No. 10081
\laaiida<2; 13 Januari.
A«. 1893.
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van fon- en feestdagen, uitgegeven.
Vierde Blad.
Feuilleton.
De organist van den Dom.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per t maanden1.10.
Franco per poet1.40.
Afzonderlek» Nommerea 0.05.
PRIJS DHR AD VERTENT IÈN
Tan 1—1 regels ƒ1.0». Iedere regel nnr ƒ0.17}.
Orootere letters naar plaatamimte. Voor het
inoaaaeeren bwkUm de stad wordt ƒ0.0» berekend.
IiOLONI I X.
BATAVIA, 26 Not.-2 Dec.
De geheele stad spreekt van den vreeselyken
brand, welke Zaterdag-avond to ongeveer 9 uren
is uitgebroken in een der drie petroleum-
pakhuizen op Pekoelitan in de Benedenstad,
toebehoorende aan den Chineeschen handelaar
Lim Liang Boe, en nog woedt. In die pak
huizen bevond zich eene hoeveelheid van
•ngeveer 80,000 kisten petroleum. Ofschoon
spoedig nadat het brandsignaal sloeg, hulp
kwam opdagen en de assistent-resident voor
de politie en de schout van de Diestpoort
met loffelijk beleid te werk gingen, bleek
het al dadelijk dat elke poging tot stuiting
van het vuur onmogelijk was. Het eene pak
huis voor, het andere na, werd door het vuur
aangetast en over de geheele stad, tot zelfs
te Meester-Cornelis, kon men in den nacht
van Zaterdag op Zondag de vlammen uit de
zware rookwolken zien slaan, en gisteren en
hedenmorgen hadden de wolken nog weinig
van hare zwaarte verloren.
Het geheel was verzekerd en wel de pak
huizen bij de firma Heineken qq. voor ƒ30,000
en de petroleum bij verschillende assurantie
maatschappijen, als by Securitas voor ƒ70,965,
bij do Koloniale Zee- Brandassurantie-Maat-
schappij voor ƒ146,000 en bij Heineken qq.
voor ƒ107,632.
Waarschijnlijk is het zorgeloos omgaan
met vuur by het soldeeren der blikken op
Zaterdag de oorzaak. (Bat. H.)
Uit particuliere bron wordt aan de „N.
R. C." het volgende gemeld:
„De zaken op Lombok My ven zooals zy zyn,
en de aanwezigheid van drie oorlogsschepen
is niet meer noodig. De „Java" doet thans
eeno reis naar N Guinea, waar de inboorlin
gen een strooptocht op Engelsch terrein ge
maakt hebben, waarover John Buil minder
gesticht is. De „Atjeh" is naar Soerabaiaom
te dokken, terwyl alleen de „Koningin Emma"
een wakend oog houdt op Ampenan.
„Den vorst van Lombok loopt het, naar het
schynt, niet mee. Hoewel een groot deel van
het eiland hem nog getrouw gebleven is,
sehynt hy het toch op den duur niet tegen
de opstandelingen te kunnen houden. Lang
zaam maar zeker gaan de opstandelingen
vooruit en, als dezen het eens biy ven, zou het
my niet verwonderen, als ook Ampenan in
hunne handen viel, als wy ten minste voort
gaan met allen invoer van kruit en wapens,
voor Ampenan bestemd, tegen te gaan.
„Wat zullen wy doen? is de groote vraag.
Zooals het nu gaat, heeft het er veel van
of wy de kat uit den boom kyken. Yan eene
expeditie wordt niet meer gerept. Men is
voorzichtig geworden, na al de teleurstellin
gen, in de laatste jaren, vooral op .Atjeh,
ondervonden."
