Petr. Jos. Hub. Cuypers is
een der grootste, zoo niet de grootste, der
thans levende meesters van de gothische bouw
kunst. Zooals zijn vereeuwigde zwager, de
geniale dr. Joseph Alberdingk Thym, als ge
leerde, dichter en kunstkenner van het groote
katholieke verleden Nederland tot de volste
erkentenis bracht, zoo liet Cuypers in gansch
Holland de kerkelijke gothiek opnieuw leven
en voerde de kerkelijke kleinkunst en het
kunstwerk in al zijne takken naar de heer
lijke middeloeuwscho voorbeoldon terug. Meer
dan vijftig der prachtigste en indrukwekkendste
kerken heeft hy gebouwd, zoo ook het heer
lijke Ryks-Museum, in vereeniging met A. L.
Van Gendt ook het eenig schoone Centraal
station van Amsterdam. Thym en Cuypers
drukken op het Amsterdam onzer dagen hun
stempel en behooren tot de zeldzaamste man
nen, die eene eigenlijke school in hunne kunst
te voorschijn hebben geroepen.
Naar aanleiding van het bovenstaande
schryft de Kerkelijke Crt.:
Nog zelden is met zulk eene beminnelijke
onbeschaamdheid uitgesproken, in den dienst
van welke gedachte de bouwkunst van dr.
Cuypers staat.
Zal het eindelijk worden begrepen?
We hebben heden nóg iets aan de Tijd te
ontleenen, waar dit blad den toestand
in het Noord-ooston onzes lands
bespreekt. Het zegt dienaangaande:
Do plicht van de maatschappy, om derge
lijke aanslagen tegen hare rust en haar be
staan te bestrijden, is onafwysbaar. Twee
wegen staan daartoe opende preventieve en
de repressieve, het kwaad voorkomen of met
geweld onderdrukken.
Te veel, gelooven wy, dat men tot dusver
alleen op het laatste het oog gevestigd heeft
gehouden.
De repressieve weg is byna altyd een bloe
dige; hy voert bovendien licht tot wreedheid
of onrecht tegenover ongelukkige misleiden
of geheel onschuldigen.
Onder menig opzicht zou daarom de pre
ventieve weg de voorkeur verdienen. Het
ongeluk echter is, dat onze Nederlandsche
wetgeving vooralsnog het inslaan van dien
weg ten zeerste belemmert, zoo niet geheel
onmogelyk maakt, terwyi de krachtige, in
veel gevallen overdreven zucht naar persoon-
lyko vryheid, het Nederlandsche volkskarakter
eigen, elke verandering van wetgeving op dit
punt, in den eersten tyd althans, waarschyn-
lyk zal in den weg staan.
In die omstandigheden blyft, naast indirecte
op tyd werkende middelen, niets anders over
dan repressie. En men moet verlangen, dat
die repressie by alle voorkomende gevallen
eeno zeer spoedige en eene zeer krachtige
zy. Men moet dit verlangen, opdat de groote
en rustige helft van het Nederlandsche volk
moge bevryd blyven van het juk van terro
risme, waarmede het in sommige streken
wordt bedreigd. Men moet het wenschen ook
in het belang der opgezweepte, min of meer
schuldige, doch zeer zeker ongelukkige menigte
zelve. Hoe spoediger en hoe krachtiger toch
de repressie, des te minder offers, des te
minder bloed, des to minder tranen van schul
digen en onschuldigen zy zal vorderen.
Een ander Katholiek blad, het Centrum
laat zich, wat die rustverstoringen
betreft, aldus uit:
Eene ware anarchie heerscht in sommige
streken, niet 't minst op het platteland
en onwillekeurig denkt men by het lezen
van de by zonderheden, welke dag aan dag
worden gemeld, aan Iersche toestanden.
Natuurlyk ontbreken de socialisten niet,
om propaganda te maken voor hunne ideeön.
Het zaad, door hen uitgestrooid, vindt
altyd een vruchtbaren bodem d&ar, waar
ellende heerscht, en dat de ellende in 't
noorden groot, schrikbarend groot is, daarom
trent stemmen alle getuigenissen overeen.
De vraag ryst daarom: of in deze buiten
gewone omstandigheden ook geeno buiten
gewone maatregelen noodig zyn?
Van overheidswege heeft men herhaaldelyk
troepen naar het noorden gezonden, om de
orde te handhaven en personen en eigen
dommen te beschermen.
Uitstekend, ongeregeldheden moeten worden
voorkomen en onderdrukt.
Maar men vergete niet, dat met het hand
haven der orde de ellende nog niet wordt
weggenomen en hierop komt het toch in de
eerste plaats aan.
Eene orde, die slechts kan bewaard worden
door bajonetten, is broos.
En valt het te pryzen, dat in de gegeven
omstandigheden buitengewone maatregelen
worden genomen, om de rust te verzekeren,
niet minder lofwaardig en niet minder nood
zak elyk mag hot genoemd worden, te trachten
door andere buitengewone middelen de oor
zaken van het kwaad weg te nemen, of
althans zooveel mogeiyk tegen te gaan!