De overgebleven artisten van het te
Soerabaia door de cholera zoo vreeseiyk ge
teisterde Italiaansche opera-gezelschap zyn
te Batavia aangekomen. De arme lieden heb
ben onder directie van den baryton Fornoni
op vele binnenplaatsen van Java concerten
gegeven om hun veeg bestaan te rekken en
een bescheiden penningske over te houden
om naar hun vaderland terug te kunnen
keeren. Zy zyn opgetogen over de groote
welwillendheid, waarmede men hen tot nu
toe heeft voortgeholpen, maar toch ontbreekt
er nog geld om de reiskosten te kunnen
dekken. Om daarin te voorzien, zullen zy in
den schouwburg een concert geven.
Men schryft aan de „Deli-Crt." uit Tand
jong Balei, dd. 26 Nov., het volgende:
Hedenmorgen werd alhier door het inlandsch
bestuur net doodvonnis voltrokken aan den
Batakker Si Dohang, die, onder verdenking
staande van nog andere misdaden, zich heeft
schuldig gemaakt aan het vermoorden van
een landgenoot, ter wille van diens vrouw.
Sedert 12 jaren had zoo iets hier niet
plaats gehad en de sultan had dus geen ge
routineerd persoon om als beul tefungeeren.
Eindelyk bood zich een zekere Si Kokki aan,
die zeide dat baantje op de Westkust meer
by de hand te hebben gehad. Hoewel hy met
een lila bevredigende proeven van bekwaam
heid aflegde, word hy echter bingoeng, toen
hy zyne kunst werkelyk aan een mensch
moest toonen, te eer, wyl Dohang met een
kolossaal sang froid het schavot beklom, tegen
zyne terechtstelling protesteerde en uitstel
verzocht, verzoekende eerst het hart van een
tyger te mogen eten.
Het sein gevende dat het luik moest vallen,
vergat de geïmproviseerde beul dat hyzelf er
nog op stond; hy viel dus mede met zyn
slachtoffer, zich daarby aan dezen en aan het
touw vastgrypende, dat tegen dien dubbelen
last niet bestand bleek. De schok was echter
daardoor dubbel hevig, zoodat de gehangene,
zoo niet geheel dood, althans geheel bewus
teloos was. Toen hy weder opgeheschen was,
kon de dokter djawa dan ook reeds spoedig
constateeren, dat alle levensverscbynselen
hadden opgehouden. Precies in 17 minuten
was de geheele plechtigheid afgeloopen, die,
naar men hoopt, een afschrikkenden indruk
op heeren moordenaars, hier zoo talryk, moge
achterlaten.
Met nadruk moet geconstateerd worden,
dat niemand ter zake van het breken van
het touw eenig verwyt treft; Z. H. de sultan
zelf en zyn broeder de djaksa waren gis
teravond van 9 uren tot middernacht met
den controleur bezig den beul te instrueeren
en met behulp van een lila proeven te nemen
met de sterkste touwen, hier verkrygbaar.
Do ontroering van den executeur is zoo men-
scheiyk, vooral in iemand, die niet van d»
professie is, dat di» buiten beschouwing kan
blyven.
Door den gouverneur-generaal van Ned.-lndiê agn
de volgende beschikkingen genomen:
C»viel Departemont. Verleend. Twee maanden
built 'anduch verlof naar Saigon wegens ziekte, aan
den looraar in de geschiedenis en de land- en volken
kunde van Nederlandsch-Indiê aan de afdeeling taal-,
land- en volkenkunde van Nederlandach-Indiê van
het gymnasium Willem III te Batavia mr. W. A. J.
Van Davelaar.
Ontslagen: Eervol uit 'a lands dienst, de ambte
naar oj wachtgeld A. J. Thepass, laatatelyk com
mies der 4do klasse bij den poet- en telegraaf dienst;
eorvol uit 's lands dienst, de ambtenaar op vraobt-
geld Cb. L. Oharpcntier, laatstelijk commies der 3de kl.
bij den ost- en telegraafdienst.
Benoemd: Tot oontroleur 1ste kl. by het binnenl.
bestuur op do bezittingen buiten Java en Madoora,
de contr. 3de kl. G. E. A. F. Rudolph en de ambte
naar op non-act. Ch. E. P. Van Kerokhoff, laatstelyk
mot den rang en titel van contr. 1ste kl. by dien tak
Tan dienst toegevoegd geweest aan het lid ia den
raad van Nederlandseh-Indië, den hoor W. O. Gallois,
belast geweest met eene zonding naar de resid. Monado
tot adspr.-ing. by den waterstaat en 's lands burgerl.
openb. werken L. L. Graaf Van Randswijck, daartoe
gesteld ter besch kkiag van don gouverneur-generaal
van Norlerlandsch-Indië; tot hulpprediker teD dienste
der inlandsohe Christengemeente te Hostoemoeri
(Amboinaj O. C. J. Sohröder.
Gesteld Tor beschikking van den landraad te
Malang (Pasoeroean), ten einde belast te worden
met grifüorswerkzaamhoden by die rechtbank, mr.
J. Klein; van den president van den raad vaD justitie
te Batavia, ten einde te worden belast mot do grif
fierawerkzaambeden bij die rechtbank mr. J. J. Hagen
van den president van den Raad van Justitie te
Padang (Sumatra's Westkust), ten einde belast te
worden met griffierswerkzaamheden bij die rechtbank,
mr. E Vod Noêl; van dou voorzitter v: n den land
raad te Sidoardjo (Soerabai»), ten einde belast te
worden met grilfiertwerkzaamheden bij die rechtbank,
mr. F. 13. Simon van Leeuwen; van den directeur
yan justitie, om by het departement van Justitie
t> worden werkzaam gesteld, mr. H. G. Hagen;
van den voorzitter van de laxdraden to Meeeter-
Cornolis en Tacgerang (Batavia), ten ciode belast
te worden met griffierswerkzaamhedon bij die reeht-
banken, mr. H. G. Van Velthutjsen; vau den voore
I van den landraad to 8emarang, ten einde belast te
i worden mot griffierswerkzaamheden bij die rechtbank
mr. H. V. Moneaeto; allen ambtenaren voor do
reohterlijke macht. Ter beschikking van den algem.
secretaris, de ambtenaren voor den burgerlykea
dienst 8. Cohen en A. A. Gobius.
Belast: Met de waarneming der betrekking van
directeur van bet dw&ngarbeiderskwartier te Klaten
(SemaraDg) W. Van den Bos; met de vereenigde
opleiding der kwoekelingon voor het Inlandsch
leoraarsambt in de residentie Amboina, O. C. J.
Schroder.
Tydelyk belast: Mot de waarneming der
betrekk. van spoorwegopz. 2do kl. A. N. VanMcerton.
Door den raad van Justitie te Soerabaia is b e.
noomd: Tot buitengewoon subst tuut-griffier buiten
bezwaar van den lande by die roohtbank H. J. E.
Vao der Kop en H. W. Pechter.
B o n e m d Tet buitengewoon snbst.-griffier
buiten bezwaar van den lande, bij die rechtbank
J. A. Ham.
Geplat tet: In de ro»identio Oostkust van Sn-
matra de benoemde oantielenr lete kl. C. E. P. Tan
Kerokhoff.
Verplaatst: Van de res. Oostknst van Sumatra
naar de res. Benkoelen, de ambtenaar voor den burg.
dienst F. H. A. Steens Z(Jnen.
Geplaatet: Aan de op. lag. meisjesschool te
Malang (Paso.roean) de tyd. werkzaamgcsteldehulp-
ooderwyzeres B. E. Hum me.
Verleend: Ion jaar verlof naar Europa, wegens
laogdurigeu dienst, aan den controleur lste kl. by
bet blnneDlaDdach bestuur op de bezittingen buiten
Java en Madoera, J. J. F. Bcbreuel.
Ontslagen: Eervel uit zjjue betrekking, de
assisteDt-reaident van 8iboga (Sumatra's Westkust)
A. H. Moorrees; eervol uit 'slands dienst, de ambts
naar op wachtgeld A. A. Brouwer.