Vóór eenigen tyd vermeldden wy de mede
deelingen van den heer Joh. W. Pont, Schie-
damsch predikant, over loon en arbeids
duur in de branderyen te Schie
dam. Die mededielingen worden besproken
in de Fabrieksbode van den heer Van Mar
ken, die er op wyst, dat de laatste verslagen
der Commissie van Enquête de teekening
van ds. Pont van de gruwelyketoestanden
in de Schiedamscho branderyen maar al te
zeer als natuur-getrouw doen kennen.
Hoe het met de loonen en arbeidstyden
in de Schiedamsche branderyen gesteld is,
toont de heer Van Marken aan door eeno
vergelyking daarvan met de loonen en de
arbeidstijden aan de Delftsche gistfabriek,
welke hom tot de slotsom voert:
„Een brander, die hoog loon geeft, betaalt
aan zyn personeel 34.61 minder dan de
gistfabriek voor gelyksoortigen arbeid en by
gelyken arbeidsduur ten minste zou betalen.
Dit maakt per jaar voor ééne brandery
ƒ1794.50.
In verhouding tot do hoeveelheden ver
werkt graan, heeft de gistfabriek den omvang
van ongeveer 70 branderyen. De gezamen-
ïyke werklieden in deze 70 branderyen ont
vangen honderd vyf en twintig duizend gul
den minder loon, dan hun zou worden betaald,
indion hunne loonen berekend werden naar den
maatstaf, die door de gistfabriek billyk is
geoordeeld en wordt toegepast.
En by deze cyfers houden wy nog niet
eens rekening, noch mot de 9 percent, die
in den vorm van pensioen-verzekering aan het
loon wordt toegevoegd, noch met de uitbe
taling van het volle loon in geval van ziekte,
noch met „het zakje", dat ioders aandeel in
de winst bevat, noch mot zoo velerlei uit
gaven in het belang van het personeel, waar
aan de brander in den regel niet denkt."
Aan het slot van zyne vergelyking maakt
de hoer VanMarkende volgende opmerking
over de gevolgen van goed loon en een niet
te langen arbeidstyd. „Ik heb" zoo schryft
hy „de bovenstaande vergelyking van loonen
slechts medegedeeld als eene belangryke by-
drage ter nadere beoordeeling van ons stand
punt tegenover de concurrentie. Zy kan het
bewys scbynen van onze zwakheid, maar ook
kan zy in werkelykheid zyn onze kracht. Onze
zwakheid, omdat de gistfabriek zóóveel zwaar
der lasten heeft te dragon dan hare concur
renten. Onze kracht, omdat ik overtuigd ben,
dat ons personeel, in zyn geheel beschouwd,
in alle rangen is bezield door een „heilig
vuur", dat by een wekelykschen arbeidsduur
van 100 uren en by loonen van 7 of 9 of 12
centen onmogelyk kan worden onderhouden."
Gemengd Nieuws.
De Koningin was gistermiddag
weder aan 't schaatseneden op den vyver
achter het Huis ten Bosch.
De rechtbank te 's-Hage veroor
deelde J. H., te Rotterdam, wegens verval-
sching van postwissels tot gevangenisstraf
van 4 jaren en 3 maanden. De beweerde
mentale suggestie werd niet aangenomen.
Te Woerden zjjn de vorige week
vyf gevalle» van cholera nostras voorgekomen,
waarvan 3 met doodelyken afloop.
De Amsterdamsche circus-direc-
tour, de heer Oscar Carró, is gisteren met
miss Ada Graham, vroeger schoolrydster in
den circus, in den echt getreden.
Door de politie te Rotterdam
is op Feyenoord aangehouden een kwartjes
vinder, uit Amsterdam herkomstig, die n;et
twee anderen, welke het ontloopen zyn, een
Duitschen schipper in een bierhuis in de
Koentgensstraat met kaartspel een bedrag van
ruim ƒ600 afhandig heeft gemaakt. Tegen
den aangehoudene is eene strafvervolging
ingesteld.
Maandag-avond te 10 uren werd
in de Maas, bij Rotterdam, een man dry vende op
een schots gezien, welke man om hulp wenkte.
Twee schippers begaven zich in eene roeiboot
naar den man en brachten hem, verkleumd
en styf van koude, aan boord van hun schip.
Hy was van de Maaskade op het ys gevallen
en er door gezakt, doch had zich ten slotte
op eeno schots weten te werken, die aan 't
dry ven was gegaan.
Een drietal kin deren uit Venloo
aten spelende eenige in het wild groeiende
kruiden en werden dientengevolge vergiftigd.
Één van hen, de 9-jarige Herman Aben, stierf
reeds eenige uren na het gebruik. De twee
anderen, die door het toevallig gebruik van
melk aan het braken geraakten, denkt men
te behouden.
Aan Den Burg, opTessel, is de
typhus in een paar gezinnen uitgebrokon.
Het hoofd der gemeente waarschuwt de inge
zetenen tegen het gebruik van ongekookte
melk.