Benoemd: Tot assisteni-resident voor és poli
tieke aanrakingen met de onderboorigbeden en hoofden
ter Noord- en Oostkust van het gouvernement Atjc-h
eu Onderhoorigheden H. A. Van tier Steenetraten
tot adepirant-controlenr by het binnenlandach be
stuur op de bozittingen buiten Java en Madoera,
do ambtenaar voor den burgerleken dienst ter be
schikking lan don directeur van binnenlandsoh be
stuur E. Verbeke; tot notaris, to ons vendumeester
te Salatiga (Sea.arang) Ph. K. Stoinmetz; tot griffltc
van den landraad to Buitenzorg (Batavia) E. Kühr;
lot hulpprediker ten dienste der inlandecho christen
gemeente te Ajermadidi (Men&do), de ambtenaar op
non-activiteit H J. Tendeloo, laatstelyk die betrek
king bekloed hebbende.
Tydelyk werkzaam gesteld: Als chef
der exploitatie by den dienst der Staatsspoorwegen
ter Sumatra's Westkust, de tijdolijko werktuigkundige
ingenieur lste kl. A. A. Kuntze. met bepaling dat
hy tevens het behoor eal roeren over de 2do en
3do tfdeelingon van den dienst dier exploitatie.
Gesteld: Ter beschikking van den buitengewoon
voorzitter van den landsraad te Sidoardio (Soerabaia),
ten einde te worden belast met griffltrswerkzaara-
hedt-n by gemelde rechtbank, do ambtenaar tor be
schikking van don voorzitter der landraden te Peka-
longan cd Batang (Pebalongan), J. F. Portier.
Departement van Oorlog. V e r 1 e o n d Een twee
jarig verlof naar Europa, wogeni ziekte, aan den
lsten luit. dor inf. J. F. Oornelius.
Geplaatst: By do infanter/e: by het 8ste bat.,
do 2do luit. jbr. J. J. Boreol; bij don geni'-dionst in
de lste mil afd. te Batavia, de lste luit. V. R. Da
Greve; by don geneesk, d:enst in do 2do mtl. afd.
op Java, hospitaal te Somarang, do off. van gez.
2de kl. T. P. C. Van Dooren; eu by dien in de 2do
mil. afd. op Java, hospitaal ta Soerabaia, de off van
gez. 2de kl. W. J. Van der Min.
Overgeplaatst Bij do infanterie: by het
11de bat., do lste luit P. W. J. Van der Schoot;
by het lste depot-bat., de lete luit B. M. GoaliDga,
eri de 2do luit. T. J. Baorveldtby het 8de depet-
bafc., do kipt. G. J. H. Brujjuia; by d© genie:
den gonledlenst in de lsto mil. afl. te Batavia, de
lste luit. F. W. O. Tan der Staay; by den genees
kundigen dienst: by den goneetk. dior.et van Aas-
47.)
Het komt er niet op aan; hy moest zeker
heid hebben, al zou hy deze gestalte ook tot
het eind der wereld volgen"Wat liep zy
vreeselyk gauwl Byna op een drafje. "Waar
zou zy toch naar toe willen? Altyd verder
en vurder, de drukke zystraten voorby, do
Fiakerplatz over, langs de kade. Daar, ze
wordt moede, zy zet zich op eene bank neer,
maar stond ook even snel weer op; zy ging
op den uitersten rand der kade 6taan. Wat
drommel, wilde zy zich in het water storten?
Met £én sprong was hy naast haar, zyn
krachtigen arm om haar heen geslagen; zy
gaf een luiden gil, een kreet van vertwyfeling
en doodsangst; hy hield de slanke gestalte
in zyne armen en boog zich diep naar haar
over. Zy keek hem met hare groote oogen
ontzet aan, toen sloot zy ze; doodsbleek was
haar lief gelaat. Eene ware doodskleur!
„Beate! Gravin Teschy!" klonk het uit
den mond van den man, die haar in zyne
armen hield. Het was een marine officier, de
luitenant Robert Prehm.
H(j droeg haar naar de bank en zocht haar
daar tot bedaren te brengen. Zyne hersons
klopten. Wat had dit alles te beduiden?
Gravin Tescby, Beate, hier, zoo zonder be
scherming en alleenden dood zoekend I Hy
droogde met haren zakdoek het koude zweet
van haar hoofd en riep haar zachtjes by de
zoetste namen; hy was alleen met haarjzy
was gered en onder zyne hoede; hei, wat
kwam dan daar in zyne overspannen ver
beelding! Haar boezem bewoog zich zacht,
het bewustzyn keerde terug, zy opende de
oogen. Zy keek om zich heen zy keek
hem aan.
„Ik ben het, een vriend", zeide hy zacht,
en trachtte haar te steunen.
Beate trachtte zich te beheerschenze
beproefde op te staan. Zy maakte zich uit
z'yne armen los en staarde hem aan.
„Mynheer Yon Prehm 1" zeide zy zacht.
Het was duideiyk, dat haro gedachten nog
verward waren, maar langzamerhand kwam
zy tot bezinning. Zy hield in wilde vertwy
feling de handen voor het gelaat.
»Gy» gil vondt my hier? Gy reddet my
van den sprong, en waarom? O, waarom?"
Met moeite hield hy zich goed. Wat kon er
met haar gebeurd zyn? Hier moest met kalm
beraad, met overleg gehandeld worden. Niet
tegenstaande hy zeer treurig gestemd was,
gevoelde by een oogenblik al de zaligheid
van haar alles en alles te wezeü, haar hel- 1
per, haar beschermer, haar steun.
„Waarheen mag ik u geleiden?" vroeg
hy „waar woontgy? Met wien zytgy hier?"
Zy schudde het hoofd.
„Ik heo geene plaats meer op de w»reld,
waar ik hoor", zeide zy.
„Maar, gravin, uw vader!"
„Ik kan niet tot hem terug", riep zy snik
kend, „ik wil niet meer liegen."
„Gravin, gy zyt ongesteld; kom, men zal
op ons gaan letten! Laten wy een rytuig
zien te krygen of wilt ge hier blyven
tot ik?
„Neen, neen, niet alleen", fluisterde Beate
huiverend. „Ik ga mee!"
Het was alsof haar opeens eene vrees voor
het diepe, donkere water overviel.
Hy geleidde haar naar het rytuig en stapte
toen ook zelf in, om naast haar plaats te
nemen. Bevend noemde zy den naam en de
«traat van het hotel. Daar aangekomen,
volgde hy haar in hare kamer.
Hier, in die vreemde stad, bekommerde
zich niemand om hen.
„Pardon, gravin", zeide hy, zoodra hy licht
aangestoken bad, „maar ik kan u niet zoo
verlaten. De toestand, waarin ik u vond,
rechtvaardigt rayn verzoek om opheldering
en vertrouwen."
Zy was niet in eene stemming er op te
letten, anders zou zy zich verwonderd hebben
dat hy dat linksche en verlegene geheel had
afgelegd. Hy sprak op openhartigen, eerlyken
toon en keek haar met zyne blauwe oogen
trouw en oprecht aan.
Eene vormoeidheid, welke aan den dood
grenst, overviel haar.
„O, myn verlosser", dacht zy, „ik zo»
alleen, en hy een vriend."
Ze was zoo grenzenloos alleen op d»
wereld. Hy belde en liet eenige ververschin-
gen voor haar brengen en eon kopje warme
thee; met vrouwelyke zorg en teederheid
schoof hy haar een kussen onder de voeten
en een onder het hoofd en trachtte haar
over te halen het oen of ander te gebruiken.
„Courage, courage 1" herhaalde hy met zyn»
vriendelyke stem. „'t Is slechts een storm,
maar die zyn er veel op de zee van 't leven,
doch zy trekken weer weg."
„O, ik dank u, gy zyt zoo vriendeiyk
jegens my; ik verdien het niet!"
Yervol-g ommezijde).