Zondag-avond brak in eene boer-
dery in den Oosthoek, gemeente Steenwyker-
wold, brand uit. Ternauwernood konden de
kinderen gered worden. Binnen een paar uren
was het geheole huis in asch gelegd6 koeien,
2 pinken en 2 schapen kwamen in de vlammen
om; alieen het paard wist men te redden.
Huis en inboedel waren verzekerd.
De „N. Fr. Pr." deelt eene aange
name Nieuwjaarsverrassing, welke een Gali-
cisch winkelier te beurt viel, mede. De man
zond voor eenige dagen aan het Weener geld
kantoor „Mercur" o. a. een Hongaarsch Roodo
Kruis-lot om te verkoopen, daar hy met het
nieuwe jaar eenige contanten noodig had.
De handelswaarde dier loten is ongeveer 12
florynen. Ten kantore worden echter eerst
de trekkingsiysten nagezien en nu werd hem
bericht, dat reeds in Augustus jl. op dat lot
de hoofdprys van 15,000 flor. gevallen was.
De bladen sporen de eigenaars van diverse
loten aan, de restanten-lyston behoorlyk na
te zien, want voor eenigen tyd is bekend ge
maakt, dat een bedrag van meer dan 20 mil-
lïoen flor. van verschillende premieleoningen
nog steeds niet opgevorderd is en dat de
regeering een wetsontwerp zal indienen, om
de sommen, waarvan de winners zich niet
binnen zekeren tyd aanmelden, ten behoeve
der schatkist in beslag te nemen.
Zaterdag j 1. hebben te Londen
weder zeven personen Franschen terecht
gestaan, omdat ze ondor allerlei bedrieglyke
voorwendsels zich eene menigte goederen
(vooral eetwaren) hadden laten toezenden, die
ze onbetaald lieten en dadolyk weder te gelde
maakten. Tot de slachtoffers behooren ook
Amsterdammers. De oplichters verwezen naar
elkander voor informaties en hadden verschil
lende kantoren in Londen. Eén daarvan was
op zeer groeten voet ingericht, met ruime
magazynen, waarvan de bussen óf leeg óf met
zand gevuld werden gevonden. Van een Am-
sterdamschen zaadhandelaar hadden zy o. a.
voor 150 pd. st. boonen gekocht en die voor
60 pd. st. verkocht. Uit Ierland wisten z\\
voor 1000 pd. st. eieren, hammen en boter
machtig te worden, uit Reims 600 flesscher
champagne.
Zaterdag had te Cannes eer
droevig ongeval plaats. Mevrouw Van Loon
sprong, toen de paarden van haar rytuig o;
hol gingen, uit het rytuig, waardoor zy haa:
been brak en verscheidene ernstige kneuzinger
bekwam. Men wanhoopt aan haar behoud.
Onlangs werd duizend fanker
betaald voor het gebroken bouten paard, waar
mede Napoleon III als kind heeft gespoeld
Wat zouden liefhebbers wel voor zyn omge
worpen troon betaald hebben?
UITLOTINGEN. CredietloiOD. Weenen, 1 Jau.-
Hoofdprija eerie '250 no. 59, e. 29'J no. 30 30.00U tl.
8. 286 no. 6 15,¥00 11 b. 299 no. 33 en 8. 3432 nc
2J elk 5000 fl.
Serieöo: 250 286 299 617 84-1 1134 1531 1649 ICS
2249 2383 2821 3041 3110 3118 8432 3772 3863 398!
Ooatenr Staateleening 1854. Woodod, 2 Jan.-
Sen» j: 46 51 82 115 166 217 221 302 326 350 4^
569 C39 694 733 820 890 963 1002 1104 1179 12!
1320 1452 1693 1713 4779 1830 1836 2066 20!
2217 2263 2400 2605 2750 2835 2848 2952 293
2997 3040 3069 3173 3183 32 '8 3245 3319 331
3486 8580 8586 3678 3682 3757 3764 3811 38!
3974.
Heiningen 1871. Seri© 1427 no. 20 100,000 11
e. 2094 no. 20 30,000 M.; e. 70 no1 22. e. 133 c
15, 155 no. 14, 8. 912 no. 11 en a. 1219 no.
elk 3000 M.
Hamburg 1866. Serieên 99 1'6 157 23
235 242 290 310 418 576 650 659 789 812 t!
1003 1016 1023 1074 1083 1198 1213 1251 12
1346 1461 1509 1567 1593 1617 1G33 1671 Ui
1825 1865 1891 1945 2179 2200 2311 2355 28(
2476 2528 2622 2633 2804 2823 2846 2931 29
8049 Sl'65 3120 3148 3245 3284 3290 3332 33
8395 3473 3492 3499 3515 3621 3664 3666 3f>
3730 37C6 3878 3883 3891 39l8 S922.
Weenen. 2 Jan. Serie 1632 no. 64 200,000
f. 2982 no. G 20,000 fl.; e. 579 do. 5 5000 li.;
233 do. 44, e. 977 no 89, s. 1973 lo. 53, 8 25
no. 28 en 8. 2982 no. 62 elk 1000 fl. Sericën: 7t»
238 579 694 742 977 1C32 1674 1973 2580 2698